Profile
Blog
Photos
Videos
Dat ik het dagelijks bloggen niet zou kunnen volhouden is ondertussen al gebleken. Nieuw-Zeeland is te mooi en we willen er graag zo veel mogelijk van bezichtigen waardoor we aan een redelijk hoog tempo reizen en ik 's avonds zelden nog de fut heb om te bloggen. Om nog maar te zwijgen over het gebrek aan wifi als je aan't kamperen bent. Nu ik het toch heb over wat je mist als je kampeert: elektriciteit om batterijen (fototoestel!) op te laden (tenminste, als je niet elke nacht wil betalen voor een dure kampeerplaats met elektriciteit) en een warme douche! Na een tijdje geraak je ook daaraan gewend en was je je vanzelf in riviertjes (ja, zelfs helemaal naakt ;)), onder kleine watervalletjes en doe je al eens vaker een kattenwasje als er stromend water in de buurt is (openbare toiletten bv). Eén met de natuur, noemen ze dat J
Anyways, de dag erop, 10 februari, gaan we 'zwemmen' in Wanaka Lake (eigenlijk eerder een snelle duik en er weer uit wegens te koud water), doen we ons opnieuw te goed aan de luxury burgers (kunnen er echt niet aan weerstaan!) en rijden we door naar Queenstown, the place to be voor avonturiers en een niet te missen stadje in Nieuw-Zeeland volgens de locals.
Blijkt ook echt zo te zijn als we daar toekomen, een supergezellig stadje met hele leuke sfeer en veel kleurrijk en divers volk op de promenade aan het strand. Naast het feit dat er een strandje is (aan het meer Wakatipu) doet Queenstown mij vooral denken aan een skidorpje (wat het in de winter ook is) met zijn smalle steegjes, vele houten cafétjes en restaurantjes en misschien ook wel omdat er een grote ijsbar is (alles is gemaakt uit ijs, zelfs de stoelen waarop je zit) én een kabelbaan. Krijg er veel zin van om te skiën, maar aangezien het hier nu zomer is, no can do! Maaaaaaaaaaar, het is hier wel dé stad van de avontuurlijke sporten, we hoeven ze maar uit te kiezen, dus boeken we alvast een ochtendje paragliden. Aangezien we daarvoor op de beste weersomstandigheden proberen te gokken, kiezen we voor een ritje binnen 2 dagen, wat maakt dat we een dag hebben om naar Glenorchy (aka Gateway to paradise!) te rijden en daar een deel van de Routeburn Track (één van de Great Walks) te wandelen. Het wordt een zeer mooie, maar ook beetje natte wandeling (onze 1ste regen hier) die ons een goede indruk geeft van de feeërieke bossen waar de bodem, de wortels en de takken van de bomen volledig bedekt zijn met allerlei soorten mos in zoveel kleuren groen als je je maar kan bedenken, de grootste variëteit aan varens (soms gigantische bladeren!) en opvallend genoeg ook een gebrek aan dieren (hier en daar een klein pluizig vogeltje, dat wel). Dat laatste komt voornamelijk door de overvloed aan possums die alle inheemse vogels verorberen als maaltijd waardoor verschillende vogelsoorten hier met uitsterven bedreigd zijn. Het regenwoud staat hier dan ook vol met vallen voor deze beestjes en je bent als toerist 'verplicht' om een possum dood te rijden als je er eentje vlak voor je gehuurde auto de straat ziet oversteken om er net als de locals een 'road pizza' van te maken. Vroem vroem!
- comments