Profile
Blog
Photos
Videos
Hey allemaal,
Sorry dat ik zo lang niks van me heb laten horen. Bij deze ons eerste reisverslag (van Martijn en mij). De laatste week voordat Martijn kwam, was het heel druk op het werk. Het lijkt erop dat er wat meer malaria is nu en er was een vriendin van Mayke, dus had Mayke weinig tijd. Dus maakte ik overuren!!! Maar ik had een mooi vooruitzicht!
Op vrijdag 3 juli ging ik met de bus naar Dar es Salaam om 's avonds Martijn van het vliegveld te halen. Het vliegtuig had een beetje vertraging (de gezagsvoerder was ziek..), maar gelukkig had ik een boek meegenomen naar het vliegveld (over een goedaardige vampier!). Gelukkig had ik net een hoofdstuk af toen Martijn smste dat hij geland was en op zijn visum aan het wachten was. En daar kwam hij aanlopen, moe van de reis, maar blij dat hij er was. Gelukkig vond de taxichauffeur ons meteen (hij zou op ons wachten, maar ik was natuurlijk alweer vergeten hoe hij eruitzag) en hij bracht ons naar het hotel. Daar kon ik mijn koffer vol spullen uitpakken!!! Martijn had echt superveel meegenomen, voor mij en cadeautjes om uit te delen (vooral voor Noreen en Wini). Ik kon m'n geluk niet op!! Alleen een probleempje, Arie had de koffer heel goed ingepakt... Ik kreeg m niet meer dicht. Maar gelukkig dat de volgende dag Mayke, Pernille en Pam kwamen. Dus kon ik nog een keer samen met Pernille m'n koffer uitpakken en haar spulletjes aan haar geven. Zij waren in Dar om de vriendin van Mayke naar het vliegveld te brengen en meteen een nieuw meisje dat hier een half jaar komt werken, Stefanie, op te halen. En Pam kwam natuurlijk voor het eten in het Kempinski hotel en het stappen! (En Pernille kwam voor het shoppen in de supermarkt, waar ze dus ook twee en half uur heeft rondgehangen). Toen zij zondags weer naar Korogwe gingen, konden Martijn en ik mooi een koffer met spullen meegeven.
Wij gingen op zoek naar de ferry naar Zanzibar. Eerst een kaartje gekocht voor een andere ferry natuurlijk, maar ik dacht al dat het niet kon kloppen omdat het maar 200 Tsh was (ongeveer 10 cent). Het klopte dus inderdaad niet, maar we hadden daarna snel de goede ferry te pakken. En meteen ook vliegtickets voor de terugweg kunnen kopen. 's Avonds kwamen we in Zanzibar aan en werden we door een taxi naar ons hotel gebracht. Er werd eerst niet opengedaan en het zag er niet echt als een hotel uit, dus we kregen een beetje de kriebels.. Maar toen kwam Hassan eraan lopen en bracht ons meteen naar onze kamer (het hotel bleek maar 3 kamers te hebben en een gezamelijke woonkamer). De kamer was wel echt supermooi en we hadden een echt Zanzibars bed! (een bed met houtsnijwerk en versieringen en dan een mooie klamboe eroverheen!) De douche was ook een verhaal apart. Er was warm water, maar wel met een vertraging van een minuut, dus voordat we doorhadden hoe we de goede temperatuur moesten krijgen! Toen we onze spullen gedumpt hadden, zijn we in Mercury's restaurant gaan eten (vernoemd naar Freddy Mercury, die op Zanzibar is geboren). Het was een heel gezellig strandtentje (vooral in het begin toen de stroom uitgevallen was!). De volgende dag hebben we Stone Town bezocht, wat souvenirs gekocht en 's avonds zijn we bij een familie thuis gaan eten. Het was een soort restaurant in de huiskamer en we zaten met 7 personen aan een grote tafel. De vrouw kookte allemaal traditionele gerechten en de man deed de bediening. Heel apart en lekker. De volgende dag gingen we een spice tour doen, waar Zanzibar bekend om staat. We gingen naar een kruidenboerderij en een gids liet ons samen met een jongen van de boerderij alle kruiden zien. De jongen liet vanalles zien en plukte vanalles. Toen hij de rode kleurstof (voor in eten enzo) liet zien, smeerde hij het op zijn lippen en was ie nog meer een Afrikaantje zoals in de stripboeken! Ook was er een stop waar ze allemaal vruchten sneden die we konden eten, echt superlekker! En een jongen klom in een palmboom. Toen we klaar waren met de tour werden we helemaal beladen met versieringen gemaakt van bladeren (kronen, kettingen, een ring enz). Daarna gingen we op weg naar het vliegveld.
De vlucht naar Tanga was heel gaaf. We zaten in een vliegtuigje voor maximaal 12 personen (het zat maar net half vol) en konden zo over de schouder van de piloot meekijken. Eerst vlogen we naar Pemba, een ander eiland boven Zanzibar, en na een korte tussenstop vlogen we door naar Tanga. Vandaar gingen we met de bus naar Pangani. Dat was echt 2 uur hobbelen over een zandpad! Gelukkig hadden we onderweg onze backpacks niet verloren uit de bagageruimte (en waren ze in Tanga bij het busstation niet gejat, want het was er echt heel druk en rommelig)!! Pangani is een vrij klein dorpje en het begon al donker te worden toen we daar aankwamen. Maar er was een toeristeninformatiepunt! Dus het mannetje daar probeerde een taxi te bellen voor ons. Toen dat niet lukte bracht hij ons met een dalla dalla naar de ferry. Maar die vaarde niet meer, dus staken we de rivier over met een klein bootje. Het had wel wat zo in een klein houten bootje bij maanlicht. Alleen jammer dat ik de mensen van het resort waar we naar toegingen niet meer kon bereiken om te vragen of er aan de andere kant van de rivier wel echt iemand op ons stond te wachten. Maar aan de andere kant werden we meteen verwelkomd en bracht een man ons door de rimboe naar een mooi en luxe resort, Beach Crab.
In Beach Crab deden we een duikcursus. Ik wist niet precies wat ik ervan moest verwachten, maar Pam (die deze cursus ook een keer heeft gedaan), zei dat het wel echt een serieuse cursus was. En dat was het! De avond dat we aankwamen konden we nog lekker relaxen, maar de volgende dag moesten we gaan studeren! We kregen allebei een boek en ze lieten ons een video zien (5 delen van ieder een uur ofzo) waarna we vragen moesten maken. Na een hele dag studeren, gingen we de volgende dag de zee op. We gingen met de boot naar een klein zandeilandje om daar onze eerste duikles te krijgen. Natuurlijk dobberde ik de hele tijd weg tijdens de uitleg, de leraar hield me op een gegeven moment maar aan m'n pak vast. Onder water gingen we eerst onze 'skills' oefenen. Gelukkig ging het ademen meteen goed, ik dacht van tevoren dat ik waarschijnlijk zou gaan hyperventileren, maar het was helemaal niet eng om onder water te ademen en het was allemaal heel relaxed onder water. Jammer genoeg was een van de oefeningen dat je je masker af moest zetten onder water en weer op en dan het water eruit blazen (met je neus). Conclusie: zout water open ogen, water in je neus enz enz.) Maar de vierde keer ging het al beter ;( En het is echt heel mooi onder water. Al 3 meter onder water was er koraal te zien met allemaal leuke visjes en zeesterren. En je zweeft er echt overheen. Dus ik was helemaal afgeleid en was niet zo goed in het controleren of m'n buddy (Martijn dus) oke was. Gelukkig keek de duikinstructeur ook naar ons, dus hij was ook een beetje onze buddy. Ik heb Nemo niet gezien, maar wel Jacques (de vis die in Finding Nemo speelt (de leider van de dieren in het aquarium van de tandarts)). En er waren ook goudvissen met paarse oogschaduw op!! De duikinstructeur heeft maar een giftige vis weg moeten jagen met zijn mes (ik had dat natuurlijk niet in de gaten, maar Martijn zag het wel). Na de eerste dag duiken, moesten we meteen ons examen doen. We hadden twee uur de tijd voor 50 vragen. We moesten duikfeiten weten en ook kunnen berekenen hoe lang je maximaal op welke diepte mag duiken en hoe lang je daarna boven water moet blijven voordat je een tweede duik mag gaan doen. We hadden het allebei gehaald. De derde dag gingen we vroeg duiken, want dan kon de instructeur daarna nog terug naar Kenia reizen. En gelukkig ook maar, want toen we onze duiken erop hadden zitten en we in de boot naar het vasteland zaten, kwam er een storm aanwaaien (geen supererge storm ofzo, maar niet echt fijn duiken). Dus toen we over het strand naar het resort liepen, werden we weer nat... Maar als het goed is krijgen we binnenkort onze certificaten thuisgestuurd (in Nederland).
De volgende dag gingen we met de bus naar Arusha, op naar Mount Meru. Dat was een hele trip op zich! Eerst werden we door de eigenaar van het resort naar de ferry in Pangani gebracht. Na de ferry gingen we weer 2 uur met de bus over de zandweg naar Tanga. Het bleek dat er geen grote bus van Tanga naar Arusha reed, dus moesten we met een kleiner busje (soort buurtbus). Die stopte echt overal en ze bleven maar mensen inladen!! En dan geen 50 km lang, nee bijna 500 km!!! Dus na 12 uur reizen kwamen doodop in Arusha aan. En toen de taxichauffeur ook nog 2000 Tsh vroeg in plaats van 1000 was de maat vol!! Toen zijn we onder begeleiding naar het hotel gelopen (en alsnog 1000 Tsh voor de begeleiding betaald, maar goed). Aangekomen in het hotel hebben we snel wat gegeten en toen zijn we gaan slapen (omdat het dus inmiddels alweer bedtijd was :(). De volgende ochtend gingen we op pad naar Mount Meru. We gingen met een gids, een kok en een drager richting het Arusha National Park waar meteen al twee giraffen ons op stonden te wachten. En toen we verder reden zagen we ook nog een groep aapjes (bavianen). Toen kwamen we bij het punt aan vanwaar we met de voet verder gingen. Er ging nog een ranger mee, nog twee dragers (we wisten pas de laatste dag dat zij ook voor ons aant sjouwen waren, ze liepen niet samen met ons de berg op) en de 'broer' van de ranger (ze noemen hier iedereen broer en zus, dus of het zijn echte broer was weten we niet) die toerisme studeerde in Moshi en wilde zien hoe de toeristen, wij dus, behandeld werden. De eerste dag klommen we naar de eerste hut (van 1500 meter hoogte naar 2500 meter). Het was een redelijk gemakkelijke tocht van 4 uur. Het enige gevaar was een klein stroompje dat we over moesten steken. Dus ik eerst heel leuk filmen hoe Martijn in het water zou vallen, maar hij haalde heelhuids de overkant. Ik dus niet. Nouja, ik ben niet in het water gevallen, maar net daarna. Er lag een grote rots waar ik met m'n buik op landde en omdat ik me daarvoor opving, kon ik niet meer m'n hoofd beschermen. Dus die verdween net achter de rots in een soort kuil. Ik keek meteen of ik m'n neus niet gebroken had, en de ranger controleerde of ik niet op een beest gedoken was. Toen kwam er een ei opzetten in m'n wang. En alsof dat nog niet erg genoeg was, is die blauwe plek tijdens het slapen naar m'n oog getrokken, dus nu loop ik nog steeds met een blauw oog rond (en iedereen Martijn maar vreemd aankijken!!).
Bij de hut aangekomen kregen we thee en popcorn en later ook avondeten. Het was wel echt koud daar en ik moest met veel lagen kleren aan m'n slaapzak in (Martijn natuurlijk niet, alleen een dunne pyjama en sokken). De tweede dag klommen we in 4 uur naar de tweede hut (3500 meter hoogte) en vanuit daar gingen we little meru (de lage top dus op 3800 meter hoogte) beklimmen en weer afdalen om te aclimatiseren. Dat ging nog allemaal redelijk goed. Na het eten gingen we vroeg naar bed (rond 8 uur lagen we erin) en toen begon de ellende. Ik kon me gewoon niet meer warm krijgen en kreeg ook nog kramp in m'n bovenbenen. En om 1 uur moesten we alweer opstaan omdat we om 2 uur vertrokken richting de top. Het eerste stuk ging nog wel redelijk, maar toen was ik door m'n energie heen en Martijn later ook. Ik had bijna opgegeven, maar ze zeiden dat we alleen nog het staartje moesten (wat achteraf nog een dik uur was van de in totaal 7 uur klimmen in ons tempo). Dus we gingen door. Toen de gids uiteindelijk zei dat we nog een half uurtje moesten, viel ik bijna achterover van de berg af! Maar gelukkig pakte de ranger de laatste 10 minuten mijn hand en hees me naar de top (mijn rugzak en camera hadden ze al eerder overgenomen). Het eerste wat ik op de top deed was zitten en ik ben echt op een rotsje in slaap gevallen (voor een paar minuutjes maar, even een powernap!). Gelukkig kon Martijn nog net onze namen in het boek schrijven en foto's knippen en een filmpje maken. Op de foto's is wel goed te zien hoe kapot ik ben!! (de film heb ik nog niet bekeken). Rond 9 uur vond de ranger het tijd om weer af te dalen (de top was trouwens op 4500 meter hoogte ongeveer), ik natuurlijk niet... Maar we gingen dus toch naar beneden, al klimmend over de rotsen. Gelukkig had de ranger de hele tijd mijn hand vast (hij was er zeker van dat ik zonder zijn hand vast ging vallen denk ik). Rond 1 uur waren we weer terug bij de tweede hut. Ik wilde net instorten toen ze vertelden dat we een uurtje mochten slapen, dan moesten eten en dan moesten afdalen naar de eerste hut! Maar een uur slaap en lekkere soep deden wonderen. Toen we om half 4 naar de eerste hut gingen, konden we bijna al zingend afdalen! Wie had dat gedacht! De vierde dag hoefden we alleen nog 1000 meter te dalen (wat nog wel best lastig was met zoveel spierpijn) en we moesten dus weer het stroompje over! Deze keer viel ik niet, maar Martijn haast. Hij heeft in ieder geval een voet in het water moeten zetten (de ranger trouwens ook, en dat lag serieus niet aan mij (misschien lag het eraan dat hij achterstevoren het stroompje over moest omdat hij mijn hand weer vast moest houden, maar ik trok 'm niet om!)). Beneden aangekomen kregen we een certificaat en toen reden we weer naar Arusha. Achteraf was het dus heel zwaar, maar ook wel echt supermooi! En ik kan nu tegen iedereen zeggen dat ik de top van Mount Meru heb gehaald!
De volgende dag gingen we met de Dar Express naar Korogwe, waar we nu lekker een weekend aan't niksen zijn. En morgen reizen we weer naar Dar, papa en mama ophalen!!
Tot volgende keer weer!
- comments