Profile
Blog
Photos
Videos
menm2azie voor chanced: km stand 31.937 + 804 = 32.741 km
Legers in Xi'an
Vanuit Pingyao is het niet meer zover naar Xi'an. Een bustrip van slechts 6 uurtjes door een saai, bijna Nederlands, landschap. Een brede snelweg met weinig verkeer, velden, electriciteits masten en af en toe wat heuvels. Een stop bij een onooglijk weg restaurant en weer verder. Rond twee uur in de middag komen we aan en met een stadsbus gaan we verder de stad in. Xi'an blijkt een stuk groter dan we verwachten. Het Brabantse denkkader doet zijn werk. Xi'an is een provinciehoofdstad en dan denk ik om de één of andere reden aan een stad ter grootte van Den Bosch, Tilburg of Eindhoven. In China moet je echter van een andere schaalgrootte uitgaan. Xi'an is een middelgrote stad en heeft dus zo'n 3,5 miljoen inwoners.
In ieder guesthouse kun je kaartjes vinden van hostels in andere steden. Voor Xi'an hadden we het Xiangzimen guesthouse uitgezocht. Bij aankomst blijkt het een prima plek en na wat onderhandelen over de prijs slapen we ook hier weer binnen budget. Na een verfrissende douche gaan we de stad verkennen. Ons guesthouse ligt binnen de oude stadsmuren die een omtrek hebben van 14 kilometer. Binnen deze muren zijn veel winkels, restaurantjes en een paar bezienswaardigheden te vinden. We wandelen eerst naar het centrum waar een prachtige belltower te vinden is. In China's oude tijden diende de beltower (en de bijbehorende drumtower) als centrum voor allerlei ceremonies en net als de nederlandse kerkklokken om de uren van de dag aan te geven. Op speciale momenten werd de bel (een grote bronzen klok) en de drum (grote trommels) samen gebruikt en dan was er iets speciaals te doen. Na deze belltower te hebben bekeken gaan we naar de moslimwijk waar volgens de lonely planet veel eetplekjes zijn. De wijk heeft een ander uiterlijk dan de andere wijken. De mannen hebben veelal een rond hoofddeksel op, de vrouwen dragen een hoofddoek. De eettentjes kunnen we echter niet zo goed vinden of zien er al te primitief uit. Gelukkig zien we een man een soort shoarma verkopen. Vlees aan een verticale spies met broodjes en wat groenvoer. Eten bestellen door aan te wijzen en door vingers op te houden naar de prijs te vragen hebben we ondertussen onder de knie. Verzadigd gaan we terug naar ons guesthouse.
De volgende dag gaan we naar de Big Goose pagoda. De bussen in China zijn allemaal spotgoedkoop en hier in Xi'an is het systeem helemaal simpel. Ieder busrit in de stad kost 1 yen. Veel lokale mensen hebben een electronische pas maar als je bus inkomt staat er ook een 'collectebus' waar je het geld instopt. Snel en efficiënt. Op de zijkant van de bus staat een tekening van de route en omdat de stadsmuren er ook op staan getekend kunnen we zien of we de goede kant op gaan. Bus 609 brengt ons naar de 'Grote Wilde Gans Pagode'. Het is een
toren van 8 verdiepingen gebouwd door de monnik Xuan Zang in 652AD. Op jonge leeftijd is deze monnik vanuit China naar India gereist om daar een aantal originele geschriften van Boeddha te verzamelen en deze weer mee terug te nemen naar Xi'an. Vervolgens heeft hij samen met een aantal andere monnikken de rest van zijn leven besteed aan het vertalen van deze geschriften. Hiermee is hij één van de grondleggers geweest van het chinese boedisme.
Rond de toren zijn grote pleinen waar veel chinezen aan het recreëren zijn. Er wordt gevliegerd, gewandeld, gekaart en gekletst.
Na de pagoda gaan we op zoek naar een rustig park. In Bangkok heeft Jellie een bamboesax gekocht en in het park wil ze wat oefenen. Het is een eindje wandelen maar uiteindelijk vinden we de plek. Ook hier weer een drukte van belang. Veel ouderen die MahJong, Chinees schaak of een kaartspel spelen. Verder wordt er op verschillende plekken traditionele Chinese muziek gemaakt en wordt er volop meegezongen. We gaan bij zo'n groepje zitten om te luisteren. Al gauw krijgt Jellie aanspraak want één van de Chinezen met een mooie baritonstem heeft in de gaten dat Jellie een muziekinstrument meesjouwt. De mensen zijn zo vriendelijk dat Jellie de verleiding niet kan weerstaan en de bamboesax uit de koffer haalt. Alle pogingen om aan te geven dat ze het instrument nog maar net heeft en de chinese noten ( het notenschrift is compleet anders ) niet kan lezen halen niets uit. Naast de andere muzikanten op een muurtje en blazen maar. Iedereen heeft zichtbaar plezier maar het valt niet mee om gemeenschappelijke muziek te vinden. Het duurt even maar jinglebells kennen wij ook (ondanks de chinese tekst) en tot onze verrassing horen we de muziek van 'Nederland oh Nederland, wij worden kampioen'. Tot slot speelt Marielle nog het Nederlandse volkslied (en ik zing, maar dat was geen pluspunt denk ik), en dan is het mooi geweest. We zoeken een plekje op waar het echt rustig is en lezen nog wat in een boekje.
De volgende dag gaan we naar terracotta leger. De guesthouses bieden vaak een tour aan, maar die zijn erg duur en bovendien hebben we ondertussen lol en handigheid in het nemen van de lokale bussen. Met een stadsbus 609 naar het station en vervolgens met lijn 603 naar het leger. De vindplaats van het leger (ontdekt in 1974 door een boer die een put aan het graven was) is ondertussen een geroutineerde toeristische attractie geworden. Een flinke parkeerplaats voor de vele bussen en taxi's. Acht balies voor de kaartjesverkoop. Eenmaal binnen moet je een flink eind lopen om bij de eigenlijke plek te komen maar je kunt (uiteraard weer tegen betaling) ook met een electrisch karretje. Er zijn 3 plekken (putten) waar het leger gevonden is. Om ieder van deze plekken is een fraai uitziend gebouw opgetrokken zodat alles overdekt te bewonderen is. Op advies van de Lonely Planet bezoeken we de plekken in omgekeerde volgorde. Eerst een film over de krijgsheer Qin Shi Huan die het leger heeft laten maken (in 220 BC). Qin had op jonge leeftijd 6 andere koninkrijken binnen China veroverd en werd daarmee de eerste keizer van China. Zijn motief om het terracotta leger te maken is onbekend maar mogelijk wilde hij hulp in het hiernamaals vanwege de vele gesneuvelden door zijn hand. Na de film gaan we naar hal 3 waar 72 krijgers en paarden te vinden zijn. Het is de kleinste hal en de krijgers hier vormden het hoofdkwartier van de rest van het leger. De soldaten en paarden staan in de put waar je omheen kunt lopen. De put is 5 meter diep waardoor je de krijgers niet goed van dichtbij kunt zien. Gelukkig staan er op de borden omheen mooie foto's en uitleg. Het blijkt dat oorspronkelijk de figuren ook beschilderd waren (de kleuren zijn door de eeuwen heen vergaan) en dat geen van de duizenden figuren hetzelfde is! We wandelen door naar hal 2 die erg groot blijkt. De hal is 120 meter lang en bijna 100 meter breed. In deze hal staan wel 1300 krijgers en paarden. De hal is verdeeld in 4 vlakken voor 4 verschillende legereenheden namelijk infanterie, cavalerie, strijdwagens en boogschutters. Ook hier kun je alleen om de buitenrand lopen maar een aantal van de krijgers en de paarden staan hier in vitrines en kun je van dichtbij bekijken. De figuren zijn zeer gedetailleerd en de gezichtsuitdrukking is erg krijgshaftig. De kleuren zijn weg maar de aarde kleur die er nu is maakt de figuren niet minder echt. Kennelijk waren de chinezen in die tijd niet klein want de figuren zijn zeker net zo groot als ik (180 cm). Door naar hal 1, de allergrootste. Hier staan wel 6000 krijgers in. Het is een imposant geheel. Achteraan in de hal worden verschillende krijgers en paarden gerestaureerd want in de loop van de tijd zijn ook veel van de lemen figuren uit elkaar gevallen (een puzzel van wel miljoenen brokstukken). Tot slot is er nog een pand waar een tweetal bronzen strijdwagens met berijders staan. Ook dit is weer prachtig maar eerlijk gezegd spreekt de expositie van een chinese kunstenaar die inspiratie put uit het terracotta leger en prachtige paarden schildert me iets meer aan dan de bronzen figuren.
Na een lange dag met veel gewandel gaan we terug naar de bussen. Inmiddels valt er een druilerig regenbuitje. In het guesthouse gaan we ons bezinnen op onze volgende stop. China is toch wel erg leuk en waarschijnlijk gaan we ons visum verlengen want 30 dagen lijkt te kort. Maar eerst de volgende bestemming. We hebben even genoeg van de grote steden en willen de natuur in. Yunnan is een perfecte provincie daarvoor. Het grenst aan Tibet maar daar kunnen we nu helaas niet naar toe. We besluiten te vliegen naar Kunming (een treinrit van 3 dagen is iets te veel) en daarna door te reizen naar Shangri-la. Het guesthouse ligt in de middle of nowhere op 3200 meter hoogte. Heerlijk!
- comments