Profile
Blog
Photos
Videos
Delhi, Dharamsala, Manali en Kasol
Bye bye Andaman Islands, hello "real" India. Zodra we voet aan land zetten in Port Blair, worden we verwelkomd door de geur van pis, stront, rottend afval en klotsende zweetoksels. Oftewel: de geur van India. Die geur was ik even vergeten toen ik met mijn luie witte reet op een supertropisch eiland zat. Oók India, maar net even anders. Net als Dharamsala, eigenlijk ook geen India, maar klein Tibet. Overal Tibetaanse vlaggetjes, een frisse berglucht, strakblauwe hemel, heel veel haviken en eindeloos veel monniken. En de temperatuur? 25 graden, superfijn dus. Vanaf Andaman naar Dharamsala gegaan, maar wel een nachtje in Delhi geslapen. Ook een hele ervaring. We kregen een kamer waar iemand het uur daarvoor nog in had gelegen en chips had gegeten en een kaars fijngestampt in stukjes. Op de grond allemaal peuken, plukken haar en lege zakjes chips. "Kun je het even schoonmaken?" Haha, hij schudde het laken even op en trapte die zakjes in de hoek. Ach, wat maakt het ook uit, en toen zijn we eigenlijk maar in dat bed gaan liggen. Ik wilde eerst niets aanraken, maar 's nachts werd ik wakker en bleek ik de muur met allerlei gore vlekken (You don't want to know!) te knuffelen en lag ik niet onder ons eigen laken, maar onder dat ranzige ding. De volgende dag veertien uur in de nachtbus naar Dharamsala gezeten. Die bus zou om vier uur komen, dat werd zes uur. Onderweg weer allerlei toestanden, dan stopten we gewoon midden op de snelweg (vijf banen naast elkaar) en dan gingen ze die bus repareren. Allerlei auto's scheurden langs, maar ook koeien, fietsers en weet ik het wat. We hadden een goede stunt uitgehaald, een kaartje voor de bus gekocht zonder airco (600 rupees) terwijl sommigen voor diezelfde bus veel meer betaalden. We zijn gewoon die luxe bus ingegaan en niemand heeft ooit iets gezegd, hihi. Die luxe bus, tja, de stoelen waren doorgezakt en vielen automatisch naar achter. Of opzij. Heel apart. En veel mopperende mensen die voor niets zoveel betaalden voor die airco, die was stuk, waarvoor we dus steeds moesten stoppen om het te repareren.
Nu zit ik op ons balkonnetje waar apen alles van je jatten en adelaars over je kop heen scheren. Het huis van de Dalai Lama is letterlijk om de hoek. Beneden zitten monniken te praten met westerlingen, Engelse les. De eerste dag werden we heel treurig hier, die Tibetanen, het is echt verschrikkelijk, hoor.Ik weet niet wat ik eraan kan doen, dus ik heb maar een Free Tibet T-shirt gekocht en van die dingen die je op je backpack kan naaien. Verder draaien ze allerleil films, bijvoorbeeld over hoe de regering van China Chinezen stuurt die de Tibetaanse vrouwen (moeten) verkrachten om het volk zo te mengen, zodat er uiteindelijk geen Tibetanen meer zijn. Het is vreselijk. Ook een film dat Chinezen een heel dorp afslachten en dat is dus stiekem gefilmd door Westerlingen die daar waren. Bruut!!!! En nu was er de aardbeving en bleef het angstvallig stil. Geen chinezen met high tec spullen om te helpen. Nee, alleen high tec wapens. Hier zie je dus heel veel Westerlingen hun karma zuiveren door met monniken of vluchtelingen te praten, soort van Engelse les. Ik denk dat ze er meer aan hebben als je hier langer zit en echt wat kunt betekenen. Nu kletsen ze de ene dag met die en de volgende dag weer met een ander. Ik heb niet de indruk dat ze het leuk vinden, ze moeten voortdurend op de foto. Een soort attractie. Maar nu moet ik zeggen dat ik ook regelmatig wordt gefotografeerd door Indiers. Doen ze net alsof ze van iets een foto maken en als je langsloopt, zeggen ze iets en als je dan kijkt, krijg je een flits in je smoel. Hoppaaaa! Ze doen dus eigenlijk het zelfde J.
Wist je dat bijna iedereen in India een mobiel heeft en slechts vijftig procent een wc? Ik trek tegenwoordig ook overal mijn broek naar beneden. Twee Engelse meiden waren net in India aangekomen en die zochten dus een toilet. Ik zei al: "Ga gewoon langs de kant van de weg, joh." Ze wilden per se een toilet, dus ik aan een lokale vrouw gevraagd en zij gebaarde ook naar een boom. Maar ja, in India pis je nooit alleen, mannen vrouwen, iedereen zat daar. Haha, die meiden wisten echt niet wat ze overkwam, net uit het westen aangekomen. En ik ze maar aanmoedigen. Ze waren ook zo verbaasd in de bus, want ze hadden om bepaalde stoelen gevraagd, voorin, ze kregen de laatste rij. Later kwamen we ze tegen in het guesthouse waar wij hadden ingecheckt. Stonden ze bijna te huilen aan de balie. Ze hadden via internet een reservering gemaakt. Hahaha, dat werkt hier echt niet! Dus dropen ze af, gedesillusioneerd en diep teleurgesteld, op zoek naar een ander guesthouse. Ook rook ik in ons guesthouse steeds poep. Volgens Mies zou ik een speurhond kunnen zijn, want ik heb een sterk ontwikkelde reuk. Uiteindelijk kwam Mies erachter wat er was, we hebben er een mooie foto van gemaakt. Langs ons raam liep open riolering, en op het kleine dakje lag het vol met schijt. Geen "je ruikt je bovenlip" dus!
De bedelaarskwestie: hier in Dharamsala is een groepje vrouwen dat met baby (verdoofd door de opium) bedelt. Het bizarre is dat ze eind van de dag hun vodden uittrekken - ja serieus - en gaan picknicken in hun gewone kleding. Die vodden zijn dus eigenlijk hun werkkleding. Zij verdienen soms in twee minuten twintig rupee, terwijl een ander daar een dag hard voor moet werken. Wat ik ook niet begrijp: de Kama Sutra, dat is India, je ziet het overal, van beelden tot boeken. Mar getrouwde mannen mogen hun vrouwen niet naakt zien, naakt is een zonde hier. Dus hup sari omhoog en stop 'm erin! Waar is die Kama Sutra dan eigenlijk voor? Of ben ik nou gek? Doen ze dan de olifant, de schommel of hoe heten die standjes ook alweer met kleren aan? Of is het iets uit de vorige eeuw of zo en doen ze er niets mee? Ik begrijp dus wel dat het niet zo gek is dat als je op bepaalde stranden zont, of in een hemdje loopt, talloze Indiers met open mond naar je staren. Soms staan ze met z'n allen om het handdoekje van een meisje dat ligt te zonnen (in een wel heel klein bikinietje J, of zelfs topless). Gewoon te staren. Dat begrijp ik dus wél, maar dat hele India begrijp ik denk ik voor geen meter. Misschien moet ik het ook niet proberen te begrijpen, maar het gewoon ervaren. Lijkt me beter, hihi. Nu zag ik vanochtend tijdens een wandelingetje naar Baksu (dorpje in de buurt van Dharamsala) een bergvrouw lopen, met zo'n grote ring door haar neus, prachtige bergkleding, op blote voeten met van die rinkelende enkelbanden eromheen, heel rechtop en trots. Ik was erdoor gefascineerd, wat een prachtige vrouw. En toen slikte ik even en dacht ik: wat een vet land, dat India, het blijft me verrassen (en ik wilde ook zo'n grote ring in mijn neus J). Kun jij er nog een touw aan vastknopen?!
Verder in Dharamsala naar een tempel geweest en aan de honderdenéén gebedsmolens gedraaid. Zo worden de gebeden de wereld ingestuurd. Honderd voor Tibet, en de reuzegebedsmolen voor mijn nicht en Ree gedraaid. Verder hingen overal posters van de aardbeving in Tibet. Vreselijk. China beweert dat er honderd doden zijn, het zijn er meer dan duizend. Geen journalisten, hulp, Rode Kruis,NGO's, ze mogen het land niet binnen. Werd er ook weer depressief van. Verder per ongeluk onbewust voor de poort van het huis van de Dalai Lama gepiest. Ik moest zó nodig! Later zag ik allerlei bewakers en drong het tot me door dat het het huis van de Dalai Lama was. Ik ben in elk geval blij dat die bewakers me niet hadden gezien, pfff. Zou je daar een straf of boete voor krijgen? 's Middags toen ik met mijn iPod op het kleine balkon zat (met het beste uitzicht ever over de vallei), sprong er opeens een aap voor mijn neus. Ik hoorde 'm door de muziek niet aankomen en viel bijna van mijn stoel van schrik. Daar schrok die aap weer van, beiden in paniek, en toen zat ik ingesloten. Die aap op twee cm afstand. Toen ik weg wilde glippen,wilde hij me bijten! Snel de kamer ingegaan, deur op slot en vervolgens staarde hij me door het raam aan. Toen heb ik het gordijn maar dichtgedaan. Ik en apen, het werkt niet, hoor. Mies was er overigens niet.
Na een week Dharamsala zijn we naar Manali gegaan waar we een Japans stel hebben ontmoet. Ons guesthouse zit tussen de koeien en lokale bevolking. Besneeuwde bergtoppen, zon en regen. Ik was al tijden op zoek naar een vriendin, zit alleen maar tussen de kerels, nu heb ik er een, alleen kan ze geen Engels. Dus ik praat maar gewoon tegen haar en dan glimlacht ze. Het is een heel mooi Japannertje. Ze heet Kayo en hij heet Yuki. Ook ging ik laatst bij hen douchen (wij hebben voor 150 rupee een kamer zonder badkamer, dus 2,50 euro!) en ze zag dat ik geen shampoo mee had genomen. Dat vond ze zo gek. Ik móest mijn haren wassen. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik dat niet elke dag deed, maar dat snapte ze niet. Toen werd er ergens een zakje shampoo vandaan gehaald en moest ik dat gebruiken. Daarna kwam ik dus met schoongewassen haar terug en wilde ze me knuffelen en ging ze aan mijn haar ruiken. Heel schattig. Maar even terug naar het verhaal: na zes dagen Manali hadden we genoeg van de regen en kou. Heb allerlei yakwollen kleding moeten kopen, van die sokken met tenen die je dan in slippers aankunt en zo. En sjaals en mutsen. We zaten trouwens wel te gek tussen de koeien. Echt van die ouderwetse boerderijen met families in traditionele bergkleding en vrouwen die met elkaar beadies roken op het plein, en ja, weer de ringen door de neus. Fantastisch. De huizen waren wel vijfhonderd jaar oud! Manali is overigens voor blowers een soort mekka. Daar moet je geweest zijn, zoiets. Het enige wat iedereen daar doet, ook de locals en vrouwen, is hasj roken. Het groeit ook overal, echt overal, zoals in Nederland gras groeit, groeit hier weed. Een oude Amerikaanse hippie die is blijven hangen vertelde dat ze het twintig jaar geleden allemaal nog gratis weggaven. Nu is het een business, beetje zoals de coffeeshops in Amsterdam. Met Dominique (die Duitser van het circus met die lange dreads, de witte Bob Marley noemen we hem) en de Japanners naar Kasol gegaan, drie uur richting het zuiden, waar het dus warmer is dan in Manali. Helaas was de weg naar Leh nog niet open (Ladakh), anders waren we richting het noorden gegaan, alleen was het daar op 6000 meter nóg kouder geweest. Kasol in het kort: een straat langs de Parvati rivier, in een vallei, waar voornamelijk Israeliers zitten (tachtig procent, er is zelfs een synagoge). De Israeliers reizen naar India nadat ze in het leger hebben gediend (meiden twee jaar, jongens drie jaar) en gaan dus een halfjaar (of langer) helemaal los. Lsd, roken eindeloos veel weed en luisteren de hele dag door naar goa trance. Allemaal van die gekleurde pakkies aan. Echt een commune, ze klitten ook alleen maar bij elkaar. Wij zijn dus nogal uitzonderlijk hier, omdat we met die Duitse rasta en die Japanners rondlopen. Het is een mooie mix! Vooral met Dominique ben ik dikke, dikke, dikke vrienden. We delen hetzelfde gevoel voor humor. Over een paar jaar gaan we met zijn allen naar Japan, een reunie.
Noord-India vind ik trouwens tien keer leuker dan het zuiden. Wat een verschil zeg! Ik kan nu niet meer zeggen: India, nooit meer. Het doet wat met je, dit land. Het heeft me tot op het bot ontroerd, geïrriteerd en geraakt. Ik heb zoveel van de wereld al gezien, maar de gevoelens die India oproep heb ik nergens ervaren. Het ene moment haatte ik het, het andere moment voelde ik het tegenovergestelde. Ik heb nog gedacht aan de Tamil die we in het begin van onze reis ontmoette in Kochin, die zei dat India je kon leren een simpel leven te leiden. Hij heeft gelijk. Dat is mijn les van India. Alle stress ben ik kwijt, ik ben wel heel erg moe en wat verzwakt (in de vier maanden India vier keer een Delhi belly gehad en antibiotica), maar alles in Nederland lijkt heel onbelangrijk. Zeiken als de trein te laat komt, waar heb je het over? Ga hier maar eens in een trein zitten. Of een bus. Douchen, in bad, hier doe je het met een klein emmertje water. Wat verspillen wij toch veel water. En energie. Ik ben zo gewend geraakt aan geen power, aan kaarslicht. Maar goed, ik weet inmiddels ook dat ik dat in Nederland weer razendsnel vergeet. Mies is trouwens is tot op zijn schedel kaal. Het ging mis met scheren, had-ie allemaal bliksemflitsen op zijn schedel,en nu is-ie dus echt kaal. Maar: het staat hem! Verder heel veel in de hangmat gelegen, dagen s***head gespeeld (een kaartspel) ben in een heel ontspannen modus, de dagen vliegen voorbij. Verder mis ik mijn vriendinnen, het is lang geleden dat ik met een vriendin heb kunnen kletsen (dus dat ze me verstaat en wat terugzegt). Toch zei Kayo toen we afscheid namen: "Glad meet Shanti." Toch wel drie woorden.
Nu dus in Bangkok: poeh poeh, dat is weer even andere koek. Dat vliegveld, wat schoon en mooi, en wat een schone wc's! Alles vond ik mooi. We namen de bus vanaf het vliegveld naar Koh San en die bus was ook alweer zo mooi. En alsof-ie over de weg gleed gewoon. En de stoelen zaten vast en de vloer was schoon, het was een prachtige bus, haha! En de weg was ook zo mooi, en geen vuilnis langs de kant. De vliegreis vanaf Delhi was vrij intens, we waren beiden ziek geworden in Delhi, in die ene nacht. Ik heb drie remmers moeten nemen, bijna het vliegveld gemist, omdat ik gewoon niet van de wc kon. Ja, ja, het is toch wat! Misschien is het nogal raar om dat op te schrijven, maar reizigers onder elkaar (in India)hebben dus allemaal dit probleem, en er wordt dus veel over gepraat, hihi. In het vliegtuig tussen alle Indiers gezeten die vakantie gingen vieren in Thailand. Het vliegtuig stopte en dan gaan ze allemaal duwen en over je heen klimmen. Die man klom gewoon over ons heen, om daarna in het gangpad vast te komen te staan (hij zat bij het raam). En duwen joh! Die gasten, wat een druktemakers. En dan zijn ze het vliegtuig uit, gaan ze in de slurf allemaal foto's maken en de boel ophouden. Waarom had je dan zo'n haast???? Het zal wel komen omdat ze moeten vechten voor een plekje op deze wereld of zo. En als je dan "Shanti, shanti" tegen ze zegt kijken ze je met open mond aan (Hindi voor relax, rustig, peace). Anyway, nu in Bangkok, ik ga (onder lichte dwang van Mies) op een Thaise kookcursus (hij hoopt dat ik een passie voor koken ontdek of toch een talent ontwikkel misschien?). Ook weer even acclimatiseren. Daarna gaan we niet naar Vietnam, maar naar Perhentian islands, oost Maleisie, omdat we daar vette, vette, vette verhalen over hebben gehoord. In juni kun je er snorkelen en duiken met walvishaaien, het is nu dus dé tijd om naar Oost Maleisie te gaan. Geen verkeer, geen motorbikes, alleen maar zand en hutjes aan het strand. Volgens velen nog mooier dan de Andaman Eilanden. Zin in!!!!
En geloof het of niet: ik mis India!
Shanti
- comments
knip Hahaha, weer genoten van je verhalen! Heerlijk! Ik ga 26 sept. naar Borneo 3 weken!ipv Costa Rica (volop regen dan daar) Misschien kunnen we meeten ????Zou te gek zijn!! Lieverd ik mis je! Dikke kus, binnenkort weer skypen? XX ook voor Mies!