Profile
Blog
Photos
Videos
Midden in de nacht, midden in het bos, werden we wakker door enorm geronk van een uit de kluiten gewassen motor in een klein autootje. Onvoorstelbaar veel moeite had het ons gekost om een plekje te vinden om de nacht door te brengen. Het is nogal dichtbevolkt in Fort Collins Colorado en de natuurgebieden zitten vol met vakantiehuisjes. Ze hebben alles flink dicht gespijkerd met regeltjes als: niet binnen een kwart mijl van de rivier kamperen of verderop niet binnen een kwart mijl van de weg. Niet handig als je in een kloof naast de rivier rijdt. En bij elk weggetje opzij stond: "niet kamperen" of "keep out", " no trespassing". Zodra we konden, en dat was pas na een hele tijd, sloegen we een zijdalletje in, waar het al niet veel beter was. Uiteindelijk eindigden we op een nogal ruig pad. Ik had al zo mijn bedenkingen toen ik de offroad wagens zag die achter op de aanhangers stonden. En ja, het was offroad, maar Gosje hield zich goed en we vonden, van het pad af, een plekje. Het werd donker en ik had niet gedacht dat er dan nog gebruik gemaakt zou worden van dat niet al te makkelijk pad. Maar het was een van de drukste weggetjes die je maar kan bedenken. Ten eerste zaten we al een beetje lacherig te kijken naar een personenauto die ook overduidelijk een slaapplekje zocht en onaangenaam verrast was door het feit dat wij daar al stonden. Naast de bestuurder zat, hoe herkenbaar, iemand die overduidelijk protesteerde over het feit dat de bestuurder het niet al te effen pad verder af wilde rijden. Ze keerden en reden terug. Niet lang daarna zagen we een lichtje verschijnen die langs ons ging en weer verdween om niet lang daarna terug te komen. Hoi zeiden wij, waarna een kort gesprek volgde, waarbij hij wilde weten of wij op dat plekje verderop wilden kamperen. Daarna liep hij weer naar beneden om zijn auto te halen. Het klonk niet helemaal oké toen hij de bocht en scherpe helling nam, en met zijn bodem de grond raakte, maar al gauw keerde de rust weer.
Die kort daarna weer verstoord werd, wij lagen ondertussen al achterin, door een auto die met een rij lampen op zijn dak van boven af kwam. De zeer vriendelijke bestuurder deed zijn pijnlijk felle lichten uit en zwaaide.
Half duttend werden we even later weer wakker omdat drie ronkende wagens naar beneden kwamen stuiteren. Waarna het voor die nacht voorbij leek te zijn met de verstoringen.
De wagen stond een tikkeltje schuin, dus erg diep heb ik niet geslapen. De auto die 's-morgens vroeg, het was nog donker, weer omhoog kwam wekte ons weer. Waarop we besloten dat het wel genoeg was.
Het leek me ook niet zo prettig me te moeten omkleden met allerlei langsrazende allterrain wagens.
Weer omlaag suizend langs de zigzaggende de weg, waarbij we meestal begeleid werden door een snelstromende rivier, werden we langzaam wat wakkerder. Ondanks dat de weg omzoomd werd door op elk geschikt plekje bebouwde grond, zagen we nog een overhollend eekhoorntje en een drietal bergschapen.
We kijken extra goed om ons heen, want hier in deze omgeving heeft Lambert, een broer van Theo, een jaar doorgebracht, de bofkont. Toen hij zeventien was heeft hij meegedaan met een studenten uitwisseling programma. Het is hier prachtig ruig, maar wel een beetje toeristisch, daar moeten we weer even aan wennen. Al maakt het het wel makkelijker om aan onze dagelijkse verslaving te voldoen. Een café is snel gevonden. Maar vooral om de blogs te verzenden en mail te bekijken natuurlijk.
Het loopt tegen negenen wanneer we ons bij het bezoekerscentrum van Rocky Mountain National Park melden. Volgens ons boek over de parken kun je daar een route door het park kopen. Bovendien heb ik me voorgenomen om nu om een junior parkboekje te vragen. Bij elk park kunnen kinderen die gratis krijgen en ik vind ze echt cool. Heb er spijt van dat ik ze niet meteen elke keer heb gevraagd, want de mevrouw aan de balie deed niet moeilijk toen ik zei dat ik in Nederland ook met kinderen in een nationaal park werk.
Na dagen over de uitgestrekte prairie te hebben gereden is het wel weer fijn om een dal in te rijden, waar je omringd door heerlijk geurende dennen, in de verte een U-vormig keten van bergen te zien krijgt. Wat me wel opvalt is dat ze om loofbosjes een hek hebben gezet, wat vraagtekens oproept. In file rijden we de route door het park. Eerst omhoog langs sappige grasvlakten met kleine poelen, waar volgens de beschrijving bevers voorkomen.
Hoger en hoger gaat de smalle drukke weg waar we soms moeite hebben om op leuke plekken te parkeren. Je kan merken dat het weekend is en de mensen vrij zijn.
Op de boomgrens maken we een wandeling van anderhalf uur over een richel waar een pad loopt die al eeuwen of langer, wie zal het zeggen, gebruikt wordt. Tussen de stenen gekleurd door korstmossen, groeien lage plantjes die boven hun polletjes tere bloemetjes hebben. Langs het pad zie ik twee pauwblauwe staande kelkjes en op meerdere plekken gele bloempjes, verschillend van vorm. Vreemd is een grote kei met kolkgaten, zo boven op de bergrug.
Het is maar goed dat we hier de mogelijkheid hebben gepakt om deze tocht te maken. Daarna zijn alle parkeerplaatsen bij trails bezet. Bij meerdere outlooks stoppen we. Chipmunks (wangzakeekhoorns) bedelen om eten, deze leuke gestreepte beestjes met een lange dunne staart hebben we in Amerika en Canada overal wel gezien in de natuurgebieden. Een zenuwachtig exemplaar propt zo snel het kan havervlokken in zijn wangzakken om daarna weg te flitsen.
Bij de volgende stop bij een lavaklif van schat ik zestig meter, kijken we een sappig groen dal in. Er schijnt een eland te lopen, volgens een stel met een verrekijker, maar wij zien alleen een bruin dotje wat beweegt.
Ook bij het bezoekerscentrum op de top, hoewel voorzien van een grote parkeerplaats, is geen plek voor ons, jammer want daar is uitleg over de toendravegetatie hier op deze hoogte. Noodgedwongen rijden we verder waar we stoppen op een outlook; bovenaan een stenige helling kijken we het dal in. Langs de weg aan de overkant van de parkeerplaats zit bovenop een berg puin een marmot voortdurend zijn alarmfluitje te roepen. Misschien is het de hond, een bobtail die aan de lijn zit, die hem schik aanjaagt. Maar het is een vertederend gezicht hoe hij daar, terwijl auto's langs hem rijden, iedereen waarschuwt voor gevaar. Die zal na zo'n druk weekend wel uitgeblust zijn.
We zakken weer af en het wordt weer rustiger aan deze kant van de berg bij de andere uitgang.
Door naaldbos van lange smalle Pinus, hevig aangetast door de kever, rijden we het dal in met zijn grasvelden en poeltjes. Hier loopt de Colorado rivier als een fris piepklein riviertje doorheen. We staan aan de oever van de Colorado, waar iemand aan het vissen is. Kan me niet voorstellen dat hier ook maar iets zit in dit kleine stroompje. We zien de blokhutten en tent iets verderop, van de historische site waar ooit een dude farm geweest is. Stedelingen konden hier vissen, jagen en paardrijden terwijl ze in tenten en kleine cabines overnachtten en aten in de eetkamer van de eigenaren die van oorsprong uit Duitsland kwamen. Er staat een houten kist waar het ijskoude water doorheen stroomt, hierin kon je op een plank bijvoorbeeld boter en melk zetten zodat het goed bleef.
Het is genoeg geweest vinden we, nog even een stop bij het bezoekerscentrum, wat niet veel voorstelt, en dan weer verder.
Een eind buiten het park zien we een Mexicaans restaurant, waar we Theo's verjaardag, enigszins verlaat, vieren. Bij een Mexicaan kun je goed vegetarisch eten.
Het is al schemerig als we de weg weer op gaan. Voorbij Hot Sulphur Springs duiken we een canyon in, beneden loopt water en iets hoger daarnaast ligt rails. Dat moet wel een prachtige rit zijn als je daar doorheen gaat. Op de helling staan stompjes bomen met rook erboven, verderop zie ik het fel branden. De weg voert omhoog de canyon weer uit en daar is het verbrande gebied nog duidelijker te zien. Aan de rand van het gebied liggen schietbanen, zouden die de oorzaak zijn, vraag ik me af? Wat me doet denken aan de vlaggenmasten bij alle visitor centra, waar al een paar dagen de vlaggen halfstok hangen, vraag me af of dat voor de omgekomen brandweerlieden is. We rijden die avond nog heel lang door, het gebied is dichtbevolkt en we willen even wat kilometers maken, voor we achter gigantische groeve een plekje bij een stuk grond vinden wat te koop wordt aangeboden. Het moet maar, betere plekken en campings zijn in het donker niet goed te vinden.
Hetty
- comments
hans gijsen Mooie foto zeg! Gr. Hans