Profile
Blog
Photos
Videos
Als we echt eerlijk zijn...wat wisten we van Ethiopië voor we hier aankwamen? Niet veel meer dan de beelden van de gezwollen kinderbuikjes in de jaren tachtig en de mopjes op de speelplaats over hongerige Afrikaantjes. Van andere reizigers werden we ook niet veel wijzer, we kregen we niet veel anders te horen dan "prachtig land, jammer van de mensen,...", "nooit alleen in Ethiopië"...
Maar na drie weken in het land hebben we geleerd dat Ethiopië zoveel meer is dan honger en ellende, en dat de mensen zeker niet de negatieve kant zijn van het land.
Heel veel mensen zeiden ons: "You love it or you hate it". Ook daar zijn we het niet mee eens... Ethiopië is een land waar haat en liefde heel dicht bij elkaar liggen, en zelfs niet los te koppelen zijn voor ons. We love it and we hate it!
Zonder het modern wondermiddel dat de GPS is, zouden we niet eens gemerkt hebben dat we de grens van Kenia naar Ethiopië waren overgestoken: geen grenspost, dezelfde droge bush, dezelfde herders met hun geiten...We stelden onze officiële aankomst in het land nog een beetje uit en reden een van de vele droge rivierbeddingen in, voor waarschijnlijk de eerste en de laatste bushcamp in Ethiopië. Nog een laatste keer genieten van een rustig nachtje in de natuur, zonder nieuwsgierige toeschouwers. In een klein bureautje in Omerate, een onooglijk stadje aan de Omo-rivier konden we de volgende dag dan eindelijk dat 11e stempeltje in ons paspoort laten zetten. Een goed begin, Ethiopië wint alvast de prijs voor vriendelijkste grensovergang. En dat weten ze precies, het is de eerste grensovergang waar we een tevredenheidsformulier moesten invullen! Ook de volgende dagen worden we aangenaam verrast door de mensen in Ethiopië. Het is waar, het is wennen aan de drukte. Maar de Ethiopiërs die we tegenkomen, zijn ongelofelijk vriendelijk, gastvrij en hebben een bijzonder gevoel voor humor!
In Turmi, een stadje in de streek van de Hamer-stam, konden we een paar dagen relaxen onder de mangobomen van Kaske Camp. Om de goede afloop van de Turkana-route te vieren, en gewoon omdat we daar al lang zin in hadden, kregen we het lumineuze idee een geit te slachten. Bram en Richard trokken er in de dorpjes langs de rivierbedding op uit om een geschikt slachtoffer te vinden. In de schaduw van de bomen, vonden ze een herder van de Hamerstam, relaxend op zijn hoofdsteuntje, die bereid was een van zijn geiten te verkopen. Na het onderhandelen over de prijs, werden er twee mannetjes opgestuurd om de uitverkorene, onzen Billy, te vangen. Niet veel later kwamen Bram, Richard en een mekkerende Billy de camping opgelopen. Alsof hij het elke dag deed, maakte Bram op een professionele manier een einde aan Billy zijn leven. De oudere mannen die toekeken, knikten goedkeurend terwijl Bram de keel oversneed. Verbaasd waren ze wel; nog nooit hadden ze een Faranji (de Ethiopische roepnaam voor een blanke) een dier zien slachten; "ik dacht dat jullie jullie vlees in de supermarkt kochten!". Billy is dus niet voor niets gestorven, al was het maar om een paar vooroordelen uit de wereld te helpen! En hij heeft ons zeker gesmaakt!
Zuid-Ethiopië wordt bevolkt door verschillende stammen, die naast de rotskerken van Lalibela de grootste toeristische trekpleister zijn geworden van Ethiopië. Een van de bekendste stammen is de Mursi-stam, gekend voor de platen waarmee de lippen van de de vrouwen worden uitgerokken. Slachtoffer van onze eigen nieuwsgierigheid, waagden we de trip naar Mago NP, waar we bovenop een gewapende scout, inkom moesten betalen voor het dorp. Het moment dat we het dorp binnenreden, was onze eerste reflex om meteen terug om te draaien. En eigenlijk hadden we dat beter gedaan. Want wat volgde was een kippenvelervaring, en niet in de positieve zin! We kregen een showdorp te zien waar de mensen elke zin van waardigheid verloren hadden. Waar we dachten iets te weten te komen over hun cultuur, waren we alleen getuige van een verkleedpartij, waarbij elke Mursi de ander probeerde te overtreffen in de freakshow. Ik kon niet meer naar voor, achter of opzij...we werden omsingeld door wanhopige vrouwen die ons pitsten en sissend "photo photo" riepen, en terwijl mijn bh en juwelen probeerden uit te trekken. Eigenlijk tegen onze zin, namen we een paar foto's, waarbij elke klik werd geteld om toch maar meer dan de beloofde 5 Birr te krijgen... Het enige wat we overhouden aan dit bezoek is een gevoel van schaamte, niet alleen voor wat toerisme met een volk doet, maar ook plaatsvervangende schaamte voor hoe deze mensen zich zo kunnen verlagen.
Jammer genoeg bleef dit gevoel ook de volgende dagen hangen. De hele streek rond Jinka is verziekt door toerisme en NGO's. Nog op geen enkel moment deze reis, zagen we zoveel bedelende mensen: van peuter tot oud menske, iedereen staat met zijn hand open op straat: "You You You, Money Money Money, Pen Pen Pen..." Gezonde mannen in de fleur van hun leven, met een fortuin aan geiten aan hun zij, jagen hun kudde voor de auto zodat ze meer tijd hebben om geld te vragen. Kinderen springen voor de auto, doen de onnozelste dansjes, en zijn verontwaardigd als we daar geen 10 Birr voor geven. Het toppunt was misschien wel het kind dat met opzet zijn vinger tussen onze deur stak, om ons dan met krokodillentranen te zeggen: "bring me to hospital and give me 250 Birr!"
Resultaat: Na een week in Ethiopië zochten we naar de snelste route om het land uit te geraken!
Maar zoals ik al zei, haat en liefde volgen elkaar snel op in Ethiopië. In het stadje Arba Minch veroverde Ethiopië terug ons hart: kleine cafétjes met zalige koffie, gebakjes en verse sapjes en vooral vriendelijke mensen! Storende kinderen die de Faranjis ambeteren, worden niet geduld, en worden door de volwassenen vakkundig weggejaagd met woorden, stenen of stokken.
En sinds dit keerpunt stapelden de positieve ervaringen zich op. In Dorze, een dropje in de heuvels rond Arba Minch, bezochten we met een gids de mensen van de Dorze-gemeenschap. De Dorze-mensen staan gekend als de wevers van Ethiopië. Op oude weefgetouwen maken zij de katoenen witte sjaals (shama) die zo typisch zijn voor Ethiopië. Dit bezoek kon niet meer verschillen van onze ervaring bij de Mursi. Onze gids, zelf afkomstig uit de streek, bracht onze naar een Dorze-familie, waar we deze keer ook echt iets te weten kwamen over hun cultuur en hun leven. Hier ging het niet over hoe vreemd de mensen eruit zagen, maar over hoe ze hun traditionele manier van leven met trots in stand weten te houden in deze tijd. Verschillende gezinnen ontvangen de toeristen, en ook de opbrengst wordt verdeeld over de hele gemeenschap. Het lijkt voor ons een zeldzaam voorbeeld waarbij beide partijen iets te winnen hebben.
Uit die eerste week leerden we de enige manier voor ons om Ethiopië te bezoeken: op het gemak en met veel tussenstopjes in de lokale cafés en restaurants, want daar leer je de echte Ethiopiër kennen. Na al die maanden in Oost-Afrika, lijkt het alsof we in een andere wereld beland zijn, een wereld die ons meer doet denken aan de Arabische wereld dan aan Afrika. Overal vind je langs de kant van de weg kleine koffiebarretjes, die eigenlijk niks meer zijn dan een vrouw met een paar krukjes, een houtskoolstoofje, een houten koffiekannetje en porseleinen tasjes. De koffiebonen worden geroosterd, de koffie wordt ter plekke gebrouwen en terwijl in een klein brandertje wierrook wordt verbrand, krijg je voor geen geld de beste koffie ter wereld voorgeschoteld: hemels! Nergens in Oost-Afrika konden we zo op ons gemak een bar of restaurant binnenstappen. Ook al stapt er niet elke dag een blanke het café binnen, toch worden we veel meer met rust gelaten dan in Oost-Afrika. Niemand die ons echt onbeschoft aanstaart of komt vragen of we hun niks betalen... integendeel, ze zouden maar al te graag hun eten met ons delen!
Een ook dat eten is een welkome verandering na de oost-Afrikaanse landen! Ethiopië is het eerste land waar ze weten hoe ze kruiden moeten gebruiken. De basis van het traditionele Ethiopische eten bestaat uit injera, een soort van zure pannenkoek. Ik denk dat weinig mensen een grote fan zouden zijn van de injera, maar de combinatie met de pikante sausjes en het vlees, maken het vreemd genoeg elke keer tot een smaakvolle ervaring. Ik denk dat we al het grootste deel van de gerechten geprobeerd hebben, alleen aan de rauwe stukken rundsvlees of het rauwe gehakt hebben we ons nog niet gewaagd!
We hebben intussen ongeveer 4000 kilometer afgelegd in Ethiopië, en het waren enkele van de meest interessante van de hele reis. Een reis door Ethiopië is als een reis door het verleden en langs verschillende culturen. Elke bewerkbare vierkante centimeter wordt hier ook echt bewerkt, maar niet op een manier die we eerder in andere Afrikaanse landen zagen. Het lijkt wel alsof we ergens in het middeleeuwse Europa beland zijn, waar de velden nog met ossen worden omgeploegd en het graan met paarden gedorst wordt. Elke paar honderd kilometer veranderen de huizen en de mensen, van donkere Afrikaanse stammen, tot Arabisch-ogende mannen met tulbanden op paarden. Maar er is eén constante: rijden in Ethiopië is een echte uitdaging en vereist een tiental paar extra ogen. De auto is de zwakke weggebruiker in Ethiopië, maar dan eentje zonder voorrang! De geiten hebben meer verkeersgevoel dan de mensen. Zonder uitzondering lopen de mensen zonder kijken de straat op, als een kind dat de eerste verkeersles om links en rechts te kijken nog niet gekregen heeft. Daarnaast zijn er de tuktuks, de paardenkarren, de geiten en schapen en natuurlijk de suicide-donkeys! Ze wachten tot er een auto aankomt om dan ostentatief in het midden van de weg te blijven staan, of om met een lege blik op onze bull-bar af te lopen, vastbesloten om een einde te maken aan hun slavenbestaan.
Hoewel Bram nooit vrijwillig een Afrikaanse citytrip zou doen, bleek zelfs Addis Ababa, de hoofdstad van Ethiopië, een aangename verrassing te zijn. De enige reden van ons bezoek was de verlenging was van de visa van Bram en Clive... een cadeautje van de feministische dragon-lady in Nairobi. Maar we hebben geen spijt van ons bezoek: Addis Ababa is zonder twijfel onze favoriete Afrikaanse hoofdstad! Een paradijs aan koffie en sapjesbarren waar we kunnen rondlopen zonder lastiggevallen te worden.
In Addis Ababa nemen we afscheid van Allison en Richard, die zich aan een strikter reisschema moeten houden dan ons. Taniya en Clive doen het net als ons rustig aan en zitten daarom nog een tijdje verder met ons opgescheept. Geen probleem voor ons, want het was alleen maar een plezier om samen te reizen met mensen die op dezelfde golflengte zitten en net als ons genieten van de simpele dingen op reis.
Samen rijden we terug zuidwaarts, naar de Bale Mountains, waar we op zoek gingen naar enkele van de laatste 500 overblijvende Ethiopische wolven.
De eerste nacht in Bale slapen we aan de rand van de bossen rond Dinsho, waar we het gezelschap van tientallen mountain nyalas, bushbucks en wrattenzwijnen,..Een nachtelijk toiletbezoek is hier een hele uitdaging voor mij, met meer dan twintig paar oplichtende ogen op mij gericht!
Na een uurtje klimmen met de auto komen we terecht op de Sanetti Plateau, op het hoogste punt dat we in Afrika met onze auto zullen bereiken: meer dan 4000 meter! In een vreemd landschap dat je alleen op deze hoogtes vindt, leeft de zeldzame Ethiopische wolf, waarvan er maar 500 meer op de wereld rondlopen. Maar het is in de Web River Valley dat Bale ons hart helemaal veroverde. De landschappen hier kunnen concurreren met de beste die we in Namibië gezien hebben, maar de mensen geven het een extra dimensie. Op deze hoogvlakte gebeurt alles te paard of per ezel. Het beeld van mannen galopperend over de vlaktes, doet ons eerder denken aan Mongolië of Turkmenistan, dan aan een land in het midden van Afrika. De officiële camping was ingenomen door een Japanse filmploeg, dus kozen we ergens anders in de vallei ons eigen plekje. Op 3600 meter brengen we de avond al bibberend door, met een warmwaterkruik, thermisch ondergoed, gemberthee en rum als redmiddel! 's Morgens worden we wakker terwijl mannen met tulbanden en vrouwen gesluierd in Niqaab ons voorbij galopperen en niet veel later jaagt een roedel van vijf Ethiopische wolven een hond van hun territorium. Er zijn zo van die dagen dat je nergens anders ter wereld wil zijn! En als kers op de taart, zijn we verderop in de vallei getuige van de jacht van een eenzame Ethiopische wolf... Lucky us!
Terwijl Taniya en Clive richting Addis rijden om Clive van een nieuwe tand te voorzien, rijden wij voor een paar dagen naar Harar in het Oosten van Ethiopië. Harar is een eeuwenoude ommuurde stad, die beschouwd wordt als de vierde heilige stad voor de Moslims. De nieuwe stad buiten de muren is modern, met open brede straten met winkels vol Chinese producten, maar eens je de poorten van het oude stadsgedeelte binnenstapt, kom je in een andere wereld terecht. Kleine steegjes, levendige binnenplaatsjes verborgen achter kleurrijke muren, drukke straten met marktvrouwen, kleermakers,...Maar dat is maar één kant van Harar, in dezelfde straten lopen ook de open riolen en liggen verminkte bedelaars lusteloos chat te kauwen. Een van de redenen dat we naar Harar kwamen, was de jarenlange traditie van het voederen van de hyena's. Het is niet echt duidelijk waar de traditie vandaan komt, maar een van de verhalen is dat dit voorkomt uit de gewoonte om de hyena's pap te geven om te voorkomen dat ze de mensen van de stad zouden aanvallen. Buiten de stadsmuren van Harar woont een man die elke avond, met een grote mand vleesafval, "zijn" wilde hyena's uit de omliggende bush lokt. Hij roept ze bij naam en een voor een komen ze uit het donker tevoorschijn, tot er niet minder dan tien hyena's rond de man cirkelen! Hij voedert de hyena's, door stokjes omwikkeld met vlees in zijn mond te houden. Het is indrukwekkend om te zien, die enorme kaken van de hyena op enkele centimeters van het gezicht van de mand. De roep van de moskee op de achtergrond maakt de sfeer compleet: Allaaaaaah-u-akbar!!!!!!!
Maar het zou geen echte toeristische attractie zijn als je ook niet zelf een poging zou mogen doen. Stoer als we zijn, lopen we vastberaden naar voren... Maar om zo dicht oog in oog te staan met een hyena, geeft zelfs de stoerste ziel knikkende knieën!
Na twee dagen in Harar begint de geur van de open riolen toch iets te diep onze neusgaten binnen te dringen: tijd om te gaan! De lange rit terug naar Addis Ababa, brengt ons langs kilometers chat-plantages. Chat is een legale plant waarvan de blaadjes een stimulerend effect hebben. En het lijkt wel alsof chat het hele land in de ban heeft: overal zien we mannen lopen met hun zakje groene blaadjes, met een lege blik en een dikke kaak. Ook chat-kauwende chauffeurs zijn gemakkelijk te herkennen: ze rijden nog zotter als de anderen, en we zien met regelmaat de lege takjes uit het raam vliegen. In de streek rond Harar wordt amper nog voedsel gekweekt: de velden worden enkel nog gebruikt voor het groene goud! De grote borden met Europese voedselhulp zullen we maar negeren zeker?
We pikken Taniya en Clive terug op in Addis en rijden noordwaarts richting de Guassa Plateau, om een paar dagen de stad te ontvluchten. De Guassa plateau is (alvast voor Afrika) een uniek voorbeeld van natuurbehoud door de gemeenschap. Waar in de rest van Ethiopië geen enkel stukje land buiten de nationale parken onbewerkt blijft, wordt deze plateau al honderden jaren beschermd door de omringende dorpen om de natuurlijke materialen zoals het Guassagras te behouden (www.guassaarea.org). De plateau is, naast de meer gekende Simien Mountains, ook een van de laatste plaatsen in Ethiopië waar de speciale Geladabavianen leven. Deze grazende bavianen met leeuwenmanen zijn misschien wel de meest indrukwekkende apen die er in Afrika te vinden zijn. We wandelen tussen grazende families en ze zijn zo op hun gemak, dat we tot op een meter van hun kunnen komen! De prachtige landschappen, de bavianen, de eeuwenoude stenen dorpjes, de mannen en vrouwen in lange witte doeken,... We zijn een beetje toevallig op deze plek beland, maar het is een van onze favoriete plekjes in Ethiopië!
Terugblikkend op de voorbije maand in Ethiopië, kunnen we zeggen dat het land een complete verrassing is gebleken voor ons. Het is een echt buitenbeentje in Afrika. Niet alleen zijn we vandaag 1 maart 2005, en zijn we dus acht jaar en tien dagen jonger dan ergens anders op de wereld. Ook de landschappen, de verschillende culturen en het eten zijn niet te vergelijken met eender welk ander land dat we tot nu toe bezocht hebben. Op haar eigen unieke manier heeft het land ons hart veroverd. Na al de negatieve verhalen over Ethiopië, toont dit nog maar is aan hoe reizen een persoonlijke ervaring is!
Jammer genoeg is onze tijd in Ethiopië beperkt. Omdat we ons visum voor Soedan al in Nairobi hebben aangevraagd, moeten we ten laatste 20 maart de grens oversteken. Dit geeft ons nog een week om Ethiopië verder te ontdekken. Om deze laatste dagen goed in te vullen, nemen we samen met Taniya en Clive een vakantie in onze vakantie. We laten de auto een paar dagen achter om de warmste plaats op aarde te ontdekken: de Danakil-depressie met haar actieve vulkanen, lavameren, maanlandschappen en kameelcaravanen,...
- comments
Karen Claessens Weer een prachtig verhaal! Ik ben helemaal mee.
Audrey Quelle aventure! En voyant vos photos, on sent que l'atmosphère est différente mais l'Ethiopie à l'air sublime. Bonne route et prudence au Soudan... Bisous