Profile
Blog
Photos
Videos
De winst van mango's
Het verhaal van Rebecca Castro Tubongbanua
'De Winst van Waarden', was de titel van een advies dat alweer jaren geleden is uitgebracht voor de Sociaal Economische Raad (SER). In dit advies betoogt de SER dat maatschappelijk verantwoord ondernemen niet iets is dat een bedrijf er zomaar bij doet, maar behoort tot de 'core business' van elk bedrijf. De 'triple P' benadering - 'People, Planet, Profit' - wordt het in duurzaamheidjargon ook wel genoemd: het verenigen van de sociale, ecologische en economische dimensies in 'duurzaam ondernemen'. Maar wat betekent dat? Want tot nu toe hebben veel bedrijven - de goede daargelaten - enkel lippendienst bewezen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, en is het toch vooral de 'core business' van adviesbureau's geweest die er veel geld aan verdient hebben.
Het lijkt bizar om het in een land als de Filippijnen te hebben over maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dit land waarin het grootste deel van de bevolking leeft in mensonterende armoede - die per saldo steeds groter wordt, omdat de stijging van het Bruto Nationaal Produkt lager is dan de bevolkingsaanwas - lijkt het een vooral Westers luxe probleem. Maar dit bijzondere land kent (op zijn minst) twee gezichten. Enerzijds het corrupte gezicht van hebzuchtige politici, die het land met huid en haar overgeleverd hebben aan buitenlandse multinationale ondernemingen die de afgelopen decennia haar rijke natuurlijke hulpbronnen geplunderd hebben. Anderzijds het spirituele gezicht van een land waarin de grondwet stelt dat elke Filippino het recht heeft op 'een produktief leven in harmonie met het ritme van de natuur'. Een land dat in 1996 een eigen Philippine Agenda 21 opstelde, daartoe opgeroepen door de Agenda 21 - een actieplan voor een wereldwijde duurzame ontwikkeling - van de United Nations Conference on Environment and Development in 1992 (Nederland was als beste jongetje in de 'milieu-klas' zo arrogant te denken dit niet nodig te hebben). Een land, waarin op elk 500 pesos bankbiljet (1 euro is 65 peso's) te lezen valt dat 'the Filipino is worth dying for'.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in de Filippijnen krijgt een gezicht als we op het eiland Guimaras de 47 jarige Rebecca weer ontmoeten. Met onze reisgenoten Marielle en Mark, hadden we vorig jaar Rebecca al ontmoet, en waren toen ook al onder de indruk van haar. Haar man is - zoals zoveel Philippino overseas workers - zeeman op de grote vaart, en ze is minimaal negen maanden per jaar alleen (voor zover je ooit alleen kunt zijn in een Filippijnse familie). Maar daar waar andere vrouwen van de overseas zeemannen er een goed leven op na houden van het voor Filippijnse begrippen riante inkomen van hun mannen (zo'n 450 US dollars per maand) heeft Rebecca voor een heel ander leven gekozen.
Rebecca heeft op college scheikunde als hoofdvak gekozen, en daarna twee jaar les gegeven op de high school. Omdat dit beter betaald werd dan haar baan als lerares op een Filippijnse high school, heeft ze daarna zes jaar als huishoudelijke hulp (!) gewerkt in Hong Kong, eerst voor een Chinees daarna voor een Australisch gezin. Om zo, als oudste kind van het gezin, financieel bij te kunnen dragen aan de studie van haar broertjes en zusjes. Terug op Guimaras, heeft ze gewerkt als produktiemanager bij een bedrijf dat kokosnootolie en een bedrijf dat flessen gepurifeerd drinkwater produceerde. Maar de 'crab mentality' - een typisch Filippijns cultuurkenmerk, waarbij elke 'krab' die dreigt te ontsnappen uit de kooi door de andere 'krabben' teruggetrokken wordt - van haar leidinggevenden stuitte haar zo tegen de borst dat ze in 2003 een eigen bedrijf is begonnen. Het eiland Guimaras is vooral befaamd in de Filippijnen om haar mango's, het enige Filippijnse eiland vanwaar mango's geëxporteerd mogen worden. Als scheikundig onderlegd is ze met 7000 pesos spaargeld als startkapitaal begonnen met nieuwe produkten te ontwikkelen als mango chutney, mango jam, gedroogde mango zonder sulfide en mango ketchup. Maar ook producten gebaseerd op calamansi (kleine citroen) en ananas. Produkten, waarvoor ze diverse onderscheidingen heeft gekregen vanwege het innovatieve karakter. Ze heeft haar bedrijf McNester genoemd, een samentrekking van de bijnaam Mac Mac van haar oudste zoon Raymond Michel en de tweede naam van haar jongste zoon Ralph Nester.
Rebbeca is inmiddels een lokale bekendheid geworden op Guimaras. 'A former DH (domestic helper) is now a rising food processor' is de kop van een artikel in Philippine Panorama van 27 april 2008, dat ze heeft opgenomen in een informatiemap over haar bedrijf. Hierin valt ook devisie en missie van haar bedrijf te lezen:
OUR VISION
The McNester Food Products is a social responsible enterprise that produces quality and innovative processed food products.
OUR MISSION
The McNester food products shall develop processing technologies and practices that are safe, environmentally friendly, social responsible and sustainable; process quality innovative products that are healthful and globally compatitive and practice fair trade in product marketing.
Maar wie denkt met deze grote woorden te maken te hebben met een beginnende multinationale onderneming, komt bedrogen uit. Het bedrijf van Rebecca wordt gerund door acht vrouwen vanuit het voormalig woonhuis van een schoonzus, Joan, wiens man is overleden aan kanker. Bij de voordeur hangt een poster over fair trade, en Rebecca brengt in de praktijk wat ze predikt. Want het zijn allemaal vrouwen die, door allerlei omstandigheden, zonder haar geen inkomen zouden hebben. En ze betrekt haar grondstoffen van lokale arme boeren. Dat was ook haar drijfveer om een bedrijf te beginnen, zo blijkt als we Rebecca vragen naar haar droom en inspiratie. 'Shy' als de Filippijnse cultuur vraagt van vrouwen, lacht ze verlegen. Het was nooit op voorhand haar droom om 'something big' te worden, maar 'to benefit others, benefit other farmers'. Zo ook heeft ze vooral oog voor haar medewerkers, om 'to help them develop their personality'. Haar inspiratie is 'to see the improvement in their way of life'. Ze betaalt haar medewerkers niet per maand maar per week, want 'they know how to manage the money one week'. En ze dringt erop aan dat ze hun kinderen naar een goede high school sturen.
Maar ze staat nu op een kruispunt van wegen. En onze aanwezigheid, zo zegt ze, is een 'God sent gift'. Tot nu toe heeft ze haar bedrijf 'step by step' opgebouwd en ze voert haar 'independance' hoog in het vaandel. Toen we haar vorig jaar ontmoetten was ze in de gelegenheid een nabij gelegen stuk land met een voormalige lagere school te kopen van een Koreaanse eigenaar. Dat zou betekenen dat ze haar produktie zou kunnen verveelvoudigen in 'a true plant', en 'help more than eight'. Bovendien wil ze met de opbrengst van het bedrijf een 'basic education scholarship program' voor kinderen uit arme gezinnen beginnen, waarbij deze kinderen een studiebeurs krijgen voor schoolgeld en -benodigdheden. Gekoppeld aan een 'livelihood and employment program', waarbij de ouders van deze kinderen ondersteunt worden bij het opzetten van kleinschalige economische activiteiten als het verbouwen van groenten en fruit. Rebecca heeft dus wel degelijk een verborgen droom.
Inmiddels heeft ze met hulp van familie de eerste aanbetaling gedaan van 500.000 peso's (van in totaal 2.5 miljoen peso's), en middels een bevriende advocaat een koopovereenkomst gesloten met de eigenaar. Maar geld voor de tweede aanbetaling is er niet, terwijl de termijn al verlopen is. Vorig jaar waren we al bereid om haar te helpen, en ze vraagt of we dat ook nu weer zijn. Rianne en ik zijn het er snel over eens, als extended family hebben we eigenlijk geen keus. Maar ook Marielle en Mark doen mee. Ik vraag Rebecca of ze het geld voor de tweede aanbetaling als lening wil of dat ze wil dat we investeerders - en dus mede eigenaar - worden in haar bedrijf. En ze verrast me. Terwijl ik verwacht had dat ze voor het eerste zou kiezen, gelet op het belang dat ze hecht aan haar onafhankelijkheid, vertelt ze ons een dag later dat ze voor het tweede kiest. Omdat ze graag een lange termijn relatie met ons wil, gebaseerd op meer dan enkel een financiële relatie.
We beloven Rebecca in Nederland op zoek te gaan naar andere investeerders. Want dit is een formule waar ik lang naar op zoek ben. In Nederland geen donatie vragen vanuit de goedheid van iemands hart, maar vragen om letterlijk te investeren in kleinschalige inspirerende initiatieven van 'gewone' mensen in zogenoemde ontwikkelingslanden. Initiatieven die, vanuit het zogenoemde 'gras root' niveau, bijdragen aan de Millennium Development Goals van de Verenigde Naties betreffende armoedebestrijding en onderwijs. En bovenal initiatieven waar we in ons zogenoemde ontwikkelde land veel van kunnen leren. Leren over De Winst van Waarden.
Joop van Hezik
- comments