Profile
Blog
Photos
Videos
Vanuit Kitambe zijn we verder gegaan naar het binnenland van Sumatra Utara. Dit is echt Batak heartland, en wanneer we (om kwart over vier 's nachts) uit de bus gezet worden en in het donker op zoek gaan naar een hotel, steken de kerktorens al meteen prachtig af tegen de nachtelijke hemel. Een groot verschil met Atjeh - maar de ijdele hoop dat we nu niet wakker zouden worden van de gebedsoproep was snel voorbij; toen we net sliepen, bleek alweer dat zo'n beetje de enige moskee van Brastagi precies naast ons hotel was...
We zijn heel dapper weer op tijd opgestaan, hebben twee motorfietsen gehuurd en een paar kaarten geritseld, en zijn op verkennigstocht gegaan. Na zoveel uren in bussen te hebben doorgebracht is er niets heerlijker dan op je eigen motor door het platteland te rijden. Echt een immens gevoel van vrijheid! De tocht was bedoeld om de longhouses van de Karo Bataks te zien. Daar woonden soms wel twaalf families samen. Het zijn huizen op palen, met enorme puntige daken, en vaak helemaal versierd met Batak symbolen. Er zijn er al heel veel afgebroken, en voor de overgebleven huizen wordt niet altijd goed gezorgd; de moderne wereld arriveert langzaam, en als mensen het zich kunnen veroorloven willen ze een eigen huis met meer privacy. Volledig begrijpelijk, maar het is ontzettend jammer om te zien dat deze typische huizen over een paar decennia misschien wel helemaal verdwenen zullen zijn. Het eerste dorp waar we kwamen was Paceren, waar we meteen in een huis binnen werden uitgenodigd. Er woonden nog acht mensen. We zaten op de grond, in het woongedeelte van één familie. Tegenover ons zat een verwarde oudere vrouw betel te kauwen. Het ziet er schrikwekkend uit; rode tanden en tandvlees, en een wilde bos met opstaand haar - bijna demonisch, al is dat wat oneerbiedig om te zeggen. Maar het was ontzettend interessant om te zien hoe zo'n huis er van binnen uitziet, en hoe zo'n grote gemeenschappelijke leefruimte wordt georganiseerd.
Het tweede dorp was Barusjahe, waar volgens mijn (oude) reisgids ook nog longhouses stonden. We vergaapten ons aan de kerk,waar oud Batak houdsnijwerk met animistische symbolen zich vermengden met christelijke thematiek, maar konden de huizen niet vinden. Na wat rondvragen bleek dat ook de laatste huizen de afgelopen jaren zijn afgebroken. Zo jammer! Maar overal in het landschap is de Karo Batak cultuur nog zichtbaar. De huizen zijn er niet meer, maar de uitgebreide grafcultuur, waar christelijke graven worden overdekt met Batak daken vol houtsnijwerk en koeienhorens, staan overal. En zelfs de nieuwere kerken tonen de oude architectuur. Misscchien zijn ze niet meer van versierd hout met ingewikkelde rieten daken, maar ze blijven de Batak vormen volgen. En het is net zo leuk om te zien hoe oude en nieuwe stijlen door elkaar worden gebruikt, en hoe de traditie toch wordt bewaard.
Maar Lingga, het derde dorp waar we kwamen, was nog volledig traditioneel. De huizen zijn oogverblindend mooi en hoewel er een aantal bijna uit elkaar vallen, worden de meeste nog bewoond. De enorme terugval in toerisme de afgelopen jaren heeft er ook voor gezorgd, dat er nog een oprechte interesse is voor bezoekers. Dus uiteindelijk zaten we op de grond te praten met een 77 jaar oude Batak vrouw, die ons prachtige verhalen vertelde over vroeger. Dit was een heel afgesloten gemeenschap; ze had de Nederlanders en de Japanners voorbij zien komen, maar kon het niet echt in een groter geheel plaatsen. Ze vond ons heel dapper: 'wij vinden het al eng om naar Medan te gaan!' Naarmate de tijd vorderde en de vrouw op dreef raakte, kwamen er steeds meer mensen bij ons zitten. Uiteindelijk hadden we een aantal vrouwen en de meeste kinderen uit het dorp om ons heen verzameld, die ook gretig kwamen luisteren naar de verhalen. Het gaf echt een prachtig gemeenschapsgevoel, en uiteindelijk heeft de oude vrouw ons gezegend en gebeden dat we maar heel veel kinderen zouden krijgen - tot grote hilariteit van de jongere vrouwen, omdat wij allemaal toch 'best oud' waren en nog steeds niet getrouwd...
De volgende dag was het zondag, dus zijn we weer vroeg opgestaan om rond te lopen en te kijken hoe iedereen op zijn paasbest naar de kerk gaat. Prachtige traditionele kleding overal, en een enorme uitloop op straat. Maar dat was ook meteen onze tijd in Brastagi; we gaan door naar Lake Toba, het grootste vulcanische meer ter wereld, waar nog véél meer Bataks wonen...
- comments