Profile
Blog
Photos
Videos
Na de een geslaagde laatste nacht in La Paz stapten we vrijdagavond in een bus naar Potosi. En om vijf uur de volgende ochtend stapten we uit op de noordpool. Nou ja zo voelde het alleen, aangezien Potosi akelig hoog ligt en hoe meer we naar het zuiden gaan hoe meer winter het wordt. Is het hier snachts dus erg koud, de straten waren zelfs voorzien van hier en daar een ijsbaantje. En aangezien we net terug uit de amazone kwamen met 30 graden was dit wel even wennen, maar gelukkig hadden we nog een setje handschoenen en mutsen over van de huayna. Dus nadat we ons hadden bewapend tegen de kou baanden we ons een weg tussen de ijsvlaktes opzoek naar een taxi. En aangezien het hostel niet afgebrand, gesloten, vol of iets anders was, bracht de chauffeur ons zonder morren naar het goede hostel. Gelukkig kwam er, na wat op de deur te hebben gebeukt, een slaperig oud vrouwtje aan de deur die ons snel een kamer wees. Gelukkig met kacheltje en goede bedjes, wij dus maar meteen onder de wol, aangezien je in de bussen nooit zo goed slaapt. Toen we de volgende middag wakker werden, gingen we maar eens opstap om een mijntour te boeken, hetgeen waarvoor de bestemming op onze route ligt. Maar aangezien we de ochtend en middag hadden overgeslagen, konden we dezelfde dag niet op tour, en aangezien er op zondag in de mijn niet word gewerkt, moesten we wachten tot maandag. De rest van de dag werd gevuld met het verkennen van het 80 kerkjes tellende stadje, en het spelen van een aantal potjes tafelvoetbal op de kermis. En om de dag af te sluiten besloten we een hapje te gaan eten in de beste pizzeria van het dorp, en het was inderdaad een prima pizza'tje dat voor onze ogen werd gebakken in een hout oventje. We hadden echter veel te veel pizza en besloten het mee te nemen als ontbijt, en aangezien miguel een seafood pizza had besloten we de pizza koel te bewaren in ons walk-in-fridge oftewel de badkamer. Die nacht werden we uit onze slaap gewekt, want onze prive kamer, met eigen sleutel, was niet prive meer. Twee engelse dames moesten bij ons op de kamer, en aangezien we dat niet hadden voorzien moesten we snel de kamer een beetje opruimen. En zowaar kwamen er twee bedden onder de kleding tentoonstelling tevoorschijn. Vervolgens verdwenen ze samen in onze badkamer, en zonder raar op te kijken van onze pizzaopslag, hingen de dames hun slipjes op en gingen naar bed. (Tja het is voor ons een raadsel waarom, maar dames hangen altijd hun ondergoed op in de badkamer.... Toch raar, zeker als je een badkamer deelt met meerdere mensen!.). Na een prima ontbijtje stapten we de volgende morgen in de lokale bus, en nadat deze drie keer vol was gepropt, en alle barbeque's en kinderwagens op het dak waren geknoopt, vertrokken we naar het naastgelegen dorp Tarapaya. Dit dorp zou namelijk zijn voorzien van een fijne warmwaterbron, waar we weer eens lekker een baantje in konden gaan trekken. Echter bij aankomst bleek al snel dat het water inderdaad warm was, maar daar was ook alles mee gezegd. We waren namelijk aanbeland in ghetto betonnenbak met troebel warm water. Maar de Bolivianen leken er veel plezier aan te beleven, en nadat we ons hadden omgedoopt in onze zwemoutfit, namen we vrolijk een warme duik tussen de oude vrouwtjes, die het vuil van drie weken niet wassen aan het losweken waren. De volgende morgen was het dan toch echt tijd om een kijkje te gaan nemen in de zilvermijnen, het geen waar de hele stad voor is aangelegd. Nadat we een mooie mijnersoutfit en gids hadden gekregen gingen we naar de mijnersmarkt. Hier konden we wat cadeau's voor de mijners kopen, en legde de gids uit hoe we dynamiet moesten prepareren. En tja als je legaal dynamiet kan kopen moet je toch even als een echte binladen op de foto. Maar met uiteindlijk een paar flessen water en zakken vol coca blaadjes vertrokken we naar de mijnen. De eerste stop was de refinery, de plek waar ze dagelijks 90 ton gruis verwerken, om er vervolgend 5% zilver en nog wat andere mineralen aan over te houden. De gids liet ons alle stappen van het proces zien, en vertelde ons hoe schrikbarend weinig ze verdienen aan zilver. Namelijk een ton zilver word door europa gekocht voor 300 USD, toch een leuk weetje om de plaatselijke juwelier mee binnen te stappen. Na de refinery was het tijd om een kijkje te gaan nemen in de mijn zelf. En via een krappe, maar achteraf gezien een ruime gang met spoorlijn, betraden we de mijn. Echter na een aantal minuten te hebben gelopen, veranderde de frisse lucht al in warme zwavel en arsenicumgas dampen. Echt fijn was het niet maar goed dit was nog maar het begin. Na een tijdje te hebben rondgedwaald door de krappe gangen kwamen we een gat tegen dat schuin de grond in ging, de afdaling naar een dieper level in de mijn. En hier werd het pas echt leuk aangezien we nu moesten kruipen en tijgeren. Maar na een aantal kruippartijen en headfirst afdalingen bereikte we de echte werkvloer. Hier was het ook meteen een stuk warmer, zo'n 35*C, te samen met de vochtige lucht en hier en daar wat gas dampen, niet echt heel relax. Maar op deze plek des hels kwamen we de mijners tegen. Deze mannen waren hier in hun bezweten ontblote bovenlijven aan het zwoegen, kilo's steen scheppen, en trolleys van 500kg de berg op duwen. En alles met alleen een slokje water en een handje cocablaadjes in de mond. Niet echt een fijne baan, en aangezien ze naast hun lamp niks aan veiligheids spullen hebben gaan de meeste mijners na 20 tot 25 jaar werken dood of mogen ze met pensioen. Maar mocht je binnen die 25 jaar al de helft van je longcapaciteit hebben verloren aan fijnstof, asbest, longziektes en andere nare dingen, mag je met pensioen en krijg je 16 USD per maand, niet en een top pensioen. En in de mijn werken niet alleen grote sterke kerels, jongetjes van 10 jaar oud zijn ook al aan het werk. Na even te hebben geprobeerd om te scheppen, en de mijners te hebben verblijd met wat coca en water was het voor ons tijd om de helse plek te verlaten. En zo liepen we van de 35*C weg en kwamen door gangen die vol ijspegels hingen, temperatuursverschillen die je boven de grond niet vaak meemaakt. Na twee uur in het donker zagen we dan eindelijk weer zonlicht. Van de hel naar de hemel!, en met een enorm indrukwekkende ervaring en een hoop respect voor de mijners rijker, vertrokken we weer terug naar Potosi. Waar om 18.00 een bus op ons zou wachten om ons naar Uyuni te transporteren.
- comments
Hanneke Filippo Ongelooflijk! Heftig hoor, zo'n mijn in.....en dan 10-jarige jongetjes te zien zwoegen daar. En die cadeatjes voor de mijnwerkers? Waren dat water en die cocablaadjes? Groetjes Hanneke