Profile
Blog
Photos
Videos
We bezoeken vandaag de Salar de Uyuni, 's werelds grootste zoutmeer. Het water is op sommige plekken wel honderd meter diep en de zoutkorst varieert van vijf centimeter tot meer dan een meter. Overigens is vijf centimeter al genoeg om een beladen vrachtwagen te torsen, het zout wordt zo hard als steen. Ooit is hier zelfs het eerste vliegtuig naar Bolivia geland. Aan de rand van de zoutvlakte ligt nog wat regenwater van de afgelopen maanden. Hier wordt zout gewonnen door kleine piramides te maken van zoutsmurrie. Als een piramide is opgedroogd, wordt het zout in een truck geschept.
Met honderd kilometer per uur rijden we over de witte vlakte, die er precies zo uitziet als het ijs op het Baikalmeer. Onderweg maken we een paar idiote foto's, zoals elke toerist hier doet. We rijden vervolgens naar Isla Incahuasi, ooit een koraalrif in de binnenzee, maar nu een honderd meter hoog eiland van versteend koraal, vol cactussen. Sommige cactussen zijn negen meter hoog, terwijl ze ongeveer een centimeter per jaar groeien. Vanaf de top hebben we prachtig uitzicht over de Salar. Op de weg naar beneden zien we een paar viscaca's, konijnen met korte voorpootjes en een lange staart. Ze hoppen als een soort kangoeroe over de rotsen.
We hebben interessante gesprekken met Juan over het verleden en de toekomst van zijn mooie land. Bolivia is rijk aan gewilde grondstoffen als borax, lithium, zilver, olie en gas. Daarnaast heeft het land veel vruchtbare grond, geschikt voor quinoa, fruit, rijst en coca. Desondanks is het één van de armste landen van Zuid-Amerika. Volgens Juan is de oorzaak corruptie en kolonialisme. Een kleine stedelijke elite, van Spaanse komaf, heeft het goed voor elkaar. Daarnaast worden nog altijd grondstoffen weggehaald door buitenlandse bedrijven, zonder dat de gewone Boliviaan daarvan profiteert.
Huidige president Evo Morales probeert de situatie te veranderen door ondernemingen te nationaliseren, maar dat heeft uiteraard negatieve gevolgen voor de investeringen van buitenlandse bedrijven, terwijl die hard nodig zijn om de kennis en vaardigheden van de Bolivianen te ontwikkelen. Morales probeert ook de welvaart eerlijk te verdelen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Hij is daardoor vooral populair bij de oorspronkelijke bevolking, die tweederde van de populatie uitmaakt. Op elke muur van het land staan politieke teksten, bijna altijd pro-Morales. "Viva el primer presidente indigen" of "Evo hasta 2050". Dat laatste zou nog wel eens realiteit kunnen worden: Morales heeft nu zo'n grote meerderheid, dat hij vrij eenvoudig in de grondwet kan laten opnemen dat hij voor altijd El Presidente blijft. Als hij niet te veel op zijn oude makker Chavez gaat lijken, kan Bolivia een enorme sprong voorwaarts maken. We hopen het.
Lunch aan een klaptafeltje op het zout. Dit is de mooiste, of in ieder geval de meest bizarre plek waar we ooit hebben gegeten. We eten lama-schnitzel met quinoa, een graansoort die hier elke dag op tafel staat. Een glas Boliviaanse wijn erbij, erg lekker. Chauffeur Wilson kent een toepasselijk spreuk: "Si no tome vino, a que vino?" Als je geen wijn drinkt, waarom kom je dan? We leren ook te proosten in de lokale taal Kechua: "kanpaq ñokapaq mana konkanacunapaq", dat betekent letterlijk "voor jou, voor mij, dat wij ons niet vergeten". Mooi hè?
Na de lunch rijden we naar de oever van het meer. In de plaats Uyuni bekijken we nog even de 'begraafplaats van de treinen', waar zeker twintig antieke stoomtreinen staan weg te roesten. Dan gaan we naar hotel Le Petite Porte in Uyuni. Tijd om afscheid te nemen van Wilson en Juan. We gaan ze missen...
We lopen door Uyuni, op zoek naar een postkantoor. We komen er na een paar keer vragen achter dat het woord 'post' niets betekent in het Spaans. Op de weg terug bezoeken we het Museum van Uyuni, over de geschiedenis van de regio. Het museum is een klaslokaal groot maar bezit wel een gigantisch bot van een prehistorische reuzenbeer en een mummie. Tegenover het museum kopen we bij een echtpaar een paar edelstenen, waarvan ze ter plekke een sieraad maken met een soort zilverdraad, Alpaca genaamd. Terwijl de man aan het werk is, maken we een praatje. Hij komt oorspronkelijk uit Uruguay en was jaren een succesvolle 'system engineer'. Hij werkte onder andere voor de overheden van Canada en de VS, Google en Facebook. Toen hij er genoeg van had, koos hij radicaal voor zijn geluk en niet voor zijn portemonnee. Nu reist hij al twee jaar samen met zijn vrouw en zoon door Zuid-Amerika. Op de fiets reden ze Paraguay, Uruguay en Argentinië door, op zoek naar mooie stenen om te verkopen. Inspirerende mensen.
We dineren bij restaurant Loco, waar we de enige gasten zijn. Zodra de zon onder gaat, keldert de temperatuur. Het is inmiddels een graad of vijf in het restaurant en ik heb alleen een overhemd met korte mouwen aan. Yvonne vraagt aan de jongen die bedient of ik de trui met het Loco logo mag lenen van een etalagepop midden in het restaurant. Dat vindt hij geen goed idee, omdat de trui een beetje stoffig is. Ik mag zijn eigen jas aan. Muy simpatico!
- comments