Profile
Blog
Photos
Videos
Dag meneer & dag mevrouw,
na een maand afwezigheid is het tijd, de hoogste tijd. U wordt bedankt voor vele berichten vol gezelligheid.
Er is weer een nieuw blog in de lucht!
Het laatste gedeelte van onze reis begon in Melbourne. Vanuit daar vertrokken we naar het ruige Victoriaanse platteland. In een zekere plaats Bittern genaamd wachtte ons een ontzettend leuke tijd op de animalfarm Rain Haine & Shine van Wwoof-hosts Ian en Sue. Onze aankomst was later dan verwacht; verschrikkelijke bosbranden eerder die week maakten grote gebieden rondom Melbourne een no-go area. Op de dag van de branden waren wij in de stad. Een vreemde dag. Al vroeg in de ochtend was een zeer warme wind op komen zetten, die zich in de loop van de dag vervormde tot een gloeiend hete stormwind. Alsof de stad in een heteluchtoven was veranderd en wij de ovenfrietjes waren. In het kurkdroge Zuiden van Australie, waar dor gras zich slechts afwisselt met Eucalyptusbomen - die blaadjes gevuld met olie hebben - is het op zo'n dag zeker dat er branden ontstaan. De volgende dag was de zon rood en hing er rook in de straten.
Tegen de tijd dat we op de animalfarm waren was de situatie gelukkig weer veilig. Ian & Sue waren leuke mensen. Sue was een werkpaard en Ian had na veel pech in z'n leven besloten van elke dag te genieten - een vrolijke kerel. Het was heerlijk om een beetje aan te rommelen terwijl kippen en kleine eendjes tussen je benen doorliepen, een paar meter verderop een ezel stond te balken om wat grassprieten en je vanuit je ooghoeken opmerkte dat emu's (soort struisvogel) inderdaad tot de snelste diersoort behoren. Het huis werd behalve de hosts gedeeld met een Japans koppel dat meer waarde aan een goeie joint hechtte dan aan hun toekomst, een luie maar aardige Duitser en een ander Japans meisje dat vreemde geluidjes maakte wanneer ze met pingpong de bal raakte of niet raakte. Het werk was niet veel bijzonders totdat we met de zogenaamde mobiele kinderboerderij (we stopten wat geiten, eendjes, cavia's, een koe, een schildpad en een big in de kar en lieten ze vervolgens rondlopen op een stuk terrein ergens) naar de open dag van een lokale Ozzie Football Club gingen. De knapen van deze ploeg, genaamd de Hawkthorns, schenen beroemd te zijn omdat ze het jaar daarvoor de cup hadden gewonnen, wat ze een soort status gaf als de spelers van Ajax of PSV bij ons hebben. Wij zagen ze echter nergens en besloten een praatje te maken met de vriendelijke vrijwilligers die ons hielpen donaties aan te nemen. Luc vroeg aan de oudste van de twee of hij een grote fan van de club was. 'Ja,' zei die lachend, 'maar dat moet ook wel als je trainer van het team bent.' De knul naast hem bleek een van de doorgebroken talenten te zijn. Tsja.
Een leuke tijd dus op de Animal Farm. Maar aan alle leuke dingen komt een eind. Zo ook aan ons verblijf in het land van de Kangoeroes. Maar een prachtig vervolg lag voor ons. De Tasmaanse zee werd overgestoken en we zetten voet aan wal in het land dat eeuwen geleden werdt ontdekt door een Nederlander, nog veel eerder door de Maori's die het Aotearoa noemden - Het land van de lange witte wolk - en het land dat wij kennen onder de naam Nieuw Zeeland. Na een drie uur durende vlucht - die lang leek te duren totdat de stewardess met het karretje aankwam en ons vroeg of we een wijntje of misschien iets sterkers wouden, had ze niet moeten vragen - kwamen we aan in de hoofstad Wellington. We vonden twintig dollar p.p. voor een bus naar de stad te duur en gaven een local de hint dat het een lange afstand was om te lopen. En hoewel het altijd lente in de ogen van Luc is, was het ook nog eens hartstikke koud. Een half uurtje later zette de aardige mevrouw ons af in het centrum van het winderige stadje. Dit stimuleerde ons om een paar dagen later te gaan liften richting het Noorden. Maar die dag werd onze naiviteit bestraft. Een hele dag met de duim omhoog, maar met zonsondergang niks dan een pijnlijke rug zorgde ervoor dat we een busticket kochtten en de volgende dag warm en gemakkelijk in de bus naar Napier zaten. Dit geluk was echter van korte duur. Aangekomen in het Art Deco stadje regende het cats and dogs. Gelukkig hoefden wij niet naar een hostel te zoeken omdat we via de sectorassistente van onze oude school een adres voor een paar nachten hadden. Ze woonde op nummertje 60 van een lange weg langs het strand. Na drie keer op en neer lopen en honderden mensen gevraagd te hebben kwamen we tot de conclusie dat de straat echt ophield bij 49 en verderging bij 65. Na urenlang gezoek, we hadden echt alles geprobeerd, waren we zeiknat en helemaal klaar met deze onverklaarbare verdwijnseltruc. We liepen terug naar een hotel waar we al twee keer waren geweest om de weg te vragen. Of ze nog een bed vrij hadden. Ze kon ons beiden een eenpersoonskamer aanbieden voor 30 dollar (12 euro) p.n.p.p.. Dit vonden wij verrassend weinig en vroegen om een studentenkorting. Ze twijfelde en besloot er 20 dollar (8 euro) van te maken. Goeie deal. Voor een private room met een bad voor ons alleen en heerlijke zeepjes. En zo werd het toch nog kerstfeest.
Na Napier gingen we door naar Taupo. Een klein plaatsje aan een groot meer met prachtige wandelroutes langs watervallen, bubbelende modder, veel vogels en kokend water dat uit de grond komt. Vanwege dat laatste konden we een warm bad nemen in een heldere rivier. Heel speciaal. Vanuit Taupo gingen we naar Rotorua, waar we vorige week aankwamen.
Echter, voor nu is het genoeg mensen. Voordat jullie vierkante oogjes krijgen zullen we er een einde aan breien. Maar wees alert! Een nieuwe blog is op komst, en we kunnen verklappen dat voordat we ons op de eerste van April naar huis begeven (wat geen grap is), er een 'special' op de weblog zal verschijnen met de titel: Wist je datjes!
Voor nu, oogjes dicht en welterusten meneer de president.
Hartelijke groeten,
Luc en Harm.
Ps. Als je in staat bent de drie zinsgedeeltes te vinden van bekende Nederlandstalige liedjes, post ze op de blog, en misschien wordt jij dan wel een van onze Goldmembers!
- comments