Profile
Blog
Photos
Videos
Het is nog donker en koel wanneer we om half zes in een tuk-tuk stappen. Het is een beetje krapjes met de grote rugzakken op de achterbank. Om zeven uur vertrekt de boot uit Mirissa en het is nog een eind rijden. Het is donker op de weg zonder lantarens. We schieten langs fietsers en wandelaars, het is een wonder dat we niemand raken. In een tuk-tuk heb ik altijd het gevoel dat hij zo kan omslaan. Vooral nu we zo zwaarbeladen zijn en scherpe bochten nemen. Het verbaast me dat we in al die weken er nog nooit een omgeslagen langs de kant van de weg hebben zien liggen. Langs de weg loopt een rijtje vrouwen in witte sarongs, zouden die naar een tempel geweest zijn? De zon komt tevoorschijn en om ons heen begint het leven een nieuwe dag.
Het is druk in de haven, vissers verkopen hun vis. In het voorbijgaan zie ik heel wat verschillende vissen en garnalen op de grond liggen. Het water is blauw en golven slaan wit op de kust terwijl we de pier op rijden. Het is een komen en gaan van tuk-tuks met toeristen. Meerdere boten liggen te wachten en ik ben benieuwd waar we gaan stoppen.
Het is een niet al te grote boot, onderste dek met stoelen en een bovendek met kussens. Er zijn nog niet veel mensen dus we lopen naar boven, waar ook degene zit die stuurt. Lekker in de schaduw nuttigen we koffie en broodjes. De zee lijkt kalm maar er worden toch pilletjes tegen zeeziekte uitgedeeld, misschien is het daarbuiten toch wild. Ik aanvaard het in dank, zie nog zo de zeezieke mensen op de vorige whalewatch tocht voor me. Niet leuk als je niet van de boot af kan en je bent zo ziek als een hond. De boot zit vol wanneer we vertrekken en alleen in het begin wanneer we de haven uit gaan is het echt ruig. Er zijn meerdere boten met mensen die proberen walvissen te spotten.
Wanneer je een aantal bij elkaar ziet weet je dat er wat aan de hand is. De eerste keer dat we zo' n kringetje met boten naderen zijn het dolfijnen die daar met tientallen aan het dartelen zijn. In groepjes glijden ze in en uit het water. Lastig om te fotograferen, als je niet uitkijkt zie je niets, omdat je te druk bezig bent met je fototoestel. Om je heen is het niets dan dolfijnen, je blijft kijken het is zo leuk. Kleintjes met hun moeder, springende dolfijnen en voor je het weet zijn ze ineens weer weg.
Maar dan zien we in de verte een waterwolk en zoef daar gaan we. Iedereen is opgewonden, een walvis, hoera. In tegenstelling tot de potvis in Nieuw Zeeland blijft deze niet stil liggen, maar blijft hij zwemmen als hij boven water is. Het is wat lastiger om in de buurt te blijven, hij of zij verdwijnt telkens even. Dan een kromming van de rug, en.... vin klap weg. Volgens een bemanningslid wat langs komt met een kleine poster, is het de blauw vinvis. Even stilte, want waar, als er al een andere is, waar moeten we heen. Maar daar gaan we, naar de volgende, zoef. We zien grote boten varen, het is duidelijk een "water snelweg", er varen meer grote boten langs deze baan. Vlak bij deze route is er een pluim water van een walvis te zien. Een lichtblauwe vlek geeft aan dat er een reusachtig groot beest onder de oppervlakte ligt. Langzaam komt hij omhoog. Je ziet maar een deel van zijn rug, dus hij lijkt kleiner dan hij eigenlijk is. Zaten we de eerste keer aan de goede kant van de boot, deze keer niet. Een stang in het midden van de boot zorgt ervoor dat iedereen aan deze kant, niet verder kan. Gelukkig maar, want ik vond de boot al aardig schuin hangen, bij de eerste keer. Best eng. De meesten aan de overkant gaan zoals gevraagd zitten. Maar zoals altijd is er iemand die zijn eigen belang voorop stelt. Lastig kijken zo. Er zijn meer walvissen die we zien die ochtend, vijf in totaal. Elke keer is het geweldig om het water te zien spuiten, die staart te zien slaan en te zien wegzakken. Die staartvin omhoog, is zo'n mooi gezicht. Sommige walvissen zien we beter dan andere, maar we zijn tevreden. En ja, we hebben heel wat bewijsmateriaal. Al kun je op het merendeel van de foto's die we gemaakt hebben alleen water zien, er zijn een paar mooie overgebleven. Gelukkig hebben we een vuilnisbakje bij de fotoalbum op de iPad. Jullie zien alleen de mooiste.
Omdat het nog vroeg is laten we ons afzetten bij het busstation. Een busrit in een reguliere bus is een belevenis op zich. Niet echt berekend op ons achterwerk zijn de bankjes een beetje smal. De deuren staan open en de meeste raampjes, dus het waait lekker door. De chauffeurs rijden erg ruig, nauwelijks ingestapt trekken ze al weer met gierende banden op. Waarschijnlijk flink opgejut door de muziek die keihard door de bus schalt. Voorin hangt een display met boeddha's en Hindoestaanse goden waaromheen kleurige lampjes als aureooltjes aan en uit gaan. Het kan er flink druk zijn. Dozen, zakken en tassen alle hoekjes en gaatjes worden benut. Daardoor heen laveert dan iemand die de kaartjes verkoopt en er voor zorgt dat de bus niet weg rijdt terwijl iemand nog op de treeplank staat. Terwijl de chauffeur als een maniak hoeken om scheuren, keihard remt, toetert, inhaalt, plotseling optrekt, hobbelen en zwaaien wij op onze stoelen mee, als je tenminste het geluk hebt om een stoel te hebben. Het begin is redelijk rustig. De meeste mensen kiezen als ze keus hebben liever een ander plekje dan naast ons te gaan zitten. Kleine kinderen zitten met grote ogen te kijken en maken een bochtje om je heen, ze vinden je vaak een beetje eng. Ach er zijn ook mensen die juist naar je lachen of vriendelijk goede dag zeggen. Bij grote haltes stappen verkopers binnen met zakjes rijstkoekjes, gebakken visjes of gekookte kikkererwten. Best lekker, met hete pepertjes, waarmee je wel voorzichtig moet zijn, wil je niet de rest van de reis met een verdoofde mond doorbrengen. Maar al gauw stroomt de bus vol en kun je niet meer heen en weer rollen omdat je klemvast zit. Bij de eindhalte Tissamaharama rol ik dan ook doof, stijf en wiebelig de bus uit.
Het is nog een tien kilometer naar onze eindbestemming. We hebben geen hotel gereserveerd, al hebben we er één op het oog. Maar tot nu toe is dat hier in Sri Lanka geen probleem. Integendeel, iedereen staat te springen om je een kamer aan te bieden. In Galle was dat helemaal erg, als je daar over straat loopt wordt je voortdurend aangesproken. Theo kan daar niet zo goed tegen, hij wordt daar heel kriegelig van. Ook nu staan er al tuk-tuks te wachten bij de bushalte. Heel toevallig wil een tuk-tuk driver ons naar het hotel brengen die we op het oog hebben, het is van zijn broer, zegt hij. Waarschijnlijk is hij er op uitgestuurd om klanten te werven als er een bus aankomt. Af en toe heb ik het gevoel alsof hier doorgebeld wordt dat er buitenlanders aankomen. Zo van; "hé vriend, ik heb op mijn bus een stel dat naar Tissa gaat, heb je daar nog wat aan." "O ja, ik heb nog wel een paar kamers over, zal me goed uitkomen, bedankt hé."
Ondertussen hebben we een prijs afgesproken, hebben alles in de tuk-tuk gepropt. Via sluip en kruip door weggetjes bereiken we Kirinda waar Temple Flower Guesthouse is. Het ziet er landelijk uit, het is geen groot hotel. En al gauw blijkt het een beetje primitief. Geen airco, televisie, koelkast of super badkamer met zeep, shampoo en tandenborstels. Maar gelukkig wel wc, koud water douche en een plafond ventilator. En, heel fijn, een muskietennet. Dus we doen het er maar mee en dat de wasbak gewoon op de grond bij je voeten afwatert, a la.
Er is een restaurant bij het hotel, dwz een terras wat overdekt is en waar je kan zitten. Maar we gaan de boel verkennen en lopen de weg af op zoek naar een restaurant. We zien de zee in de verte, een tempel op een heuvel, een marktpleintje met kleine stalletjes, maar geen restaurant. Er komt weer een tuk- tuk langs, die we maar aanhouden. Deze meneer kent niet zo heel veel engels, maar op de vraag of hij een restaurant weet geeft hij een positief antwoord. Wij zijn wel zo slim om even te vragen hoe het restaurant heet. Geen Tempel Flower, dus dat moet goed zijn. We stappen in en voor we het weten zijn we weer terug bij ons hotel. De chauffeur vind het geloof ik een beetje vreemd dat we dat niet willen. Maar a la de klant is koning en daar gaan we weer, op zoek naar een restaurant. Die volgens deze meneer hier dun gezaaid zijn. We hebben onderweg toch wel een aantal gezien. Uiteindelijk stranden we bij een gesloten restaurant. De tuk-tuk driver houdt het voor gezien en vraagt een zo groot bedrag dat we liever terug gaan lopen.
We lopen langs een bord waarop staat dat er een duikstation is. En daarom zijn we hier, gelijk even een afspraak maken lijkt ons handig. Dus we stiefelen naar binnen, waarop een soldaat die daar op wacht staat erg van schrikt. Theo heeft niets door, hij loopt zoals altijd voorop. Dus ik roep hem even terug. We blijken op de basis van de kustwacht te zitten. Ze zijn super vriendelijk, laten ons even in de wachtkamer zitten. De officier van dienst komt poolshoogte nemen en als hij hoort dat Theo graag wil duiken, belt hij iemand waarmee dat zou kunnen. We ruilen wat adres gegevens en gaan vol goede moed naar het hotel.
Uiteindelijk eten we toch maar bij ons hotel, als er plotseling iemand in een lang wit gewaad en wit hoedje bij ons langs komt. Het is de duiker die het materiaal heeft om te kunnen duiken. Hij komt even langs om te informeren wat de bedoeling is. Omdat het morgen vrijdag is, kan hij niet. Hij is moslim en gaat dan naar de moskee. Maar dat is geen probleem, we zitten toch voor op ons schema. Kunnen we mooi morgen op safari. Dat betekent vroeg naar bed, want om vijf gaan we dan vertrekken. Oef, dat is dan om vier uur opstaan.
Hetty
- comments
Annemie Ha Hetty, jij kunt ook al hele lappen tekst neerzetten zeg, en zo heerlijk beeldend geschreven, kan helemaal in beeld meeleven en alles voor me zien, gesteund door de prachtige foto's, en ook mooie humorvolle ondertoontjes, geeft een olijk gevoel. Jullie zijn nu al vier dagen verder, nu ik dit lees, dus alweer vanalles beleefd. Heel benieuwd ernaar. Prachtige avonturen in landen waar de cultuur, leefwijzen en gedachtengangen so totally different zijn van ons hier in het witte westen. In Indonesie voelde ik me geregeld net een beroemde filmster, omdat mensen zo wijzend en oh en ah en druk bekijkend reageerden op mij als wit mens, zelfs in Jakarta in een grote supermarkt in een winkelcentrum, waar de etalatepoppen i.d. winkels ook blank waren. En dat je haartjes op je armen hebt bijv. dat was ook helemaal wonderlijk en werd uitgebreid bekeken herinner ik me. Grappig zoals jij omschrijft hoe dat i.d. bus ging, kinderen met een boogje om je heen lopen en met grote ogen kijkend. Terwijl (denk ik dan) we toch ook gewoon een hoofd, 2 armen, 2 benen, ogen, neus en mond hebben, dus zulke Aliens zijn we toch ook weer niet....... Dagdag, tot gauw, liefs, Annemie.
Annemie Hoi, ik bedoelde etalagepoppen i.d. etalages v.d. winkels in het dure winkelcentrum (voor de rijken) in Jakarta. Maar dat hadden jullie w.sch. al begrepen, just in case......zal ik jullie "redden" en de "oplossing" van dit eventuele raadsel "onthullen". Het stormt hier behoorlijk op dit moment (di. 31 maart) "code oranje" windkracht 9 a 10, brrrrrr. Beter om thuis/binnen te blijven als je niet weghoeft, zeggen ze o.d. radio. Maar ik ga lekker schilderen vanmiddag, laatste middag van het seizoen.......
hans gijsen prima foto en leuk verslag. Gr. Hans