Profile
Blog
Photos
Videos
'Waar is Apie?'
We zitten nog nauwelijks op de stoel in de 'VIP bus' die ons naar Bangkok zal brengen als we bemerken dat er iemand ontbreekt.
'Mees, waar heb je Apie gelaten?'
'Weet ik niet'
De taxi die ons een uur lang door Chiang Mai heeft rondgereden, nadat we afscheid hebben genomen van David (hij met tranen in zijn ogen en roepend: Jan-Joest family rule!) af en toe halt houdend bij guesthouses waar nog meer mensen instappen, om ons vervolgens af te leveren bij de slaapbus naar Bangkok, vertrekt net. We kijken de auto met vrees in ons hart na. Zou Apie daar nog inzitten?
'Are you searching for his blanket?' vraagt een vrouw die voor ons zit in de bus.
'Yes! Did you find it?' vraag ik hoopvol.
'No, but when we got out of the taxi I checked if it was empty. I'm sure his blanket wasn't inside'
Jan-Joost klimt de grote bus uit, loopt eromheen, checkt zelfs het bagageruim, maar Mees' lievelingsknuffel is nergens te bekennen. In één minuut van chaos, bij het uit de taxi stappen en twee meter naar de bus toelopen is het hem gelukt om zijn favoriete troostvriendje kwijt te raken. Gelukkig is daar Apie Twee, die is voor Mees net zo goed als de originele versie. Maar vanbinnen huil ik. Om een knuffel. Om zijn eerste echte Apie. Beelden van mijn jeugd, waar ik zelf favoriete poppen ben kwijt geraakt zweven voor mijn geestesoog. Ook Jan-Joost wordt teruggevoerd naar momenten van een zelfde aard. Mees speelt vrolijk met Apie Twee. We slikken en doen vrolijk met hem mee.
Mees is geïnstalleerd, met een luier voor de nacht, een dekentje, Apie Twee en speen. Het is ongeveer acht uur in de avond. De bus zal zo wel gaan rijden en hopelijk krijgt hij wat slaap voordat we om een uur of zes in de ochtend in Bangkok aankomen. Voor ons zal het wat moeilijker worden om de slaap te vatten, maar morgen rond deze tijd zitten we aan het strand, daar hebben we wel een slechte nacht voor over.
We schrikken van het geluid dat uit de boxen knalt. Precies naast onze stoelen hangen de geluidsboxen die decibellen uitspuwen waar je zelfs bij een hardrock concert misselijk van wordt. Verderop zien we een televisiescherm met beelden van de horrorfilm die wordt ingeschakeld. Een verliefd stelletje dat overgaat tot seksuele voorlichting waar ik wat Mees betreft nog even mee wilde wachten totdat hij op zijn minst veertien is. Dan gegil wat niet bij de liefdesdaad hoort.
'Wat is dat?' vraagt Mees, terwijl hij met zijn ogen de bron van het geluid zoekt.
'Eh…' zeg ik. Dan ontdekt Mees de televisie. Probeer hem dan maar eens de andere kant op te laten kijken.
'Wat is dat? Wat doen ze? Waarom dan?'
Godzijdank bedenkt de persoon die de film heeft ingeschakeld na vijf minuten dat er een kind in de bus zit. De horror wordt ingeruild voor een thriller, waar gelukkig maar een keer of vijftien in gemoord wordt. Mees' oogleden worden uiteindelijk zwaar, in slaap gezongen door het lieflijke geluid van pistoolschoten.
'Bangkok!'
Ik schrik wakker en probeer mezelf uit de knoop van tassen en benen te halen. Toen ik rond een uur of drie 's nachts zo moe was geworden maar nog de slaap niet kon vatten op de stoel die ik deelde met Mees en een stukje van Jan-Joost, ben ik maar op de grond gaan liggen, tussen de benen van Jan-Joost en een deel van onze handbagage. Hier had ik, ondanks de kou, toch uiteindelijk wat slaap kunnen pakken. Daar werd ik nu ruw uitgerukt.
'We zijn er' zei Jan-Joost, 'kom, we moeten opschieten, bijna iedereen is al uit de bus.'
Verdwaasd keek ik om me heen. Hersenactiviteit nul. Licht aan, niemand thuis. En opeens stonden we ergens op de stoep, in stinkend en warm Bangkok.
'You go to Koh Chang?' vroeg een Thaise meneer. Aha, dit zou wel de gids van de reisorganisatie zijn, die ons zoals beloofd naar de plek zal brengen waar onze volgende bus vertrekt.
'You have ticket?' vroeg de man. Hij had kennelijk haast.
'Euh, ticket?' zei ik nog in mijn halfslaap, 'Jan-Joohoost, do we have ticket?'
Jan-Joost kwam eraan gelopen.
'I take you to policestation, there is very near to bus to Koh Chang, I take you, I take you, hundred bath' begon de man haastig uit te leggen. Ondertussen wees hij naar zijn tuktuk. Aha, het was niet de gids, het was een tuktukdriver, die naarstig opzoek was naar klanten.
'No thank you' zei Jan-Joost.
'Waarom niet? Als hij ons kan brengen, laten we het gewoon doen' zei het deel van mij dat nog sliep hardop.
'No thank you, we will walk, it is very close' probeerde Jan-Joost de man vriendelijk af te wimpelen. Maar de tuktukdriver wist van geen wijken. Hij werd bijna kwaad.
'Hij stinkt enorm naar alcohol' zei Jan-Joost. Ik was blij dat zijn neus al wakker was. Ik moest er niet aan denken om bij een dronken tuktukdriver in te stappen.
De arme man gaf niet op. Inmiddels begonnen we hem te negeren en probeerden we boven zijn stem uit te komen, te overleggen wat we nu zouden doen. De tuktukdreiger voelde uiteindelijk dat we echt geen potentiele klanten waren en gaf het op.
'Waar zijn de guides?' vroeg ik, om me heen speurend.
'Welke guides?' vroeg Jan-Joost op zijn beurt.
'Nou, die man van het reisbureau zei toch dat we van de ene naar de andere bus geleid zouden worden? They'll guide you, zei hij' maar terwijl ik het zei realiseerde ik dat er geen gidsen waren en dat die ook niet zouden komen.
'Hoe laat is het eigenlijk?' het was vijf uur in de ochtend. Om acht uur zou de volgende bus vertrekken vanaf een punt die wij niet kenden. Alleen de naam wisten we, Tattoo Travels en dat het niet meer dan vijf minuten lopen zou zijn. Maar vijf minuten lopen in Thailand kan alles betekenen. Ik was nog steeds niet wakker en nadat we een kaart bestudeerd hadden (na vijf minuten vonden we eindelijk het 'u bevindt zich hier' punt, wat later toch iets anders bleek te betekenen, omdat we ons anders op vijfentwintig punten te gelijk zouden bevinden) besloten we toch maar een tuktuk te nemen. Of deze man ook zo'n kegel had weten we niet, maar hij wist in elk geval niet waar we naartoe moesten. Nadat we een tijdje hadden rondgereden, hield de beste man halt en vroeg ons om het onduidelijke schematische kaartje dat we van de reisorganisatie hadden gekregen. Terwijl Jan-Joost en hij zich over het kaartje bogen, zag ik een bordje.
'Hee, Tattoo Travels' mompelde ik. Ik was eindelijk wakker. 'We zijn er al!'
Lachend namen we afscheid van de tuktukdriver en we begaven ons met onze bagage naar het dichtstbijzijnde café.
Ruim drie uur later wandelde een man op zijn dooie gemak naar ons toe, terwijl we voor het nog steeds gesloten Tattoo Travels kantoortje stonden te wachten op onze bus. In de uren die we moesten wachten hebben we tussen de dronkaards en de prostituees van een heerlijk ontbijtje genoten. Nu keken we reikhalzend uit naar de bus die ons uit deze chaos zou ophalen en naar het paradijs zou brengen. Maar de bus kwam niet, alleen dus die man die vroeg of wij naar Koh Chang gingen. Toen wij bevestigend antwoordden vroeg hij ons hem te volgen. Hij zou ons naar de bus brengen. Nog geen vijf minuten lopen later kwamen we uit op exact hetzelfde punt als waar we een paar uur eerder uit de bus waren gegooid. Daar wachtte nu een zelfde soort grote bus op ons. We hadden ons in feite dus niet hoeven verplaatsen. Enfin, het was gelukt, de laatste etappe. Om vier uur 's middags zouden we op het strand zijn.
'Kijk Mees, daar is nog een kindje' zei ik tegen Mees, wijzend op een verlegen blond meisje.
'Het zijn ook Nederlanders' zei Jan-Joost toen, 'Kijk maar, hij heeft een Nederlands vlaggetje op zijn Backpack'.
Mees rende naar haar toe, het meisje kroop verlegen tussen de benen van haar ouders.
'Nou, die moeten maar naast elkaar gaan zitten in de bus!' zei de vader vrolijk.
'Hoe heet ze?' vroeg ik de moeder.
'Lily'.
De eerste dagen op Koh Chang spraken we verscheidene keren af met Lily en haar ouders. Mees hoefde geen moeite te doen om haar naam te onthouden en ze speelden ontzettend leuk samen. Een hele fijne bijkomstigheid was dat wij het ook heel goed konden vinden met haar ouders. Raoul, de vader, worstelde de derde dag nadat we elkaar leerde kennen met Jan-Joost (na het tiende biertje dat je samen nuttigt ga je worstelen, dat is Twentse traditie, beweerde hij stellig) en Jan-Joost had hem binnen een halve minuut op zijn rug, klem. Ik glom van trots. Raoul en Jan-Joost transformeerden naar jonge jongens, die stiekem met de scooter een stukje over het strand gingen rijden en andere jongensstreken uithaalden. Mees knuffelde en kuste Lily (wat heel uitzonderlijk is voor Mees, meestal zijn de kusjes op) en ze speelden onafgebroken in hun eigen vrije kinderlijke fantasiewereld. Lily's moeder Mirjam en ik kletsten met elkaar, zoals vrouwen doen en we hadden een heerlijke tijd samen. Maar na een kleine week vertrokken Lily en haar ouders naar Ko Samet en wij bleven achter, met hun adresgegevens.
We hadden een hutje op White Sand Beach, met uitzicht over de zee. Elke ochtend kwam er een aap naar het restaurantje aan het strand, om stukjes banaan in ontvangst te nemen, terwijl hij net hoog genoeg op een tak in de boom zat om de hond te tergen, die blaffend omhoog sprong maar nooit hoog genoeg om de aap te kunnen pakken. En 's avonds zagen we de algen oplichten in de branding van de zee, af en toe bleef er nog een lichtje aan onze voeten plakken. Het was er heerlijk, maar toch iets te druk naar onze smaak en bovenal te duur. Toen we met Lily en haar ouders samen waren, hebben we even zorgeloos met geld gesmeten (aah, toe Jan-Joost, mag ik zo'n ananascocktail, ik moet toch op zijn minst een keertje een cocktail uit een ananas gedronken hebben aan de bar in een zwembad?) maar nu werd het tijd om weer 'normaal' te gaan doen.
Jan-Joost had al vanaf het begin van de reis een plekje op het oog: Treehouse Bungalows. Er bestaan meerdere Treehouse Bungalows op verschillende eilanden. Het verhaal gaat dat ze steeds een verlaten stuk strand zoeken en tegen de tijd dat het er te druk en toeristisch wordt, gaan ze weer op zoek naar een ander verlaten strand, waar men nog in rust kan genieten van de natuur. We huurden een scooter en gingen op zoek naar Long Beach, aan de andere kant van het eiland. Er zijn nog meer versies van dit verhaal, maar deze is het meest positief, dus laat ik het daarbij houden.
Anderhalf uur en menig scherpe bocht, steile hellingen en stukken onverharde weg later kwamen we aan bij de Treehouse Bungalows. We boekten meteen een hutje, ook al zouden we er die nacht nog niet slapen, maar we waren bang dat het morgen misschien vol zou zijn. De volgende dag zouden we met al onze bagage naar ons nieuwe huisje gaan. Er was alleen een klein probleem: als je al een taxi zou kunnen vinden die je naar de Treehouse zou brengen, dan zouden ze een veel te hoog bedrag vragen. Taxichauffeurs zouden spontaan beginnen te lachen als je ze zou vragen om je naar dat verlaten stuk eiland te brengen. Als je de weg hebt bereden begrijp je wel waarom. Dus de enige oplossing was dat Jan-Joost een paar keer heen en weer zou rijden op de scooter, eenmaal met de helft van de bagage en daarna met Mees en mij en de rest van de bagage. Ik geloof dat ik al genoemd had dat het anderhalf uur rijden was van White Sand Beach naar Long Beach. Ik noem het hier nogmaals. Anderhalf uur rijden. Dat betekent dus dat Jan-Joost, die twee keer heen en weer zou gaan, in totaal zes uur op de scooter zou zitten, waarvan een deel van de weg zo slecht is dat Thaise taxichauffeurs er niet eens overheen willen. Glimlachend zei ik tegen Jan-Joost dat we zoiets al als normaal beschouwen, terwijl het bijna hetzelfde is als twee keer heen en weer met de auto van Groningen naar Amsterdam rijden.
De volgende ochtend reed Jan-Joost overigens nog eens dat hele stuk, om de buggy van Mees op te halen. En de dag daarna vertrok hij voor de laatste maal in alle vroegte om de scooter in te leveren, boodschappen te doen en de speciale Treehouse Taxi terug te nemen (deze kost maar honderd bath en gaat eenmaal per dag heen en weer, maar je weet nooit precies hoe laat en waar vandaan) en toen kon hij eindelijk tot rust komen op het strand.
Ons hutje zit weer pal aan het water. We hebben licht, tussen 18:00 en 03:00 uur. Daarna gaat de aggregaat uit die de Treehouse van stroom voorziet en is het donker en stil. De douche bestaat uit een grote gemetselde bak met water die elke dag wordt bijgevuld en een klein plastic bakje waarmee je het koude water over je heen kan gooien. De wc's hebben een zelfde systeem wat betreft het doorspoelen. De telefoon heeft hier geen ontvangst, laat staan dat er hier internet is. Als je de accu van je camera wilt opladen kan dat in het restaurant, tussen zes en twaalf, als je geluk hebt. Meestal is er iets aan de hand met de elektriciteitsvoorziening en heb je dus geen stroom. Er zijn hier in de buurt geen discotheken, geen marktjes, geen kledingwinkels, geen 7elevens (supermarkten) en het dichtstbijzijnde restaurant staat op Dead End.
'Mijn god' zeg ik glimlachend tegen Jan-Joost, 'het lijkt hier wel een strafkamp'.
Twee dagen geleden hebben we een kayak gehuurd bij Dead End. Daarmee konden we naar een klein eilandje peddelen.
'Wat is dat nou voor raar figuur' zei Jan-Joost die voorop de kayak zat, 'iemand met een bikinitop aan maar zonder onderbroek'.
'Huh?' reageerde ik, terwijl ik verwoed verder roeide. We waren nu bijna bij het eiland, nog even doorzetten.
'Ze zwaait naar ons' zei Jan-Joost.
'Moet ik erheen?' vroeg ik, nu zag ik ook de vrouw staan, ze had echter wel een bikinibroekje aan, maar deze was vleeskleurig, wat het misverstand verklaarde.
'Nee, natuurlijk niet!' antwoordde Jan-Joost snel, 'wat een raar figuur. Waarom zwaait ze naar ons? Ze roept nu ook iets…'
'Ahoy!' riep Jan-Joost een minuut later, toen we nog dichterbij het eiland en de vrouw kwamen.
'I'm stranded here, could you pick me up?' riep de vrouw die nu binnen gehoorsafstand was.
'Yes ofcourse' riep Jan-Joost, de held van de dag, alsof hij even tevoren niet had geopperd om dat rare figuur, nu weerloos slachtoffer van de stromingen in het water, te negeren. Ik peddelde naar de vrouw van een jaar of vijftig. Ze bleek vanaf Dead End naar het eiland te zijn gezwommen, maar de stromingen waren zo sterk dat ze nog maar net op deze rotsen had kunnen klimmen, in plaats van op het strand. Ze had wel naar het strand toe willen lopen, maar de jungle was te dichtbegroeid en er liep geen pad naartoe. Wij hadden haar gered. En nu week ze niet van onze zijde. Ze stelde vragen zonder vraagteken, alsof ze feiten verkondigde aan ons en over ons. In het restaurantje schoof ze zonder te vragen haar stoel bij onze tafel en ze begon tegen het bedienend personeel te praten alsof ze hardhorend en traag van begrip waren. Hoogst onvriendelijk, hoewel ik er zeker van ben dat ze hier zelf geen flauw benul van had. Toch schaamde ik me voor haar en hoopte maar dat de bediening begreep dat ze niet bij ons hoorde en dat mijn glimlach haar respectloze voorkomen wat kon compenseren. Ze droeg een bikinitop waarvan één helft zo ver opzij zat, dat je ogen zonder dat je het wilde toch steeds weer naar beneden gleden, naar dat bungelende witte stuk vlees.
Toen we ons eten ophadden zei Jan-Joost: ik ga even met Mees naar die glijbaan daar.'
'Ik ga mee' zei ik snel. We pakten onze tas in.
'Time for the slides.' weer een vraag zonder vraagteken. Een paar minuten later bungelde de vrouw op de schommel, terwijl Jan-Joost en ik Mees van de glijbaan begeleidden.
Jan-Joost zou terug peddelen naar Dead End, gauw kroop ik samen met Mees helemaal naar de voorkant van de kayak, zodat de vrouw in het midden zou zitten en ik haar en haar bungels niet aan hoefde te kijken.
Even later trokken we de kayak aan de kant en ging de vrouw gelukkig naar een ander strand om te kijken of haar sarong daar nog lag. Onder het mom van 'even wat beweging' heb ik toen een sprintje getrokken.
Gisteravond kwam er een Italiaanse man naar Jan-Joost toe. Hij vertelde dat hij even daarvoor met de bungelvrouw had zitten praten. Hij werd echter heel moe van haar.
'She only asks questions' verklaarde hij. Hij heeft haar toen gevraagd of ze haar vragen kon beperken tot vijf. Dat kon ze niet, ze is opgestaan en weggegaan. Arme bungelvrouw, maar ja, sommige mensen komen hier voor hun rust.
En eindelijk kwamen we tot rust, echt tot rust, zonder afleiding van telefoon of internet, of het idee dat we nog naar andere plekken moesten. De laatste weken van onze reis konden we ons eindelijk overgeven aan het hier en nu, gewoon hier zijn. We besteedden uren per dag aan het bouwen van zandkastelen. Mees kon vrij rondlopen zonder dat we bang hoefden te zijn dat hij door een scooter werd aangereden. Er waren meer kinderen waarmee hij kon spelen. Geen liefde op het eerste gezicht zoals met de Lily's, maar wel een hele goede afwisseling voor het spelen met je ouders of alleen.
Ik had eindelijk iemand gevonden die samen met mij yoga wilde doen, helaas vertrok ze na drie dagen maar ze heeft me toch maar liefst drie uur les gegeven in ruil voor een drankje.
Als mensen ons vragen wat we de mooiste of beste plek vonden tijdens onze reis, kunnen we geen antwoord geven. Alles was anders, alles was eigen. Maar bovendien waren wij anders. Toen we op Ko Samet aankwamen, de eerste plek van onze reis, werden we overspoeld door nieuwe indrukken wat ons een roze bril gaf, maar tevens hadden we de rusteloosheid van reizigers die zoveel mogelijk plekken willen aandoen tijdens hun reis, bang om iets te missen. En Chiang Mai gaf ons een stukje typisch Thailand, met de marktjes en de prachtige tempels. Ook kregen we hier nog genoeg prikkels om ons Westers haastgemoed tevreden te stellen. Pai gaf ons rust, schone lucht en prachtige natuur met nog authentieke stukjes Thailand in de vorm van kleine dorpjes rondom, waardoor ik daarna minder van Chiang Mai kon genieten. Opeens kon ik niet meer tegen het lawaai en de stank. Nu op Koh Chang, afgesloten van de buitenwereld en wetende dat onze reis bijna ten einde is, kunnen we ons overgeven en gewoon genieten. We lezen de tijd af aan de stand van de zon en onze knorrende magen.
De reis is bijna ten einde. We hebben de Treehouse Bungalows verlaten voor de Cliffcottages in Bang Bao, hier hebben we nog even de luxe van internet en telefoon, wat toch voor het zoeken van een guesthouse in Bangkok wel handig is. Bovendien zitten we hier dichter bij de pier waar de boot vertrekt. We zijn al bezig met naar huis gaan. Het ticket naar Bangkok is geboekt voor morgenvroeg. Maandagnacht om één uur stappen we in het vliegtuig. Op één februari 2011 zetten we weer voet op Nederlandse bodem. En daarmee beginnen we aan de reis van de rest van ons leven.
- comments
jenneke Wauw, wat een gave verhalen. Heel herkenbaar. goede reis alvast gewenst. liefs..
Jeroen Jeroko Ik dacht al, komen ze nog een keer terug? Schrik niet teveel van de Hollandse haast en grauwheid, het wordt vanzelf weer zomer. Goeie reis!
buumie'... Nou, ik kijk reikhalzend uit naar de 'director's cut' van jouw verhalen merel! Als het niet al een boek is,wordt t het wel! Ik hoop dat jullie: - een voorspoedige reis terughebben, - aapie 2.0 ook meekomt, - die ouwe taart daar laten, - we hier ook 'n treehouse gaan bouwen, koffie staat klaar! x buum. (check je warmste kleertjes alvast, tis hier brrr...) ik had t ook gedaan JJ, die ouwe van de klifjes gered...
Janneke Lieve Merel, Het voelt goed. De foto's zijn mooi. Jullie zien er blij en gelukkig uit, ik was even ontroerd toen ik ze bekeek. En dan nog het verhaal. Aan het einde had ik even kippenvel. Ik kan de rust ook voelen in je stukje tekst. Ik ben blij voor je..... Liefs
Anna Lieve Merel, Niet zoveel berichtjes van mijn kant, maar je weet dat je altijd in mijn hart bent. Veder lees ik je blog om een beetje een idee te hebben van hoe jullie het hebben. Heb veel aan jullie gedacht en heb er ook zin in om hier weer te praten over je/jullie ervaringen, de mijne, en over van alles en nog wat. Dat is bijna zover! De foto's zijn prachtig en alles lijkt erop dat je 'reis-beschermengel' goed zijn werk heft gedaan ;) Heerlijk dat je de laatste weken vol hebt kunnen overgeven aan de rust. Zal best gek zijn om nu weer terug te keren..? Misschien lees je dit niet eens meer, maar hoe dan ook een hele goede terugreis gewenst! Liefs Anna
Merel Even een comment van mezelf! Ik dank hierbij iedereen voor de lieve en grappige berichtjes! En ja ik lees ze allemaal, soms wel drie keer, want het is fijn te weten dat mensen met je meeleven, aan je denken. Dus bedankt en tot gauw! liefs vanuit een veel te dure hotelkamer in Bangkok (alle guesthouses waren vol, maar o wat is het heerlijk om in bad te gaan, joehoeeee!)
Maurits Hoi Merel, Jan-Joost, Mees en Apie 2, Het is me niet gelukt het verhaal niet uit te lezen. Leuke schrijfstijl heb je en de reis is vast en zeker een mooie ervaring geweest. Goede terugreis en misschien kom ik jullie nog een keer tegen in Grunn;-) gr, Maurits