Profile
Blog
Photos
Videos
robert op wereldreis
De meeste mensen komen naar Churchill vanwege de ijsberen. Maar als de beren zijn weggetrokken en de toeristen het stadje hebben verlaten is het noorden van Canada een prachtige plek om met een sledehond over het ijs te reizen. Het blijft er ijskoud, maar die kou voelt net even anders voor wie op het ijs kampeert en het noorderlicht boven zijn tent ziet. "Dit is wel voor de echte doorzetters."
door Robert Portier
"How Brandi, how." Zachtjes vloekend stapt Gerald van zijn slede af. "Naar links, zeg ik je toch." Met zijn arm wijst hij naar welke kant de slee moet. Brandi, fel blauwe ogen in een witte snuit, kijkt hem aan, aarzelt een paar seconden en slaat dan linksaf. De andere honden volgen zonder morren. "Goed zo, jongens. Goed zo." Meer aansporing hebben ze niet nodig. Met een flinke ruk komt de slee in beweging en zoeft verder over de ijskoude toendra.
De witte wereld van noordelijk Canada is een wildernis, geschreven met hoofdletters. IJs en sneeuw zover het oog reikt, worden afgewisseld met boreaal bos en uitgestrekte toendra. De temperatuur ligt tientallen graden onder nul en de wind heeft er vrij spel. Wie zich niet goed beschermt kan binnen een paar minuten last hebben van frostbite, ernstige bevriezingsverschijnselen. In de regio bivakkeren levensgevaarlijke ijsberen en ook wolven zijn er actief. Op de slee ligt daarom altijd een geweer klaar en die is niet alleen voor het afweren van gevaar: "Als we een karibou tegenkomen probeer ik hem neer te schieten; van het vlees kan ik een halve winter eten."
Gerald is musher, de man die de hondenslee leidt. Voortdurend kijkt hij naar zijn honden, moedigt ze aan of spreekt ze bestraffend toe als dat nodig is. Met zijn woeste grijze haar en dikke hangsnor is hij het prototype van de stoere buitenman. Hij draagt geen jas, desondanks lijkt de kou hem niet te deren. Al komt de dikke bontmuts niet van zijn hoofd. Vreemd genoeg past zijn stem absoluut niet bij zijn ruige outdoor-man uiterlijk. Wanneer Gerald tegen zijn husky's praat klinkt het of hij een kleuter toespreekt. Met een zachte, vriendelijke stem vraagt hij ze te luisteren. Hij verheft zijn stem pas als de honden niet weten wat ze moeten doen. De tien viervoeters luisteren naar Gerald, maar ook naar Brandi. Zij is de belangrijkste hond van het team en loopt voorop. Als Gerald de honden aanspoort harder te lopen bepaalt zij het tempo. Nog belangrijker is dat zij het spoor kiest en de richting. Brandi is wat Gerald een 'gee-how leidster' noemt. Ze begrijpt het verschil tussen 'gee' en 'how', rechts en links, en loopt op commando in de juiste richting. "How,Brandi, how."
Sledehonden zijn bijna mythische dieren. Trouwe viervoeters, onvermoeibaar en dienstbaar. Films met poolhonden vertellen zonder uitzondering het verhaal van voortrazende honden, voortdurend in de weer om hun baasjes door verschrikkelijke sneeuwstormen heen te helpen. Voor we op pad gaan wil Gerald dat beeld nuanceren. "Als je naar zo'n film kijkt lijkt het of die beesten non-stop aan het rennen zijn. Vergeet dat maar: Hollywood running, noemen we dat hier. In werkelijkheid moet je regelmatig even stoppen. Er is er namelijk altijd wel eentje die moet plassen of poepen." Dat betekent niet dat hondensleeën vooral stilstaan is. Tijdens races worden snelheden gehaald van 35 kilometer per uur. Voor de langere trips is een snelheid van 12 kilometer per uur normaal, een tempo dat de honden de hele dag kunnen volhouden.
Gerald Azure kwam zes jaar geleden voor het eerst naar Churchill en werd onmiddellijk verliefd op het dorpje. Hij woont met zijn vrouw in een huisje net buiten de stad, zonder stromend water, maar met een stevig en hoog hek rondom de tuin. "IJsberen zijn er nog altijd niet doorheen gebroken", lacht hij, "maar we hebben soms wel last van de wolven."
Hij werkt als monteur op het vliegveld, sorteert de post op het postkantoor en runt een bedrijfje dat toeristen rondrijdt in hondesleeën. Zonder opsmuk vertelt hij over het leven in het noorden. Over het harde werk, de hoge kosten, maar vooral over de voordelen van rust en ruimte en zijn liefde voor de natuur.
Gerald werd 44 jaar geleden in het hoge noorden geboren. Zijn ouders hadden dertig honden. Niet voor hun plezier, maar voor het vervoer. "In de winter hadden we de honden en in de zomer verplaatsten we ons in een kano." Toen hij naar 'de stad' (Churchill telt 900 inwoners) verhuisde begon Gerald voor de hobby met het houden van honden. Samen met een collega heeft hij er nu veertig. Elke dag voor Gerald aan het werk gaat voert hij ze. Collega Dave neemt de avondbeurt voor zijn rekening. "De dieren eten elk een kilo vlees per dag, plus een soort vissoep om ze beter te laten drinken", rekent hij voor. "Het kost me 1200 dollar per maand aan voer en 1500 dollar per maand om het stro voor de hokken hier naartoe te krijgen. Als een hond ziek wordt kost het me twee dagen reizen en minimaal 1000 dollar om het dier naar de dierenarts te krijgen." Om hun hobby te bekostigen rijden Gerald en Dave toeristen rond. De honden hebben een eigen bankrekening en ze verdienen zelf hun eten, onderdak en verzorging.
Vlak buiten de stad staan op een open plek in het bos veertig hondenhokken. Als we uit de auto stappen beginnen alle honden als een bezetene te janken. Sommige huilen als een wolf, anderen blaffen zich helemaal schor. Vlak buiten de stad staan op een open plek in het bos veertig houten hokken. Voor elk hok ligt een hond, aan de ketting gebonden. De cirkels in de sneeuw laat precies zien tot waar de ketting reikt. Zodra een hond zes maanden is gaat hij aan de ketting. Daar zit hij voor de rest van zijn leven aan vast. "Als ze vrij rondlopen worden ze langzamerhand wild. Ze gaan door de bossen rennen, vormen troepen, vangen hun eigen eten en binnen de kortste keren zijn de rollen omgekeerd en zijn zij de baas." De dieren weten wat het betekent als er iemand het terrein betreedt: eten of rennen. En voor beiden zijn ze te porren. Eentje springt voortdurend omhoog. Precies zo hoog als de ketting toestaat.
Vandaag worden tien honden aangelijnd. Brandi is de leidster, met naast zich Toby een leider in opleiding. Daarachter lopen de volgers: Savik en Ada. Veteraan Thunder loopt naast jonkie Riel en Badger en racer Eddy zijn voortdurend aan het kibbelen over dominantie.De broertjes Braveheart en Zaboo maakt het allemaal niets uit. Zonder morren luisteren ze naar de musher en ze rennen overal achteraan. De volgorde is precies bepaald en de honden lopen al jaren met elkaar. De training begint als een hond 6 maanden oud is, simpelweg door het dier te koppelen aan een ervaren soortgenoot. Maar het kan soms wel jaren duren voor een hond een plekje heeft gevonden in het juiste team.
Als we Joe Back's ridge verlaten gaat het bos over in een ijsvlakte. We rijden over het vastgevroren Warkworth lake en glijden met gemak over ijsheuvels heen. De honden blijven enthousiast rennen. De pauze na twee uur, bedoelt voor een drankje en een broodje, is aan hen niet besteed. Voortdurend jankend proberen ze het anker los te trekken, waarmee de slee in de sneeuw is vastgezet. Pas als ze weer rennen zijn ze stil en lijken ze in hun element. De stilte wordt alleen onderbroken door een aanmoediging van de musher en het geluid van de slee, die zich een pad door de sneeuw snijdt. We zien verse sporen van elanden, van een vos en van sneeuwhoenders. Voor een ijsbeer hoef ik niet bang te zijn. Die zitten kilometers verderop op het ijs, als het goed is tenminste.
We hebben vandaag geluk met het weer. De zon staat hoog aan de hemel, het is windstil en het is slechts min 18 graden. Zelfs voor een bezoeker uit Nederland is dat goed uit te houden. De normale temperatuur in februari is min 30, soms is het zelfs min 40. Door de ijskoude wind kan de gevoelstemperatuur oplopen tot een huiveringwekkende min 60. De extra dikke laarzen, die voor de rit worden uitgereikt komen vandaag goed van pas. Net als de extra dik gevoerde parka en de bontmuts. In deze regionen is bont geen mode-artikel, maar het beste middel tegen de snijdende kou. Desondanks zet ik het ding met gemengde gevoelens op. Mijn eigen muts met een kraagje van nepbont is bij lange na niet zo effectief. Na een eerste ritje van 40 minuten zijn mijn oorlellen bevroren. Het voelt alsof mijn oren zijn verbrand en ze zijn werkelijk vuurrood. Later vervellen ze ook nog eens. Nog dagen na mijn terugkeer heb ik er last van. Deze echte bontmuts is een stuk warmer. De gehele rit houd ik het ding op en geniet schuldbewust van de behaaglijke warmte. Later ontdek ik dat hij is gemaakt van runderleer en konijnenbont en niet van een zeehondenbaby.
"Ssst, nu even niet." De vriendelijke musher is opeens stil en op zijn hoede. Terwijl hij langzaam om zich heen kijkt neemt hij de bosrand goed in zich op. Gerustgesteld stopt hij de honden en wijst op de sporen die naast onze slede lopen. Het zijn verse sporen van twee volwassen mannetjeswolven, niet ouder dan een paar uur. Om zich heen kijkend waarschuwt Gerald dat ze waarschijnlijk nog in de buurt zijn. Met het geweer onder handbereik rijden we verder. De stilte nog nadrukkelijker dan voorheen. Later legt hij uit dat er nog nooit iemand is aangevallen door de wolven, maar dat vorig jaar wel één van zijn honden is opgegeten.
De meeste mensen beseffen niet hoe koud het kan zijn in het noorden. De meeste toeristen, die Gerald rondrijdt, houden het niet langer vol dan twintig minuten. Met liefde vertelt hij over de tochten die hij zelf maakt. Met een tent, plus een kachel in de slee kan hij soms dagen achtereen op pad zijn. Maar hij waarschuwt dat het niet slim is om dat met de gemiddelde toerist te doen. Vergeet niet dat het min 60 kan worden. Wie het eenmaal koud krijgt wordt niet meer warm, zelfs niet in die lading extra geïsoleerde kleren. En eenmaal onderweg is er geen weg terug. "Het is wel voor de echte doorzetters", zegt Gerald peinzend. En hij vervolgt onmiddelijk dromerig: „heerlijk in je eentje op het ijs, in een tentje bij de kachel terwijl buiten het noorderlicht schijnt. Dat is toch het mooiste wat er is." Even kijkt hij in het niets, verzonken in zijn eigen gedachten. Om dan weer snel op aarde terug te keren. "Mush, Brandi, mush. Sneller, Brandi, sneller. Goed zo meisje."
Tekst voor sidebars
Wat heb ik gedaan?
Een dag hondesleeën. De dag begint rond tien uur. Na een paar uur hebben we een pauze gehouden om iets te drinken en te eten. Zodra de zon onder is wordt het een stuk kouder. Neem daarom een extra trui of muts mee. Ook een paar extra grote wanten, die over de handschoenen worden gedragen, komen van pas. Tegen het vallen van de avond zijn we weer terug gegaan naar Churchill. Door de koude was het een vermoeiende bezigheid. Voor de echte avonturiers is het ook mogelijk om te overnachten. In de slee wordt een tent meegenomen, die onderweg wordt opgezet. Er is een kacheltje en er zijn extra dikke slaapzakken.
Een dagtocht kost 350 Canadese dollar (ongeveer 280 euro). Voor een rit van 40 minuten betaal je 90 dollar. Prijzen voor meerdaagse tochten zijn op aanvraag te verkrijgen. De tochten zijn de hele winter te maken, ook gedurende het ijsberenseizoen.
Wat trek je aan?
De kou kan ongelofelijk zijn en eenmaal op pad is terugkeren niet mogelijk. Thermo-ondergoed, een gewone broek plus een skibroek zijn voldoende voor de benen. Voor mijn bovenlichaam had ik thermo-ondergoed, een sweater, een winter fleece en een winterjas aan. Dat was ternauwernood voldoende. Toen de zon eenmaal weg was kreeg ik het flink koud.
Verder droeg ik: poollaarzen (met een vilten binnenlaars), handschoenen, daar overheen wanten, een sjaal, een buf om mijn neus en jukbeenderen te beschermen, een fleece muts en daarover een bontmuts. Het lijkt erg veel, maar het is geen overbodige luxe. Ik heb alle kleren nodig gehad. Toen de avond viel kreeg ik het toch koud. Het duurde zeker een uur en een paar koppen koffie voor ik was bekomen van de kou en het rillen over ging.
Hoe kom je er?
Churchill ligt in het midden van Canada. Het ligt aan de Hudsonbaai en heeft de noordelijkste haven van het land. Het dorp telt 900 inwoners en is wereldberoemd als de ijsberenhoofdstad van de wereld. In oktober en november struinen ze letterlijk door de straten van het dorpje. Ze wachten tot de Hudsonbaai is dichtgevroren en vertrekken dan over het ijs naar hun jachtgronden. Het is niet mogelijk om Churchill met de auto te bereiken, want er zijn geen wegen. Reizigers komen met de trein vannuit Winnipeg (duurt 2 nachten, tijdig reserveren voor een bed. Prijzen vanaf 600 dollar) of met het vliegtuig. De vlucht van 2 uur kost meer dan 1200 dollar.
Tour info
Wapusk Adventures and Blue sky expeditions
PO Box 845
Churchill
+1 204 6752001
http://www.churchillmb.ca
- comments