Profile
Blog
Photos
Videos
De chauffeur van trolleybus nummer 41 heeft een gulle bui. "This is on me," zegt hij als we een kaartje willen kopen. Sympathiek. We stappen uit bij het stadion van de Fudbalski Klub Partizan, tegenover het mausoleum ter ere van Josip Broz Tito, bijna veertig jaar staatshoofd van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. We bekijken zijn marmeren graftombe en wat tweedehands spullen, zoals zijn bureau. Er hangt ook een wereldkaart waaruit blijkt dat vrijwel elk land een afvaardiging stuurt naar Tito's begrafenis in mei 1980.
Ook tijdens zijn leven is Tito erg populair in het buitenland. Hij krijgt bijna honderd internationale onderscheidingen, waaronder ons eigen Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij krijgt ook leuke cadeautjes, zoals een paar kamelen van Moamar Khadaffi, een krokodil van Fidel Castro en olifanten van Indira Ghandi. Op het eiland Brujini vult hij er een privé safaripark mee. Tito wordt vooral bewonderd omdat hij als communist toch niet de zijde kiest van de Sovjet Unie, wat leidt tot een breuk. In 1949 schrijft hij aan Stalin: "Stop ermee mensen te sturen om mij te vermoorden. We hebben er al vijf gepakt, waarvan één met een bom en een andere met een geweer. [...] Als je niet stopt met het sturen van deze moordenaars, dan stuur ik er één naar Moskou. En dan hoef ik niet een tweede te sturen."
Op oude zwart-wit beelden staat Tito overal te lachen, meestal met een Cubaanse sigaar in zijn hoofd en een camera op zijn dikke buik. Hij is de gezelligste dictator van de twintigste eeuw. Maar schijn bedriegt. Terwijl hij andere wereldleiders op de schouders slaat, maakt zijn regime veel slachtoffers. De exacte aantallen kan ik niet goed vinden, maar de schattingen variëren tussen de honderdduizend en een half miljoen doden en tienduizenden politieke gevangenen.
Tijdens de rit terug met bus 41 zien we het voormalige Ministerie van Defensie, dat op onze trouwdag (7 mei 1999) is gebombardeerd. Op de plek van de ruïne komt een hotel van de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump, wat dit grimmige oorlogsmonument nóg treuriger maakt. Er zijn ook bommen gegooid bij het mausoleum van Tito, waar Slobodan Milosevic zijn intrek heeft genomen. De bombardementen zijn onderdeel van de NAVO-campagne met de naam Allied Force, die als doel heeft de agressie tegen de Albanezen in Kosovo te stoppen. In het centrum van Belgrado zien we T-shirts met het hoofd van Poetin en de tekst "Kosovo is Servisch". Die hebben zeker geen televisie.
Sinds de oorlog vertrekken elk jaar tienduizenden vooral jonge en hoog opgeleide mensen naar het buitenland, waardoor Servië na een klein Afrikaans land de hoogste uitstroom van kennis (brain drain) ter wereld heeft. Niet zo vreemd, aangezien twee op de vijf jongeren geen werk kan vinden. Misschien verklaart de economische situatie ook dat Servische vrouwen twee keer meer besteden aan uiterlijke verzorging dan gemiddeld in Europa. En dat terwijl het gemiddelde salaris ruim onder de 400 euro per maand ligt.
We huren twee prima mountainbikes bij ons hotel en rijden een flink stuk stroomopwaarts langs de rivier de Sava, die bij de citadel in de Donau uitmondt. In de buurt van het centrum is de oever van de Sava een smerige bende. Raderboten van meer dan een eeuw oud liggen schuin op de kade weg te roesten tussen een schrikbarende hoeveelheid zwerfvuil. Er liggen ook tientallen drijvende discotheken, die evenmin erg fraai zijn. We fietsen door naar het kunstmatige eiland Ada Ciganlija, met een schoon en kilometers lang kiezelstrand vol leuke paviljoens. Ik bestel een dubbele espresso bij Ibiza de Ada en krijg twee kopjes. Lekker.
Tegenover de citadel, aan de andere kant van de rivier, ligt de mooie Sava Centar Shopping Mall in de wijk Novi Beograd, de nieuwe stad. Veel winkels hebben Finalno Snizenje, oftewel de laatste ronde uitverkoop. We vinden helaas geen goede koopjes, maar wel een stuk vis en een stuk pizza. Er is ook een schietbaan in het winkelcentrum, waar je voor een paar euro een Uzi of een Kalasjnikov kunt leegschieten.
Reisgidsen beschrijven Belgrado als een onfraaie stad met een uitbundig uitgaansleven. Dat eerste zou je niet zeggen als je over de kinderhoofdjes loopt van de oude Skadarlija straat, in de mooie wijk Dorcól of door het Kalemegdan park rondom het Beogradska Tvrdava (fort). De stad heeft wel een ruwe kant, die een beetje doet denken aan Berlijn in de jaren negentig. Wat betreft het uitgaansleven: We hebben geen disco's geprobeerd, maar de restaurants en cafés zijn top. Hoogtepunten zijn café Blasnavac, waar we op het terras in een antieke koets een cocktail drinken, en het hippe Latijns-Amerikaanse restaurant Toro, gevestigd in een industrieel pand aan de Sava.
Belgrado kan een toeristische trekpleister worden, met een paar likjes verf en de heropening van paar behoorlijke musea. Verder niks meer aan doen. Behalve dan een goed functionerende rechtsstaat en wat economische groei. We spreken een Serviër die uitlegt dat het land volledig corrupt is en dat de bevolking te murw is geslagen om daar nog tegen te protesteren. "Do you know Pavlov?" vraagt hij. Ja, die kennen we wel...
- comments
richard kessels Toch maar terug naar Teheran ?