Profile
Blog
Photos
Videos
Waar waren we gebleven? Volgens mij hadden we jullie al veel verteld over onze avontuurlijke tocht langs de Yangtzee-River (of zoiets: ik gok meestal iets in de buurt van het woord Yahtzee, dan zit je bijna altijd goed). De Tiger Leaping Gorge is misschien wel de mooiste en indrukwekkendste wandeling die we ooit gemaakt hebben. Voor iedereen die nog twijfelt naar China op reis te gaan: dit is sowieso een goede reden. Je kent dan als nietig mensje weer even je plek tussen al het overheersende natuurgeweld.
Het was tijd om te verkassen. Vanuit het idyllische Jane's Hostel namen we een minibusje naar LiJiang. Voordat we jullie iets over deze maffe stad gaan vertellen, eerst even iets over het fenomeen 'minibus'. Minibusjes zijn busjes met ongeveer 8 plaatsen (met een beetje proppen ook wel 15, ja, we hebben ze gezien). Minibusjes hebben allemaal een maniakale chauffeur met bezoedelde witte sokken, die als een blije poedel je probeert voor zoveel mogelijk yuans naar de plaats van bestemming te brengen. Ritjes in een minibus zijn hobbelig, stoffig, krakend, piepend, heet en duren standaard te lang. Ik had zelf nog nooit van een slapende kont gehoord, maar we hadden er na tweeëneenhalf uur alle vier een. In minibusjes zitten per definitie een of twee rare Chinezen, die veel rochelen (vertederend gebruik hier) en bijna altijd een hoogst eigenaardige lichaamsgeur met zich meebrengen. Jullie begrijpen dat de tocht naar LiJiang bij voorbaat al een topavontuur was. Het tripje had ook twee grote voordelen; we reden binnendoor en zagen daarom de mooiste landschappen (oogstende boertjes inclusief Chinese hoed), dorpjes (fruitverkopers langs de weg, het is hier duidelijk aardbeienseizoen) en gekke voertuigen (veel karretjes met een knetterende, zwartrokende buitenboordmotor). Daarnaast zette de chauffeur ons ongeveer bij de deur van ons volgende hostel af.
'Ongeveer', is een gevaarlijk begrip in de grootste real-life doolhof van China. Het 'oude' en toeristische gedeelte van LiJiang (waarin ons hostel ligt) is een enorm oerwoud van steegjes, grachtjes, bruggetjes en trapjes. De Lonely Planet waarschuwde ons al voor verdwalingsgevaar. Wij: 'Haha, dat is alleen voor domme toeristen, niet voor academici als wij!' Waarop we prompt de weg volledig kwijt waren. Het duurde dan ook even voordat we ons hostel daadwerkelijk aantikten. 'Garden Inn' heette het, vanwege het knusse binnentuintje met bloemen, biljart (woei!) en onbeperkt gratis thee (heet water althans).
LiJiang bestaat dus uit twee delen. Het nieuwe, moderne deel (niks bijzonders te zien of beleven) en de 'authentieke', 'oude', 'traditionele' Old Town (fanatieke KHD-blog lezers herkennen waarschijnlijk de 'aanhalingstekens'). De Old Town heeft erg veel weg van de Efteling, en dan in de negatieve zin van het woord. Alle typisch Chinese huisjes lijken op de Pagode in de Efteling en er is niks ouds aan: de Chinese overheid heeft ze in de afgelopen decennia vakkundig uit de grond gestampt of herbouwd om van het plaatsje een toeristenmagneet te maken. En dat is gelukt. Een straatje in LiJiang is niks anders dan een lange rij winkeltjes. Letterlijk duizenden souveniersshops met exact hetzelfde spul. Het is nu nog voorseizoen en we konden al over de koppen lopen. Hoe moet dat in de zomer uitzien, mensen? Drommen Chinezen struinen de winkeltjes af om groene thee, Yak-hoorns, Chinese fluitjes, zilveren ringetjes of pingel-pongwritermuziek te scoren. We besloten voor één keer te zondigen en gooien alle shopremmen los. Met succes: een mini gouden jetser, een zachte Yak-sjaal, Chinese lampionnen en een opvouwbare houten fruitschaal (ja, dat bestaat!) in the pocket!
Na een te dure, maar smakelijke maaltijd belandden we in een rare Chinese kroeg met discolampen en boink-boinkmuziek op het centrale dorpsplein (goudvissen in de grachtjes, check!). We banen ons een weg over de drukke dansvloer en Karin waagt een soepel foxtrotje met een oude, dronken, maar aardige Chinees. We blijven het raar vinden dat je in de kroegen hier geen bar hebt om drank te bestellen: je moet dat bij een jongetje van de bediening vragen en dan aan een vaste tafel aan de rand van de dansvloer gaan zitten. We komen aan de praat met twee jongens uit Oost-China. We verstaan hun gebrekkige Engels maar nauwelijks en noemden ze Yes en No, omdat dit nog het meeste leek op de beginklank van hun naam. 'Beautiful!', roepen ze steeds en wijzen vervolgens met een blij hoofd op Tommy's Angels. De dames voelen zich gevleid. Niet veel later blijkt dat Yes en No het misschien toch niet zo op de dames gemunt hebben. De jongens waren samen op reis en vinden elkaar meer dan 'gewoon' vrienden. Tommy, die strak tussen Yes en No ingeklemd zit, zweet vanaf dat moment peentjes. Gelukkig springen niet lang daarna de zaallichten aan en de muziek valt stil. Afgelopen, de toko sluit heel decent om 0.00u. De meiden lachen, Tommy opgelucht dat we richting hostel gaan (maar toch nog een beetje ongerust omdat hij eerder die avond zijn visitekaartje had afgegeven). Yes en No hebben we overigens nooit meer gezien...
Op vrijdag de 11de huren we een fiets om het gekrioel in de Old Town te ontvluchten. Deze keer geen klein wrak zoals in Shangri-la , maar superstrakke mountainbikes die soepel remmen en waarvan zelfs het schakelsysteem naar behoren werkt! Hoezee! We zetten koers naar het dorpje Baisha, ongeveer een uur fietsen vanaf LiJiang. Tijdens zo'n tocht word je wel steeds weer met je neus op de feiten gedrukt dat je analfabeet bent: ook de bewegwijzering is volledig in het Chinees. Niet te begrijpen. Gelukkig kom je met handen en voeten een heel eind.
Voordat we in Baisha arriveren, maken we een tussenstop bij het Black Dragon Pool park, om de meest gemaakte foto in China ook zelf te maken. We moeten ongeveer een tientje entree betalen, wat voor Chinese begrippen belachelijk duur is. Rasechte Hollanders die we zijn, doen we dat dus niet. We rijden met onze fiets een rondje langs de grenzen van het park en vinden een geheime ingang (het hek is hier kapot) die de dorpsbewoners ook gebruiken. 0 euro entree: goeie deal, toch?
Wat we achter het hek zien, slaat alles. De meest gemaakte foto van China is die van een pagode aan een blauw meertje, met een Chinees bruggetje en uitzicht op een grote besneeuwde berg. Staat op de voorkant van bijna alle reisgidsen over China. Alle elementen voor deze foto zijn inderdaad aanwezig in het park, behalve: water! Het meertje is volledig uitgedroogd en ziet eruit als een woestijn. Beetje lullig om de foto der foto's te maken. Je kunt zelfs op de plek van het meer lopen (maar doe dit niet té enthousiast, want op sommige plekken zak je misschien net als Tommy tot je liezen in het drijfzand, word je uitgelachen door Chinezen aan de oever en loop je de de rest van de dag met zompige schoenen te soppen).
Baisha, ons fietsdoel, is een klein dorpje waar -in tegenstelling tot LiJiang- nog wel wat echte, oude Chinese cultuur te vinden is. Je ziet hier veel terug van de zogenoemde Naxi-cultuur. De Naxi's zijn een Chinees volk en je kunt ze herkennen aan hun donkerblauwe klederdracht en typisch Chinese jankmuziek (we worden verwelkomd door een Naxi-orkestje van 8 oude mannetjes die bij elkaar nog geen 15 tanden hebben). Opvallend in de Naxi-cultuur is dat de vrouwen veel macht hebben en ook zwaar lichamelijk werk verrichten (je ziet ze niet zelden werken in de bouw, op het land of sjouwen met loeizware manden).
Het absolute hoogtepunt van vandaag is toch wel 'the most admired man': dr. Ho. Dr. Ho is meer dan een karikatuur. Het kruidendoktertje is 90 jaar, heeft een Chinese witte sik, een beduimelde, viezige, witte doktersjas en hij ontvangt al tientallen jaren nieuwsgierige lieden van over de hele wereld. Dat laat hij ook trots aan ons zien. Zijn 'praktijk' is een levensgroot plakboek van visitekaartjes, foto's, krantenknipsels, certificaten, schriftjes met gastenreacties en kladblokken. Dr. Ho is beroemd, en dat zullen we weten. Beroemder nog dan mensen als JP Balkenende, Máxima, Chris Zeegers en andere BN'ers die zijn praktijk al voor ons bezochten (ook hun handtekeningen laat hij ons trots als een pauw zien). Dr. Ho geeft ons een kruidenthee ('no sugar, better than coffee') die het midden houdt tussen een kamillethee en een kopje waterig zand. We zullen er sterk door worden. Dr. Ho heeft een filosofie die ons wel aanstaat: 'happiness is the best medicine'. In combinatie met zijn kruidendrankjes is dit naar eigen zeggen sterker dan chemotherapie of enig ander chemisch geneesmiddel. Hij heeft er al velen volledig mee genezen. Als herboren verlaten we de praktijk van dr. Ho en fietsen drie keer zo snel terug naar LiJiang. Was het de wind in onze rug? De licht dalende weg? Of toch het toverdrankje van dr. Ho? Wie zal het zeggen?
Inmiddels is het zaterdag en we zitten vandaag de hele dag in de bus op weg naar Kunming, een van de grootste steden van China. Zo'n 11 uur durende busreis heeft ook wel weer wat. We zijn de enige vier westerlingen aan boord en beginnen zowaar te wennen aan het gegorgel, gespuug en geschraap der kelen. Onderweg stoppen we bij een soort van wegrestaurant, waar we binnen een kwartier een Chinese maaltijd mogen wegschransen. Een complete verrassing voor ons: maar blijkbaar zat dit bij ons kaartje inbegrepen. Waar voor je geld, daar zijn ze hier goed in. We hebben zelfs nog drie kwartier kunnen genieten van een gratis sauna, toen de bus om onduidelijke redenen op de vluchtstrook stond en de chauffeur aan het sleutelen was aan een overhitte motor. Niemand mocht uit de bus, maar het was wel 40 graden. Het zou een mooie titel voor een nieuw avontuur zijn: Suske en Wiske en de Zwetende Chinezen.
Kunming is onze laatste bestemming in de Provincie Yunnan. Maandag vliegen we naar Shanghai, waar we de boel nog een paar dagen op stelten mogen zetten. U hoort van ons!
Tommy
Uw blogger van dienst
- comments
Jolijn O, dat is weer eens anders, een verhaal van Tommy op het blog van Janneke. Prima! Jullie beleven heel wat, zien prachtige dingen. Ik kan niet wachten tot we nog meer verhalen horen. Don't worry, be happy!
Hans waar hebben we dat eerder gehoord?? Tommy die in het water stapt. Efteling?? Land van ooit?? En nu China.
Wouter Wat een prachtige belevenissen. Misschien moet ik toch ook nog maar een keer naar dat land toe. Veel plezier de laatste dagen, maak die kleine chineesjes niet te bang he.