Profile
Blog
Photos
Videos
's Ochtends na het ontbijt vertrekken we met Mister E - waarschijnlijk is zijn volledige naam iets te ingewikkeld - voor een rondje door Mae Rim, de bergachtige streek ten westen van de stad. Mae Rim biedt allerlei vertier op het gebied van exotische flora en fauna. Er zijn bijvoorbeeld attracties rondom apen, bijen, insecten, slangen, orchideeën, tijgers en... mensen.
Mister E rijdt ons eerst naar "de beste orchideeënkweker" van de regio. Voor een klein bedrag mag je zelf rondscharrelen tussen duizenden prachtige bloemen. Een stukje verderop ligt het Tiger Kingdom, een bezienswaardigheid die je naar analogie van de dierentuin een 'tijgertuin' zou kunnen noemen. En het mooiste: Voor een paarhonderd baht mag je de tijgers op hun buik kriebelen! Hoewel we erg van katten houden blijven we buiten de kooi, denkend aan het legendarische duo Siegfried und Roy, waarvan laatstgenoemde een kwart van zijn schedel aan de showbizz schonk. We krijgen de indruk dat de katjes in dit koninkrijk het net zo goed hebben als onze vier viervoeters in Nederland. De tijgers hebben schone, redelijk ruime verblijven en worden volgens de organisatie niet mishandeld of gedrogeerd om ze tam te krijgen. Er wordt wel gebruikgemaakt van 'nose tapping' om van jongs af aan duidelijk te maken dat krabben en bijten niet wordt gewaardeerd. We gaan weer eens verder.
In de auto maken we een praatje met Mister E, met wisselend succes. "Are there still wild elefants in the mountains?" vraag ik. "Yes! There are three 7-elevens in this area," is het antwoord. We rijden naar Baan Tong Luang, een openluchtmuseum dat wordt bewoond door leden van zeven verschillende bergstammen. Het artificiële dorp is een paar decennia geleden door de overheid opgezet, naar het schijnt om bergbewoners een alternatief te bieden voor roofbouw, woudkap en opiumteelt - ik vrees dat er in het moderne Thailand geen plaats meer was voor hun levenswijze, die nogal veel ruimte en natuur nodig heeft. De bewoners leven nu van de (hoge) entreeprijs voor hun kleine reservaat, souvenirs verkopen en van het eten dat ze zelf verbouwen.
We wandelen langs de kleine hutten van bamboe en hout, met daken van gedroogde bladeren. Op de veranda van elk hutje zit een vrouw te borduren of te weven, naast schragen vol tassen, kleden en sieraden die er verdacht veel uitzien als de spullen op de markt in Chiang Mai. Aan hun eigen kleding en sieraden kun je zien tot welke stam ze behoren. De Lahu Shi Bala hebben bijvoorbeeld grote zilveren kokers door hun oren, terwijl de Hmong zwarte kleding dragen met kanten decoraties en dunne donkere ringen om de heupen. De Karen hebben rood-witte kleding; sommige Karen-vrouwen dragen wel vijf kilo aan ringen om hun uitgerekte nek, vandaar dat ze "longnecks" worden genoemd. We zien ook een sawa met rijst en een koffieplant. Vlakbij een papaverplant hangen een paar dikke bamboe opiumpijpen aan een hut.
De laatste stop van onze rondrit is Namtok Mae Sa. Voor het geval dat dit niet meteen duidelijk is: het gaat hier natuurlijk over een waterval. Het bijzondere van deze namtok is dat hij tien niveaus heeft, die verspreid liggen in de jungle. Het kan ons niet uren boeien, dus zijn we na een half uur weer terug. "That was the fastest visit ever!" zegt Mister E verbaasd.
- comments
Richard Een beetje geduld met Mr. E, was wel op 'zn plaats geweest. Hij doet ook maar wat vol;gens de CAO moet.