Profile
Blog
Photos
Videos
Top Gear Roadtour Revisited
Vandaag is de dag dat we Jeremy en zijn vrienden een poepie gaan laten ruiken. We doen hun motor-tour van Hué naar Hoi An. Zij deden de tocht van ongeveer 250 km in de stortregen. Bij ons is het droog en wint de zon langzaam terrein.
We rijden door kleine dorpjes, langs prachtige gigantische kerkhoven in het weiland, langs beekjes, over twee bergpassen, door de stad en langs het strand.
Heel heel veel kinderen in schooluniform op de fiets die lachen als we langskomen en een high five willen geven. Wij groeten ze met Xin Chao en zij ons met Hello ;-)
Een bord vol garnalen en verse inktvis. We lunchen in de achtertuin van een restaurantje aan een meer met een wow-uitzicht en zon!!!! De voortuin ligt ongeveer ín zee.
Er zijn onderweg een paar interessante sights. De Elephant Springs was er een van maar jeetje wat is die lastig te vinden. Misschien doordat er geen olifanten zijn?
We moeten door! De tocht over highway 1 gaat langzaam omhoog. Het wordt fris of eigenlijk brr-koud. Maar het uitzicht is prachtig. Als we dalen zien we de kustlijn met grillige groene uitsteeksels en zand- of rotsbaaien; beetje raar maar het heeft wat weg van Porto Novo in Le Marche.
In de verte zien we Danang opdoemen. De derde stad van Vietnam na Ho Chi Minh en Hanoi. De Zuid-As is er niets bij en ze hebben ook een Erasmus-brug.
We maken een laatste stop bij Marble Mountains. Vijf bergen waar marmer wordt gehouwen. Eigenlijk een tourist trap maar we zien vooral locals. Er blijkt een 3 daags Boeddhistisch festival. Boeddhisme is de grootste godsdienst van Vietnam. Op elke straathoek is een tempel en zelfs op bomen zie je blikjes met wierookstokjes die worden gebruikt bij het bidden.
Ik slinger een bergtrap op en belandt in een grot met een tempeltje. Kruip-door sluip-door kom ik een volgend mini-grotje met een klein altaartje dat blauw staat van de wierook.
Op de markt rondom de bergen zijn we behalve de marmer verkopers ook allerlei eetstalletjes. Wij kopen een soort chewie rijstdeegkoekje gevuld met gehakte pinda's. Mmm.
Het begint te schemeren als we verder rijden. Het is spitsuur en de motorbikes komen overal vandaan. Ze rijden in tegengestelde richting, staan plotseling stil, scheuren ons toeterend voorbij. Gelukkig zit ik achterop bij mijn scooterheld. Hans begint er lol in te krijgen en doet lekker mee; hij toetert er lustig op los, haalt vrachtwagens in en laat best wat stoere locals achter zich.
Om klokslag half zes komen we aan in Hoi An's Sun Flower hotel waar we de trouwe Yamaha-motor ruilen voor onze koffers.
Op naar onze Hide Away homestay villa aan het strand in An Bang voor een paar dagen 'rust'! Het is zo'n geheim plekje dat onze taxi chauffeur 2x moet bellen om het te vinden. Letterlijk 'hide away' en dat is precies de bedoeling.
We hebben een zo-uit-een-woontijdschrift-kamer met een groot terras dat uitkijkt op zee. Een dubbele bedbank met matras en kussens maken het af. Op het tweede terras met palmbladdak staat een zitje waar we kunnen ontbijten. En een te groot bed met klamboe. Oh ja, en eindelijk weer een open air badkamer, joehoe!
We lopen in het donker over het strand naar wat restaurantjes. Lang leve de zaklamp in de iPhone! Met uitzicht op de donkere zee genieten we opnieuw van vers seafood. Nog even een drankje bij Soul Kitchen, de hipste tent aan zee voordat we rozig ons bed opzoeken.
Deze trip was letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van onze reis.
- comments
Marie-Jose Als je ooit niets te doen hebt kun je altijd nog gaan schrijven. Een (verborgen) talent !