Profile
Blog
Photos
Videos
Gegroet allen!
Inmiddels ben ik in Westport aangekomen. In Picton heb ik toch nog kunnen kajakken, jeej! (zie nog een paar extra foto’s in album ‘Marlborough Sounds’.) Er waren nog 2 mensen die zich hadden aangemeld, dus ik had geluk. En het was 33 graden die dag, dus ik vond het prima om lekker op het water uit te blazen, met bergen zonnebrand op uiteraard ;).
Vanuit Picton ben ik via Nelson naar Motueka net onder het Abel Tasman Park gegaan. In Nelson heb ik het Wonderful World Of Wearable Arts museum bezocht, waar ze werkelijk schitterende kledingstukken hebben die echt kunst zijn. Eén van de mooiste stukken was wel kostuum waar op zwarte onderstof hele kleine in elkaar gehaakte goudkleurige ijzerdraadjes verwerkt waren, en er was ook een mooi masker met hoorns bij. Helaas mocht je daar geen foto’s maken ‘om de creativiteit van de artiesten te beschermen’.
Vanuit Motueka heb ik eerst een 176m diepe, verticale schacht bezocht. Dat was erg indrukwekkend. Het weer was een beetje bagger die dag, maar gelukkig klaarde het net een beetje op toen ik bij het gat kwam. Ik kon alleen de bodem niet zien, en er werd ook gewaarschuwd niet te dicht bij de rand te komen, dus dat heb ik maar niet gedaan. Is dat niet even verantwoordelijk gedrag? :p.
De volgende dag heb ik het eerste stuk van de Coast Track gedaan, het weer was gelukkig een stuk beter dus ik kon goed zien dat de zee nog steeds heel blauw is! Ik had op de heenweg nog gezelschap van een Canadese en een Schot, zij deden de hele track (4-5 dagen). In de natuur hier zijn ook hele grote vliegen trouwens van ik denk wel 4cm die tegelijkertijd een soort krekel zijn en het geluid dat ze produceren is soms echt oorverdovend.
Die dag daarna was het echt but-weer. Ik heb nog de Waikoropupu Springs bezocht, de Pupu Springs voor de locals. Het meer daar is ‘uitzonderlijk helder’ aldus de Capitool Gids, omdat het in verbinding staat met een ondergronds grottenstelsel. Ik kon wel iets zien, maar niet zoveel, dus dat was eigenlijk een beetje tijdverspilling, al helemaal omdat het een uur uit de richting was. Ik ben snel doorgegaan richting de Nelson Lakes om alle sandflies daar te trotseren en de mooie meren te bewonderen, maar het regende zo hard en de bewolking was zo laag, dat ik eigenlijk niet zoveel zou zien, dus ik ben doorgereden naar Westport.
En daar ben ik nu dan. Ik ben gisteren naar de zeehonden kolonie geweest, en ze hadden allemaal schattige babyzeehondjes die heel lief van rots naar rots hopten :D! Ik heb gepoogd ze op de foto te zetten, maar ze zaten een beetje ver weg dus de resolutie is niet helemaal super, maar het is nog wel redelijk herkenbaar.
Ook ben ik naar de Pancake Rocks en spuitgaten bij Punakaiki geweest. Daar kwam ik een stel Nederlanders tegen die ik ook al bij de zeehondjes ontmoet had dus we hadden weer even gezellig gekletst. Er kom best wel veel Nederlanders tegen op het moment, en heel veel Duitsers. Anyway, die rotsen dus bestaan uit stroken kalksteen waar ooit zachter kleisteen tussen zat. Die kleisteen is weggesleten door blootstelling aan de elementen en zodoende zijn de laagjes kalksteen overgebleven. Ik was er ook precies op het goede moment (rond vloed) zodat de spuitgaten ook flink wat te spuiten hadden, dus dat was weer een geluk!
Vandaag (over zo’n 2 uur, want er is nu een marathon in de stad gaande en het is lastig weg te komen :s, maar een goed excuus natuurlijk om even te internetten!) ga ik via de Lewis Pass naar Hanmer Springs en daarvandaan naar Christchurch en de Banks Peninsula om vervolgens via Arthurs Pass terug te gaan naar de westkust. Dat is tenminste als mn auto die pas overleeft, want hij schijnt nogal wat steile stukken te hebben en hij was vorige week al aan het protesteren toen ik door de Marlborough Sounds reed. Hij ging behoorlijk stinken! Ik had even navraag gedaan bij een Service Station, maar die man dacht dat het kwam omdat er iets teveel transmission fluid inzat die ik die week daarvoor nog had laten vervangen. Het rook namelijk ‘visachtig’ en zo rook transmission fluid ook. Dus ik hoefde me geen zorgen te maken. Dat doe ik toch natuurlijk, dus zodra ik een steile berg op moet, hou ik zo snel mogelijk even pauze. De schrik sloeg me om mn hart toen ik eergisteren opeens het ‘fuel!’ lampje zag branden en bijna door de benzine heen was. Maar die stomme steile bergen zorgen dat al mn benzine in één hoek van de tank zakt, zodat het lijkt alsof er amper nog benzine is, terwijl er eigenlijk nog bijna een kwart inzat. Gelukkig kon ik op tijd naar de benzinepomp komen en hoefde ik niet door dat hondenweer 20km naar een station te lopen voor benzine. Vanaf nu ga ik dus altijd al tanken als hij nog halfvol zit!
Anyway, tot zover weer het avontuur!
Doei! Marina
- comments