Profile
Blog
Photos
Videos
De driedaagse rafttocht over de Kali Gandaki blijkt slechts een keer per week te worden georganiseerd (het is hoogseizoen maar ze hebben 75% minder toeristen). We wilden niet wachten op volgende week en besloten om op het aanbod van Jittu (onze gids van gister) in te gaan om een auto met chauffeur te huren, om om 8 uur in Pokhara te kunnen zijn en direct aan te sluiten bij een groep. Hij regelde via zijn contactpersoon ook de rafttocht voor ons. Om 4 uur (s nachts) stond de auto klaar en om 7 uur waren we al in Pokhara (de toeristenbus deed er 5 uur over).
Omdat we heel veel geld voor het raften en deze autorit nodig hadden bezochten we in Chitwan en Pokhara vrijwel iedere pinautomaat, maar het zat niet mee: het pasje van Karin werd ineens nergens meer geaccepteerd en de mijne werd vaak 'beschadigd' genoemd of het apparaat vond dat mijn pincode incorrect was, terwijl ik die nog helemaal niet had ingetoetst. Vaak verscheen de melding dat ik maar een keer dag mocht pinnen. Uiteindelijk hadden we net genoeg geld om alles te betalen, maar gingen we met een verder lege portomonaie op stap. Achteraf bleek dat we behoorlijk teveel hebben betaald voor de rafttocht, en vast ook voor de taxirit. Met het argument 'geen benzine' kunnen ze de hoofdprijs voor een rit vragen. Of onze zo betrouwbare gids (vrijwilliger bij opbouw school in Gorka na aardbeving) ons heeft getild of dat hij zelf niet beter wist, blijft onduidelijk. Maar dat we in een theehuisje aan een man heel veel geld moesten overhandigen ipv gewoon bij het reisbureautje van het raften, is natuurlijk erg vaag. Maar we hadden het raften niet willen missen!
Om 8.30 vertrokken we met 10 Amerikanen, Engelsen, Israëliërs en een Zuid Koreaan in een knalrode bus naar Baglung, twee uur ten westen van Pokhara. We bliezen daar twee rafts op en een 'vrachtraft' waar de twee imperialen van de bus op werden gemonteerd en alle bagage (tenten, matjes, eten, etc) op werd bevestigd. Het is een enorm geoliede organisatie: de drie kanoërs die ons moesten opvissen als we uit de raft zouden vallen, waren ook de koks samen met de roeier van de vrachtraft. Iedereen had een vaste taak en aan het hoofd stond een alfa mannetje (soort Bokito). Ze kookten alles op houtvuur (waardoor bv de thee heerlijk naar vuur smaakte). Er was een handig hygiënisch systeem van diverse bakken water waar wij ons servies in moesten afwassen en ze gebruikten de peddels voor van alles: als schep (voor het graven van bv een toiletgat), als tentpalen (met bovenop een helm zodat hij niet door het doek ging) etc. De onderkant van de kano was onze tafel. Bij de toilettent stond een peddel met wc-papier en een helm erop hield deze droog. Als je naar de wc ging moest je de helm op, als teken dat deze bezet was. Alles was handig doordacht.
Voordat we dan eindelijk de rafts in mochten stond er een heerlijke ter plekke bereide lunch voor ons klaar. Diverse heel arme mensen stonden de lunch uit onze mond te kijken. En natuurlijk te vergapen aan onze enorme uitrusting. In de boot kwam al heel snel onze eerste waterversnelling 'little brother'. Super! Bij 'big brother' moesten we allemaal uit de boot, ook de Nepalese captains en gingen de lege rafts de versnelling af. Alleen de vrachtraft werd nog bestuurd. Na een paar uur op de rivier te hebben geraft, door een prachtige gorge van soms 150m hoog, werd ons kamp opgeslagen op een strandje onder een heeeel hoge lange hangbrug. Denk wel 300m lang. Vanaf de brug hadden we regelmatig toeschouwers. We kregen popcorn en daarna een heerlijke maaltijd met zelfs patat erbij. Allemaal op twee houtvuurtjes. Haha we aten hier een stuk beter dan in het luxueuze Chitwan. Het grappige is dat de Nepalezen daarna voor zichzelf alleen maar dal bhat klaarmaken. Altijd dal bhat. Ze hadden voor beide overnachtingsplekken geregeld dat er iemand met grote stapels droge takken langskwam. Voor ons eigen kampvuur zochten we zelf hout. Daaromheen aten we ook ons toetje van rum met fruit, wat kennelijk het hoogtepunt was want vooraf werd er al bijna over niets anders gesproken haha. De groep was heel leuk, allemaal jonge mensen die niet goed wisten wat ze van het leven wilden en meestal tussen banen in zaten. Twee Amerikanen waren professionele raftbegeleiders en gingen dat hierna in Buthan doen.
Karin en ik besloten om in een tentje te slapen, de rest ging onder een grote luifel liggen. Midden in de nacht ging het onweren en daarna regenen. Helaas. Het zou 24 uur lang behoorlijk regenen.
De volgende dag ontbeten we met op houtvuur geroosterd brood (hoe kregen ze het voor elkaar) en pakten we alles nat in. Het was het kkkkoud op de rivier. De versnellingen waren geweldig. Karin viel nog uit de boot toen ze werd meegetrokken door een ander. Maar haar zwemvest werkte en ze werd keurig opgevangen door de kanoër. Het lukte ons om op de tweede slaapplek in de regen de tent op te zetten, ons erin te drogen en te verkleden zonder heel veel zand en water naar binnen te scheppen. Omdat de matrasjes doornat waren sliepen we op de isolatiedekentjes (zoals bij marathonlopers). Helaas niet rond het kampvuur kunnen zitten, maar lekker gelezen in de tent. Mijn gehuurde slaapzak kwam tot mijn oksel maar met een extra trui aan kwam ik prima (en droog!) de nacht door. S morgens, halleluja, was het droog. Aan de overkant van de snelstromende rivier stonden jongetjes uit het dorp naar ons te gillen. Ze deden alles om contact te maken. Gelukkig sprongen ze niet te rivier in. Ze zongen 'resam piriri' voor ons, hét trekkersliedje van Nepal. Wij 'my Bonnie is over the ocean' voor hen, maar dat kwam geloof ik niet helemaal over. Bij het raften namen we drie keer dezelfde versnelling (door aan de zijkant hard terug te roeien) en werden we met onze voorkant naar beneden gezogen. Ik belandde met een ander in de draaikolk en liet de boot los. Ook wij werden gered door de kanoërs. Wat grappig was was dat een van de Amerikanen tot twee keer toe mijn labello redde: de eerste dag nam een golf hem uit mijn zak mee terwijl deze met klittenband dicht was (door de kleine opening geperst) en de golf gaf hem in haar hand! Bij deze draaikolk verdween hij weer uit mijn zak en toen ik alweer in de boot zat zagen we hem ineens weer langsdrijven! Na deze versnelling was het vooral uitdrijven tot ons eindpunt Mirmi, vijf uur onder Pokhara. Een deel van ons zat op het dak maar werd daar vanaf gehaald door de politie. Waarom de Nepalezen er wel op mogen zitten is me een raadsel. Onderweg weer lange lange rijen bij de schijnbaar lege benzinepompen. Ik telde meer dan 200 wachtende auto's voor een pompje van een benzinestation. Daar stonden ook duizenden en duizenden brommerrijders te wachten voor de andere zijde van deze pomp. In Pokhara aangekomen begon weer een nieuwe ronde langs vele pinautomaten. En hebbes, Karin kon er bij een pinnen. We hebben heerlijk gegeten in een familierestaurantje en genoten van ons zachte bedje.
- comments
Aad Wawawawaaanzinnig leuk !!! Dit is een top belevenis, oh wat ben ik jaloers. Als er fotoos van zijn wil ik ze beslist zien !
Corry. "'ik denk dat Karin wel weet wat ik denk'' na dit spannende verslag.maar het zijn wel heeeel interessante tochten, dit nemen ze jullie niet meer af envergeten jullie het ook nooit meer. Succes de komende dagen en een lieve groet Bart en Corry.
ine Alweer een hele spannende ervaring, jullie kunnen wel een enorm fotoboek maken straks.