Profile
Blog
Photos
Videos
Alweer bijna een week in wereldstad Buenos Aires, en het leven is hier super! Maar we zijn Australië nog niet vergeten, dus hier is de laatste Aussie update!
Hit the road! Het was 08:30 toen de camper maar net startte, de lege band weer opgepompt was en Sydney in de achteruitkijkspiegel verdween. Op naar de Blue Mountains. Een prachtig national park dat op de werelderfgoed lijst staat en net buiten Sydney ligt (nou ja, ruim 1,5 uur rijden). De bergen danken hun naam aan de blauwe waas die boven de bergen hangt. Het was nog bewolkt toen we uit Sydney wegreden, maar toen we aan onze wandeling begonnen werd het strak blauw! Een mooie route met een prachtig uitzicht over de bergen en natuurlijk de rotsformatie 'Three Sisters'. Drie rotsen die drie zussen voorstellen die volgens Aboriginal traditie in steen waren veranderd door hun vader. Helaas waren we niet alleen en liepen we een deel van de wandeling 'in de file', tussen vooral Japanners. En liepen wij nou nét achter een vrouw die in haar cocktail jurkje en op haar pumps probeerde de wandeling te volbrengen! Dat schoot dus niet echt op! Gelukkig waren we op tijd bij het eindpunt om de trein weer terug te nemen. En niet zomaar een trein, nee de steilste ter wereld! (zegt men …). Over een afstand van 415 meter stegen we 206 meter en op het steilste gedeelte was er een hellingspercentage van 52 graden!
Vanwege de drukte lukte het niet om een camping in het national park zelf te bemachtigen, maar kwamen we in Lithgow terecht. Een oud hilbillie mijndorpje dat vandaag de dag nog goed weerspiegelt hoe het ooit was, maar mét camping, Mc Donalds én autogarage. Alles wat we op dat moment nodig hadden. Jaja, voor de tweede keer een lekke band! Gelukkig kon de plaatselijke bandenplakker ons binnen een half uur weer op weg helpen!
Door richting Jervis Bay, terug naar de kust. Een baai met sneeuwwit zand, naar horen zeggen. Even een tussenstop in Wollongong bij de vuurtoren, ingeklemd tussen twee lange zandstranden. Eind van de middag arriveerden we in Jervis Bay waar het nog niet gemakkelijk leek om een camping te vinden. Echter bij de tweede camping was het meteen raak! En we kregen een 'prachtige' plek toegewezen: tussen een bijzonder mooie boom met takken aan de ene kant en kleurrijke grijze (geurende) afvalcontainers aan de andere kant. Géén stroom en dat voor slechts 40 eurootjes… (nadat we afgedongen hadden). Oh ja, het is nog steeds 'silly season'. Maar de baai was prachtig en het zand inderdaad sneeuwwit. En het kraakte onder je voeten als je er op liep.
De volgende dag kalm aan, nog even lekker zwemmen met haaien in de baai en daarna weer vamos! Met haaien?? Jazeker, een waakzame medestrandganger (die vroeger waarschijnlijk dolgraag bij de lifeguards wilde maar nooit is toegelaten) wees op een zwarte vlek die redelijk rap door het water bewoog en vlak achter de branding bleef. En gebaarde toen wild naar iedereen in het water om eruit te komen. Erg handig dat heldere water … en een waakzame wannabe lifeguard ;).
En dan wil je door en blijft de camper maar net starten. Tijd voor een accu check bij de dichtstbijzijnde garage dus. Inmiddels was het meer dan 35 graden en zaten de dames naast de camper te wachten, terwijl Mark en de mannen van de garage de accu checkten. Conclusie: tijd voor een nieuwe. Die konden ze er gelukkig direct inzetten en wij konden weer verder!
De rit zou die dag eindigen in Murramarang National Park, waar de campings berucht zijn om de vele kangoeroes die daar ook kamperen. En dat wilden we natuurlijk heel graag, zo'n schattige skippy voor de camper! En inderdaad: skippy's genoeg! Maar het nadeel werd ook meteen duidelijk: je ruikt ze! … en ze ruiken niet naar roosjes J. Maar wel leuk toen we 's nachts naar het toilet moesten. Al die 'grazende' beesten om je heen in het donker! Hoe vaak maak je dat nou mee!
Volgende stop: Mallacoota. Een klein plaatsje net over de grens van New South Wales, in het zuidoosten van Australië. De eerste stop in de staat Victoria. Na een hele dag strak blauwe lucht en meer dan 30 graden zagen we het meteen toen we de snelweg afreden: wolken verderop in de bergen! En daar gingen wij naar toe! Bij aankomst was het zwaar bewolkt en zelfs een klein beetje motregen. Maar weer of geen weer, het barbecueën gaat altijd door, ook deze dag! Gelukkig scheen de volgende dag de zon, zodat we een bootje konden huren om het prachtige National Park te verkennen. Varen, lekker zwemmen en verscheidene zogenaamde 'corona momentjes'. Jaja, die zijn inmiddels famoso, want wat is er lekkerder dan een corona drinken op een verlaten wit strand dat we net hadden bereikt met de boot? Dit alles terwijl de temperaturen op de boot gaande de dag stegen richting de 40 graden! Ook was het een speciale dag, want we waren precies 100 dagen op reis (oooh de tijd vliegt!!). Uiteraard werd deze perfecte dag afgesloten met een perfecte barbecue (voor de afwisseling een keer met garnalen)!
Dit was ook het moment dat de eerste 'verontruste' berichten uit Nederland ons bereikten, namelijk of het vuur ons al aan de schenen lag. Inderdaad zorgden droogte, extreem hoge temperaturen en een harde wind ervoor dat er in Victoria en het zuiden van New South Wales verschillende bosbranden woedden. Ook langs de route waar wij een paar dagen daarvoor nog langsgereden waren. Wij hebben daar verder gelukkig niets van meegekregen en bevonden ons in de dagen die zouden volgen zelfs in het 'koudste' gedeelte van Australië (tussen de 22 en 26 graden)!
Tijd voor meer avontuur, dus op naar Ninety Mile Beach (ca. 150 km aaneengesloten strand!). Een prachtige plek om in het wild te kamperen in de duinen. Eten en drinken en véél water ingeslagen en een mooi plekje uitgezocht waar we helemaal alleen stonden! Geen toiletten, geen douches, geen elektriciteit, maar … de zee op nog geen 25 meter afstand! In de duinen konden we 's avonds prachtig naar een sterrenhemel kijken met duizenden sterren! Sweet!
Na ongeveer twee uur rijden vanaf Ninety Mile Beach kwam onze volgende bestemming in zicht: Wilsons Promontory National Park. Eén van de mooiste en populairste national parken van Australië. Helaas was het de eerste dag dat we aankwamen niet mogelijk om op 1 van de bijna 500 kampeerplekken te kamperen, aangezien alles vol stond (jaja, 250 plekken gaan al een half jaar van te voren in de verhuur en de rest is beschikbaar voor mensen die maximaal 2 nachten mogen blijven). Dan maar overnachten in het prachtige (in het kader van je moet toch iets) plaatsje Foster, iets verderop, aangezien ook de andere vijf campings in de buurt vol waren.
Maar we gaven het niet op. De volgende ochtend stonden we om half negen opnieuw bij de receptie en konden we zowaar een plekje op de camping ín het national park bemachtigen! Het werd al snel duidelijk waarom dit een populaire plek is om te kamperen, want de omgeving was prachtig! Een wandeling naar het hoogste punt (ca. 500m) bood een prachtig uitzicht over het national park. 's middags nog naar een aantal stranden geweest, die ook één voor één op een ansichtkaart hadden kunnen staan! De 'wildlife route' zou een goede route moeten zijn om allerlei beesten te bewonderen. Nu hebben we dat vaker gehoord, maar zelden was het zó waar. Binnen 10 minuten sprongen en liepen er kangoeroes, emoes en wallaby's rondom ons op de 'savanne achtige' vlakte waar we ons bevonden. Alleen helaas nog steeds geen wombats in het 'echt' gespot, maar alleen het hol; hun woonplaats!
's Avonds naar de buiten bioscoop waar de nieuwste Bond film 'Skyfall' werd gedraaid. Tof! Film kijken in de slaapzak en onder 1001 sterren! Op de terugweg van de bioscoop naar de camper in het donker, ongeveer 250 meter, was er ineens een enorm geritsel langs het pad. Na terugkomst met zaklamp zagen we dat het een flink hert (hog deer) was! Toen we weer terug waren bij de camper kwam er net een wombat onder de camper vandaan! Wauw, 's nachts verandert de camping in één grote dierentuin!
Het park waar je gemakkelijk een hele vakantie kunt doorbrengen (wat veel Australische gezinnen ook doen, zoals ze tijdens de afwas vertelden) verlieten wij de volgende weer voor het volgende hoogtepunt: de pinguïns op Phillip Island! Iets ten zuidoosten van Melbourne ligt dit eiland dat met een brug met het vasteland verbonden is. Op het eiland leven talloze kleine pinguïns die 's avonds aan land komen om terug te keren naar hun hol in de duinen. Hier keek Marlijn al weken naar uit … Aangezien het een plek is waar ieder jaar duizenden toeristen op afkomen is het noodzakelijk kaarten te kopen voor een grote tribune waar honderden mensen per keer op plaats kunnen nemen … Ja, we horen wat jullie nu denken en dat dachten wij eerst ook! Maar het bleek de fantastische ervaring wonderbaarlijk genoeg niet in de weg te staan! Want het was geweldig om te zien hoe vlak na zonsondergang kleine groepjes pinguïns vanuit de zee waggelend hun weg richting de duinen vonden. Een enorm grappig gezicht JJJ. En de meeste mensen waren al vrij snel weer verdwenen, waardoor wij met onze knieën in het zand zaten en de pinguïns bijna aan konden raken! Wat een geweldige beesten!
Wake up, Wake up, Wake up voor de volgende wereldstad: Melbourne! Wij verbleven op een nette camping 10 kilometer buiten het centrum. Zó netjes dat het niet toegestaan was om een waslijn te fabriceren, iets wat op bijna elke camping een onderdeel was van ons basecamp. Wel was het een goede plek om Melbourne te verkennen. Een zeer gezellige stad met talloze restaurantjes, barretjes en brasserieën waar je heerlijk kunt eten en drinken. De aantal must see bezienswaardigheden zijn op 1 hand te tellen, dus hadden we ook nog tijd zat om lekker te chillen op het strand bij St. Kilda. Tijdens ons bezoek begon net de Australian Open, waar Judith en Carina favoriet Lleyton Hewitt ten onder zagen gaan tegen de onbekendere nummer 8 van de lijst: Janko Tipsarevic.
Na drie nachten Melbourne reden we richting ons laatste hoogtepunt van de Aussie trip: The Great Ocean Road! (de 243 km lange weg langs de kust ten westen van Melbourne, die is gebouwd door teruggekeerde soldaten tussen 1919 en 1932 ter nagedachtenis aan de slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog). De naam schept hoge verwachtingen en terecht! De eerste dag ging de slingerende weg langs prachtige klifkusten met talloze uitzichtpunten. Het was weer tijd voor wat avontuur, dus wildkamperen! Deze keer op het één na zuidelijkste puntje (op Wilsons Promontory na): Cape Otway National Park. In dit park zijn een aantal plekken waar het toegestaan is te kamperen langs de rivier. Dit keer hadden we wel een aantal buren en tevens 'pitt toilets'. Dit zijn hokjes met een pot erin waarbij alles onder in een grote bak valt (geen water). Je kunt je serieus afvragen wat de voordelen zijn t.o.v. een 'jungle' toilet…J Het is eigenlijk allemaal niet boeiend want het enige wat telde was de strakblauwe lucht, de natuur, een ondergaande zon en de ijskoude Corona! Living the good life! En niet te vergeten, de koala's die boven onze hoofden in de bomen aan het 'chillen' waren! De ervaring om dieren in hun natuurlijke habitat te spotten blijft voor ons toch wel één van de favoriete bezigheden. En koala's zijn en blijven toch wel hele schattige beesten!
Dag twee van de Great Ocean Road had nog een aantal hoogtepunten in petto, waaronder de bekende twaalf apostelen (het zijn er dan wel geen twaalf, maar daar lijkt niemand zich druk om te maken! J). De Great Ocean Road is eigenlijk een beetje vergelijkbaar met Fraser Island, in die zin dat het zich het beste laat beschrijven door foto's. Checken dus!
Onze laatste overnachting met z'n vieren was in Port Fairy. De dag erop moesten we helaas weer afscheid nemen van Carina en Judith in Portland, die vanaf daar hun reis naar Adelaide en door de outback gingen vervolgen. Het waren vier weken samen, maar de tijd is omgevlogen en afscheid nemen is toch altijd een beetje moeilijker dan je van tevoren denkt!
Wij zijn vanuit Portland in twee snikhete dagen (temperaturen boven de 40 graden) door een gedeelte van de outback teruggereden naar Sydney. Een weg waar je gemiddelde snelheid bijna niet van de maximum snelheid afwijkt, aangezien de routebeschrijving '1200 km immer geradeaus' luidt. De tussenstop met overnachting was in Euroa. Een prachtig hill billie dorpje in the middle of nowhere. En na temperaturen van rond de 25 graden overdag en rond de 15 graden 's nachts in Melbourne, was het toch weer even wennen dat ook 's nachts de temperatuur niet onder de 30 graden zakte.
Op 18 januari waren we na in totaal bijna 8000 kilometer langs de oostkust gereden te hebben, terug in Sydney. Een dag die in Australië officieel de boeken in is gegaan als warmste dag in Sydney sinds het begin van de temperatuurmetingen! En dat was te voelen! We arriveerden met een temperatuur van 45,8 graden in de namiddag! Gelukkig trok later op de avond de wind aan, waardoor ook de ergste warmte verdween en het de volgende dag weer 'gewoon' 25 graden was.
In Sydney hebben we nog twee dagen kunnen genieten en terug kunnen denken aan de aaneenschakeling van fantastische momenten die deze Aussie trip ons heeft gebracht! Of het nou het sneeuwwitte zand was van whitehaven beach, het verlaten strand bij Cape Tribulation, de skydive met landing op het strand, Lake Wabby en de dingo's op Fraser, het wildkamperen, new years' eve onder de harbour bridge, het uit volle borst meezingen onderweg in de camper met Ben Howard en Paul de Leeuw of de 'corona en baileys momentjes' voor de camper, het was allemaal geweldig! We zijn bijna op de helft van onze trip en Zuid Amerika staat ons te wachten! Een nieuw avontuur, dat weer heel anders zal zijn. Maar Australië gaan we niet snel vergeten. En … we'll be back!
- comments
alda Waauw wat een prachtige verhalen van dit continent; en wat goed en beeldend beschreven; Marlijn, je had journalist moeten worden! Veel plezier in Zuid Amerika, maar eerst goed je spaanse woordjes leren. Dikke kus.