Profile
Blog
Photos
Videos
Om zeven uur zitten we in de lobby te wachten, maar de chauffeur is te laat. Iets wat we niet gewend zijn, meestal zijn ze te vroeg. We hebben vandaag een rit van zes uur voor de boeg.
De eerste stop is al gauw, tenslotte is dit het gebied van de palmsuiker. Het was zo'n typische plek voor toeristen, waar ze je van alles laten zien en waarbij ze dan hopen dat je wat koopt. Boven in sommige palmbomen zagen we onderweg al af en toe bamboe trapjes hangen. En wanneer je goed keek een pot. Hier wordt uitgelegd hoe dat gaat. Altijd interessant. Het blijkt dat het sap wordt gewonnen door van een jong blad een flink stuk af te snijden. Die gaat lekken en het suikerwater wordt opgevangen, verwarmd en ingedikt. Er wordt dan van alles mee gemaakt. Palmsuiker, snoepjes met kokos of andere smaakjes. We konden zien hoe ze van het sap palmalcohol maken. Het sap laat men twee dagen gisten in potten die, zagen we, lekker aan het borrelen waren. Na die twee dagen werd het dan gedestilleerd, zag er eenvoudig uit. Volgens mij is dat zelf goed te doen. We kopen een flesje. De hele grote bladeren worden ook gebruikt, om te vlechten of als dakbedekking. Het gaat allen niet zo lang mee, de meeste mensen gebruiken tegenwoordig golfplaten.
Wanneer we verder rijden zien we het landschap veranderen. Minder palmen, meer wilde begroeiing. Bij dorpen zien we bossen met bamboe. En overal witte koeien met flaporen, een bult in hun nek en een touw door hun neus. Soms zien we langs de kant van de weg mensen zitten, voor ons een grote vraagteken wat die daar doen. Groepjes kinderen lopen langs de kant van de weg, geen huis in de verte te zien. Zo rond rijdend zie je van alles wat vragen oproept. In de buurt van dorpen zien we vaak mensen met zilverkleurige schalen langs de kant van de weg. Vaak nog met iemand die iets rond roept. Wat doen die daar? Regelmatig passeren we ook een slagboom, waar dan altijd iets betaald moet worden, waarom? Waarom wij altijd flink dollars moeten dokken, voor we een nieuw gebied in gaan is ons wel duidelijk. De regering wil zijn kas spekken.
De omgeving is ondertussen weer veranderd, heuvelig met dennen. We komen weer in de buurt van een toeristische attractie, aan de stalletjes langs de kant van de weg te zien. We zijn bij Mount Popa, een tempel bovenop een oude vulkaanprop, met als extraatje, makaken, een boel makaken. Bovendien zijn in deze tempel alle nat beelden verzameld. De beelden van een oude, maar niet niet vergeten religie, van voor het boeddhisme. We stijgen, via de trap geflankeerd door kraampjes met koopwaar, omhoog. Ik zie wel wat nieuws, bloembollen en een drankje met bloemetjes erin. Tenminste, ik denk dat het een drankje is, het zou net zo goed een flesje met reukolie kunnen zijn. De geschreven taal ziet er hier zo anders uit, met heel veel ronde letters. De aapjes hebben geleerd om van de koopwaar af te blijven zie ik. Helaas is een klein meisje met een zakje druiven minder gelukkig, het wordt weg gegrist. Terwijl ze niet van de honger om hoeven te komen, want overal ligt zaad. Je kan namelijk piepkleine papieren pijltjes met zaad kopen om te voeren. Maar daar hebben de heren en dames geen zin in. Een maiskolf, zie ik, wordt met groot plezier gegeten. Het lopen op de trap met blote voeten is niet al te plezierig door alle gestrooide zaadjes. Maar daar heeft de plaatselijke bevolking iets op gevonden. Er zijn flink wat mensen bezig met de trap schoonmaken, waar ze natuurlijk wel geld voor vragen. Het moet natuurlijk ook niet te snel, je moet de hele dag nog. En mensen moeten wel kunnen zien dat het nut heeft, dus je moet wel eerst over een zeer vieze met zaad bestrooide trap. Heel inventieve bevolking hier.
Ondertussen wordt ik overal zeer vriendelijk aangekeken en wordt mij verteld dat ik erg mooi ben. Tijdens het bezoek aan de palmsuiker plantage, heb ik me laten beschilderen met thanakha. Dat is gemaakt van houtschors, is heel goed voor je huid, vooral als je acne hebt. Heb gelijk wat gekocht. Iedereen van jong tot oud loopt er hier mee, vrouwen vooral. En nu heb ik dus twee blaadjes op mijn gezicht laten schilderen. In het begin voelde het een beetje raar, maar het ruikt lekker. In ieder geval trek de aandacht en ik denk dat ze het leuk vinden.
De tempel bovenop de heuvel heeft een prachtig uitzicht. Veel bomen en struiken zijn in zomerrust. Het geeft een winter gevoel terwijl het bloedje warm is. Het zweet druipt tenminste langs mijn gezicht naar al die honderden treden. Gelukkig zijn de trappen bij de tempels altijd met een overkapping, dus lekker in de schaduw. Er is altijd veel te zien in een boeddhistische tempel, vooral hier met die nats. Ze zien er menselijk, maar niet zo heel aardig uit. Soms staat er een bed naast, waar 's-nachts misschien wel iemand anders dan een nat in slaapt. Er liggen zo te zien persoonlijke bezittingen naast. In de tempel kun je geld doneren, waar je dan een reçu voor krijgt. Aan de wand hangen bordjes met de namen van mensen die veel hebben gedoneerd. Soms in het engels als het om een buitenlander gaat. Zo te zien blijven de apen ook van de bananen af die hier als offer liggen. Of zouden ze dat vannacht gaan eten, die aapjes? Het is een hele afdaling, voor we weer bij de stalletjes zijn en uiteindelijk onze auto weer vinden.
Het is nog een hele zit, we zien dorpjes komen en gaan. Geen grote bossen hier, alleen laag hout. Vaak is de onderbegroeiing weggebrand en bomen geknot. We komen hoger, je merkt dat het aangenamer wordt. Het dorpje Kalaw, waar we eindigen, ligt in de heuvels, hier ga je naar toe om de hitte van de droge periode te ontvluchten. Het is gebied is bekend om zijn gidsen waarmee je de heuvels kan verkennen. Ben benieuwd.
Hetty
- comments