Profile
Blog
Photos
Videos
We blijven hier wonen.
Arequipa is de tweede toeristische stad in Peru, na Cuzco en heeft ca. 750.000 inwoners. De historische kern is niet zo groot maar heel goed onderhouden en het centrum heeft een heel relaxte uitstraling. Er zijn wel veel westerse toeristen, maar die hebben nog niet de overhand in de stad, zoals dat in andere stadjes helaas soms wel het geval is. Daardoor heeft Arequipa een aantrekkelijke mengeling van toeristisch aanbod (inclusief Starbucks, vele leuke restaurantjes en lounge café's) en authentiek Peruviaans leven, dat ons in ieder geval heel goed beviel. Er is hier sprake van een eeuwige lente: de temperatuur schommelt overdag tussen de 25 en 30 graden en het koelt 's avonds af tot een graad of 15. En de zon schijnt 360 dagen per jaar
Belangrijke attracties zijn het St. Catharina-klooster en 'Juanita', een gemummificeerd Inka-meisje, hoogstwaarschijnlijk geofferd in de 15e eeuw, waaromheen een tentoonstelling is gebouwd.
Het meisje is in bevroren toestand gevonden op de Mistivulkaan (na een uitbarsting), haar gelaatstrekken zijn nog herkenbaar en haar lichaam en kleren perfect geconserveerd. Heel bijzonder.
Het klooster is sinds kort ook 's avonds te bezoeken, een absolute aanrader omdat het veel minder druk is dan anders (in ons geval waren er zelfs nauwelijks andere bezoekers) en omdat de verlichting gebeurt met kaarsen en fakkels, waardoor de sfeer bijna middeleeuws is. Het klooster is enorm, bijna een stad binnen de stad. Er woonden 450 nonnen met bedienden en je kunt er uren ronddwalen - en dat hebben we dan ook gedaan, totdat we er echt uit moesten omdat het klooster ging sluiten.
Toeristen komen niet alleen naar Arequipa vanwege het historische koloniale centrum maar ook en vooral vanwege de omgeving, met veel natuur en historische (pré-)-Inca plekken. Wij besloten om een trektocht te maken door de Colca Canyon. Wikipedia zegt: 'Colca Canyon is de kloof van de Colca in het zuiden van Peru. Hij ligt ongeveer 160 kilometer van Arequipa vandaan. Hij is meer dan twee keer zo diep als de Grand Canyon in Amerika. Daarentegen zijn de muren niet zo recht als bij de Grand Canyon. De Colcavallei is een kleurrijk gebied met dorpjes die door de Spanjaarden ontdekt zijn. De lokale bevolking houdt zich echter nog altijd aan de oude tradities en leefwijze en maken dus nog altijd gebruik van de landbouwterrassen'.
Daar wilden wij dus graag heen. We hebben wat geshopt voor de beste tour en dat viel nog niet mee. Sommige operators hebben een heel gelikt verhaal waarom zij veel beter (en vooral duurder) zijn dan andere en het is moeilijk daar als leek doorheen te prikken. Daarbij maken verschillende agencies gebruik van dezelfde tours tegen heel verschillende prijzen. Dus je vraagt hier en daar om tips en zoekt op internet... op aanraden van onze vriendelijke hoteleigenaar hebben we een keuze gemaakt voor een bedrijf dat ca. 1/3e kostte van het duurste bod. Dat pakte bijzonder goed uit, goed verzorgd, twee leuke gidsen en een kleine groep (gelukkig, want je hoort ook schrikverhalen van mensen die heel slecht eten krijgen, een gids die niks weet, etc.).
De trek was drie dagen. Een eerste dag van ca. 5 uur wandelen, waarvan drie uur constante afdaling van 1200 meter over een afstand van 5 kilometer en daarna weer een uurtje of wat klimmen. We hebben overnacht bij een familie in de vallei. Dat was basic maar wel charmant (zij het dat de vloer uit zand bestond - dat is ontzettend stoffig. Helaas was dat de tweede dag ook het geval in onze cabaña in de oase, waardoor we bij terugkomst enkele kilo's zand uit onze kleren hebben moeten verwijderen.)
De tweede dag was een gemakkelijke dag met een relatief vlakke wandeling van een uur of vier, waarna we in het dal in een oase (inclusief zwembad) overnachtten. Onderweg hebben we allerlei lokaal fruit geprobeerd, dorpjes bezocht e.d. 'Vlak' betekent in de Andes overigens niet hetzelfde als in Nederland; 'Andesvlak' betekent alleen maar dat je niet totaal buiten adem raakt van het klimmen en dalen en dat er ook nog vlakke stukken in de wandeling zijn. ´Nederlands-vlak´ komt in de Andes niet voor. Het duurde even voordat wij deze definitie van ´vlak´ doorhadden.
Op de derde dag moesten we dezelfde afstand recht omhoog als we de eerste dag gedaald waren; een klim van drie uur van ca. 1200 meter zonder vlakke stukken naar een hoogte van ca. 3000 meter. Omdat we al een paar dagen in Arequipa waren geweest, waren we gelukkig enigszins gewend aan de hoogte. Voor 5 uur 's ochtends opgestaan en meteen begonnen aan de klim omdat het anders te warm wordt op de berg - je kunt dan niet voldoende water meenemen om het vochtverlies te compenseren. En we kregen geen ontbijt omdat het risico aanzienlijk was dat dan je van de inspanning zou moeten overgeven. Dus iedereen had flink snacks (snickers, energierepen) ingeslagen. De klim viel inderdaad niet mee, maar we hebben hem binnen de tijd gehaald, d.w.z. voordat de zon te heet werd. De truc bij zo'n klim is dat je een goed ritme moet vinden, waarin je niet te snel moe wordt. Je moet dus niet proberen aan te klampen bij mensen die veel sneller klimmen (door een betere conditie of doordat ze aan de hoogte gewend zijn), want dan blaas je jezelf op en kom je niet verder.
Met dat al waren we behoorlijk uitgeput toen we boven waren. Maar de uitzichten en en de landschappen maakten de inspanningen meer dan goed. En het is natuurlijk bevredigend dat je zo'n prestatie geleverd hebt.
Gedurende de gehele tocht gezelschap van een leuke hond.. (die onze bus nog een stuk achterna rende.. 'net als in de film' haha).
Onderdeel van de tour is dat je bij een uitkijkpunt kunt kijken naar Condors, die er geacht worden op te stijgen om de thermiek. Het stikt daar van de toeristen die komen kijken, maar normaliter storen de Condors zich daar niet aan. Helaas waren er op dat moment geen condors te bekennen, eentje heel in de verte. Het is op de wissel van seizoenen, ze trekken dan naar de eilanden aan de kust een stuk noordelijker. De dag erna is er echter nog wel eentje gezien, zo hoorden we... Wel ontzettend jammer, hadden ze heel graag gezien.
We zijn nog even in Arequipa gebleven om te herstellen van de inspanningen en om te genieten van het vertier dat de stad te bieden heeft. Zo hebben we gegeten in een restaurant dat zich specialiseert in de pre-Inka-keuken. Dat wil zeggen dat er geen dingen gebruikt worden in de bereiding die niet gebruikt werden vóór de Inka's. Geen olie, bijvoorbeeld. Rob had een verrukkelijke Alpaca-steak (dat is, net als cavia, normaal Peruaans eten), die rechtstreeks op het vuur (i.e. de kolen) gebakken was. Voor het serveren moet dan de houtskool worden afgeschraapt van het vlees. Het resultaat is echt bijzonder smakelijk.
Leuke stad, Arequipa.
- comments
ria Ik waan me ook een beetje in Peru. Helaas zit ik achter een duffe computer te registreren. Wat een zware tocht lijkt me dat enne vlees waar de houtskool eerst afgeschraapt moet worden???????? hartelijke groet Ria ps late reactie van mij maar ik kreeg jullie berichten niet doorgestuurd van barbara en dacht dat jullie helemaal van de aardbol verdwenen waren.