Profile
Blog
Photos
Videos
Een paar uur rijden ten noorden van de stad Bandung ligt een hoogvlakte die doet denken aan de Cameron Highlands in Maleisië. Het is er zonnig en relatief koel, een goed klimaat voor kamerplanten, fruitsoorten en vooral voor thee. In de plaats Ciatak kopen we op een markt een paar 'mangostenen', vruchten met een donkerpaarse, bijna zwarte schil, die ook wordt gebruikt als batik-kleurstof en als traditioneel medicijn tegen reuma en kanker. Het witte vruchtvlees lijkt een beetje op dat van lychees.
De volgende stop is de plantage en fabriek van Walini Teh, omringd door mooie terrassen vol theeplanten die zijn gehuld in de mist. Onze lokale gids is niet erg goed te volgen, maar gelukkig hebben we het proces van selecteren, fermenteren, drogen, hakken en verpakken eerder gezien. De tachtig jaar oude Nederlandse machines worden nog steeds gebruikt en daarnaast bezit de fabriek een nieuwe Indiase productielijn. De gids vertelt dat Engelsen vaak aan het einde van de middag thee drinken en dat Japanners een theeceremonie hebben - dat heeft hij op internet gelezen.
Na een kopje thee wordt het tijd voor een bezoekje aan de spa van Ciatak, met verschillende ondiepe buitenbaden met water van een graad of veertig, dat rechtstreeks uit de vulkaan komt gesijpeld. Het water heeft een ph-waarde van 2,45 en is dus aan de zure kant. Wel lekker om in te badderen, maar je mag er niet te lang in vanwege de warmte. Bovendien begint het te onweren.
We lunchen bij de spa en rijden over binnenwegen terug naar Bandung. Op de grens van de stad bezoeken we muziekschool Udjo, die als doelstelling heeft om de cultuur van West-Java te conserveren en door te geven. Kinderen leren traditionele dansen en musiceren op de Angklung. De Angklung bestaat uit een frame van bamboe met daarin drie korte bamboe stokken die kunnen rammelen. Elke middag vertonen leerlingen en leraren hun vaardigheden, vooral aan de lokale vrouwen. Het aantal toeristen is net niet op één hand te tellen. Het optreden van de kinderen is heel bijzonder en gevarieerd. Wij krijgen ook les, het publiek leert in een kwartier om samen akkoorden te spelen op de Angklung. Na de muziekles danst iedereen met de leerlingen op de kleine vloer van de arena. Bijzonder om met vijftig Indonesiërs de polonaise te lopen!
In de buurt van ons hotel vlucht Tono een parkeerplaats op, om uit te wijken voor een horde bromfietsers met blauw-witte shirts en vlaggen. Hooligans van FC Bandung, dat net met 3-1 heeft gewonnen van FC Jakarta. Regelmatig treffen de supporters elkaar, en niet voor een verbaal dispuut, want er vallen doden bij. Aangezien onze Isuzu oranje is, de kleur van Jakarta, kunnen we beter even aan de kant.
In de lift van het Hyatt treffen we een Chinees die ons aanbiedt mee te gaan naar een goed restaurant, want de Chinees beneden heeft "hotel food" - hij zegt het vol afschuw en spuugt nog net niet op de grond. We zijn een beetje vermoeid van de drukke dag, dus slaan zijn vriendelijke aanbod af. Het 'hotel food' is overigens uitmuntend, vooral de 'sea food spring rolls' en de eend met pruimensaus. Het eten wordt muzikaal omlijst door de melodie van 'Wij houden van Oranje', eveneens overgoten met een Chinees sausje. De rekening bedraagt meer dan een miljoen en staat op naam van 'Mr Party Kessels' uit Hoofddorp.
- comments