Profile
Blog
Photos
Videos
De laatste dag in Indonesie…
Na het verlaten van Flores zijn we ons visum gebeuren snel vergeten…
We zijn een beetje een ongeluksteam geworden met verbrandingen en kneuzingen…
Zowel Java als Sumatra hebben we in een sneltrein vaart gedaan…
We hebben in korte tijd nog erg veel mooie dingen gezien…
Jakarta is een vreselijke stad…
We hadden er echter een leuk verblijf bij een Indonesische familie…
24 uur per dag slapen en zitten op de grond is niet echt ons ding…
Slapen in de trein bleek ook niet echt een optie…
Yogjakarta bleek wel een erg leuke stad, we hadden er helaas weinig tijd…
De borobodur was indrukwekkend, evenals het landschap eromheen…
We genoten van traditionele Javanese dans…
We verbleven bij een Indonesische familie midden tussen de rijstvelden en de bergen…
In Java is nog erg veel te zien van de Nederlandse tijd…
Surabaya was een grote stad, maar had zo zijn charme…
De tocht naar de Bromo vulkaan was een geweldige verjaardag…
Vliegen in Indonesie is net zoals reizen, niks gaat op tijd en alles lijkt chaotisch…
Onze reis naar Pulau Weh bleek het echter wel waard…
Met duiken zagen we vele prachtige alen, vissen en devil rays…
Een duikresort aan het water, een klein dorpje, een prachtige baai, een plaatje…
Een hele lange (Letterlijk en figuurlijk) taxirit bracht ons uiteindelijk in Pukut Lawang…
Langs de rivier en tussen de jungle en de apen hadden wij een geweldige tijd…
We hebben genoten van een tweedaagse jungletocht…
We stonden oog in oog en hand in hand met de wilde oerang oetans…
We sliepen midden in de jungle, waarvan de geluiden ons lang bij zullen staan…
Terug in Pukit Lawang zijn we moe, maar voldaan…
Opnieuw verwonderen wij onszelf hoe snel de tijd kan gaan. Hoe 2 maanden Indonesie in een handomdraai voorbij zijn. Hoe snel je begint te denken dat de reis er bijna opzit en dat we over twee maanden in Nederland weer mogen genieten van de kou en moeten gaan geloven aan het echte leven. We proberen er nog maar niet teveel aan te denken, maar te genieten van iedere dag die we nog hebben. Want tja, tijd hebben we toch niet in de hand.
Wat we echter wel in onze hand hadden na mijn laatste verhaal was een geldig visum. Het kostte ons wat, maar dan heb je ook wat! Met een opgelucht hart genoten we nog een dagje aan het strand, deden we een snorkeltour waarbij er wel 10-20 dolfijnen om onze boot zwommen en waar we toch nog even genoten van Flores, achteraf een prachtig eiland! Misschien moet ik daarmee een beetje terug komen op mijn negativiteit. We hebben ook leuke en behulpzame mensen ontmoet op Flores. We hebben er prachtige natuur gezien (Misschien wel de mooiste in Indonesië!) en ondanks tegenslagen kijken we er toch maar weer mooi op terug en is alles goed gekomen.
Toch konden we niet wachten toen we ons visum hadden om de tickets te boeken naar Java. Het vliegveld op Maumere was wel grappig, een landingsbaan, een kleine wachtruime, een incheckbali met een houten tafel en stoel en alleen maar vliegtuigen die te laat komen. We waren toen al aardig aangepast aan de Indonesische gewoonten, je moet je er gewoon aan overgeven en erin meegaan…
Het vliegtuig bracht ons uiteindelijk in Kupang, de hoofdstad van West Timor. We bleven een nachtje en besloten met een brommertje de stad wat te verkennen. Nadat ik me flink met mijn kuit aan de knalpijp wist te verbanden hebben we toch nog eventjes genoten van een gezellig stadscentrum waar een hele straat vol eetkraampjes verse vis op een vers vuur voor ons bereide.
Ook de dag erna duurde het even, maar na een lange tussenstop in Denpasar (Jaja, we zijn nog even terug op Bali geweest) kwamen we dan toch aan in Jakarta. Fajar stond al op ons te wachten met een brede glimlach en bracht ons naar zijn huis. Fajar is een Indonesier die een relatie heeft met Petra (Vriendin van mij) ze zijn dol op elkaar en erg druk met het visum. Hij zal in Januari naar Nederland komen. Wil je Fajar beter leren kennen dan weet ik dat ze volgende week op televisie komen bij het programma "Alles wat je nodig hebt is een visum". Ik geloof op 21 September. Wij, als vrienden van Petra, waren uiteraard van harte uitgenodigd om bij zijn familie te overnachten en Fajar zou ons de omgeving wel laten zien. Een leuke ervaring om bij een Indonesische familie te verblijven. Een wijk is totaal anders gebouwd dan in Nederland. Iedereen woont in kleine huisjes en erg dicht bij de buren, enkel een klein paatje houdt de huizen gescheiden, deuren staan open en iedereen kent elkaar en loopt bij elkaar binnen. Uiteraard was iedereen ook erg nieuwsgierig naar ons en leek iedereen het erg leuk te vinden om buitenlanders in hun midden te hebben. De helft dacht dat ik Petra was, want als je blond bent lijk je toch allemaal op elkaar? Niemand, buiten Fajar dan, sprak Engels, maar iedereen probeert van alles duidelijk te maken en bieden je van alles aan.
Het leven is ook anders dan bij ons, maar dat hadden jullie waarschijnlijk al wel begrepen. Gemiddeld slaapt iedereen op de grond, eet iedereen op de grond en zit iedereen op de grond. Er is niet veel in huis, maar genoeg om een simpel huishouden te runnen en daar lijkt iedereen gelukkig mee. Wanneer Fajar zijn buren verteld dat wij in Nederland centrale gasleidingen hebben en allemaal een douche hebben waar uit een kraan warm en koud water komt, dan kijkt men ons verwonderlijk aan.
Ook zijn de huizen iets boven de grond gebouw, een trapje gaat naar iedere voordeur, want in het regenseizoen kan het zomaar zijn dat je tot je knieën in het water komt te staan…
Ook de stad Jakarta hoort bij de instelling van Indonesiërs en hun normen en waarden. De rivier die door Jakarta loopt die stinkt enorm, het lijkt wel een vuilnisbelt en als je door de straten loopt dan steekt iedereen het afval dat ze niet in de rivier gooien, gewoon in de fik, inclusief plastic flessen e.d. Dit gebeurde trouwens niet alleen in Jakarta. Jakarta kent vele kleine, vergelijkbare wijkjes waar veel mensen wonen. Op straat is het druk en mensen staan allemaal bijna bovenop elkaar te wachten op de bus. Het bussysteem is wel er goed geregeld en brengt je overal. Zo komen we de dag erop in Batavia stad, ooit door de Nederlanders gebouwd. Trots laat Fajar de Nederlandse overblijfselen zien. Naast een plein waar omheen 2 mooie museums, een postkantoor en een notaris kantoor staan (Tja, in verre verbeelding kan het iets van de dam weghebben) zijn de ("Nederlandse") gebouwen eromheen vervallen en de straten vies. Toch is er een sfeer op het plein met alle fietsen en alle hoedjes (Want die hoedjes die Maxima en de koningin dragen, die dragen wij allemaal toch?) wat je in je verbeelding iets dichter bij Nederland brengt, of in ieder geval bij de Nederlandse invloed die ooit is geweest in Jakarta.
Nederland heeft heel veel slechte dingen gedaan in Indonesie, vooral in Java, schandalig hoe ze met geweld alles over hebben genomen. Maar Nederland heeft ook mooie dingen gebouwd, geïnvesteerd en misschien zelfs mensen iets geleerd, dus niet alles is slecht.
Ook in Jakarta blijven mensen geïntrigeerd door Nederlanders, ofwel westerlingen. Het boeken van treintickets is voor ons een stuk aangenamer dan voor de normale bevolking. In plaats van in een lange rij voor het loket te staan worden we uitgenodigd in een ruimte bij de medewerkers en de directeur. Terwijl wij er vrolijk wat eten, drinken en een praatje maken, worden voor ons de tickets geboekt. Uiteraard moeten er wel een aantal foto's geschoten worden…
Ondanks dat Jakarta ons niet intrigeerden zijn we er toch twee nachten gebleven. We vonden het leuk om met Fajar op te trekken en omdat ook zijn familie van onze komst leek te genieten, vonden we het ongepast om meteen weer te vertrekken. En zo kwamen we de volgende dag nog bij de Nederlandse ambassade. We konden er geen klacht over ons visum kwijt, maar ze hadden er wel een HEMA café met kroketten! Ook werd er leuk Nederlands gesproken en ontmoetten we Fajar zijn lerares. Het was een aangename lunch.
Vervolgens bleek het in de winkelcentra wel ineens Westers. Gigantische, moderne winkelcentra, met veel verdiepingen en dure winkels zagen er van binnen heel anders uit dan wanneer je de straat op stapt. Het past niet, niet in Jakarta…
Die avond verlieten we dan toch Jakarta. We namen de nachttrein naar Yogjakarta. Business class, beter als tussen de kippen en op het dak. Gelukkig waren we al erg ingesteld op Indonesische begrippen dus zo bleek business class niet veel meer dan een trein in Nederland van 20 jaar geleden. Naast het gebrek aan beenruimte, de oncomfortabele banken en de warmte kregen we helaas ook gebrek aan slaap. Koen besloot op de grond te gaan liggen in een slaapzak, ik op de bank. En als je net een beetje in dut dan komen er gedurende een stop 100 indo's de trein in om je van alles en nog wat te verkopen. Dit gaat niet zonder lawaai en geweld, dus misschien als je jezelf het kunt inbeelden, heb je een idee hoe de nacht langzaam voorbij trok.
Om 06.00 kwamen we dan toch aan met rode oogjes, maar goede zin. Fajar was nog altijd bij ons en had geregeld dat een taxi voor de dag klaar stond. Dus hup, meteen verder. We begonnen de vroege ochtend aan de voet van een berg met ongeveer 300 treden, goede ochtend wandeling dus…
Yogjakarta zelf bleek een leuke stad. Schoon om te beginnen, maar daarnaast ook gezellig, minder druk, kleinere straatjes en mooie gebouwen. Veel van dit alles heeft men te danken aan de Sultan. Een leuk verhaal is de geschiedenis van de Nederlanders in Yogjakarta. Het is de eerste stad in Java die bezet is door de Nederlanders, maar niet op de gebruikelijke manier. De Nederlanders waren namelijk bang voor de sultan. De sultan wordt al jaren aanbid door de inwoners van Yogjakarta, zo ook in de tijd van de Nederlandse infiltratie. Toen de Nederlanders hun intreden maakte besloot de sultan zich op te sluiten in zijn paleis. Alle inwoners in Yogjakarta bleven trouw aan de sultan en verachtten de Nederlanders. De Nederlanders waren zo bang voor de invloed van de sultan dat ze besloten om hem met rust te laten. Gevolg is dat de sultan erg lang in zijn paleis heeft gezeten en misschien wel als een van de enigste in Indonesië, werd gerespecteerd door de Nederlanders.
Nog altijd kent Yogjakarta een sultan, en uiteraard een prachtig paleis. Na de verkeerde ingang te hebben genomen kwamen we uiteindelijk in het paleis. Uiteraard veel rijkdom, oude kledij, Nederlandse klokken en prachtig beeldhouwwerk. Maar het leukste in het paleis was het traditioneel dansen. De Javanese stijl is waarschijnlijk bij iedereen wel iets bekend, mooie dames gekleed in prachtige kleding met goud, roze, hoofdtoortsen en make up. Met achtergrond van traditionele muziek, voornamelijk bestaande uit voor ons onbekende percussie instrumenten, dansten de dames gedwee en vol gevoel. Na de dames de heer, gekleed in prachtige doeken en een masker op. Een soort krijgersdans vol passie. We genoten van de dans.
Met een toeristische rondrit sloten we snel Yogjakarta af (Na ons fiasco in Flores hadden we helaas geen tijd over om langer in Yogjakarta te blijven). Maar gelukkig hadden we wel de middag genomen voor de Borobodur. Voor veel van jullie waarschijnlijk iets bekends in de oren, de grootste boeddhistische tempel in de wereld, gebouwd ergens rondom de 8e eeuw en waarschijnlijk indrukwekkend voor een ieders oog. Opvallend tegen de voet van een berg, omringt door bergen, rijstvelden en regenwoud stond er een gedetailleerde, grote, hoge en vierkante tempel. Stiekem dacht ik eigenlijk dat hij groter zou zijn, maar desondanks viel het niet tegen… Het mooie van de Borobodur zijn de lagen en de betekenissen van die lagen, de graveringen die zijn gemaakt in de stenen. Iedere laag kent een gang met graveringen aan beiden kanten. Onderaan probeert men het aardse van de mens uit te beelden, de eenheid met de natuur. Langzaam omhoog maakt de mens zich meer los van de natuur, totdat men op de (Als ik me niet vergis) zevende laag los komt van de aarde en voorwerpen gaat gebruiken die onaards zijn en waarbij uiteraard ook geweld gepaard gaat. Het is prachtig hoe men dit alles al heeft afgebeeld in de 8e eeuw! Helemaal bovenop de Borobodur vindt je de bekende bijenkorven (Zoals ik ze er uit vind zien) met in iedere korf een boeddha die weg kijkt van de Borobodur, in de natuur, in de bergen. Ja, het is een indrukwekkende tempel, vooral gezien de leeftijd…
Onze dag eindigde in een dorpje bij familie van Fajar. Een klein dorpje midden in de natuur, tussen de bergen, rijstvelden en het boeren landschap. We sliepen bij de oom en tante van Fajar, die opnieuw weer vereerd leken met ons bezoek. Al snel was het hartstikke druk voor de deur en kregen we ontzettende veel handen, glimlachen en uitnodigingen voor diner. Nog even genoten we van traditioneel dansen door kinderen in het dorp (Een late viering van ramadan), maar toen wij er stonden leek het publiek meer geïnteresseerd in ons dan het dansen…
Het was opnieuw een leuke ervaring en de volgende ochtend gingen we met familie een wandeling langs het dorp maken. We stonden in de rijstvelden, keken rond op de boerderij (Die hier voornamelijk bestaat uit aubergines, courgettes, pepers, rijst en watermeloenen) en genoten van alles wat er om ons heen gebeurde, zoals 40 eenden die aan komen gerend om hun dagelijkse bad in het beekje te nemen (Eigenaar loopt met ze mee en ze luisteren gedwee).
Een heel vredig en mooi dorp en een goede afsluiting samen met Fajar. Terwijl wij de trein nemen naar Surabaya (Geen nachttrein dit keer) gaat hij terug naar Jakarta. De treinrit naar Surabaya was gelukkig niet zo lang en in de avond kwamen we aan en vonden gemakkelijk een hotel. Moe waren we wel (En Koen ditmaal wat ziekjes met een Java buikje) en zo sliepen we weer heerlijk in een bed om de volgende ochtend wakker te worden op mijn verjaardag! Die bestond voornamelijk uit uitslapen en een busrit naar Malang, een dorp vlakbij de Bromo vulkaan.
Het leukste in Indonesië zijn de homestays, een kleiner hotel beheert door een eigenaar die er zelf ook woont. Zo kwamen we in Malang terecht in een villa in een Nederlandse straat. Onderweg naar Malang zagen we veel Westerse invloeden, hele wijken met moderne huizen zoals wij ze kennen en waar ook flinke villa's staan, eigenlijk totaal in contrast met de rest van Indonesië.
Deze villa kende onder zo'n acht kamers en er was er eentje vrij voor ons. In het midden een binnen tuintje en een eigenaresse die Nederlands sprak en ons hielp met het boeken van de tour die nacht naar de Bromo. Ook Malang kent nog veel Nederlandse invloeden en in de hoofdstraat worden die Nederlandse grote, witte gebouwen mooi bijgehouden! In een Hollands restaurant uit het jaar 1930 eten wij die avond een heerlijk verjaardag diner om vervolgens bij tijd ons bedje in te duiken. Dat laatste mislukte een beetje, maar die nacht stonden wij toch om 01.00 op om in de auto te stappen naar de Bromo vulkaan. En zo begon Koen zijn verjaardag (En stiekem ook nog een beetje die van mij NL tijd) Stappen we naar buiten komen we een oude bekende uit Flores tegen. Lee, de Engelse reiziger waarmee we eerder een paar dagen rond hebben getrokken. Wat is de wereld dan toch weer klein... En leuk… En prachtig om zo je verjaardag te vieren!
Met onze slaperige hoofd in de auto, waarna er weinig van slapen terecht komt, maar meer van schudden op een hobbelige weg, totdat we tegen 03.30 aankomen in een dorpje aan de voet van een berg tegenover de vulkaan. Inmiddels aardig wakker stappen we over in een jeep om ons het steile stuk omhoog te brengen naar het uitkijkpunt over de vulkaan en het landschap eromheen. De Bromo vulkaan is niet de hoogste vulkaan in Indonesië en ook zeker niet de hoogste die wij hebben gezien. Wat de Bromo zo spectaculair maakt is het landschap eromheen, de hoge vulkaan op de achtergrond, het berglandschap en de vallei onder de vulkaan. Vanuit het uitkijkpunt zie je het allemaal. IJskoud in onze teenslippers (Gelukkig wel een gehuurde dikke jas aan) stonden we om 04.00 bovenop de berg te wachten tot de zon op zou komen tegen 05.30 uur. IJs koffie was lekker, maar ook een beetje koud… Koen druk met de camera, ik druk met rond springen. Ondanks de kou leek het wachten niet zolang te duren en was het wachten alles waard. Rond 05.30 begonnen er langzaam rode strepen aan de horizon te komen en kwam er langzaam wat licht in de duisternis die ons iets liet zien dat we nooit zullen vergeten. Links, waar de zon op kwam een berglandschap met mist en een opkomende zon, in het midden bergen, vulkanen waar de jaren lagen in hebben gevormd en vooral strepen en een patroon in de bergen door oud lava en vulkaanstof. In de vallei nog een dikke mist die langzaam op begint te lossen gedurende de zonsopgang, daar rechts van opnieuw bergen en opkomende mist. Foto's zeggen waarschijnlijk meer dan dit verhaal, maar misschien hebben jullie al een lichtelijke verbeelding gekregen.
Tegen 06.30 nadat we eigenlijk al voldaan waren, gingen we in de jeep naar beneden (Een erg ruige en vette weg langs en door de bergen), maakten onderweg nog wat foto's en kwamen uiteindelijk (Na het zien van een gestrande jeep) aan in de vallei onder de Bromo vulkaan. Een vallei die niet uit zand bestaat, maar uit vulkaan stof dat overal gaat zitten, maar geweldig om doorheen te crossen. Het was bovenop de berg even de vraag welke vulkaan nu de Bromo was, maar beneden komen we aan, aan de voet van de laagste vulkaan, een gigantische krater. De wandeling omhoog was een kleine tegenvaller in moeilijkheidsgraad en kwaliteit van het "aangelegde" pad, maar was een meevaller in uitzicht en doel. Aan de rand van de krater sta je dan, omlaag kijkend naar een kokende massa en links en rechts van je een diepe afgrond waar je liever niet invalt. Toch voor het gevaar kiezen en een stuk langs de krater lopen, omdat het gewoon zo indrukwekkend is. Zonder gebreken komen we weer beneden, waar de jeep ons terugbrengt naar de auto en de auto ons uiteindelijk weer terug brengt naar Malang. Ondanks onze moeheid gingen we toch nog even langs de Nederlandse katholieke kerk en voor Koen zijn verjaardag lunch naar de Mc Donalds J
Die middag vielen we lekker in slaap om pas rond 22.00 wakker te worden…
Volgende dag terug naar Surabaya, waar we die middag nog even de Nederlandse wijk in gingen (We liepen langs de nagemaakte "Amsterdamse" gracht) en uiteraard de Nederlandse Sampoerna fabriek. Sampoerna is het merk van Kretek hier, een sigaret gevuld met tabak en kruidnagel (Best lekker). Een Nederlands gebouw en een plek waar al die Nederlandse soldaten vast heel veel weg hebben zitten paffen… Een plek waar sigaretten nog met de hand worden gemaakt en een café waar ze een heerlijk diner verzorgde. Ondanks dat Surabaya een hele grote stad is geworden, had het die middag zo zijn charme…
Vanwege ons tijdsgebrek stonden wij de volgende middag op het vliegveld waar ons vliegtuig uiteraard te laat kwam, we vervolgens twee keer over moesten stappen en erg laat op de avond aan kwamen in Banda Ace, Sumatra. Banda Ace is de grootste moslim stad van Indonesië, het wordt gekenmerkt door een grote moskee, gebouwd door de Nederlanders uit respect voor de bevolking en de eerste moskee waarvan wij onder de indruk zijn! Veel tijd in Banda Ace hadden we echter niet, na een goede nacht namen we de volgende ochtend de boot naar Pulau Weh. Een eiland boven Sumatra. Noord Sumatra (Banda Ace en omgeving) staat tegenwoordig voornamelijk bekend vanwege de tsunami die er in 2004 vrijwel alles verwoestte. Door alle hulp van o.a. wij westerlingen hebben ze het echter weer mooi opgebouwd en veel zeggen zelfs dat het er economisch gezien beter op is geworden. Op sommige plekken zie je de schade nog, op het eiland Pulau Weh begint het koraal weer langzaam te groeien. Maar de verwoesting is toch overduidelijk. Noord Sumatra kent behoorlijk wat pech, pas in 2008 werd het onafhankelijk verklaard en hoefde het gebied niet zo belachelijk veel geld meer af te staan, in 2003 was er een gigantische modderstroom die honderden mensen doodden en veel verwoestte, in 2004 was de tsunami en ergens rond die tijd was er ook nog een aardbeving. Toch is het er mooi en lijkt men gelukkig.
Pulau Weh is eveneens een eiland op de wereld erfgoed lijst, het deed ons iets denken aan het tropisch regenwoud van de Daintree en Cape Tribulation in Australië. Een groen eiland, veel jungle, korte stranden en een prachtige kustlijn. Drie nachten bleven we in een klein dorpje wat voornamelijk bestond uit het duikresort met Nederlandse eigenaren, een prachtige baai, een handvol vissersboten, een handvol geiten en alleen maar vriendelijke mensen. Onze prachtige bungalow had een terras met hangmat en uitzicht over strand en zee. Het duiken moet een van het mooiste in Azië zijn en ja, het was mooi. Helaas was het koraal beschadigd, maar gelukkig groeien de fans snel en waren er vissen in overvloed. We deden in 3 dagen 5 duiken, zagen veel grote murray alen, devil rays, lion vissen, nemo's en zoveel, zoveel meer mooie dingen! Naast het duiken genoten we op ons balkon, genoten we een middag van een brommer, genoten we van heerlijk eten en waren we gewoon ontspannen. Een goede trip toch, wat hebben we toch een mooi leven!
Vanuit Pulau Weh in een keer door naar Pukit Lawang, de jungle van de Oerang Oetans, iets waar we al lang op wachtten! De taxi ging uiteraard weer niet zoals afgesproken, maar voor deze keer zal ik jullie de details besparen. Uiteindelijk bracht hij ons om 0.30 in Pukit Lawang (We vertrokken om 09.00 in de ochtend en men zei dat het 8 uur rijden zou zijn…?). Uitgeput vielen we in slaap om de volgende ochtend wakker te worden met apen geluiden, vogels en krekels. Uit de deur stappend kwamen we meteen in de jungle en schoof Sonny, later onze gids, aan bij het ontbijt.
Even was onze hoop de dag ervoor om nog naar lake Toba te gaan (Een gigantisch vulkanisch meer met een prachtig eiland, met jawel, een vulkaan in het midden) maar door het lange reizen de dag ervoor zagen we het niet zitten om na twee dagen weer te moeten reizen en kozen we ervoor om langer van Pukit Lawang te genieten en een tweedaagse jungle tour met Sonny te doen. Sonny, een dolenthousiaste gids en een grote grappenmaker wist ons snel te strikken.
Na ons ontbijt wisselden we toch van hotel en kwamen in een gezellige homestay aan de rivier, in het midden van Pukit Lawang. Het personeel was behulpzaam en overdreven vriendelijk, ze konden goed koken en hadden een flinke babbel, dus we zaten op de goede plek! Even ontspannen, Koen uiteraard even een slaapje en die middag onderweg naar de Oerang Oetans. Tweemaal daags is er een voeding en een kano brengt ons naar het national park. Een flinke klim omhoog brengt ons vervolgens naar het platform waar het altijd weer de vraag is of de wilde beesten komen. Maar al snel na het slaan met een stok komen er jawel, 4 rode apen in de verte aan geslingerd! Twee vrouwtjes en twee kleintjes.
Pukit Lawang is naast Borneo de enige plek op de wereld om Oerang Oetans in het wild te zien, veel van deze beesten zijn wel uitgezet nadat ze lang in gevangenschap hebben geleefd (Meestal als huisdier van een mens). Ze hebben zich in de jaren veelvoudig vermenigvuldigd en dat zorgt ervoor dat er in het national park ongeveer 900 leven.
Verlegen zijn ze niet en nadat de moeders een goede tros bananen in hun hand hebben, gaan ze lekker in de boom zitten om die toeristen eens uitgebreid te bekijken. En zo schieten 45 minuten voorbij met het bewonderen van elkaar en het feit dat je zo ontzettend dichtbij ze staat en dat jij net zo gefascineerd voor hun bent als zij voor jou! De tijd van het bewonderen vloog voorbij en vol enthousiasme droomden we die nacht van de tour waaraan we de volgende ochtend begonnen…
Uiteraard een kwartier te laat (Door onze schuld natuurlijk) ontmoetten we Sonny de volgende dag.
Na een gezellige babbel de jungle in! Lopen in een tropisch regenwoud is echter geen pretje, het is prachtig, uiteraard, maar het gaat gepaard met modder, wortels, muggen, lianen, afgronden, hellingen en zelfs nu ben ik nog opgelucht dat we alles zonder vallen hebben gehaald! We hebben de eerste dag bijna 8 uur gelopen (Met rust) een deel hiervan liepen we alleen met Sonny, onze gids, maar later sloten we ons aan bij 6 andere Nederlanders, 2 Duitsers, Thomas een andere gids en 2 dragers (Die puur meegaan voor het dragen van de maaltijden en kookspullen).
Sonny bleek een goede entertainer en zorgde meteen voor een bos muts voor ons beiden. Zingend door de jungle vonden we na een uurtje al onze eerste Oerang Oetan. Opnieuw met een kleintje nieuwsgierig hangend in een boom. Je zult in het verhaal merken dat het niet uitmaakt hoeveel dat je er ziet, keer op keer zijn ze fascinerend en blijven wij net zo enthousiast!
Na die eerste Oerang Oetan liepen we dieper de jungle in, zagen nog een tiental andere apen en deden al een paar gevaarlijke hellingen. De Jungle in Sumatra is prachtig, Sumatra is sowieso een stuk groener dan de andere eilanden in Indonesië. Het regent uiteraard ook veel meer, maar het geluk was aan onze zijde, want wij kregen geen regen deze dagen! De jungle bestaat uit veel lianen, een paar bamboe bomen, varens, rivieren en beekjes, bergen en heel veel gigantische bomen waaromheen andere bomen en lianen groeien en waarin veel oerang oetan nesten zijn te zien en er ook een paar in rond slingeren! Na twee uur wandelen vermengden wij ons met de groep onder de aanblik van een andere oerang oetan moeder met haar kleintje in de boom boven ons. Even nieuwsschierig en fotogeniek als alle anderen.
Daarna gaan we als groep verder en is het tempo gelukkig iets lager. Er wordt druk Nederlands geklept en Sonny blijft van alles vertellen over de jungle. Onderweg stoppen we verscheidene malen en er volgen flinke klimmen en dalen, maar we blijven om ons heen kijken in de prachtige jungle. Steeds dieper de jungle in komen we uiteraard geen andere toeristen meer tegen. Een tijdje later komen we echter wel Mina tegen… Mina is een oerang oetan die zelfs een eigen column in de lonely planet heeft gekregen. En geen positieve… Mina is een agressieve moeder aap die al 85 mensen heeft gebeten. Dus zo snel we Mina in een boom zien hangen haasten de gidsen zich naar voren om al ons overige proviand aan fruit uit de tas te halen. Mina is hier uiteraard blij mee en zolang ze eet is ze rustig en mogen wij foto's maken. Maar tegen de tijd dat ze bezig is aan haar laatste ananas moeten we toch vlug door, want ze is eerder al een goede achtervolger gebleken. Terwijl een van de dragers achterop blijft lopen (Thomas de gids wist niet hoe snel hij voorop moest lopen) lopen wij door en zie ik in mijn achterhoek Mina over de grond achter ons aan lopen. Het tempo dus iets omhoog en gedurende tien minuten krijgen we te horen door te lopen omdat Mina nog achter ons zit. Door het gooien van bananen houden we afstand en uiteindelijk geeft ze het ergens op…
Opnieuw een flinke klim met vervolgens een flinke afdaling, maar vervolgens een riviertje waar we erg blij mee waren! Een groot kenmerk van de jungle is dat de vochtigheidsgraad rond 14.00 rond de 100% kan zitten! Het is gewoon rond 26 graden, maar de benauwdheid is hoog en het zweet die dag liep langs onze nek en rug naar beneden… Maar zoals Sonny zei, dat heeft een reinigend effect!
Een laatste hele pittige en glibberige klim bracht ons omhoog waar we opnieuw een vrouwtje, Nikki, in de boom zien slingeren met haar kleintje. En toen gebeurde iets waar wij allen van dromen, maar wat je niet kunt voorstellen dat ook gebeurd. Terwijl wij een pauze houden op een boomstam en een slokje water nemen komt Nikki vrolijk aan geslingerd en loopt naar ons toe. Ze wilt mijn hand vast pakken, waar ik uiteraard even van schrik, dus vlug pakt ze die van de jongen naast mij. Samen lopen we naar de rest van de groep waar ze in het midden op de grond gaat zitten en ons allemaal aan begint te kijken. Ze begint nog een paar mensen handen te geven, er worden 100 foto's gemaakt waarop iedereen naast haar zit en rustig een arm om haar heen slaat en ze vindt het allemaal prima. Uiteindelijk heeft ze mijn arm te pakken en ik kan je vertellen dat de greep niet mis is! Nieuwsgierig kijkt ze me aan en gaat ze naast me op de boomstam zitten. En zo gaat het nog even door, totdat wij verder moeten lopen, want je mag een oerang oetan niet te lang bewonderen. Nikki heeft echter nog de hand van een ander meisje in de groep vast en is niet van plan om deze los te laten. Een paar honderd meter loopt ze met ons mee aan de hand (En haar kleintje op de rug) en uiteraard bepaalt zij het tempo. Even nog een paar foto's op de boomstam en dan moeten wij verder terwijl Nikki blijft zitten met haar hand om die van de groepsgenoot. Toen iedereen weg was hebben ze Nikki los gekregen met hulp van veel bananen, onze groepsgenoot vond al dat geknuffel echter maar eng…
Voor ons was het een ervaring om nooit te vergeten!
De laatste afdaling naar het kamp was de meest pittige. Vasthoudend aan boomwortels en achterste voren, haal ik heel diep adem wanneer we beneden zijn. Ons kamp bestond uit twee tenten met een open voorkant en een tent met een keuken bestaande uit een open vuur. Onder het kamp de rivier, waar wij binnen 5 minuten allemaal in liggen. En daar lig je dan in de rivier, midden in de jungle, ondanks andere mensen is het er rustig en als je, je ogen sluit hoor je de geluiden van de jungle om je heen. De maaltijd die ze voor ons bereidden op het vuurtje was heerlijk, gevarieerd en we waren meer dan voldaan! In het donker liepen we naar de rivier om bij elkaar te zitten, te nachtvissen en de vuurvliegjes uit de bergen omhoog te zien komen… Hierna nog een paar spelletjes om uiteindelijk uitgeput op ons oncomfortabele matje in slaap te vallen.
Volgende ochtend wakker met de jungle geluiden en een goed ontbijt. We gingen nog even zwemmen onder een waterval en in de rivier om vroeg in de middag terug te keren naar Pukit Lawang. Ditmaal niet met de voet, maar met de boot! Wat heerlijk was, gezien aanwezig spierpijn… De boot bestond uit vier aan elkaar geknoopte banden, waarin wij heel comfortabel lagen. Zingend terug over de rivier, afvragend wanneer ze dit in de Efteling gaan maken? Het heeft iets weg van de piranha, maar dan 100x mooier, ruiger en natter! Voor en achterop een begeleider met een stok die duidelijk wist wat er ging gebeuren en hoe de banden in koers te houden. Dus wij hoefden alleen te liggen, te gillen, te zingen en te genieten van de jungle die we om ons heen zagen en naast al het gillen de stilte en vrede van de jungle. Het duurde maar 45 minuten om terug te komen.
Eenmaal terug komen wij al snel tot de conclusie dat dit een hele goede afsluiter van Indonesië was…
Want ja, die middag en avond hangen we nog wat rond in het dorp, eten weer heerlijk en vallen 's avonds uitgeput in slaap. De volgende ochtend pakken we de spullen, waarna we met een taxi (Uiteraard niet de taxi die we besteld hadden) op het vliegveld komen en ons eerste vliegtuig in Indonesië pakken dat op tijd is! En zo zijn wij op dit moment begonnen aan een nieuw avontuur, Thailand…
- comments
Anne Hallo! Wat een vette ervaringen! Heel veel gedaan in korte tijd zo te lezen, uitgeput nu? Waar in Thailand zitten jullie? Die Oerang Oetans, hoe gaaf! Toen wij Indonesië verlieten hadden we al besloten een keer terug te gaan, maar nu ik dit lees over Java en Sumatra... Zeker! Die foto's op FB van de vulkaan met jullie verjaardagen geloof ik bijna nog steeds niet! Haha. Wij zijn nog in Australië, maar vliegen dinsdag naar Auckland. Om dan in 8 weken naar Christchurch te trekken. Heel veel zin in en hopelijk wordt het daar snel warmer, want er stond nu dat het 12graden in Auckland was... Geniet van Thailand en van jullie laatste twee maanden reizen! Maar dat komt wel goed lijkt me..
Eva Als ik jullie verhalen lees zie ik plaatjes in m'n hoofd. Maar hoe kun je straks nou toch in godsnaam een selectie maken voor een fotoboek.. Ik vond het al lastig na 3 maanden.. Wat een mooi/spannend oerang oetan verhaal!
Frans en Agnes Wat een geweldige ervaring moet dat geweest zijn om orang oetans in het wild te zien! We zien alweer uit naar jullie volgende blog over jullie avonturen in Thailand.