Profile
Blog
Photos
Videos
Rond negen uur 's ochtends staan we met onze bagage bij de Hertz Car Rental in het centrum van Salta. Een kwartier later komt er een jong Nederlands stel binnen dat ook gisteren heeft gereserveerd, maar nu te horen krijgt dat er bij nader inzien toch geen auto beschikbaar is, omdat ze een half uur te laat zijn. Ze zijn boos en verdrietig, maar het meisje van Hertz geeft geen krimp. "Ik heb het zó gehad met dit land," klaagt de jongeman tegen zijn vriendin. We wensen ze veel succes.
Vandaag rijden we bijna tweehonderd kilometer vanaf Salta in zuidelijke richting, langs de uitlopers van het Andesgebergte dat Argentinië en Chili scheidt, naar de kleine plaats Cafayate - de Griekse Y spreek je overigens in dit geval uit als de tweede G van 'garage'.
Hoe dichter we de plaats van bestemming naderen, des te mooier wordt het landschap. De bergen aan weerszijden van de groene rivierbedding hebben alle mogelijke kleurschakeringen, van bloedrood tot spierwit en van donkerpaars tot lichtgeel. Bovendien is het gesteente de afgelopen tweehonderd miljoen jaar aardig opgetild, gekanteld en geërodeerd, waardoor het bizarre vormen heeft gekregen. We stoppen bij La Garganta del Diabolo (De Duivelskeel) en bij het Amfitheater, twee gigantische holtes in de steenlagen van zeker vijftig meter hoog - of diep, als je het vanaf de rand bekijkt. Er staan borden die oproepen om respect te tonen voor Pachamama (Moeder Aarde), wederom een teken dat we in het land van de Inca zijn.
Rond twee uur gaan we lunchen bij El Rancho aan het Plaza San Martin, het levendige centrale plein van Cafayate. Goed nieuws voor Richard: Ze hebben Cerveza Negra (bruin bier). Nog een verrassing is dat het biertje een fles van 970 centiliter blijkt te zijn. Richard en ik bestellen vrij saaie gerechten, maar Yvonne neemt Locro, een lokaal stoofpotje van maïs en vlees. Mijn salade van ui bestaat uit twee in ringen gesneden uien, dat is wel grappig.
In het postkantoor van het dorp halen we de wollen Inca-muts tevoorschijn die we voor Rob hebben gekocht, omdat zijn vorige exemplaar, dat we in 2013 hebben gekocht in Ecuador, verloren is gegaan op de Keulse Kerstmarkt. Helaas... de vriendelijke lokettist heeft niets om de muts in te stoppen. En overigens ook geen postzegels voor onze ansichtkaarten. Een postkantoor zonder postzegels en zonder enveloppen! We moeten dus zelf iets regelen dat als verpakking kan dienen. In een winkel bietsen we een zakje van bruin papier en bij een andere winkel een plakbandje. Dan is de muts klaar voor verzending. Nu maar hopen dat-ie aankomt, want Rob heeft vast koude oren in Canada.
Om de hoek van ons mooie Hotel Vicuña zit Bodega Nanni, een wijnmaker met een tuin en een kleine tentoonstelling. We slaan het educatieve deel over en gaan meteen proeven. Aan een houten tafel onder een soort treurwilg proberen we twee witte, een rosé en een rode. De rode wijn smaakt naar cassis zonder prik, maar de witte Torrontes Tardío is heerlijk. Tijdens het openlucht-diner op het sfeervolle dorpsplein bestellen we daarom een fles Torrontes, gemaakt van de lokale druif. Ondanks de sticker op het raam kunnen we niet met VISA betalen, wat vervelend is omdat elke keer pinnen - als dat al lukt - een slordige 5 EUR kost. Om een uur of elf lopen we toch tevreden terug naar het hotel.
- comments
Fred Wilken Hé Hidde, ik heb ook last van koude oren in Hoofddorp! Wie is Rob in Canada, familie of een studievriend? Hoor het wel. Ja, Richard en alle ABB-boys zijn gek op bruin bier en wat dat betreft heeft Heineken geen goede klant aan ons. Ik zal vanavond de groeten doen aan zijn tennisvriendjes uit de Dik Tromhal met de mededeling dat hij nog even wegblijft. Zullen blij mee zijn, haha.
Hidde Hi Fred! Toch maar geen muts dus : ) Rob is trouwens een makker van de studie, die naar Edmonton is geëmigreerd. Daar is het vaak belachelijk koud.