Profile
Blog
Photos
Videos
Howdy y'all!
6uur sochtends, wachtend op een vlucht naar Tasmanie, in de drukte van een Jetstar-gate op het vliegveld van Sydney...het ideale moment om een blogje te schrijven! Want we zijn inmiddels al weer bijna 5 weken onderweg, dus we moeten even wat belevenissen en vreemde ervaringen kwijt die we hier in Australie hebben opgedaan. Want soms zijn het een stel vreemde snuiters, die Ozzies, maar dat komt later wel.
Even een stukje chronologie en geografie (dan hebben we de harde feiten ook weer gehad): sinds de laatste blog zijn we via de kust van Victoria en een aantal schiereilanden naar Melbourne gereden, vanaf daar verder langs de kust naar Adelaide. Vanaf Adelaide recht naar het noorden door de Flinders Ranges, om vervolgens weer naar het oosten af te buigen, dwars door de outback en de Australian Alps richting Canberra en tenslotte Sydney waar we gisteren zijn aangekomen. Ons Apollootje ingeleverd na een ritje met 6.000km, en vannacht hebben we voor het eerst in 5 weken weer in een echt bed geslapen!
Maar zover waren we nog niet 4 weken geleden. Toen hadden we nog de hoop om walvissen te spotten. Na een gemiste kans in Jervis Bay moest het in Eden (uiterste Zuidoost-puntje van New South Wales) dan toch echt lukken. Immers, Eden was vroeger een Mekka voor walvisvaarders, inclusief uitzichttorens, een museum over getemde orka's die de walvissen opjagen en de hele rimram. En het is ook nog eens het migratie-seizoen! Uren hebben we dus naar dat water zitten staren, enthousiast over elk golfje dat omhoogkwam, maar nee hoor, enkel wat doodgewoon schuim. De walvissen hadden vast de andere bus genomen ofzo...vette pech voor Marijke en Mischa!
Dan maar van het landschap genieten (en de verse vis in de haven!), en dat was het absoluut waard! Honderden kilometers aan baaien, vaak helemaal verlaten, met duinen, groene heuvels erachter, soms met vredig grazende schaapjes en soms met woest woud op de bergen. Schitterend! En schitterend rustig...waar zijn de backpackers??? Al die hordes net-afgestudeerden die elk jaar naar Australie trekken? Blijkbaar zitten ze echt allemaal in Queensland van de tropische stranden te genieten, want in het zuiden vinden we ze niet. Of in ieder geval huren ze geen campers. Want bijna de enige reizigers die we tegenkomen zijn senioren, meestal Australiërs die met gigantische 4wds met enorme motorhomes hun eigen land aan het verkennen zijn. Altijd vrolijk, altijd in voor een praatje. Nou moeten we zeggen dat dat sowieso wel een goede eigenschap van de gemiddelde Australiër is: open, geïnteresseerd, behulpzaam, no-nonsense! Dus we nemen graag op de koop toe dat ze alles afkorten: veggies, mozzies, Tazzy, barbies, etc etc. Past ook wel bij hun attitude: waarom moeilijk doen als het ook simpel en relaxed kan? Na een tijdje zijn we ook gewend geraakt aan het eeuwige 'how are ya' of 'how's it goin?' (Hoef je eigenlijk helemaal geen antwoord op te geven, maar dat deden we in het begin dus wel). En ook het eeuwige 'no worries' dat te pas en te onpas wordt gebruikt leer je op den duur zelfs wel 'sort of' waarderen. Waar we wat minder aan kunnen wennen is het overdreven omgaan met waarschuwingen en verantwoordelijkheden/liabilities: je kunt geen zwembad inspringen zonder 6 bordjes gepasseerd te zijn met wat je niet mag, geen fiets opstappen zonder een half harnas aan te trekken en geen biertje drinken zonder te lezen welke boetes je allemaal kunt krijgen als je dronken bent. Schijnt allemaal een kwestie te zijn van het voorkomen van schadeclaims, beetje zoals in de VS. Begrijpelijk, maar irritant is het wel. Ook voor kleine bedrijfjes, die voor elke simpele dienst een waslijst aan diploma's en verzekeringen moet inslaan, en daarom sommige hele logische services maar laten zitten, omdat het qua kosten gewoon niet uitkan.
Maar genoeg over saaie onderwerpen, terug naar de wildlife. Want dat hebben we ondanks de gemiste walvissen genoeg gezien! Bijvoorbeeld in het prachtige Wilsons Promontory National Park, waar we een flinke dayhike door de bossen en over de stranden hebben gedaan. De wombats (een soort behaarde varkentjes, mét buidel) waren schattig, maar het zien van een paar slangen werd vooral door Marijke wat minder op prijs gesteld. Dit leidde ertoe dat een nachtelijk uitje naar de wc een grote uitdaging werd, en een zaklamp STRIKT noodzakelijk! Ook de verhalen over redback-spiders hielpen niet echt mee in het ontspannen door de bush lopen!
En waren we eerst nog opgewonden door het zien van een dode kangoeroe langs de kant van de weg (die zie je elke paar kilometer), in de afgelopen weken hebben we er honderden gezien, in alle soorten en maten. Met name langs de Great Ocean Road (ten westen van Melbourne), waar we niet alleen ademloos naar de 12 Apostles hebben gestaard (met honderden Japanners als gezelschap), maar ook konden genieten van tientallen kangoeroes: vrouwtjes met 'joeys' in hun buidel, en stoere sterke mannetjes die s avonds met elkaar op de vuist gingen. Bijzonder gezicht! Die Japanners kwamen we trouwens telkens weer tegen, maar alleen op de plekken waar veel mensen bij elkaar kwamen en je veel entree moest betalen...waar ze in de tussentijd bleven snappen we nog steeds niet. Bijvoorbeeld op Phillip Island, waar toeristen (wij inclusief) op een tribune aan het strand konden gaan zitten om te kijken naar mini-pinguïns, die elke avond ontzettend houterig vanuit de zee naar hun holletjes in de duinen waggelen. Toeristisch, maar stiekem wel ontzettend leuk om te zien! En dan zouden we nog bijna de koala's vergeten...ze schijnen twintig uur per dag te slapen, maar we zijn op Phillip Island getuige geweest van een soort paringsdans die weinig met slapen te maken had! (Straks even kijken of we het filmpje op de website kunnen krijgen).
En al dat wildife kijken en staren over kliffen en baaitjes en vuurtorens en watervallen maakt uiteraard dorstig en hongerig. (In deze blog gaat het altijd minimaal één keer over eten!). En met name met die dorst weten de Australiërs wel raad: werkelijk overal zijn we wijnboerderijen tegengekomen. Soms een enkele, soms hele clusters in wereldberoemde valleien, zoals de Barrossa-valley en Mournington-peninsula. Overal wijn, wijn, wijn (er is enorme overproductie van wijn in Australie). De ene vallei gespecialiseerd in Pinot Noir, de andere in Shiraz, en ga zo maar door. Dus proeven en nog eens proeven. En stiekem veel teveel wijn kopen. En je stiekem laten verleiden tot een veel te dure lunch op zo'n chique wijnboerderij, met op de achtergrond rollende heuvels met druivenranken. Nait slecht! En als we de wijn eens laten staan, dan zijn daar nog de stubbies en de pints: juist ja, bier! Ook daar lust een Ozzy wel pap van: van de overal verkrijgbare VBtjes, Tooheys of Carltons (nauwelijks Fosters, wat hier bekend staat als ultiem slecht bier) tot tientallen microbreweries met allerlei soorten ales, lagers en stouts.
Eten en drinken dus, zo zijn we onze dagen in Melbourne eigenlijk ook doorgekomen. Want eerlijk is eerlijk, heel veel historie of iconische gebouwen heeft 'Melbs' niet. OK, Flinders Station is bekend, de Rod Laver Arena (Australian Open) en Melbourne Cricket Ground een sportmekka (als je van dat rare spelletje houdt, net als alle Ozzies), maar voor ons was Melbourne toch vooral eten en drinken. Met als culinair hoogtepunt een lunch bij Hellenic Republic, één van de restaurants van George Colombaris, dat gezellige mannetje van Australia's Master Chef. Heel wat beter dan die eeuwige steak 'n kidney pies!Maar ook de cappu's, lattes en het pubfood was overal aanwezig en heerlijk, zoals op een avond dat we even met Wendy (ex-Golfbreker) gemeet hebben, die inmiddels alweer een aantal jaren in Melbourne woont. We begrijpen best waarom! Maar hoe leuk Melbourne ook was, stiekem vonden we Adelaide minstens zo leuk. Misschien omdat we er wat minder hoge verwachtingen van hadden, misschien omdat mensen uit Adelaide niet zo met hun stad te koop lopen, misschien omdat het kleiner is en er om het héle centrum een enorm park ligt: we vonden Adelaide superrelaxed.
Eigenlijk zijn we sowieso van geworden van South Australia. Leegte, droog landschap, rechte wegen, af en toe ineens een groene vallei zoals de Adelaide Hills (met ineens een kitscherig Duits dorpje, inclusief bratwurst, weissbier en koekoeksklokken) of de Barrossa. Maar vooral: de Outback! Want hoe warm het er ook was en hoeveel vliegen er ook zaten, die heeft toch wel ons hart gestolen en is toch wel het hoogtepunt van de reis: weidse vergezichten, kaarsrechte wegen die trille in de verte, dorre struiken, met emoes (een soort kleine struisvogels) ertussen en zwevende adelaars erboven, ,et de meest fantastische zonsondergangen, rode aarde, wildlife, minuscule dorpjes met 10huizen, een kerk, een pub/store en een grote watertank (100 inwoners was al een heel behoorlijk dorp) met een interessante, harde historie van pioniers en mijnbouw, van fortuin, maar ook vergane glorie, van gebrek aan water en veestations zo groot als half Nederland. Wat een overweldigende wereld. We vonden het echt jammer dat we geen 4wd bij ons hadden, want ten noorden van Flinders Range is bijna elke weg onverhard, en daar konden we met onze campervan zonder degelijke vering niet met goed fatsoen overheen (echt waar, we hebben het geprobeerd, wat duurt een kilometer dan lang!). Misschien iets voor een volgende reis!
En in die outback was Wilpena Pound een hoogtepunt op zich: een enorme krater omringd door stijle pieken met fantastische uitzichten vanaf de pieken(en een verrekte zware klim met ruim 35graden!). Rond Flinders zijn we ook voor het eerst geconfronteerd met een ander vreemd fenomeen: op een avond hadden we een klein sunset-tourtje geboekt met een ranger. Rustige, oudere man, vriendelijk, beschaafd. Maar op de terugweg onderging hij een enorme transformatie. Hij werd ineens een ware bunny-killer met zijn Jeep. 'Every bunny is 10points, 50 for two at once!', begon hij luidkeels te schreeuwen, terwijl hij zijn stuurde omgooide om niet óm, maar óver de schattige, huppelende konijntjes te rijden. Het klinkt allemaal wat minder gek dan het lijkt: toen konijnen door de Europeanen in Australie geïntroduceerd werden, bleken ze geen natuurlijke vijanden te hebben. En omdat konijnen een spreekwoordelijke eigenschap hebben, vormden ze binnen no-time een ware plaag, en zijn dat nu nog steeds. Ze eten al het gras op waar eigenlijk de wombats, possums kangoeroes en andere inheemse dieren van moeten eten. En daar zijn er nu dus eens stuk minder van. 'Death to the bunnies' dus. Maar voor ons Europeanen blijft het toch wel wennen...
Een stuk verderop in de Outback (over de grens met New South Wales) hebben we de Flying Doctors aan het werk gezien. Kennen jullie ze nog? Nee, ze zitten niet in Coopers Crossing zoals in de serie, maar o.a. in Broken Hill. En het drama in de serie lijkt veel op het drama in de praktijk. Deze helden zorgen ervoor dat het volk in de Outback medische verzorging krijgt, in een gebied bijna zo groot als Europa. Onvoorstelbaar! En onvoorstelbaar warm ook trouwens. In Broken Hill en Silverton (rara, wat hier nog steeds uit de grond opgegraven wordt?) kwam het kwik ruim boven de 40 uit. Gelukkig brak na een paar dagen een gigantische onweersbui los, en een heftige ook: inclusief een voorafgaande zandhoos (overal zat van dat fijne zand, drie dagen na die tijd knarste het brood nog tussen onze tanden!), met omgewaaide bomen en de hele rimram. Beetje anders dan die storm in Nederland, denken we!
Ook Mungo National Park was een absolute aanrader: een plek middenin de Outback, waar al 40.000 (of 50, of 60...) geleden mensen woonden: Mungo-man en Mungo-woman. De plek waar de oudste overblijfselen van mensen gevonden zijn buiten Afrika. Inclusief duidelijk zichtbare voetstappen. Dat is nog eens wat anders dan die 150jaar geschiedenis van 'Europees Australie'. En niet alleen menselijke overblijfselen: achteloos liet onze gids ons een fossiele eierschaal zien: 'van een mega-emu, circa 10.000jaar geleden uitgestorven', zo vertelde hij, voor hij de schaal weer terug in het zand gooide. Het ligt er immers vol mee...
Na al die Outback was het op zich toch wel een aangename afkoeling om in de zogenaamde Victorian Alps en Mt Kosciuzsko National Park te komen: de hoogste bergen van het hele platte Australie. Net echt, zouden we bijna willen zeggen: groene valleien zoals in Oostenrijk, met bochtige wegen en zelfs hier en daar een skidorp. Maar allemaal heeeel veel kleiner en lager. De hoogste berg op ruim 2.200meter (die we eigenlijk op wilden, maar met laaghangende wolken en windstoten van 90kmpu zonder beschutting hielden we het halverwege toch maar voor gezien!) en Thredbo als wintersportmekka met zo'n 50km piste: sorry, Australie, maar dat kunnen we in Europa toch ietsje beter. Maar wel mooi! We vonden met name de wandelingen in Mount Buffalo indrukkwekkend, tussen de metershoge granieten rotsen.
En toen waren we na twee weken outback en Alpen ineens weer in een stad. Nee, nog niet in Sydney, maar eerst nog even in de hoofdstad Canberra. Een vreemde stad, vonden we: een politiek centrum vol met 'national buildings': Capitol Hill, National Library, National Court, etc. Allemaal prachtig en protserig. Maar bij die overdaad verwacht je ook een echte stad. En dat was het niet...een winkelcentrum dat meer zou passen bij een gemiddeld provinciestadje. Geen drukte, weinig leven in de brouwerij En verder suburbs en nog eens suburbs. Een echte ambtenarenstad?? En een ultiem vreemde camping: pal aan een paardenracebaan en direct naast een soort plaatselijke EO-jongerendag. Eindelijk eens jongeren dus, maar wel met een missie! Wat we wel heel erg leuk vonden was het Australian Institute of Sports, een soort elitetrainingscentrum voor atleten, waaronder ook zwemmers. Vooral Michael Klim was een van de big names die hier het afgelopen decennium getraind heeft. Helaas waren ze nu niet aan het trainen, dus we konden geen huidige beroemde zwemmers spotten. Maar wát een faciliteiten!
En daar zijn we dus 5 weken later, ons rondje is rond. Gisteren zijn we al even Sydney in geweest, maar dat bewaren we voor later. Eerst maar overhoppen naar Tasmanie, het land van de Tasmanian Devil, van wildernis en een heftige geschiedenis. We hebben er zin in!
Iedereen bedankt voor het lezen en alle leuke reacties. Die waarderen we! De foto's volgen zsm!
Marijke en Mischa
- comments
Henriët Ow my! Wat héérlijk om te lezen! N wereldreis opzich in 1 land he? Super hoor! Vooral de verhalen over de flora&fauna triggeren mij om ooit in jullue voetsporen te treden, dus keep them coming!!! Liefs!
Amanda Met veel plezier lees ik iedere blog! En wat maken jullie veel dingen mee. Marijke, het kerstgeschenk is tot en met 2 maart te bestellen. Volgens jullie reisplan, en zonder extreme vertragingen, moet het lukken om nog iets te bestellen. Tot die tijd volop blijven genieten van alles wat jullie zien en meemaken!
Alice Geweldig, ik heb het papa weer voorgelezen! Hoe zou je outback vertalen? Ik zie de ruige natuur zo voor me! Mooi stuk tekst dit: Leegte, droog landschap, rechte wegen, af en toe ineens een groene vallei zoals de Adelaide Hills of de Barrossa. Maar vooral: de Outback! Want hoe warm het er ook was en hoeveel vliegen er ook zaten, die heeft toch wel ons hart gestolen en is toch wel het hoogtepunt van de reis: weidse vergezichten, kaarsrechte wegen die trillen in de verte, dorre struiken, met emoes (een soort kleine struisvogels) ertussen en zwevende adelaars erboven en met de meest fantastische zonsondergangen, rode aarde, wildlife en miniscule dorpjes... Prachtige tekst!! XXX
Riet Wat weer een prachtig verhaal. Jullie maken de reis van je leven!!! Kijk zeker uit naar het volgende blog. Blijf genieten daar.
piet en willie Mischa/Marijke ; Het was weer een geweldig verhaal, jullie maken volgens mij de reis van je leven. Geniet er van , en wanneer ik niets meer lees of hoor via deze weg fijne feest dagen