Profile
Blog
Photos
Videos
Spring Break in de Outback: Het was een rode bedoeling
Ik wil deze blog graag beginnen met een oproep aan Macquarie University. Uhum *keelschraap*. Wilt u misschien stoppen met mij academische verplichtingen voor te schrijven? Ik weet dat u probeert het tot een minimum te beperken, en dat lukt best aardig, maar soms zijn er gewoon dagen dat ik niet naar het strand kan door uw toedoen. Hoe belachelijk is dat? Daar wordt een mens niet gelukkig van in Sydney. So... Stop it. Danku.
Als we alles even realistisch bekijken, heb ik natuurlijk weinig tot niets te klagen. (En daar kom ik niet nu pas achter hoor. Geloof me, ik besef het volkomen.) Toch is het zo dat het Australische "no worries" ritme vrij snel went, en ik ben dan ook bang dat ik het me al helemaal eigen heb gemaakt. Afgelopen maandag (de dag dat school eigenlijk weer zou beginnen na de voorjaarsvakantie) was het een feestdag en dus besloot het merendeel van mijn leraren maar een extra week vakantie te geven. Want je zou maar in dezelfde week als een feestdag les hebben. Onmogelijk. En daar ben ik het uiteraard compleet mee eens. Het is ondenkbaar.
Australiërs zeggen trouwens daadwerkelijk op álles "no worries":
"Thanks."
- "No worries."
"Sorry/Excuse me/Pardon me."
- "No worries."
"Can you hold this for a sec?"
- "No worries."
En ga zo maar door. Het is de nationale lijfspreuk. Ik ben dan ook heel trots dat ik kan meedelen dat ik het al maar liefst één keer volledig onbewust heb gezegd. De andere 3028 keren heb ik het er met moeite en veel beraad weten uit te persen.
Nog even een laatste logistieke boodschap voordat het uitermate fantastische verhaal over de avonturen die ik de afgelopen maand heb meegemaakt, losbarst. Vannacht gaat hier de zomertijd in. Dat betekent een extra uurtje tijdverschil deze maand (9 uur). Als aan het einde van de maand in Nederland de wintertijd ingaat, kunnen we er nog een uurtje tijdverschil bij optellen en komt het totaal op 10. Ik weet niet of het echt van belang is dat ik dit hier vertel, maar ik heb het al gedaan. For anyone who's interested, I guess. Overigens neemt Moeder Natuur de aankomende zomertijd hier gelukkig wel serieus. Het is twee weekjes geleden lente geworden en de thermometers schieten gelijk de pan uit. U begrijpt, het strandhoppen is begonnen. Manly, Bondi, het leven is tergend zwaar.
Waarde bloglezers, ik neem u zo mee naar de wondere wereld van rood stof, rood zand en rode rotsen, maar het verhaal begint vijf dagen voor vertrek. Het was een goede avond en frivool liep ik over straat. Speels stoeprandje op, stoeprandje af, u kent het wel. Hades, de genadeloze god van de onderwereld, was helaas in het spel en bracht mij uit evenwicht. Ik ben nog nooit zo hard door mijn enkel gegaan. Het klonk alsof een dikke tak doorbrak (heb ik mij laten vertellen). Ik dacht: Het is voorbij. Over en uit. Gebroken. Maar na een minuut (that felt like three centuries) van intense pijn ging het weer best aardig. De volgende ochtend keek ik hoopvol richting mijn rechterenkel met half dichtgeknepen ogen. Het leek alsof er een skippybal in was gepropt. Veel rust zat er helaas niet in voor mij, want de volgende dag stond er een festival op het programma. Twee dagen daarna vertrok het vliegtuig naar Adelaide. Misschien is dit de reden dat mijn enkel nu nog steeds niet heel blij mee met me is en het vertikt terug naar normaal formaat te krimpen. Niet getreurd, het doet nog maar een klein beetje pijn. Dat is toch best normaal na drieënhalve week? Toch?
Na dit meelijwekkende verhaal gunt u mij uiteraard allemaal de awesome trip die ik heb mogen doen, en die weldra in fijn detail zal worden beschreven.
Het begon allemaal in Adelaide, de hoofdstad van de staat South Australia, waarvandaan de tour richting Alice Springs zou vertrekken. Na een vlucht van twee uurtjes kwamen we aan in een stad waar eigenlijk bar weinig over te schrijven valt. Het was zo'n stad waarin je, zonder dat je het merkt, opeens in een museum naast een standbeeld staat van een Aziatische meneer, bedekt in roze bloemetjes, die een pistool in z'n hand heeft (zie fotoalbum voor verduidelijking). Ik was heel blij met het feit dat onze hostelervaring in Adelaide mij weer herinnerde aan de goeie ouwe tijd die ik ooit eens in hostels heb doorgebracht. Mensen die in het WC-hokje naast jouw douchehokje rustig hun darminhoud lozen (iieeeeeww, I know). Levende Aziaten die 's ochtends nietsvermoedend al gorgelend de badkamer binnen komen wandelen om hun hele neus-, keel- en longinhoud de wasbak in te tuffen terwijl jij op een halve meter afstand je tanden staat te poetsen, you know the drill. It's good fun.
Als een stel zwerfkatten hebben we drie dagen door de stad gedwaald (maar wel heel fancy een wijnproeverij gedaan, want Adelaide ligt middenin de Australische wijnstreek). En toen was het tijd de tourbus in te stappen van gids Woody, de meest awesome gids die je je kunt voorstellen. Ten eerste moet je al een hele toughe chick (ja, Woody is een vrouw) zijn als je 15 mensen de Outback van Australië in durft te rijden. En ten tweede: Ze droeg elke dag een andere kleur tutu. En ze werden steeds groter. Dan doe je het bij mij al snel goed (gouden tip voor een ieder die dit leest). De groep bestond uit drie Nederlanders, drie Duitsers (want echt, je ontkomt er niet aan), drie Oostenrijkers (zelfde soort), twee Spanjaarden (geen woord Engels, je kent die Mediterrane types wel), twee Amerikanen (typisch), een Belg en een Rus (en ik ga geen flauwe grappen maken over deze twee laatste).
Al spoedig volgde een tweede wijnproeverij, want als je in de buurt van Adelaide bent, heb je geen keus. Het was allemaal heel vervelend. De dorpjes werden snel steeds kleiner en leken zo uit een of andere wild wild west film geplukt. Al aan het einde van de eerste dag kwam het inwoneraantal van de meeste gehuchten niet boven de 200-300 zielen. En je mag blij zijn als je zo'n dorp elke 3 of 4 uur tegenkomt. Dezelfde dag werd ook nog het eerste echte rode zand gespot en dat heeft ons de rest van de trip niet meer verlaten. Ik vind het nu nog steeds terug op plekken waarvan ik niet wist dat ze zand konden verzamelen.
God, en waar moet ik verder gaan met dit verhaal? Beestjes eerst, lijkt me zo. Ik heb kangoeroes, zeldzame wallaby's, arenden, emoes, salamanders en wilde paarden gezien, en één hele vieze vette dikke spin. Die kamer was ik snel uit. Oh, en vergeet niet de mieren en vliegen. Overal. Toen een Aboriginal ons tijdens een wandeltour verbood om langs een bosje te lopen waar hij de meest dodelijke slang van Australië zag liggen, werd het me allemaal wel een beetje heet onder de voeten. Naar het schijnt lopen er ook een miljoen wilde kamelen door de Outback, maar die heb ik niet gezien. Behalve op m'n bord, en dat smaakte best goed. Kangoeroe, daarentegen, is niet te kanen.
Verder hebben we gehiked tot we er bij neervielen, en ik stond ervan versteld hoe wonderbaarlijk goed ik daar eigenlijk in was. Mijn uithoudingsvermogen heeft me (in tegenstelling tot wat ik dacht) nog niet verlaten, en daar was ik op mijn $5,- wandelschoenen (speciaal gekocht voor de gelegenheid en uiterst enkelvriendelijk, uhum) heel blij mee. We hebben de meest spectaculaire uitzichten gehad, die nog eens bevestigden hoe bizar groot dit land is (bijna twee keer het oppervlakte van de EU, met ongeveer 5% van de inwoners). We hebben veel kaarsrechte wegen gezien, want wie heeft bochten nodig als er niets is om te ontwijken? Én niet te vergeten: Ik heb voor het eerst in mijn leven een tumbleweed gezien! Jeweetwel, zo'n bosje dat je in Western films in verlaten dorpjes over de wegen ziet rollen door de wind. Het was een emotioneel moment. Toen we eenmaal bij het hoogtepunt aankwamen, Uluru (die grote rode rots die prominent op alle Australië-merchandise staat), werd het duidelijk dat je niet aan Aziatische toeristen kunt ontkomen. Wild zwaaiden ze met hun iPads door de lucht om de beste foto's van elk zichtveld te maken. They don't seem to understand that the iPad's camera is not supposed to be used under any circumstances. Het zag eruit alsof ze allemaal op karateles zaten te wachten op de sensai die hun plankje doormidden moest schoppen. Het maakte Uluru een unieke ervaring, laten we het maar daarbij houden.
Tot slot moeten we het denk ik nog even hebben over de nachtelijke avonturen. De eerste twee dagen zaten we prima deluxe in een motel, dus daar was helemaal niets mis mee. De derde dag sliepen we in een grot, want dat is heel normaal in Coober Pedy (spreek uit "Koeber Piedie"), een mijndorpje waar het makkelijk 50 graden wordt. In zo'n grot blijft het het hele jaar door dezelfde temperatuur. Ook deze nacht kwam ik zonder kleerscheuren door. Toen begon het kampeergedeelte van de trip. Met de meest grote vrezen liep ik het eerste kampeerterrein op om te zien dat de "tenten" eigenlijk gewoon hutjes waren met matrasjes die niet eens op de grond lagen, maar op een houten verhoging (zie foto's). Chill, dacht ik. Totdat de groep had besloten dat het bij de ervaring hoorde om buiten te slapen. NEE, HELEMAAL NIET. Maar toch wel. Groepsdruk. Genadeloos. Dus wat je doet is het volgende: Je pakt een swag (een soort van opgerold slaaptentje/hoes/zak/matje met een matrasje erin, waar je met je slaapzak en al in kan gaan liggen, zie foto's). Deze rol je uit en sommigen zeggen dat je er heel comfortabel in kan slapen. Deze mensen snappen niet dat het in de woestijn 's nachts best wel koud wordt. En dat er beesten zijn die over je heen lopen terwijl je slaapt. Groooot pluspunt is dat als je wakker wordt, je een hoeveelheid sterren ziet die niet te bevatten is. En de Melkweg. Best wel badass. En ik kan zeggen dat ik buiten heb geslapen. Ik bedoel, Steve Irwin, move over. Oh ja, je bent al dood. De volgende twee nachten heb ik het buiten slapen wel opgegeven voor een hutje. Sorry, maar de wekker ging enkele dagen rond een uur of vier, dus een beetje slaap had ik wel nodig.
Vanuit Alice Springs (de snikhete "hoofdstad van de Outback") vlogen we terug naar Sydney (via Melbourne, waar onze bagage uiteraard was blijven staan. Gelukkig hoefden we maar een uurtje te wachten en kregen we een vergoeding van 20 dollar per persoon). Het was echt een trip om nooit te vergeten, maar ook om niet snel over te doen. Ik heb voorlopig genoeg rood gesteente gezien.
En ik heb ook nog een lezing ín het Sydney Opera House bijgewoond. Dus dat.
Deze pure awesomeness kon helaas niet worden beschreven in een korter verhaal, sorry hiervoor. Of eigenlijk niet. Thanks for reading en ik spreek u waarschijnlijk weer over een maand. Of niet. Anyhow. Ik hou erg veel van u, zolang u dat maar weet.
- comments
Papeter Goed verhaal over weer een unieke belevenis. Enne......love you too....!!
marieke geweldig!!!! smullen op de vroeg zondagmorgen! Wat moeten we toch als je ooit besluit om je ergens te settelen? Altijd blijven reizen (sorry mama) en blijven schrijven, ik zie alles zo voor me. Je hebt een beetje de stijl van Jelle Brandt Corstius (compliment). dikke kus van toch nog altijd een beetje bezorgde tante
Oma Gaasbeek Wat een verhaal Bas .Je maakt zoveel mee in die woestijn ,als ik het lees krijg ik kippenvel ,mijn petje af voor jou en tevens laat je ons mee genieten met al die prachtige foto,s wat een groot land is dat en dan zie je nog maar een klein gedeelte.daarvan. Een dikke knuffel van Oma
(over-)working mama Wat een geweldige foto's, echt spectaculair mooi! Je gaat steeds mooiere foto's maken, vind deze serie nog mooier dan die van Amerika. Ook weer heerlijk leesvoer! Skipen gauw! dikke kus xxx
Ome Hans Super mooi hoor, de foto;s.... Dit is waar iedereen het wel voor zou willen doen. Thanks!
Merel love it!