Profile
Blog
Photos
Videos
Na wederom een heerlijk en uitgebreid ontbijt nemen we afscheid van de beheerders van het pension waar we de afgelopen dagen hebben gelogeerd.
Dit pension, en onze ontvangst op het vliegveld, waren georganiseerd door de zwager van mijn collega Erik. Als dank daarvoor hadden we van de banketbakker in Apeldoorn lekkere koeken meegenomen, en een klein cadeautje. We hebben deze zwager de afgelopen dagen helaas niet persoonlijk kunnen bedanken. Omdat de koeken niet onbeperkt houdbaar zijn, schenken we deze aan het vriendelijke personeel van de casa.
Op straat houden we een taxi aan om ons naar het Viazul busstation te brengen.
Als we daar aankomen blijkt dat de bus naar Matanzas pas over ruim drie uur vertrekt. We kunnen nu nog geen tickets kopen, dat kan pas twintig minuten vóór vertrek.
Ondanks dat er wel een speciale balie voor is, lukt het niet om onze rugzakken hier voor een paar uur in bewaring te geven.
Bij het kantoortje van de autoverhuur aan de overkant lukt dat tegen een kleine vergoeding gelukkig wel
We willen voordat we vertrekken de dierentuin van Havanna bezoeken, die zich toevallig precies tegenover het busstation bevindt. Deze blijkt helaas vandaag gesloten.
Volgens onze kaart ligt de beroemde begraafplaats Colon op loopafstand. Dit zou één van de grootste begraafplaatsen van de wereld zijn, geopend rond 1870.
Onderweg proberen we bij de winkeltjes die we passeren water te kopen, maar dat hebben ze niet. Wel is er overal bier, rum en frisdrank te koop.
Bij de begraafplaats moeten we een paar CUC entréé betalen. We kunnen daarvoor op een oppervlakte van een paar vierkante kilometer dan wel één miljoen vaak prachtige graven bekijken.
Ons reisgidsje besteedt een heel hoofdstuk aan deze begraafplaats en noemt de hoogtepunten, die we bijna allemaal bezoeken.
Ook hier worden we door diverse personeelsleden vriendelijk aangesproken en worden ons bijzondere graven aangewezen. Echter, net zoals we de afgelopen dagen al hebben gemerkt, wil iedere Cubaan die ons vriendelijk benadert of helpt, uiteindelijk geld van ons hebben, of aan ons verdienen door ons in hun taxi te krijgen of naar een pension of restaurant te begeleiden, en daarvoor commissie op te strijken. We worden blijkbaar niet gezien als mensen, waarmee je kennis, ervaringen en gevoelens kunt uitwisselen, maar vooral als wandelende portemonnéés. Dat begint ons ondertussen wel tegen te staan. Door alle andere Cubanen die niet direct op ons geld uit zijn, worden we vooral genegeerd. De enkele positieve uitzonderingen, zoals eergisteren de mevrouw in de bus, hebben we al in onze blogs beschreven.
We zijn precies op tijd terug bij het kantoortje van de autoverhuur om onze rugzakken op te halen.
Op het busstation staat al een lange rij van vooral toeristen bij het ticketbureau. We hopen dat we nog op tijd zijn om mee te kunnen, en balen dat we niet iets eerder zijn teruggekomen.
Onze onzekerheid neemt nog toe als onze namen worden overgenomen uit de paspoorten, op een lijst worden geschreven, en we nog steeds geen ticket kunnen kopen.
Dit is waarschijnlijk toch de gebruikelijke gang van zaken, want na enige tijd worden de namen van de lijst opgenoemd, mag je betalen en meteen in de bus stappen.
Hoewel Matanzas niet ver van Havanna ligt, is het toch een rit van 2,5 uur langs de kust. Onderweg houden we nog tien minuten pauze bij een cafetaria.
Bij aankomst worden we opgewacht door scouts die ons naar bepaalde pensions proberen te loodsen. We komen uiteindelijk terecht bij een vriendelijke oude revolutionair, een strijdmakker van Fidel Castro. Hij was in zijn werkzame leven inkoper van medische apparaten en materialen en heeft daarvoor gereisd naar 23 landen. In een vitrinekast heeft hij van veel landen souvenirs staan.
Hij loopt met ons mee naar een kantoor van autoverhuur Cubacars. Ook hier is het onduidelijk of we morgen een auto kunnen huren, en zo ja, of we die met Mastercard kunnen betalen.
Daarom halen we voor de zekerheid geld op in Matanzas. De revolutionair brengt ons met een aftandse Lada naar het centrum. Als we hem er naar vragen zegt hij dat we hem daarvoor niet hoeven te betalen. De volgende dag brengt hij ons er toch drie CUC voor in rekening, net zoveel als de taxi die ons naar zijn casa had gebracht, en wat we ook al overprijsd vonden. Onze revolutionair kan nu mooi fluiten naar de fooi die we voor hem en zijn vrouw hadden bedacht.
We dineren in een groot hotel met Wifi en kunnen eindelijk de zes blogs plaatsen die we al hadden geschreven. Wifi is in Cuba duur en zeer schaars aanwezig, en kan alleen worden gebruikt met een kaartje met een wachtwoord voor 30 of 60 minuten dat kan worden gekocht bij staats-telefoonwinkels.
Theo
- comments