Profile
Blog
Photos
Videos
"Amai, Da's kweeniehoe hippie!", kirde onlangs een jongedame toen ik haar uitlegde dat het boek dat ik aan het lezen was ging over de rol van het kapitalisme in de klimaatverandering. Ietwat verontrustend merkte ze daarna op dat "het toch nog niet zeker was dat het allemaal echt is" met die klimaathetze.
Hier in Zwitserland moet je gelukkug niemand meer overtuigen dat het echt is. Na de hittegolf, die bijna een maand heeft geduurd, staan de kranten er vol van: maak je maar klaar voor meer hittegolven en meer extreme regenval. De paddestoelen groeien niet door de droogte, de temperatuur van het meer van Zurich heeft de voor de vissen gevaarlijke kaap van 25 graden overschreden, de boeren zien hun oogst in gevaar, er is een wespenplaag... Ik weet niet zeker of de gletsjers dit jaar verder weggesmolten zijn, maar het laat zich raden.
Sinds een paar dagen heeft de zomer haar normale ritme echter teruggevonden. We hebben al een paar heerlijke buien gehad, en deze morgen was het geen 24 graden, maar op het randje van te fris om in een T-shirt op het terras te ontbijten. De koelere temperaturen betekenen ook dat we weer kunnen bewegen. En dat doen we dan ook zoveel mogelijk.
Vorig weekend hadden we bezoek van de zus en nicht van Anke, maar aangezien zij pas 's avonds hun opwachting zouden maken, hadden we de zaterdag vrij om te wandelen. Atzmännig was de bestemming. Deze plaats in het laaggebergte is populair bij jonge gezinnen, omdat er naast een attractiepark ook 's lands langste rodelbaan ligt. Maar er kan dus ook een kwak gewandeld worden. Niet hoger dan zo'n 1350 meter, maar dat bleek ruim voldoende om vermoeiend te zijn. Het zicht boven was misschien niet zo indrukwekkend als in het hooggebergte, maar toch de moeite van de klim waard. Tegen een uur of 3 zat de tocht erop. Helaas bleek door de regen de rodelbaan te nat om af te sluiten met een ritje.
Geen rodelbanen deze zaterdag, maar wel een berghut op een indrukwekkende locatie: knal in een steile rotswand. We bouwen langzaam de wandelactiviteit op richting onze wandelvakantie in september, en dus trokken we deze zaterdag voor een wandeling naar het kleinste kantonnetje van Zwitserland: Appenzell. Er wonen, geloof ik, 3 boerkes en 5 koeien en er wordt nog jaarlijks gestemd met handopsteking op het marktplein (dit verzin ik niet). Meestal winnen de 5 koeien. Het landschap is er glooiend en de huizen lijken er met de losse pols op het land gestrooid, een ietwat atypische ruimtelijke ordening voor Zwitserland. Ze hebben er een paar bergen die, afgaande op de grote parking en het aantal treintjes, populaire bestemmingen zijn. Wij wandelden vanuit Wasserauen naar Ebenalp. Vlak voor de top bevind je je plots in een klein openluchtmuseum. Er is eerst de oudste berghut van het land, die in de steile rotswand ingebeiteld lijkt. Nog geen 100m verder ligt er een heuse grot met een kerkje en een kluizenaarswoning. De grot heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot in de oertijd, toen de Neanderthalers er in de zomer verkoeling zochten. Op een dag kwamen deze jongens erachter dat ze zich van dal vergist hadden en stierven ze dan maar uit. Vervolgens weten we niet echt wat er gebeurd is, tot er in de middeleeuwen een kerkje gebouwd werd, en er enkele opeenvolgende kluizenaars woonden. Volgens de volksoverlevering is er op deze plaats nog nooit 1 steen naar beneden getotterd. De kluizenaars daarentegen die totterden daarentegen wel geregeld vrolijk naar beneden. Iets met wijn zo denkt men. Gezien de locatie in een steile rotswand geen wonder. Je moet de grot door om helemaal boven op Ebenalp te geraken. Het was een bewolkte dag, maar wanneer de zon komt piepen maken de wolken het uitzicht des te magischer. De wandeling liep via de Seealpsee weer naar beneden. Na de tocht bezochten we nog kort de hoofdstad van Appenzell, Appenzell. Dit is niet meteen een bruisende metropool, maar je hebt er wel een brouwerij: Appenzell. We brachten een bezoekje aan het minimuseum en kochten er wat biertjes en 1 van de 27 verschillende Whiskeys die ze er brouwen. Omdat de 3 boeren en hun koeien ook moeten eten, liggen er in Appenzell een paar restaurantjes, en wij vonden er eentje waar je drie gangen kon eten voor 22 Franken. We werden er bediend door moeder de vrouw, die het etablissement volledig in haar uppie uitbaatte. Desondanks was de bediening vrij snel en het eten lekker. Zondag dan uitgeslapen en wat opgeruimd voor onze gasten van de dag, Lise en Niki, die onderweg naar Italië even binnenwipten voor een bbq en een bed.
Het was gezellig genoeg om deze morgen ietwat duf naar het werk te vertrekken. Overmorgen is het aan de volgende gasten: Bert en Ine met hun kroost. Daar nemen we graag een paar daagjes verlof voor...
Toedels,
Rob
- comments
bas nice one :)
Jo Hela makker, niks tegen Appenzell he, daar heb ik menig paasvakantie gesleten en die berghut in de wand klinkt zeer bekend. En daar wonen trouwens meer dan 5 koeien :)
Rob Mogelijks heb ik inderdaad hier en daar een koe over het hoofd gezien. Volgende maal zullen we daar gaan skiën; en dan tellen we de koeien nog eens opnieuw na de après-ski. Dan zijn het er ongetwijfeld meer.