Cairns is toch een wat andere stad dan bijvoorbeeld Sydney of Melbourne, hoewel het duidelijk merkbare verschil wat lastig uit te leggen is. Over het algemeen zijn de mensen vriendelijk, maar er hangt een iets andere sfeer, vooral in de buitenwijk waar wij op de camping staan. Op de camping horen we elke dag politiesirenes loeien en mensen op straat kijken je wat argwanend aan. Soms voelen we ons een beetje ongemakkelijk als we in het donker door de buurt lopen. En dat is niet alleen omdat er hier krokodillen kunnen zitten. De dagen in Cairns brengen we daarom op de camping zelf door, of we nemen een retourtje bus naar de binnenstad. Ook Cairns heeft namelijk een zogenaamde "Lagoon", dit openbare zwembad net voor de kust is zelfs nog wat groter dan dat in Airlie Beach. Moet ook wel, want er zijn nergens strandjes waar je lekker aan zee kan liggen.
Het is voor het eerst dat we zo lang op één plek blijven, dus we maken het onszelf zo gemakkelijk mogelijk. Op de camping vermaken we ons bij het zwembad (met glijbaan!), of op de bank voor de tv met drie filmkanalen. Eindelijk doen we wat elke echte Australiër minstens één keer per week doet, we gaan aan de barbecue! Echt traditioneel Australisch eten is het natuurlijk niet geworden zo zonder vlees, maar het heeft ons zeker gesmaakt. Het bed in onze kamer is helaas keihard, maar verder hebben we het er goed naar ons zin. We kibbelen wat over wie er gaat afwassen en waar al het servies en bestek nu precies horen te staan. Het is bijna net alsof we weer thuis zijn. Misschien wel daardoor beseffen we dat we ons huisje in Amsterdam inmiddels best een beetje missen.
Natuurlijk liggen we niet elke dag voor pampus aan het zwembad of voor de tv. We wandelen door de stad en door het bos in het moerasgebied net buiten het centrum van Cairns (nog steeds geen krokodillen gezien).
Uiteraard gaan we ook een dagje snorkelen. Het kwallenseizoen is nog niet voorbij, dus mogen we weer strakke kekke pakjes aan. We varen helemaal naar het buitenste gedeelte van het reef, omdat daar het mooiste koraal schijnt te zitten. Ondanks de lange reistijd liggen we bijna drie uur in het water de vele vissen en het schitterende koraal te bewonderen.
Naast het Great Barrier Reef heeft Cairns nog enkele toeristische trekpleisters die we willen zien. Er loopt bijvoorbeeld een oude spoorlijn naar Kuranda, dwars door de bergen en regenwoud. Onderweg stopt het treintje bij de Barron Falls, een waterval die vooral in het regenseizoen erg indrukwekkend is, zo zien we op de informatieborden. In Kuranda wandelen we door het regenwoud, voor we in een soort kabelbaan stappen. Deze skyrail neemt ons mee over de boomkruinen van het tropisch regenwoud, een erg mooi ritje.
Na een kleine twee weken in Cairns trekken we deur van ons hutje voor de laatste keer achter ons dicht. Voor de ingang van de camping staat de taxi die ons naar het vliegveld gaat brengen al klaar. Volgende stop; Alice Springs!