Profile
Blog
Photos
Videos
Na zes weken was het tijd om Namibië te verlaten. We staan intussen al heel wat achter op onze (vage) planning. Als elk land ons zo blijft verrassen,...
We reden Namibië uit en Botswana binnen en we merkten al snel dat we nu in het "echte" Afrika aangekomen waren. Nog voor we bij de grenspost van Botswana aankwamen, werden we gestopt aan een 'veterinary fence'. Achteraf zal blijken dat dit de eerste maar zeker niet de laatste keer zou zijn. Botswana wordt verdeeld door een aantal van deze vet-fences om de verspreiding van mond-en klauwzeer onder hun vee te vermijden. Maar af en toe wordt er ook wel andere redenen verzonnen. Niet alleen rood vlees moeten we afgeven, maar ook melkproducten en zelfs fruit en groenten. Die laatste twee om de verspreiding van de fruitvliegskes tegen te gaan. Dat klinkt allemaal wel geloofwaardig, maar als ze onze rieten matjes van Knokke in beslag willen nemen, is de logica toch ver te zoeken...Mettertijd leren we dat de waszak een goede verstopplaats is, vooral als er een bh duidelijk in het zicht wordt gelegd. Ook moet iedereen over een vuile dwijl lopen om de schoenen te desinfecteren. En dit moet met alle schoenen in de auto! Dus ook die worden vanaf nu verstopt. Ironisch genoeg kijken de strenge vrouwen van de vet-fence volledig over Kaius, de hond van Katti en Ferdi. En dat is nochtans geen schoothondje!
Na de vet-fence moest het ergste nog komen: de grensovergang. Dat bleek een grote farce te zijn, waar de vrouwelijke beambte met de glimlach aan meedeed. Een Afrikaanse grensovergang begint altijd met heel wat mopjes, tot er moet betaald worden. Er is geen wisselkantoor aan de grens, geen ATM en natuurlijk konden we de road-tax niet in euro of dollar betalen. Maar ze wou wel met veel plezier onze overgebleven Namibische dollars wisselen in de Pula van Botswana. Maar terwijl de officiële wisselkoers ergens ligt op O.98, was de wisselkoers van de douane maar 0.7. Haar aandacht vestigen op het officiële douanepapier dat helemaal iets anders vermeldt, had geen zin. Ze zou dan wel een andere papiertje printen...
We hadden niet genoeg Namibische dollars, dus gingen Ferdi en Bram terug naar Namibië om US dollars te wisselen. Toen we al ons geld bij elkaar legden om te zien hoeveel we moesten wisselen, was het de mannelijke beambte zijn beurt. Doodleuk vertelde hij ons dat ze alleen de oude N$ aannamen, want ze waren nog niet geïnformeerd over de nieuwe briefjes. Opnieuw waren wij precies de enigen die de posters en stapels folders over de nieuwe dollar-briefjes zagen. Geen enkele manier om hun te overtuigen, dus werden niet alleen de US$ gewisseld in Namibië, maar ook de oude briefjes N$ in nieuwe briefjes...Welcome to Africa, en dat bleek dus niet alleen uit de enorme baobabs die rond de grenspost stonden.
Het begon stilaan donker te worden, we hadden nog een uurtje tijd om de weg tussen Ngoma en Kasane af te leggen. De weg loopt door Chobe NP, dus moesten we opnieuw een paar keer stoppen voor olifanten, antilopen,...Ferdi en Kati hadden zelfs bijna een overstekende sabelantiloop gespiest.
De zoektocht naar een camping in Kasane verliep een beetje moeizaam, het was al donker en de prijzen waren toch allemaal iets hoger dan we wilden betalen. Uiteindelijk kwamen we terecht in de goedkoopste camping, Ngina Safari Camp. Een beetje vervallen, maar kom, er was een bar en het was toch maar voor een nachtje...De volgende dag zouden we een paar inkopen doen en via de Hunters road naar de zoutpannen rijden. Dat dachten we toch...
Een simpel telefoontje om hun terugvlucht te bevestigen, bracht Katti en Ferdi slecht nieuws. Ondanks de info op de website liet hun vliegtuigmaatschappij geen honden toe op hun vluchten vanuit Zuid-Afrika. Dus moest alles omgegooid worden: vluchten annuleren, nieuwe vlucht boeken, hondenkennel regelen,... Zij trokken zich terug in het internet-café. Bram en ik gingen intussen lunchen bij een Indische restaurant. Het leek wel een eeuwigheid geleden dat we nog is in een echt restaurant waren! Een kleine toer door Kasane voor we terug naar de camping reden, werd al snel een mini-safari. Meer dan een half uur stonden we bij een groep van vijftien olifanten. Voor de 'locals' is dit dagelijkse kost, dus auto's en taxi's reden voorbij zonder ze maar een blik te gunnen.
's avonds was al snel duidelijk dat Katti en Ferdi nog zeker een dag extra nodig hadden om alles geregeld te krijgen. Dit was voor ons de perfecte kans om een dagje 'echte' safari in te lassen. Chobe NP zou normaal pas voor het einde van onze tijd in Botswana zijn. Maar we waren maar 10 km verwijderd van de gate, dus konden we dit evengoed nu doen.
In het noorden van Chobe NP loopt de Zambezi river, waardoor in het droge seizoen alle dieren de droogte ontvluchten en samentroepen rond de vruchtbare grond langs de Zambezi. Het regenseizoen loopt tot eind april, dus eind mei was het perfecte moment voor een bezoek aan de Chobe riverfront. De kleuren van het landschap zijn er prachtig: een felblauwe rivier met groene waterplanten, gele grasvelden, groene bomen en hemelsblauwe lucht..
In de ochtend zagen we honderden buffels de rivier oversteken naar de moerassige eilanden. Dat alleen al was een machtig zicht. Maar er was meer dan een safari-auto in de buurt, dus moest er wel iets anders aan de hand zijn. We volgden een safari-auto door de kudde buffels en zagen al snel waarom...Negen leeuwen zaten te knabbelen aan de laatste resten van een giraffe. We bleven meer dan een uur. Wanneer zouden we nog zo'n kans hebben om leeuwen van zo dichtbij te bekijken? Eerst waren we wel een beetje onwennig als ze vlak naast ons open raam passeerden. Maar als we de Japanners in hun open safari-busje zagen zitten, waren we al snel gerustgesteld. De uren daarna zagen we niet zo heel veel beestjes. Al was het wel indrukwekkend hoe tientallen gieren vochten om de laatste restjes vlees uit een taaie dode olifant te krijgen.
Maar de middagzon drijft de dieren naar het water. De rest van de namiddag was dan ook goed gevuld: drinkende olifanten en giraffen, impala's, kudu's, buffels, nijlpaarden, krokodillen, nijlvaranen,...In de late namiddag trekken de dieren terug de bosjes in en stond er achter elke boom wel iets. Als er meer olifanten hadden geweest, hadden we ze met onze bullbar uiteen moeten drijven. In het begin lag de ervaring met de nerveuze olifanten in Susuwe (Bwabwata NP) nog vers in ons geheugen, maar na een tijdje werd duidelijk dat de olifanten in Chobe gewoon zijn aan auto's. Voorzichtig blijven en respect tonen blijft de boodschap, maar we moesten niet meer met een bang kloppend hard langs een olifant rijden.
Onze twaalf uur in het park vlogen voorbij. Net voor het donker werd, zagen we een tweede groep leeuwen, in positie om een van de grazende buffels aan de waterhole te grazen te nemen. Maar onze tijd zat er op, dus de actie zelf hebben we gemist.
Met een gelukzalige glimlach kwamen we terug aan op de camping. Enthousiast vertelden we over onze dag. Ferdi, die op het einde van zijn Afrika-reis nog maar twee leeuwen heeft gezien, keek maar een beetje beteuterd. Reizen met een hond heeft zo zijn nadelen. Samen een NP doen, is bijna on mogelijk. Wij hadden er niks op tegen om nog een tweede dag in Chobe door te brengen, dus hadden we al snel het plan om de volgende dag samen op zoek te gaan naar leeuwen. George en Andrea in hun auto, Katti en Ferdi bij ons in de Defender. En Kaius alleen in de VW Synchro op de camping.
De tweede dag was zelfs nog mooier als de eerste. Voor leeuwen moet je vroeg zijn, dus reden we opnieuw om twintig na zes het park in. Als snel zagen we een paar safari-auto's samentroepen. We kwamen dichter en hoorden ze fluisteren: leopard, there is a leopard!!! We konden een glimps opvangen en volgden. Maar al snel was het luipaard verdwenen in de andere richting. Terwijl de andere auto's verder reden om een andere kattensoort te zoeken, probeerden wij om via een andere weg toch nog het luipaard terug te vinden. En we hadden geluk! Heel veel geluk. Want hoeveel mensen mogen het meemaken om een kwartier langs een wandelend luipaard te rijden, en dan nog zo dichtbij! Eén blik op de achterbank was duidelijk: we hadden een happy couple als passagiers!
Opnieuw was het een rustige ochtend. Maar vanaf de middag was het weer het ene dier na het andere: watch out, girafs on the left, elephants on the right! En dan was het badtijd voor de olifanten. De dag voordien waren we al heel blij met het zicht van drinkende olifanten in het water. Maar we hadden niet gehoopt op wat we nu zagen: een kudde van meer dan veertig olifanten stak de rivier over naar een van de eilandjes om daar van het sappige gras te eten, kleine en grote olifanten in een rij, soms alleen maar met de slurf en de ogen boven. En dan begonnen ze te zwemmen. Niet alleen maar zwemmen, maar ook duiken, elkaar kopje onder duwen, rugslag,...Bijna twee uur zaten we daar met open ogen naar onze privé-show te kijken. Andrea en George vanuit hun dakvenster. Bram en Katti met hun camera's in de auto en ik en Ferdi op ons dakterras. Toen de zon lager en lager kroop, moesten we ons echt dwingen om door te rijden. We hadden nog een stukje te gaan en we hadden niet zoveel tijd meer voor de gate sloot. Met een smile tot achter onze oren zigzagden we tussen de olifanten, giraffen en buffels richting de gate. En dan, alsof de dag nog niet mooi genoeg was, zagen we in de avondzon de familie leeuwen die Bram en ik de dag voordien hadden gezien. Alleen maar lachende gezichten en stralende ogen op onze achterbank! Als perfecte afsluiter zagen we achter een groep olifanten de zon ondergaan op de Zambezi-river.
De weg terug was donker en hobbelig...En dat was niet zonder gevolgen. De euforische gelukzalige sfeer werd een beetje verbroken, toen Bram ontdekte dat onze veer terug uit de houder was geschoten. We hadden heel veel geluk dat de veer nog niet de kans had gehad om ook onze nieuwe band aan flarden te scheuren. Ik wil er niet aan denken dat we dit zou gebeuren tussen honderden olifanten...Maar dat waren zorgen voor morgen...Eerst nog een avondje nagenieten.
's Ochtends werd alles nog is op een rijtje gezet. Na een brainstorm was de conclusie dat de schokdempers die ze ons in België verkocht hadden te lang waren voor onze auto. Dat zorgt ervoor dat de auto te hoog kan opkomen en de veer uit de houder kan springen. De nieuwe schokdempers moesten dus vervangen worden door de oude originele schokdempers. Niks wat de mannen niet kunnen oplossen. Eens de juiste tang gevonden was, was het zelfs vrij eenvoudig te fixen. Maar eén probleem brengt vaak een tweede probleem aan het licht: het kruisje van de cardan-as was stuk. Weer een mysterieus geluid ontsluierd!
De volgende ochtend gingen we zo vroeg mogelijk naar de garage in Kazungula. We hadden een reserve-onderdeel dus het moest alleen nog maar geplaatst worden. Maar een gediplomeerde mechanicien in Afrika is niet hetzelfde als een gediplomeerde mechanicien in België. Als Bram niet op hun vingers had gekeken om instructies te geven, hadden ze waarschijnlijk ons nieuw cardan-kruiske verwrongen. Maar eind goed, al goed, ready set go...Nog snel een verjaardagskaartje voor Sophie op de bus en we konden vertrekken. Het plan: via de hunters road richting de Makgadikgadi-zoutpannen. De hunters-road is een weg op de grens tussen Botswana en Zimbabwe die vroeger gebruikt werd door de jagers om het ivoor van de olifanten te verhandelen. Nu zijn het de olifanten die heersen over de hunters road en gevaarlijk diepe putten graven op de weg.
Het lijkt alsof we op een zonnige dag door een Europees herfstlandschap rijden. Het wordt winter in Botswana, dus de bladeren aan de bomen verkleuren en verliezen hun bladeren. Maar hoog savannegras en olifanten roepen ons al snel terug naar Afrika. Olifanten zijn overal anders, hun olifantengeheugen vormt ook hun karakter. De crisis in Zimbabwe zorgde voor een hoge stropersactiviteit en voor nerveuze olifanten...Terug meer afstand houden dus.
De eerste dag vonden we een prachtige bushcamp in de bosjes langs de weg. Veel leeuwensporen maar weer geen gebrul te horen of leewen te zien. We genoten allemaal van het gevoel terug alleen te zijn in de natuur, ver weg van alles en iedereen. De tweede dag kampeerden we langs een droge waterhole, maar behalve een paar schichtige impala's werden de dieren afgeschrikt door onze geur en ons gelach.
Na de hunters road was Nata de volgende tussenstop: brandstof, alcohol en misschien een beetje eten. Geen supermarkten meer, alleen de plaatselijke beer and basics-winkeltjes en kleine kraampjes langs de weg. De buit was beperkt: een six-pack-bier, een paar tomaten en ajuinen en een bejaarde kip. Bram kon ook een zakje gefrituurde Mopane-wormen op de kop tikken. Een ideaal aperitief-hapje? Bijna iedereen heeft het een kans gegeven, maar uiteindelijk kon alleen Bram de smaak appreciëren.
Na een bushcamp in de bushkes reden we door naar de Makmadigadi-zoutpannen, de grootste zoutpannen ter wereld. En na de verhalen van George en Andrea over de zoutpannen in Zuid-Amerika waren de verwachtingen hoog gespannen! Onze eerste stop was Kukonje-island, een van de eilanden op de zoutpannen. Vooraf hadden we ons geïnformaard aan de vet-fence of het mogelijk was om de pan over te steken naar het andere eiland, Kubu-island. Normaal klinkt lokaal advies eerder zo: no problem, it's possible...Deze keer was het duidelijk: No way, you are to heavy. Maybe with a quad-bike...
Aangekomen op Kukonje-island, was het gezond verstand ver te zoeken, de witte open vlakte was te aanlokkelijk "Let's make some photo's on the pan!!!!" Wij, als laatste in de rij zagen al snel de VW synchro door de zoutkorst breken. En niet veel later: bbbllllrrrrrpppp...we zaten vast. Met de glimlach werd de defender uit de modder geduwd. Toen was het nog grappig.
Katti en Ferdi waren zich nog van geen kwaad bewust, maar terwijl ze foto's namen, zakten ook zij dieper weg in de modder. Om de VW uit de modder te krijgen was wat meer horsepower nodig, dus werd de winch van Georg en Andrea ingeschakeld, met als enige resultaat dat ook de toyota met zijn neus in de modder stak. Na twee jaar on the road en nog nooit vastgezeten, was het eindelijk ook hun beurt :-).
Al wat minder met de glimlach werd er geschupt en gewinched en konden we na een paar uur eindelijk terugrijden naar Kukonje-island, waar we ons kamp opzetten onder een indrukwekkende baobab. Ferdi werd 29, dus de grote middelen werden ingezet: een mega-kampvuur, music, whisky en rum! Weer een avond om niet te vergeten dus...Een kater en een prachtig uitzicht, dus een nachtje onder de baobab werden er twee. De volgende dag namen we voorlopig afscheid van Georg en Andrea en trokken we met Katti, Ferdi en Kaius verder op verkenning in de zoutpannen.
Hopend op verse groentjes en wat drank, stopten we in Mosu, een klein dorpje tussen de Sua-pan en de Ntwetwe-pan. Zoals altijd, bleek bier de enige zekerheid in Afrika. Maar na een uitgelopen bezoekje aan de lokale bar, konden we toch wat verse smoutebollen op de kop tikken! Onze late zoektocht naar een bushcamp leidde ons door de bosjes naar een prachtig plekje aan een een kleine zoutpan. Weer een prachtige zonsondergang, die we alleen moesten delen met de koeien op weg naar de plaatselijke waterbron... De dag nadien hadden we meer geluk in een groter dorpje. De winkels waren weer zo goed als leeg, maar we vonden wel een waterput en een net geslachte koe. Meer dan een kilo superzacht rundsvlees voor nog geen drie euro... Dit zorgde voor twee feestmaaltijden op weer twee prachtige kampplaatsen. Eindeloze witte vlakten, met af en toe een eiland met wuivend gras. Zonsopgang, zonsondergang, volle maan over de witte zoutvlakte,...Wildkamperen op de zoutpannen gaf ons echt het gevoel alleen te zijn op de wereld. Alleen de dierensporen in de zoutkorst, toonden dat we hier niet alleen waren...
En dan was het tijd om naar Maun te gaan, terug naar de bewoonde wereld. Voor Kati en Ferdi betekende dat het einde van hun tijd in de Afrikaanse natuur. Maar in Maun kregen we de volgende dag toch nog de kans om een van Katti's dromen te vervullen: een vlucht over de Okavango-delta! In een klein vliegtuigje vlogen we over de olifanten, giraffen, buffels, impala's,...En ik die dacht dat zoiets alleen weggelegd is voor de rijke stinkers!
Na twee nachten in Maun namen we, voor mij zoals gewoonlijk met de nodige traantjes, afscheid van Katti, Ferdi en Kaius. Het zal waarschijnlijk niet de laatste keer zijn dat we op deze reis mensen ontmoeten, die we niet zullen vergeten. Maar we hebben alvast een tussenstop in Munchen op onze weg naar huis.
Voor ons was Botswana enkel Chobe en de Okanvango-delta, maar het bleek zoveel meer te zijn. Weer een pak aan mooie ervaringen, die ze ons niet meer kunnen afnemen...het lijstje wordt lang.
Morgen vertrekken we naar Moremi game reserve om de Okavango-delta van op de grond te bewonderen. En daarna richting Zambia... Hopelijk wordt het daar wat wat warmer, want we zouden de mutsen en de fleecekes graag terug wat verder weg in de auto steken.
- comments
Tante vike Oefenen met mijn nieuwe knie,pijn wt verbijtende dan rusten met die prachtige verhalen van lore en de unieke foto's van bram. Ik kan er uren van genieten genieten jullie van Afrika en elkaar en de tantetjes in België genieten mee!
Audrey Quelles magnifiques photos!!!C'est chouette de lire toutes vos péripéties en revenant de vacances ;) En tout cas, on a bu un p'tit Mojito en votre honneur à Cuba! Bisous et j'espère que vous ne vivrez plus d'attaque de serpent avant un certain temps....
linde Heb deel twee gelezen...met een lekker koffietje. Ik ben VOOR de lange blogberichten. ;-)