Profile
Blog
Photos
Videos
menm2azie voor chanced: km stand 25.220+601 = 25.821 km
Het vriendelijke volk van Myanmar
Vandaag is het 5 maart, (verjaardag van onze Pien), en zitten wij in Mandalay. Na de tips in het guesthouse in Yangoon, hebben we onze plannen gewijzigd en een lange busrit naar Mandalay genomen. Het is een fantastisch land, Myanmar, zelfs nu we er nog maar zo weinig van hebben gezien. Wat hier opvalt is dat iedere lokale persoon vraagt waarom je zijn of haar land bezoekt. Alsof men zoekt naar een opening om over het regime te praten. Toch gebeurt dat niet en vertellen wij dat andere reizigers ons hebben aangeraden om Myanmar te bezoeken vanwege hoofdzakelijk de vriendelijke mensen. Dat laatste is absoluut waar, het meest vriendelijke volk dat wij tot nu toe hebben gezien. Zeer behulpzaam, goedlachs, mooi met de besmeerde gezichten, een soort kalkachtig gelige smink (thanaka) die gemaakt wordt door met een stukje boombast over een harde ondergrond te wrijven en dat te mengen met water. Het wordt gebruikt als zonnebrandcreme en als make-up.
Wat stel je je voor bij een land dat onder zo'n streng regiem leeft. Eigenlijk mensen die het moeilijk hebben en proberen daaruit te komen, dus niet een goedlachs volk dat enorm behulpzaam is. Men is, denken wij, vooral erg blij dat niet-Birmezen hun land blijven bezoeken. En gezien de situatie die niet eenvoudig te veranderen is, proberen mensen hier een goed leven te hebben. De zwarte kant van het regiem hebben we zelf nog niet ontmoet, maar wellicht gaan we daar nog wel wat van horen. Door te spreken met lokale mensen komen er af en toe wel wat schaduwen naar boven. Zo vertelde Sho sho van het guesthouse in Yangoon dat hij een tijdje terug gekleed ging in een donkere broek in plaats van zijn dagelijkse longhi ( een lange omslagrok die zowel mannen als vrouwen hier dragen). Verder had hij een wit overhemd aan en een blitse donkere zonnebril op. In deze outfit ging hij een thee drinken op een terrasje, waar links van hem drie mannen tesamen zaten. Zij waren bezig met de loterij, wat gedoe met lotjes, iets wat door de overheid is verboden maar overal plaatsvindt. Door zijn outfit dachten de kerels dat Sho sho een politieagent was en begonnen ze angstvallig naar hem te kijken en hun "bewijs" op te ruimen. Pas later kwam Sho sho tot de ontdekking dat hij werd aangezien voor een politieagent, nadat hij het verhaal aan een vriend vertelde die hem zei dat hij eruitzag als een "wout".
Als we in Yangoon over straat lopen worden we aangesproken door drie mannen die wat verkoeling zoeken onder een boom. Ze zitten wat te kletsen en vragen waar we vandaan komen. Ook hier de vraag waarom we naar Myanmar zijn gekomen. En na ons antwoord begint de jongste zonder angst te vertellen dat de overheid van het land slecht is. Hij geeft geen uitgebreide details maar zijn mening is duidelijk, de twee andere mannen zijn stil en lachen een beetje onhandig. Hij vraagt ons nog of we weten hoe het land ervoor staat en wat er allemaal gebeurt, en we antwoorden dat we erover gelezen hebben. Meer uitlatingen zijn we niet van plan om te doen dus we lopen weer door.
Gisteren hadden we een dag die vooral bestond uit niets doen. Onze rugzakken ingepakt en beneden bij het guesthouse nog lekker wat zitten lezen. Het weer in Yangoon is meer dan drukkend heet, dus voordat we de busrit gaan maken hebben we geen zin om ons al te veel in te spannen.
We ontmoeten in het guesthouse een Zweedse jonge vrouw die voor een NGO werkt ( ADRA, we kennen het niet eigenlijk), en zij heeft het cycloongebied bezocht. Voor toeristen zijn er zeer veel verboden gebieden en het cycloongebied is er ééntje van. Adra geeft hulp in de vorm van watervoorziening, huisvesting en gezondheid. Als we haar vragen hoe de situatie is, wordt ons al snel duidelijk dat in het zuiden een ander Myanmar is, grote vluchtelingenkampen waar mensen nog steeds niets hebben en de opbouw erg langzaam gaat. Geen wonder dat de overheid geen pottekijkers daar wil. Voor NGO gerelateerden is het mogelijk om het gebied te bezoeken, en er zullen toch wel heel wat mensen daar aan het werk zijn verwachten wij. Deze griet gaat verder naar projecten in Thailand en Cambodja speciaal gericht op jonge kinderen die hulp nodig hebben en dus heeft zij wel een ander soort trip dan wij nu aan het doen zijn.
Onze tickets hebben we bij het guesthouse gekocht en zij vertellen ons dat de prijs hetzelfde is als op het busstation. In elk ander land zou je denken, "ja, ja , dat zal wel". Hier blijkt het echt te kloppen. Vanuit het guesthouse delen we de taxi met een russische toerist naar het busstation dat zo'n drie kwartier verderop buiten Yangoon ligt. Een groot busstation met vele bestemmingen, maar nadat we de taxi chauffeur ons ticket laten zien zet hij ons af bij de bus die we moeten hebben. Als toerist heb je hier veel bekijks, mensen lachen naar je, zeggen regelmatig hallo, en wij zijn inmiddels zo ver gevorderd dat we mingalaba kunnen terugzeggen. Het lachen zwelt dan alleen maar aan. Voor de rest spreekt niet iedereen fatsoenlijk engels dus met handen en voeten taal maken wij duidelijk wat we willen. Voor we vertrekken drinken we nog even een kopje koffie tegenover de vertrekplaats van onze bus, en het is een drukte van jewelste. In dit land is reizen per bus heel normaal, en vooral om daarmee verre afstanden af te leggen. De trein is voor ons eigenlijk geen optie want de opbrengst daarvan gaat naar de overheid en daar willen we zo min geld naartoe brengen. Alhoewel treinreizen altijd weer een belevenis is, kiezen we dus toch liever voor de bus.
Onze bus ziet er buitengewoon luxe uit, en we dachten eigenlijk dat er nog wel wat meer toeristen in zouden zitten om deze rit te maken, maar wij witten zitten tussen allemaal Birmezen. De bus vertrekt stipt op tijd, vier uur in de middag. Da's erg leuk want dan hebben we toch minstens nog even de tijd om ook wat van het landschap te zien. Bij het verlaten van het busstation wordt de eerste check uitgevoerd, een lijst met de passagiers, er worden wat Kyats betaald en de bus kan op pad. Zou je denken dat Birma alleen maar primitief is, het tegendeel is waar, ook hier gaat men met de moderne tijd mee. Kleding, niet alleen maar longhi's maar ook spijkerbroeken, merkkleding ( fake waarschijnlijk),mobieltjes en hippe kapsels. Nadat we Yangoon hebben verlaten, glijdt al snel het platteland aan ons voorbij, eenvoudige hutjes veelal op palen, gemaakt van natuurlijk materiaal, rode stoffige gravelwegen waar veel ossenkarren rijden beladen met geoogste gewassen of teakhout. De weg die de bus rijdt is geasfalteerd maar verder lijken de wegen van gravel richting de dorpen waar de Birmezen wonen. We passeren modern uitziende fabrieken die helemaal misstaan in het landschap hier, een biergigant, teakhoutbewerker, en nog wat andere grote bedrijfscomplexen.
De natuur is prachtig, het is redelijk vlak in dit gedeelte van Myanmar, van die prachtige, bijna Afrikaans uitziende, uitgewaaierde bomen en veel mensen wandelend of fietsend langs de weg. Ik moet eigenlijk sterk aan Sierra Leone denken, alleen met het grote verschil dat daar de armoede nog zichtbaarder is naar mijn gevoel (voor wat ik ervan gezien heb). Tijdens de rit passeren we regelmatig rood witte spoorbomen waar de weg mee afgezet kan worden en waar soms gestopt moet worden. Daarnaast is men druk bezig met het bouwen van tolpoorten en sommige ervan zijn al in gebruik. Na een kleine twee uur rijden is het tijd voor onze eerste pisstop. Altijd weer leuk om deze plekken te zien en er deel van uit te maken. Na een bezoek aan de wc, is het tijd om even wat te eten, en we kijken eens rond wat iedereen zoal op zijn bord of in zijn kom heeft liggen. Een lekkere uitziende noedelsoep lijkt ons ook wel wat en we bestellen er twee. Prima maaltijd en daar kunnen wij wel weer even mee vooruit. De buschauffeur drukt een paar keer flink op de claxon van bus nr. 3 en iedereen neemt zijn plek weer in. Even tellen of iedereen aanwezig is en op weg zijn we weer.
Het begint nu langzaam te schemeren en onderweg zien we een paar keer een gestrande bus staan. Die van ons is nog niet ten prooi gevallen aan de lekke banden race maar wat niet is kan nog komen. Rond een uur of tien stopt de bus voor een tweede keer bij een stopplaats. Eentje waar bijna alle bussen hun laatste stop voor de nacht hebben en waar eten en drinken rijkelijk vloeit. Wij hebben geen honger en besluiten gebruik te maken van de gratis thee die overal op tafeltjes staat. Tafeltjes is in dit geval het juiste woord want het zijn van die kinderformaat tafeltjes en stoeltjes waar je als europeaan je benen bijna in de knoop moet leggen. De wc's hier worden veelvuldig gebruikt en ik heb meteen de associatie met een koeienstal, niet alleen hoe het eruit ziet maar ook hoe het ruikt. Ik probeer me een tankstation in nederland voor te stellen met dit soort wc's, ai ai ai dat gaat niet goedkomen. Weer de claxon van de bus en we vertrekken voor ons vervolg naar Mandalay. Al vanaf het begin dat de bus is gaan rijden heeft men beeld en geluid op de twee beeldschermen vertoont. Eén of andere humoristische serie want de birmezen in de bus lachen hartelijk om het programma. Wij kunnen er niet veel van volgen en nu het donker is lezen we een boekje met behulp van ons zaklampje en luisteren naar de muziek van de ipod. Na een uurtje wordt het beeldscherm zwart en wordt het tijd om te proberen te slapen.
De bus heeft airco en dus wordt het snel al aardig koud. Gelukkig hebben we ons voorbereid en een dikke sweater mee de bus ingenomen, maar de benen én de neus worden toch erg koud. We dreigen na een half uurtje toch een beetje slaap te vatten als prompt alle lichten in de bus worden aangedaan en iedereen klaarwakker is. Een checkpoint waar de ID's van de Birmezen en onze paspoorten worden gecontroleerd. Erg lachwekkend eigenlijk, een mannetje in uniform die net heeft leren schrijven lijkt het, moet onze gegevens noteren, maar doet zo'n tien minuten over Mark zijn paspoort en achter ons staat een fikse rij. Hij vraagt waar we heen gaan en of we bij elkaar horen. Jawel man en vrouw zeggen wij trots en hij lacht. Achter hem staat een klein kantoortje met nog wat geuniformeerde lui en de ramen zijn beplakt met gezichten van mensen die worden gezocht. Het ziet er niet zo vriendelijk uit daardoor. Wij lopen door naar de bus en na een half uurtje is de bus weer compleet. Nu we toch wakker zijn, kunnen we nog wat naar buiten kijken. Je zou denken dat je niets meer ziet, maar op de route komen we langs het gebied waar de nieuwe hoofdstad naartoe is verplaatst. Ineens is er een fantastische nieuwe asfaltweg die onze weg kruist en aan de rechterkant zien we enorm veel straatverlichting en gebouwen. Ook dit gebied is verboden voor toeristen dus we zijn eigenlijk wel erg nieuwsgierig wat daar allemaal gebeurt. Niet voor onze ogen bestemd schijnbaar. Verderop rijden we de duisternis weer in en proberen we wat te slapen.
Tegen twee uur 's-nachts word ik wakker omdat de bus niet meer rijdt, we zijn schijnbaar toch ten prooi gevallen aan de lekke banden race en ik hoor wat mannen in de weer met een sleutel en bus wiebelt stevig rechtsachter. Na een minuut of twintig komt de bus weer in beweging en het rijden en geluid van de motor brengen me weer in slaap. Rond vijf uur springen ineens de lichten allemaal weer aan en parkeert de bus bij een nieuwe busstop. De Birmezen stappen allemaal uit, gaan een plasje doen en beginnen driftig hun tanden te poetsen en gezichten te wassen alsof de dag begint. Wij slapen nog half en willen eigenlijk ook nog niet wakker worden, maar even plassen is nooit weg. Geen koeienstal hier, maar een keurig nieuw toiletgebouw, weliswaar met hangplee's maar in een land als dit is dat zeer gebruikelijk en wij zijn hier inmiddels na India ook aan gewend. We slapen nog een paar uurtjes en rond zeven uur bereiken we de plaats van bestemming.
Een mannetje van het guesthouse dat iemand ons heeft aanbevolen staat met een groot bord van zijn plek naast de bus. Er staan er nog vier van andere guesthouses, dus laat ik maar eens live ienemienemutte doen. De mannen moeten lachen en de "baas" is Royal guesthouse in dit geval. We lopen richting de taxi, een soort dafje met een bakje erachter, tot Mark ineens naast me op de grond ligt. Ik heb totaal niet gezien wat er gebeurde en allebei zijn rugzakken liggen naast hem. Ik zie al snel dat hij gestruikeld moet zijn want één van zijn veters is verstrikt geraakt in de verkeerde schoen. In een mum van tijd staan er tig mensen om ons heen en wordt vriendelijk gevraagd of het wel goed gaat. Gelukkig is alleen zijn knie wat opengeschaaft en heeft hij verder nog een scheur in zijn broek ( dat wordt weer een lapje naaien voor mij). Een verfrissingsdoekje uit de bus, doet nu dienst als stelper van het bloed ( hebben we dat op de EHBO geleerd ??), en verder gaat het prima dus wij arriveren na een ritje met de taxi bij het guesthouse. Aardig moe eten we eerst een ontbijtje en duiken dan lekker in bed om wat slaap in te halen. Ook hier weer die vriendelijke snoeten van de lokale bevolking en ons gevoel in dit land is helemaal goed.
Rond een uur of vier vanmiddag zijn we maar eens de stad ingetrokken richting de drukke markt, daar moet wat te eten te vinden zijn. En jawel, na onze ogen weer te hebben uitgekeken op de markt, ( thomas, een marktfilmpje komt nog hoor !! )vinden we een leuke lokale plek om het lokale eten te proberen. Als we vragen wat voor vlees er in de grote schalen ligt, moeten de kinderen hartelijk lachen als ik geit- en koegeluiden maak om zeker te weten dat ik de dame achter de balie goed heb begrepen. De tafel wordt volgeladen met allerlei kleine bakjes met het eten wat wij hebben uitgekozen en het is heerlijk. We rekenen af en lopen terug in de richting van het guesthouse. Dan passeren we een leuk terras waar Birmees bier wordt geschonken, tijd voor een nieuwe stop, en we genieten van alles wat we zien en laten het weer binnenkomen. Het straatbeeld is geweldig, auto's uit het jaar blok, fietsriksja's met een zitje voor en achter ( hard werken dus), de rinkelende bellen van de mobiele suikerrietpersjes, de geuren van al het eten dat op straat verkocht wordt, afgeladen bijna uit elkaar vallende vrachtwagens en vreemd genoeg ook zeer moderne lage jeeps. Als het begint te schemeren verschijnen ook de jonge bedelende kinderen in het straatbeeld. Ze zien er net als in India weer uit als viespeukjes met gore kleding om het lijf, zwarte voetjes, en eigenlijk een toekomst van niets. Terwijl wij met de Birmezen op het terras een biertje nuttigen worden de kleintjes weggejaagd door de eigenaar van het terras. Het blijft een akelig gezicht, en ondanks dat we het nu al vaker hebben gezien went het nooit echt om zulke jonge hummels te zien rondstruinen voor een paar Kyatts.
Genoeg indrukken voor vandaag, terug naar het guesthouse en daar zit vlakbij een internetcafe. Toch even binnenwippen en de mail checken, maar hotmail krijgen we niet geopend. Als ik even door de zaak loop om een klein krukje erbij te pakken, klikt een jonge Birmees snel het vieze naakte plaatje van zijn beeldscherm en kijkt geschrokken om. Ik doe alsof ik niets heb gezien, maar ik moet meteen aan onze eerdere internetervaring in India denken. Nu onze poging om op hotmail te komen niet lukt checken we nog even de weblog en lezen tot onze verrassing het geweldige nieuws dat Peter en Adje weer opa en oma worden. Lieve mensen, van harte gefeliciteerd met dit heuglijke feit, nog zo'n kleine koter erbij, dat wordt weer genieten !!!!!! Wij verlaten het internetcafe en zitten nu lekker op de kamer. Dit bericht is inmiddels wel weer af en hopelijk krijgen we het op de weblog gezet.
- comments