Profile
Blog
Photos
Videos
Het is 7 augustus en na een dag met iets minder reizen nu weer een dag om het eiland te verkennen.
In de praktijk blijkt toch dat het erg lastig is om de uiteinden van het eiland te bezoeken. De doorgaande wegen bevinden zich rond en tussen de grote steden, maar zodra je daar vanaf gaat wordt het een stuk lastiger. Kreta is behoorlijk bergachtig waardoor menige pas en haarspeldbocht genomen moet worden. Verder zijn ook niet alle wegen echt goed. Het is opletten en er bij blijven voor menig gat of bult.
De meeste plaatsen op ons lijstje bevinden zich in het zuidwesten. Dus ook deze dag met water en wat kleins te eten die kant op. De bestemming ligt deze keer iets verder dan Spili, dus een dikke 150 km te gaan.
Op de lijst staan, even los van het genieten van de rit zelf, de Kourtaliotikloof, een Ottomaanse brug, het klooster Kato Preveli en Piso Preveli en wat we verder onderweg tegenkomen. Zie detail kaartje.
Om genoeg tijd te hebben hadden we gekozen voor een snelste maar landelijke route. Voor ons betekende dit eerst richting Hiraklion en vervolgens schuin afzakken naar het zuiden. Het zuid duidelijk anders ondanks dat op ons deel van het eiland ( midden) de afstand tussen noord en zuid relatief klein is. De temperatuur is echt hoger en kan zo'n 5gr plus schelen. Daarnaast is het ook zichtbaar droger. Vanwege de bergen, is het ook wat minder toegankelijk en zijn de stranden beperkt. Veelal in een kleine inham. Niet minder mooi trouwens.
De plaats waar de route begint is Koxare. Daar gaat het al snel omhoog en is het flink klimmen. De rotsen worden grimmiger en kaal en het is duidelijk dat dit de plek is waar de kloof zicht bevindt. Bij een uitkijk/fotopunt proberen we uit te stappen. Vanwege de enorm harde wind die door de kloof nog eens versterkt wordt, is het nauwelijks mogelijk de autodeuren onder controle te houden, laat staan je eigen verschoning. Het uitzicht is er zeker niet minder om. Wat een andere wereld ineens.
Ver beneden ons ligt de bedding van een beekje echter die is droog. Mmm jammer. We kunnen hier ook niet naar beneden, verderop zou dit wel mogelijk zijn.
Niets alles is altijd even handig of duidelijk aangegeven, dus het was even zoeken naar de afdalingsmogelijkheid. Een stenen boog gaf aan waar dit kon. Snel de auto lozen en naar beneden.
We hebben de treden niet geteld, maar het waren er genoeg. De weg terug werd met elke stap naar beneden een grotere uitdaging, maar de beloning was er niet minder om. Waar de beek eerst droog was, was daar nu overal water!
Vanuit alle hoek en gaten kwam water uit de bergen. De natuurlijke bronnen zorgde voor glashelder water, een waterval, oleanders en bomen vol vijgen. In een woord prachtig.
Naast het kerkje... ja er stond ook een kerkje, was het mogelijk om bij de beek te komen. Een Duitse familie was bezig af te dalen (met touwen) in de diepe kloof onder de waterval. Dit ging ons niet lukken, maar gelukkig kon je ook op andere plaatsen de beek bereiken.
Na het eten van wat vijgen, de foto momenten en het ontdekken van de kloof was het tijd om verder te gaan. Helaas moet ik haast zeggen.
De weg naar boven bleek een goede work-out te zijn, maar verder prima de toen.
Volgende stop was de Ottomaanse brug die op de route lag naar de twee kloosters. Erg mooi om te zien dat we met nog geen km en drie bochten uit de kloof waren met wederom mooie wijdse uitzichten hadden. Wat een afwisseling.
Net voor 1 van de kloosters lag de Ottomaanse brug. Best een leuk ding om te zien en op de foto heel wat. In werkelijkheid liep er een geasfalteerde weg, net voor de brug langs en stond er vlakbij een taverne om de bussen met toeristen aan een hapje en een drankje te helpen. Kortom het gehele plaatje was enigszins komisch. Op de foto lijkt het net of dat die brug ergens in het landschap staat. Fotobedrog :-).
Niet veel verder lag het eerste klooster. Nu is een klooster op zichzelf niet supperspannend, maar deze was zeker de moeite waard. De monikken uit de kloosters Kato en Piso Preveli hebben nl een belangrijke strijd geleverd in de eerste en tweede Wereldoorlog. De monniken hebben nl samen met het Australische leger een harde strijd geleverd tegen de Duitse bezetter en vele vluchtelingen via onderzeeërs laten ontsnappen richting Egypte. In een van de kloosters is hiervoor een klein museum ingericht en even verderop staat, met een prachtig uitzicht over de Libische zee, een modern monument.
Net naast het monument ligt Preveli Beach. De eerde genoemde beek mond hier uit in de zee. Het strand had vroeger prachtige palmen, echter zijn deze bij een brand in 2010 verloren gegaan. Wij zijn zelf niet gaan kijken maar hebben vanaf boven het strand zien liggen en genoten van het uitzicht. Idd een mooi plekje.
Onze laatste stop van de tour was de badplaats Plakias. We hebben in onze dagtrips veel geprobeerd om te eindigen op het strand. Ook deze keer is dat weer gelukt, echter zij we niet de zee in gegaan. De badplaats was niet echt gezellig en ook de harde wind vanuit de bergen maakte het onaangenaam om daar te blijven. Het was inmiddels alweer 18:00. Nog te vroeg voor avondeten en de terugreis.
Aangezien we toch over Rethimno terug moesten ontstond het idee om daar iets te gaan eten. Het was dan wat later en bij een eerder bezoek hadden we al het nodige gezien. Een uur later stond de auto op de bekende plek in de haven en liepen we weer door de gezellige kleine straatjes. Het restaurantje wat we gezien hadden werd ook gevonden, waarna we heerlijk hebben zitten smuller van de erg goed klaargemaakte zeebaars. Ja... het is behelpen ik weet het.
Voldaan van de dag waren we uiteindelijk om 24:00 thuis. Na ruim 95km even terug in het pikkedonker, kom ik even geen auto meer zien. Wel ons bedje!
- comments