Profile
Blog
Photos
Videos
Om acht uur zit de jonge chauffeur Francisco te wachten om ons rond te rijden op het eiland Ometepe, wat letterlijk "twee vulkanen" betekent. We rijden eerst naar Charco Verde, het "groene meertje". In ongeveer een half uur wandel je om "el charco", waarbij je halverwege een strand van zwarte basaltkorrels passeert, aan het Meer van Nicaragua.
We komen Francisco tegemoet en lopen samen terug naar het busje. Onderweg zien we twee grote brulapen en een kleintje, dat een schattig klein staartje heeft en onhandig tussen een paar takken heen en weer klautert. Aan beide kanten zit een ouder op een grotere tak, om hun kleine te beschermen. In de verte horen we hun familie brullen. We zien ook een ekstergaai, een vogel van een halve meter, met een lange staart. Iets verder langs het pad wijst Francisco plotseling naar links en zegt "culebra coral!" Een giftige koraalslang van meer dan een meter gaat er zo snel vandoor dat we hem of haar niet goed kunnen zien. Francisco weet zeker dat het een koraalslang was en niet de tropische koningsslang, die in het latijn de 'valse koraalslang' wordt genoemd.
We rijden naar het Ojo de Agua, een natuurlijk zwembad van kristalhelder water. Je kunt makkelijk naar de twee meter diepe stenen bodem kijken, er zwemmen ook kleine zwarte visjes. Aan een tak van een boom hangt een stuk touw, waarmee je vanaf een houten keukentrap boven het water kunt zwaaien om je erin te laten vallen. Er staat een bordje bij met een Spaanse en Engelse tekst. In het Engels staat er: "Life is good more precious we have. Waste it!" Dat lijkt me geen duidelijke waarschuwing.
Lunch bij Hotel El Paraiso, het begin- en eindpunt van de Fuego y Agua race. De 25 km (eigenlijk 30 km) is mogelijk binnen drie uur, maar deelnemers van de 100 km doen er 17 tot 27 uur over, dus de laatsten zijn vanmorgen pas binnengekomen. Een paar dagen geleden was ook de extreem zware Survival Run van 75 km, die vorig jaar door slechts drie mannen is volbracht, in meer dan een etmaal. Als wij lekker ontspannen lunchen komen een paar mensen voorbij strompelen, terwijl een groepje Noord-Amerikanen op het terras wat napraat - ik heb deze vakantie gelezen in 'The Smile of the Jaguar' dat Latino's het irritant vinden dat inwoners van de VS zichzelf "Amerikanen" noemen. Ik weet niet hoe de Canadese en Mexicanen denken over de benaming "Noord-Amerikaan", maar tot ik iets beters weet houd ik het daarbij.
We rijden terug naar onze ecolodge en proberen onderweg weer wat met Francisco in het Spaans te praten. Gaat best aardig. Hij vertelt dat de boten vandaag weer niet varen vanwege de harde wind. Morgen haalt Lester ons op voor de boot van elf uur, hopelijk is de wind dan weer iets minder. Bij het zwembad met uitzicht op de vulkaan Concepción zitten twee grote kiskadies (in Suriname 'grietjebie' genoemd vanwege hun roep) die af en toe in het water duiken.
De hond van Totóco hinkt op drie pootjes, omdat hij vandaag met een paar gasten mee omhoog is gelopen naar de top van de Madera vulkaan, een pittige wandeling van zeven uur. Hij is al elf jaar, dus iets te oud voor dat soort fratsen. Voor het slapen checken we nog even of er geen schorpioenen in bed zijn gekropen en maken we het muskietennet in orde. We vegen ook weer de zwarte spinnen uit de kamer. Langs de muur loopt een klein eskadron reuzenmieren, maar die negeren we.
- comments