Profile
Blog
Photos
Videos
BOEDDHIST VOOR TWEE WEKEN, DEEL 1
Takken snoeien, wc's schoonmaken, groenten snijden, wegen repareren, bedden opmaken en maaltijden serveren in een boeddhistisch centrum. Niet voor geld maar voor eten, onderdak en meditatielessen.
Bovenop een berg, diep verscholen in het subtropische regenwoud van het Australische Queensland bevindt zich het eerste Tibetaanse boeddhistisch centrum dat in het Westen is gebouwd: Chenrezig. Veertien dagen aten, werkten, sliepen en leerden we daar tussen de monniken en nonnen (samen 'Sangha' genoemd).
WWOOF-ervaring
We hadden al langer de wens als WWOOF-er (staat voor willing worker on organic farms) in Australië te werken. In het WWOOF-boek (waarin boeren en instellingen hun oproepen plaatsen) lazen we de advertentie van Chenrezig. Wat een mooie kans om niet alleen werkervaring op te doen maar ook om meer te leren over het Tibetaanse boeddhisme! Ze werd onze eerste keuze en waren erg blij toen bleek dat onze e-mail positief beantwoord werd.
Vroege vogels
Zes uur per dag, vijf dagen per week aan de bak. Het was even wennen. Doorgaans stonden we om zes uur op, probeerden we tien minuten in onze slaapkamer te mediteren (in ons geval: op het randje van ons bed zitten met de ogen dicht, focussend op onze ademhaling) en liepen we vervolgens tientallen traptreden omhoog naar 'de heuvel', het woon- en leefgebied van de kloosterorde.
Werk aan de winkel
Na het ontbijt begonnen we met onze werkzaamheden. Afhankelijk van waar we die dag ingeroosterd waren, hielpen we met koken in de keuken, bedden opmaken en schoonmaken in de huishouding, onderhouden van wegen in grounds/maintenence of met de bediening in het Big Love café.
Vegetarische maaltijd
Zodra we om twaalf uur 's middags de klok hoorden luiden, wisten we waar het eten stond. De Sanga, bezoekers, studenten, medewerkers en vrijwilligers trokken massaal naar het café om daar hun hoofdmaaltijd (en voor veel monniken en nonnen hun enige maaltijd die dag) te nuttigen: een warme vegetarische schotel. Als we op dat moment zelf dienst hadden in de keuken of bediening dan was dit het moment om het voedsel op te dienen. Onder leiding van de bevlogen kok, voormalig sociologieleraar en restauranthouder Wayne maakten we lasagne met pompoen, bladerdeeghapjes met kaas en groenteschotels met tvp (textured vegetable protein). Niet één dag hebben we vlees gemist (en met 'we' bedoelen we inderdaad ook Robin).
Leren over boeddhisme
Vroeg in de middag zat de werkdag er meestal op en zakten we met een Bundaberger (gemberbier) of met (ons lievelingsdrankje) een chai thee onderuit op een van de lounge banken van het café. Om wat meer over het boeddhisme te weten te komen lazen we boeken uit de Chenrezig-bibliotheek of keken we documentaires/films over het onderwerp. En als die middag of een introductieles tot het Tibetaanse boeddhisme of een begeleidde meditatieles plaatsvond dan sloten we ons daarbij aan.
Soep
Om zes uur 's avonds luidde de klok voor de laatste keer die dag en was het tijd voor soep. En als er die avond les werd gegeven werd de vloeistof vrijwel net zo heet gegeten als dat het werd opgediend. Snel slokten we dan de avondmaaltijd naar binnen en renden we met klotsende magen de trappen op; op weg naar (bijna) het hoogste punt van de berg waar de tempel ('gompa' genoemd) zich bevond. Schoenen uit. Op adem komen, soep voor de tweede keer door slikken en dan rustig naar binnen lopen om een rond zitkussen (of in ons geval gewoon een stoel) te pakken.
Aan het einde van de les liepen we in het licht ons zaklantaarntje naar beneden naar de voet van de heuvel en daarvandaan naar onze verblijfplaats in het bos. In onze slaapkamertje begon dan pas het echte kokkerellen en probeerden we soep te maken van alles wat we die dag gelezen, gehoord en geleerd hadden.
- comments