Profile
Blog
Photos
Videos
Wij zijn geen big city-mensen, dus Nairobi was voor ons alleen maar een tussenstop, enkel nodig om de auto helemaal op punt te stellen voor we verder noordwaarts trekken. Want na Kenia volgt voor ons het grote onbekende: Ehtiopië, Soedan, Egypte,... Geen idee wat we daar zullen treffen, maar een ding staat vast: wisselstukken en goede garages zijn daar niet op elke straathoek te vinden. En er was nog iets waar we naar op zoek waren in Nairobi: andere reizigers om samen mee naar Ethiopië te rijden. Er zijn twee wegen om van Kenia naar Ethiopië te rijden. Ofwel de korte slechte weg via Moyale, twee lange dagen over verschrikkelijke wasbordwegen, met het gevaar van Somalische overvallers loerend achter elke struik. Ofwel de lange moeilijke weg via Lake Turkana: ongeveer een week door afgelegen gebied, maar door prachtige landschappen. Voor ons is de keuze snel gemaakt, gehaast zijn we niet en onze aluminium-auto is niet echt bullet-proof te noemen. Maar deze tocht doen we liever niet alleen, en liefst zelfs in goed gezelschap.
Gelukkig is er een plaats in Nairobi, waar we dat allemaal kunnen vinden: Jungle Junction, al jaren het trefpunt voor overlanders die Noord- of Zuidwaarts door Afrika trekken. Wanneer we de poort binnenrijden, zijn we dan ook niet verbaasd om - na ons vorig definitief afscheid in Oeganda - terug naast de Toyota van Georg en Andrea te mogen parkeren. Ook zij waren in Nairobi voor de laatste regelingen vooraleer samen met een ander koppel - Jamie en Glenda - door te rijden naar Ethiopië. Maar ons blij weerzien werd al snel overschaduwd door een kriebel in de keel. Althans, zo begon het. De volgende dag hadden zowel ik en Bram hoge koorts en een gemene hoest. Geen betere plaats om ziek te worden dan in Nairobi zeker? In een klein ziekenhuisje waar volgens mij nooit een Mzungu over vloer komt, werden we bij de dokter geroepen, die ervan overtuigd was dat als je een witte jas en een stethoscoop draagt, ook plots heel streng moet kijken. Maar al een uurtje was het verdict er: Malaria! Niets wat een paar pilletjes niet kunnen oplossen dus! En eerlijk gezegd, het viel eigenlijk best mee, na een paar dagen voelden we ons goed genoeg om te winkelen, aan de auto te werken en ons Soedanees visum te regelen. Alles leek zelfs eventjes helemaal in orde te komen. Zeker toen we ook Tanyia en Clive terugzagen, een koppel dat we eerder al in Malawi ontmoetten. Ze reizen net als ons op het gemak (al drie jaar en half onderweg door Afrika), hebben een goed gevoel voor humor en zijn in het bezit van een echte Zuid-Afrikaanse poikie om brood te bakken : de perfecte reisgezellen voor Turkana dus!
We spraken af om de week nadien elkaar terug te zien in Nairobi om ons visum voor Ethiopië te regelen. In tussentijd reden wij richting Lumo Game reserve, een klein betaalbaar parkje tussen Tsavo West en Tsavo East. Om hier te geraken moesten we wel eerst 400 km op de Mombasa-highway doorstaan, waar het lijkt of de vrachtwagens een voor een op een zelfmoordmissie zijn. Maar man, wat was het dat waard! Er zijn geen woorden voor het zicht vanuit de bar van Lions Bluff Lodge: een eindeloze vlakte alleen maar verstoord door de Kilimanjaro en de olifanten in de verte. En met datzelfde zicht werden we de volgende wakker in onze daktent. Waarom honderden dollars meer betalen?
Het was een zalige dag, we genoten van onze tijd in the bush: de uitzichten, de vuurrode olifanten tijdens hun modderbad, de impala's,...Het was alsof er duizend kilo van onze schouders viel! Maar iemand daarboven wou ons laten weten dat deze reis nog altijd geen vakantie is: een onrustwekkend geluid zette in een, twee, drie die duizend kilo terug op onze schouders. Ik aan het stuur, en Bram vanachter op de ladder, zo reden we door het park om te achterhalen waar dat geluid vandaan kwam. In plaats van op zoek te gaan naar luipaarden en leeuwen, haalde Bram die avond op de camping de hele achteras van de auto open terwijl de zon onderging achter de Kilimanjaro. Na een paar glaasjes wijn, waren we hoopvol dat het probleem was opgelost, maar de eerste tien minuten van onze ochtendgamedrive werd duidelijk dat ons uitstapje erop zat. Met pijn in het hart reden we via de Mombasa-highway 400 kilometer terug naar Nairobi, waar Bram zijn vaste plaats onder de auto terug innam.
We zouden net op tijd klaar kunnen zijn om zoals gepland samen met Taniya en Clive richting het noorden te vertrekken. Maar toen kwam de koorts terug. Deze keer namen we geen risico en namen we 's avonds meteen de taxi naar het grote Nairobi Hospital. Vijf uur en een paar testen later, bleek dat het geen malaria was deze keer, maar een uitzonderlijk hoge bacteriële infectie. Wat volgde was een week van koortsige, slapeloze en bezorgde nachten.
En ondertussen moest het grootste obstakel nog genomen worden: we moesten de Dragonlady van de Ethiopische ambassade nog trotseren. Tot enkele maanden geleden was het onmogelijk om een Ethiopisch visum te krijgen wanneer je van het Zuiden van Afrika kwam, de enige mogelijkheid was je paspoort naar huis sturen om daar in de ambassade een visum aan te vragen. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Maar je krijgt het nog steeds niet cadeau: vooraleer je dat broodnodige stempeltje in je paspoort krijgt, moet je de leading lady van de ambassade weten te overtuigen: een vrouw met een enorm kruis op haar voorhoofd, een hart van steen en een grondige hekel aan mannen. Na drie uur wachten, kreeg ik welgeteld vijf minuten bij hare excellentie. Voldoende om haar de goedkeuring voor een visum voor drie maanden op onze aanvraag te zien schrijven: op te halen in de namiddag. Wat een euforie: niets zou ons nu nog tegenhouden!
Ik was dan ook verbaasd wanneer ik onze paspoorten terugkreeg: ik kreeg drie maanden en Bram één maand. "Oops, sorry, I made a mistake" zei de draak met een vals lachtje. Heel toevallig maakte ze deze zelfde "vergissing" bij Taniya en Clive enkele dagen voordien. In de hoop haar te overtuigen om het visum aan te passen, haalde ik Bram uit de auto. Geduldig probeerden we haar uit te leggen dat een maand echt te weinig is om alles te bezoeken wat we willen bezoeken in haar fantastische land. En we bleven heel geduldig en beleefd tot ze zei: "it was not a mistake". Nu, de laatste twee weken hadden Bram zijn zenuwen al tot het uiterste gedreven, dus ik vergeef hem wat volgde...Maar toen hij zei: "You're a shame for Ethiopia", gebeurde het onvermijdelijke: de draak spuwde vuur! De stoom kwam uit haar oren, terwijl ze probeerde ons paspoort af te nemen om ons visum er terug uit te scheuren. De poorten werden op slot gedaan, de bewakers werden geroepen, die moesten voorkomen dat ik mijn handtas met telefoon terug zou krijgen. Hier stonden we dan, gegijzeld op Ethiopisch grondgebied, onze paspoorten stevig vastgekneld in onze handen. Vastbesloten om ons visum te vernietigen, riep de draak ons op het matje bij de ambassadeur van Ethiopië. Minstens even indrukwekkend als zijn hulpje, keek hij ons neerbuigend toe van achter zijn bureau, terwijl hij epistels afstak over de trotsheid van de Ethiopiërs. Maar we hadden ons lesje geleerd: zelfs toen Bram beschuldigd werd van Nazi-sympathieën, bleven we kalm en beleefd, terwijl we de verontschuldigingen uit onze mouw bleven schudden.
"You will never enter Ethiopia" was de laatste zin voor hij ons voor overleg naar buiten stuurde. Maar ik denk dat de twee kruipende Europeanen hun voorlopig voldoende genoegdoening hadden bezorgd, dus met een laatste " You should read our history", werden we met ons visum intact terug op straat gezet!
Eind goed al goed...wat dat beestje betreft. Ondertussen bleken de andere parasieten in mijn lichaam niet kapot te krijgen. Twee soorten antibiotica en genoeg paracetamol om een paard te verdoven, was niet genoeg om de koorts naar beneden te krijgen. Zo konden we niet vertrekken..Met een bang hart brachten we een laatste bezoek aan Nairobi Hospital, waar ze over het lot van onze verdere reis zouden beslissen; Noord, Zuid, of een directe vlucht naar België? Gelukkig was er een lichte verbetering in de bloedtest en waren er op de x-ray geen tekenen van een longontsteking te zien. Met twee nieuwe soorten zware antibiotica op zak, keerden we terug naar wat voor ons ondertussen Jungle Jail was geworden. En die eerste nacht zonder koorts was zalig. Het voelde alsof we eindelijk de draken en alle andere monsters verslagen hadden!
Eindelijk konden we doorrijden naar Nanyuki waar de rest van ons reisgezelschap, Taniya en Clive (http://catsitchyfeetcom.ipage.com/CaTs_Itchy_Feet/Home.html) & Allison en Richard (www.youmeandchuck.co.uk), ons gelukkig nog niet in de steek had gelaten. Vandaag zitten we nog altijd in Nanyuki, aan de voet van Mount Kenya. Al snel na ons vertrek begaf Itchy, de trouwe landrover van Taniya en Clive, het voor de eerste keer in drie jaar. In ons achterhoofd fluisterde een stemmetje: Zijn we dan toch vervloekt om in Kenia te blijven?
Maar nu, een paar dagen later, zijn wij en de auto's allemaal terug in topvorm, klaar om eindelijk terug op avontuur te vertrekken. Safari njema!
- comments
linde Eindelijk!!! Blij blij blij!!! xxx Goeie reis!
Sandra Quelle histoire! j'espère que vous allez mieux tous les deux et que la suite sera douce et ..... sans bactérie! je pense fort à vous!et j'ai adoré la description de la femme dragon ;o)