Profile
Blog
Photos
Videos
Het verhaal van de acht witte biggetjes
Er was eens een zeug, die sinds ze een maand oud was bij Ronald en Maël woonde. Bijna werd ze verkocht, omdat ze maar niet groeide. Gelukkig hielden haar eigenaars vol en tegen de verwachtingen in werd ze een flink uit de kluiten gewassen varken.
Op 2 december was ze voor de tweede keer loops (of hoe zeg je dat van een varken?) en bracht ze een bezoekje aan de mooiste beer van het dorp (helemaal de berg op en af, het arme beest. Gelukkig zijn er onderweg een riviertje en een aantal modderpoelen om in de gaan liggen). Het was meteen raak, en Ronald en Maël konden beginnen tellen. Een zeug bevalt na 114 dagen. Of drie maanden, drie weken en drie dagen. Of als februari tussen de maanden zit, er nog eens 2 dagen bij. Dus, na een snelle blik op de kalender, konden we 27 maart biggetjes verwachten.
Maar toen begonnen de dorpswijsheden boven te komen. "Die grote roze varkens (de meeste varkens in La Cascarilla zijn namelijk zwart) bevallen pas na vier maanden", zei de een. De eigenaar van de moeder van de zeug beweerde echter dat zíjn zeug consequent na drie maanden en 20 dagen beviel. Verwarring en ongerustheid als gevolg.
Zaterdag 23 maart. Ronald en Maël naar Jaén, terwijl Maximiliano en Carlos, de twee vaste werknemers, de dieren onder hun hoede hadden. Maar Maël was er niet gerust op. Ook al was de oude keuken omgetoverd tot een varkensstal, stond de zeug vast met een touw en had ze een oude stromatras gekregen om haar uitgezette lijf op te laten rusten, stél dat ze net die nacht zou bevallen en ze misschien hulp zou nodig hebben. Dus Maël met een late auto terug naar La Cascarilla. Aankomst om 19 uur in het dorp, het was al donker, maar gelukkig was het bijna volle maan. Werkkleren en laarzen aan, gehaaste zoektocht naar een zaklamp (dat heb je voor, eenmaal er elektriciteit is), brood en droge worst (hoe die ooit in een postpakket door de douane is geraakt, weet ik niet) in de rugzak en hop de berg af. Een wandeling die bij daglicht en droog weer 16 minuten duurt, maar bij maan- en zaklamplicht en in het regenseizoen al snel uitloopt tot een drievoud daarvan. Halverwege de weg ontspringt "El Molino", een waterbron die ons terrein van water voorziet. Een nobele taak, leve het water, maar niet bij nachte. Dan is water gevaarlijk, en zeker bronnen, zo zeggen de mensen in de dorp. Verhalen over sirenes en gouden eendjes en zo. Niet meteen betrouwbare informatie, maar Maël neemt toch naar het zekere voor het onzekere en springt wijselijk over het beekje heen.
20 uur, aankomst in de chacra. Maximiliano en Carlos zitten rustig avond te eten bij kaarslicht (hoe romantisch, ware het niet dat na een paar maanden kaarslicht het romantische er ver af is). "Hoe is het met de zeug?". "Ze is rustig, no pasa nada todavía". Toch maar een kijkje gaan nemen in de geïmproviseerde stal. Geen zeug te zien.
Probleempje. De zeug is weg. Touw losgekomen. En ons ander varken is ook nergens te bespeuren. Ontsnapt uit z'n kot. Stel dat de zeug weeën heeft gekregen en is gaan lopen (dat doen dieren blijkbaar, beginnen wandelen van de pijn, ga maar eens te zoeken), in gezelschap van ons ander varken. Mannelijke varkens (ook al zijn ze ontdaan van hun mannelijkheid) hebben de kwalijke gewoonte om kleine biggetjes op te eten. Stel. Ik wil er niet aan denken. Maximiliano en Carlos krijgen amper tijd hun bord leeg te eten en worden mee op zoektocht genomen. De koffieplantages, de weien, een stuk bos. Geen varkens te bespeuren. Om 22u geven we het op. Hopelijk is alles in orde met de zeug en duiken ze morgenvroeg weer op (ze hebben lang los gelopen, voor de zeug op bevallen stond). Maximiliano duikt nog even tussen de koffieplanten rond het huis. Por si acaso.
Geritsel. En geknor. En daar zijn de varkens! Wakker geschud uit hun schoonheidsslaapje, tussen de wortels van een boom op nog geen 20 meter van het huis. In het donker zoeken heeft zijn nadelen. Zelfs bij bijna volle maan.
Maandag 25 maart. Maël pas laat terug uit Jaén, Ronald was een vriend gaan helpen met onze gatenmachine. Maximiliano was er gelukkig om voor onze dieren te zorgen. Hij zou na de werkdag naar het dorp komen (alleen op het terrein overnachten is toch maar niks), Maël zorgde voor avondeten. Het werd 17 uur. En 18 uur. 18u30. En geen Maximiliano te zien. Maël gaat langs bij de terrein-buurman (hij komt langs ons campo-huis om naar zijn terrein te gaan) om te horen of hij iets wist van Maximiliano. "De zeug was onrustig. Maximiliano zei dat hij naar het dorp zou komen om dan met jullie terug naar beneden te gaan. Hoe, hij is niet gekomen? Dan is de zeug zeker aan het bevallen." Lalalalalaaa. Ronald uit z'n zetel krijgen (een dag met de gatenmachine werken, het vergt wat van een mens). "We moéten naar beneden. De zeug is aan het bevallen!". Werkkleren en laarzen aan. Zoektocht naar een zaklamp (deze keer bij de buren, want de onze liggen beneden). In het maanlicht en door de modder naar beneden. In gedachten: biggetjes!
Aankomst om het terrein. Othello begroet ons enthousiast. We roepen Maximiliano. Geen antwoord. De deur van zijn kamer zit op slot. En de zeug... ligt rustig te slapen. Vals alarm nummer twee. Ronald kan er niet echt mee lachen en kruipt meteen z'n bed in. Maël blijft voor de zekerheid nog even bij de zeug. En zal nog drie keer opstaan die nacht. Por si acaso. Het wordt dinsdag. Nog steeds geen biggetjes.
Woensdag 27 maart. De zeug is de hele dag onrustig. Staat bijna niet recht en puft en zucht zoals alleen een varken dat kan. Maël is er weer niet gerust op. Maar 's avonds wacht een theatervoorstelling in het dorp (en wanneer komt dat nog eens voor?), dus in de late namiddag laat ze Maximiliano achter op het terrein, met de belofte na voorstelling terug te komen (nachtwandelen is nu toch een gewoonte geworden). Op het moment dat ze aankomt in het dorp, stond Ronald op het punt om de berg af te dalen. Het was al laat, hij vermoedde dat het eindelijk zover was. Maar niet dus. Voor La Cascarilla een meer dan degelijke voorstelling (Inge, ge zou ons buitengegooid hebben in de academie, ach, in Peru zakken de normen nogal wat).
Net voor het einde vallen de eerste regendruppels op het golfplaten dak. Eerst zachtjes, dan steeds harder. In het nagesprek kunnen de toeschouwers elkaar nog nauwelijks verstaan. Ronald en Maël werpen elkaar een bezorgde blik toe. Ya fuimos. We wachten tot het stopt met regenen. Het stopt niet met regenen. Lopen dan toch naar huis. Het is 21u30. Ronald wil gaan slapen, terwijl Maël nog liever even wacht. Ze vallen in slaap in de zetel (wat je moet kunnen, want de zetel is niet erg breed). Hij trekt uiteindelijk toch naar bed. Zij blijft hopen dat het stopt met regenen. Middernacht. Vollemaan. Volgens de mensen in het dorp regent het door de maanwissel. Puede ser. Maar moet dat nu echt vannacht?
Het zal nog regenen tot het ochtendgloren. Om halfzes trekt Maël met regenkleren en laarzen naar beneden, ongerust. Wat als de zeug is bevallen?
Donderdag 28 maart. Witte donderdag. Een goede katholiek werkt niet vandaag. (Ook al zijn er weinig goede katholieken in het dorp, velen werken niet. Katholiek zal ik nooit worden. En al helemaal geen goede.) Maël haast zich door de plassen. Beneden lijkt alles rustig. Maximiliano is nog niet opgestaan. De zeug, arm varken. Ze puft en zucht en lijkt nog dikker dan de dag voordien. Ze kan niet alleen rechtstaan (en krijg een varken van 90 kg maar eens op haar poten). Wil niet eten. Is het dan toch voor vandaag? Maël stuurt Maximiliano naar het dorp met bericht voor Ronald. Dat hij Elisa vraagt om te komen helpen. Zij had een paar dagen ervoor nog een zeug gered die niet had kunnen bevallen, ze heeft de dode biggetjes een voor een uit de zeug gehaald (nieuws dat ons nog ongeruster had gemaakt, stel dat onze zeug ook niet kon bevallen!). En dat hij een spuit meebrengt om de weeën op gang te brengen (twee jaar op de boerderij en we zetten de spuiten zelf, of het nu om varkens of koeien of ezels gaat). Ronald komt, Elisa zou niet lang op zich laten wachten. Om beurten houden ze wacht bij de zeug. Zien hoe ze steeds meer puft en zucht en duwt. Het is half tien. Half elf. Ronald wordt ongeduldig. En als ze niet kan bevallen, zoals de zeug in het dorp? Van Elisa geen spoor. Hadden we de zeug maar naar het dorp gebracht, daar was hulp vlakbij! Ronald houdt het niet meer. Half twaalf. Zelf wil hij de berg niet op en af, Maël offert zich op. Minder dan een half uur naar boven (en een serieus rode kop). Elisa is thuis, goddank. Ze ging bijna vertrekken zei ze. Maël jaagt haar op. De zeug kan niet bevallen! Ze lopen de berg af, en dat terwijl Engels (spreek uit Angie of z'n Engels), het zevenjarig zoontje van Elisa, absoluut meewil. Elisa draagt hem door de ergste modder. De rest van de weg jagen ze hem voor hen uit. Komen rood aangelopen aan beneden.
Ronald komt de stal uit. Houdt zijn gezicht in de plooi. En lacht dan. Acht biggetjes! Er zijn acht biggetjes geboren! Nog geen kwartier nadat Maël vertrokken was. Gsm-ontvangst zou af en toe toch handig zijn. Toch een geluk dat Elisa er alsnog is. Ze helpt om de navelstrengen af te binden (elk biggetje heeft zijn eigen navelstreng, en die blijven allemaal vastzitten tot ook de placenta naar buiten komt). Kijkt snel de kleintjes na. Vier ventjes en vier vrouwtjes. Zeven roze en eentje pikzwart. Vechtend om een tepel (die voor de rest van hun zoogtijd van hen zal blijven - biggetjes wisselen niet van borst.) Wat zijn ze schattig. Maël vergeet bijna om Ronald de mantel uit te vegen. Door zijn ongeduld miste ze de bevalling! Maar gelukkig is het goed verlopen en zijn er acht mooie, lieve, schattige biggetjes op de wereld gekomen. (Dat lief zullen ze snel achterwege laten, nog geen twee dagen oud en vechten dat ze kunnen. In elkanders oor bijten! Over elkaar heen kruipen op zoek naar hun tepel! Een kopstoot aan wie te dicht bij staat!).
Witte donderdag. En we kunnen eindelijk met een gerust hart slapen. De zeug blijkt een goede moeder te zijn, die geen enkele nakomeling verpletterd door achteloos te gaan liggen. Krijst er een van de mormels (en krijsen dat kunnen ze, o ja), staat ze onmiddellijk recht om ze te hulp te schieten.
Na een paar dagen zijn de biggetjes al een pak levendiger. We kunnen er uren naar zitten kijken. (Het is tenminste witte donderdag en dan goede vrijdag, dus mogen we niet echt werken volgens de echte katholieken (zie dat Jezus niet meer verrijst!. Biggetjes kijken dan maar).
En hier horen natuurlijk foto's bij want ja, wie tot hier gelezen heeft wil beeld en liefst bewegend! Maar ik ben het fototoestel vergeten mee te nemen naar de stad, dus de upload zal voor een volgende keer zijn. Beeld het je ondertussen allemaal maar in. Esto es vida.
- comments
Katrijn Maël, klinkt allemaal fantastisch, jullie leven daar! Ontvangen jullie ook bezoekers? ;)