Profile
Blog
Photos
Videos
Allang terug in Thailand hebben we een paar prachtige weken om op terug te kijken…
Uiteindelijk zijn we bijna drie weken in Vietnam en een week in Cambodja geweest…
Beiden landen laten door geschiedenis en heden zien hoe verschrikkelijk oorlog is…
Verscheidene tours hebben ons op indrukwekkende plaatsen gebracht…
We hebben weer heel wat kilometers op de brommer afgelegd…
Van budget zijn we naar de meer luxere en comfortabele hotels gegaan…
De temperaturen zijn tot boven zelfs ons peil gekomen…
Gezondheid is nog altijd prima, op een tropische ziekte na…
Vietnam kent een indrukwekkende natuur, veel pagodes en nog meer waterbuffels…
De nachtbus in Vietnam was verschrikkelijk…
Vietnam kent 90 miljoen inwoners, 50 miljoen scooters en 40 mensen overlijden per dag in het verkeer…
Vietnam is een democratie, maar kent maar een partij om op te stemmen…
De mensen in Vietnam zijn vriendelijk, maar wel erg luidruchtig…
Hanoi is een grote, gezellige en mooie stad. Saigon enkel een grote…
Koen heeft in het prachtige plaatsje Hoi An prachtige kleding op maat laten maken…
Met een lokale bergstam hebben we door bergen en rijstvelden in Sapa gelopen…
Tussen honderden andere boten zagen we de wonderen van Halong bay…
Over de Mekong rivier betraden we Cambodia met gemak en plezier…
Het leven op en van de Mekong rivier is een indrukwekkend iets om mee te maken…
Grappig dat er in een rivier zo bruin zoveel vissen leven…
In Cambodia hebben we enkel de echte hoogtepunten bezocht…
Cambodia is arm, mensen zijn vriendelijk en de curry is lekker…
Phnom pehn was indrukwekkend door geschiedenis en overgave aan de koning…
Ankor Wat betekent letterlijk hemel op aarde en dat is de perfecte benaming…
Naar mijn idee bevat Ankor Wat de meest indrukwekkende tempels van afgelopen jaar…
De grensovergang naar Thailand was een "avontuur"…
Terug in Bangkok is het hoofdseizoen aangebroken…
Taxi chauffeurs die geen Engels spreken zijn echt geen aanrader…
We bleven kort in Bangkok en liggen nu heerlijk voor onze bungalow kijkend over de zee…
We zijn gelukkig en met pijn in ons hart al lichtelijk afscheid van deze geweldige reis…
Het is alweer een tijdje geleden dat ik serieus achter de laptop zat en eerlijk gezegd weet ik vaak ook gewoon niet waar ik de tijd en de inspiratie vandaan moet halen. Wanneer je een jaar gaat reizen denk je misschien dat je veel tijd hebt om te ontspannen en niks te doen. Voor ons is echter niks minder waar. Aan het einde van deze reis ben ik gisteren begonnen aan mijn vierde boek, heb ik kaarten liggen, geen tijd om ze te schrijven en kan ik onze niks te doen dagen op twee handen tellen.
Tegenwoordig zitten we in een ritme waarin we vroeg gaan slapen en vroeger opstaan om zoveel mogelijk gebruik van de dag te maken (En de hitte te ontwijken). Zo kwam het vanmorgen dat we eindelijk uit konden slapen, maar alsnog beiden om 07.30 al klaar wakker waren…
We hebben afgelopen weken veel gereisd en veel tours gedaan. We waren een beetje klaar met altijd alles uitzoeken en zelf overal heen gaan. Dus boekten we tours met alles erop en eraan. Aan een kant wel fijn, maar aan de andere kant toch niet onze manier van reizen.
Het reizen is wel wat ons begint op te breken. En daarbij dan vooral het reizen in Azië. Altijd maar weer in een volgepropte bus terecht komen die nooit gewoon op tijd vertrekt, die je nooit regelrecht brengt waar je heen moet, een buschauffeur die geen Engels spreekt, bagage waar mee gesmeten wordt en als je pech hebt moet je nog 3 overstappen in totale onzekerheid. Je leert om jezelf eraan over te geven en het met een korreltje zout te nemen, maar aan het einde begint het toch op te breken… Jaja nog een paar daagjes en dan zitten we weer op de bank in Nederland. Fijn om jullie allen weer te zien, maar jeej, wat zijn wij bang voor verveling en de druk van de westerse cultuur…
De laatste keer vertelde ik jullie al dat we al enkele dagen in Vietnam waren en genoten van het land. Dit hebben wij drie weken in volle teugen gedaan. Ik had weinig verwachtingen bij Vietnam en er nauwelijks iets over gelezen toen we er aankwamen. In eerste instantie chaos op het vliegveld en oplichterij. We dachten even terug in Indonesië te zijn en dat was precies wat we niet wilden…
Na een goede nachtrust gingen we Hanoi in en al snel werden we ingepakt door de Vietnamese cultuur en de sfeer die er op straat hing. Een drukke stad, honderden scooters en een gevaar om te voet de overkant van de straat te halen. Maar als je door de drukte heen kijkt en gewoon blijft lopen als je oversteekt, dan haal je de overkant wel en zie je hier tussendoor de charme van de straten. Hanoi, een plek waar ooit de Franse heerste, waar je stokbroodjes langs de straat kan halen, waar men rechts rijdt en waar alle straten in het oude centrum hun eigen vakmanschap kennen. Een straat met speelgoed, een straat met ijzerwerken, een straat met meubels en vele straten met souvenirs… In het midden van het oude stadscentrum een groot meer met een prachtige tempel en een verhaal van een gouden schildpad, een zwaard en een koning? Uiteraard onzin, maar toch grappig.
Ondanks de drukte is Vietnam geen chaos, niet zo arm als we verwachtten en zijn we er snel van gecharmeerd…
Vanuit Hanoi deden we een driedaagse tour naar Halong bay. Een stuk zee met hierin gigantische rotspartijen, grotten, bijna 2000 eilanden en duizenden mensen die leven in drijvende hutjes.
Prachtige uitzichten, indrukwekkend leven en gigantische grotten maken het een mooie trip. Om er echter echt van te genieten moet je de honderden boten die om je heen varen wel vergeten.
Door zijn status als een van de zeven wereldwonderen is Halong bay enorm gestegen in toerisme en zijn er duizenden mensen die dezelfde dag dezelfde tour gaan doen, alleen dan in een andere boot. Omdat ze vorig jaar ook nog hebben verplicht om alle boten te verven, zijn er nu duizenden witte boten in Halong bay die je onder geen enkele hoek kan missen…
Desalniettemin hadden we een prachtige boot waar we ook de nacht doorbrachten. De eerste dag gingen we naar een prachtige grot, voeren we tussen de eilanden, gingen we even kajakken en aten en sliepen we tussen de eilanden op het stille en vredige water.
De tweede dag gingen we naar het grootste eiland in Halong bay. We gingen er naar het National park, bezochten een grot en gingen een stukje fietsen. Een prachtig groen eiland met opnieuw gigantische bergen die aan weerszijden opdoemden. Opnieuw toeristisch, maar we probeerde er doorheen te kijken. Die middag gingen we met een boot naar een ander, klein eiland. We vaarden langs drijvende hutjes, een heel vissersdorp, waar lokale bevolking rond peddelde en vrolijk zwaaiden naar de boten. Een prachtig gezicht met op de achtergrond opnieuw de gigantische bergachtige eilanden. Monkey Island was klein met een prachtig strand en heerlijk om rondom te verkennen per kajak. Tot slot zaten er natuurlijk zoals de naam al aangeeft, apen. Niet zomaar apen, maar bier- en frisdrank drinkende apen die dol waren op blikjes, flesjes en snoeppapiertjes… Altijd leuk…
We sliepen op het grote eiland en gingen de volgende ochtend weer vroeg de boot op. Via een prachtige route vaarden we terug naar het vasteland om met een lange busreis terug naar Hanoi te keren.
Nog dezelfde avond namen we de nachttrein richting Sapa. Een nachttrein met bedden, vergelijkbaar met die in Thailand, dus in eerste instantie een goede meevaller. Helaas zijn Vietnamese geen Thaise en moesten we onze cabine delen met een luidruchtig gezin, bestaande uit een stel en hun dochtertje. Of ze echt de liefde aan het bedrijven waren in het bovenste bed weten we niet zeker, maar het leek er gevaarlijk veel op… Schaamte kennen Vietnamese niet echt…
Vroeg in de ochtend kwamen we aan en werden met een bus naar Sapa gebracht. Een prachtige weg en een prachtig omgeving. Sapa ligt hoog in de bergen en is hiermee gelijk de koudste plek in Vietnam (Overdag is het nog bloedheet). Rondom Sapa hoge bergen en gigantische rijstvelden gebouwd in lagen op de bergen. Honderden waterbuffels doen er hun werk en verschillende stammen wonen nog altijd in de bergen en laten toeristen de omgeving zien. Zo ging Song met ons mee. Een heel lief klein meisje, 19 jaar, getrouwd met een baby en gewend om veel te lopen in de hitte. De eerste dag liepen we lang en door de rijstvelden, in de bergen, naar een dorp en een serie aan watervallen. Het meeste waren wij echter onder de indruk van opnieuw de rijstvelden, die men in prachtige lagen tegen de bergen aan maakt en die al honderden jaren oud zijn. In deze rijstvelden gigantische waterbuffels die zorg dragen voor een goede grond. Meestal zie je ze echter gewoon lekker baden en een beetje rond hangen. Lokale bevolking loopt bergen op met een zak van 50 kilogram rijst op hun rug en naast andere mensen deel je de smallen paden met tientallen kippen, geiten en koeien. Al met al maakt het, het een warme, maar indrukwekkende wandeling.
Diezelfde middag huurden we een scootertje en reden naar een prachtige grote waterval. Door de bergen, met prachtige uitzichten (Helaas was het rondom Sapa wel iets bewolkt) hadden we een heerlijke rit. In de avond koelde het echter wat af en keerden we terug naar onze kamer in een hotel dat aan de rand van een klif stond en onze kamer die een uitzicht over de bergen en het dal had.
De tweede dag gingen we alweer vroeg aan de wandel. Song had ditmaal haar baby bij (Gewoon in een sjaal gewikkeld op haar rug) en haar zus en moeder liepen ook met ons mee. Hoewel ze veel in hun eigen taal spraken was het toch een aangename wandeling. Opnieuw door en langs rijstvelden, bergen en langs twee plaatselijke dorpen. Het had dezelfde sfeer als de dag ervoor, maar het was verder, het bracht ons ook langs de rivier en we ontmoetten ook mensen uit een andere stam. Daarnaast was het erg warm en kwamen we tot de conclusie dat we toch beter tegen de warmte kunnen en gemakkelijker uren in de hitte kunnen lopen. We gaan niet zo kapot als Laurens ;)
Later op de middag kwamen we terug en gingen we nog even vlug langs de massage salon om die spieren van ons even onder handen te nemen. Vooral Koen genoot van zijn mannelijke massage, ik vond het maar matig (De masseur was een man die totaal het gevoel mistte).
Die avond hadden we opnieuw de nachttrein met ditmaal het geluk om onze coupe te mogen delen met een erg vriendelijk en geïnteresseerd Vietnamees stel. Hier is ook waar ik mijn vorige verhaal schreef.
Terug in Hanoi besloten we een dagje langer te blijven voor een goede nachtrust en nogmaals te genieten van deze sfeervolle stad. En dat hebben we gedaan…
Hanoi naar Hue met de nachtbus… Een nachtbus in Vietnam is toch wel een verhaal apart. In plaats van stoelen is de bus bekleed met stapelbedden. Drie rijen stapelbedden naast elkaar in de totale lengte van de bus. Ieder bed is hoogstens 50 cm breed en 160 cm lang. Geen verdere ruimte om je te bewegen, een matige airco en dertig zwetende jongeren. Daarnaast zijn de wegen in Vietnam niet zoals wij gewend zijn, grote stukken zijn ze aan het onderhouden, wat in principe inhoudt dat ze jarenlang onverhard zijn. Gaten in de weg zijn meer kuilen te noemen en goede chauffeurs zijn er zeer schaars. Vervolg zijn dus 15 hele lange uren spierpijn op verschillende plekken. We komen echter uiteindelijk wel in Hue, waar we een geweldig hotel hadden geboekt! Iets duurder, maar iedere cent waard. Warm worden we ontvangen, we krijgen meteen een kamer en na een goede douche en ontbijt krijgen we alle informatie die we nodig hebben met de nodige tijd en aandacht. En dat alles zonder ons iets op te willen dringen of te verkopen. Best bijzonder in Azie…
Die middag verkennen we Hue met de scooter. Hue is de stad van de koning. Het ligt in het noorden van Vietnam, maar bijna 1000 kilometer onder Hanoi. Vroeger, in de tijd voor de Fransen, kende Vietnam verscheidene koningen. De belangrijkste woonde in Hue en daar zijn nog de nodige overblijfselen van. Het midden van Hue bevat een citadel, een oud (Omringd door muren) stadscentrum met een goede sfeer. Binnenin die citadel is nog een citadel waar de koninklijke vertrekken zijn te vinden. Hoewel de Amerikanen veel hebben gebombardeerd en er nog ontzettend veel opgebouwd moet worden, is er toch veel te zien uit de oudere jaren en zijn de gebouwen prachtig. Naast oude vertrekken en grachten is er ook een grote tuin, een oud theater en een oud badhuis te vinden. Na deze citadel reden we nogmaals tussen de rijstvelden naar een oude japanse brug buiten de stad. Vooral een mooie rit, tegen het eind waren we inmiddels helemaal gebroken na de afgelopen nacht. Dus we zochten vroeg ons bedje op om de volgende dag een tocht over de rivier te doen. Deze tocht de volgende dag was leuk, maar op een scooter hadden we de omgeving beter kunnen verkennen. En met bovendien onze eigen brommerhelmen (Hele mooie potjes) zijn wij helemaal vertrouwd op de brommer en gaan we deze nog missen in NL (Of niet met de regen).
Uiteindelijk kwamen we die dag bij verscheidene tombes die vroegere koningen gebouwd hadden. Bij een tombe moet je niet denken aan een gebouw met daarin een kist en een begraven koning. Nee, een koning is jaren bezig met zijn tombe. Het is een heel park vol met tempels en toewijdingen. De eerste was een terrein van een aantal hectaren in de jungle met prachtige grachten. Een plaatje van alle kanten met hierin een aantal tempels en beelden. De tweede was gebouwd op een berg. Via honderden trappen, langs kleine tempeltjes en prachtige beelden kwamen we boven in een grote tempel waar de koning lag. Deze tempel lag niet alleen prachtig, maar was bekleed met prachtig mozaïek, hier beweren ze zelfs beter dan Gaudi, maar daar heb ik mijn vraagtekens bij?
De derde bezat opnieuw een park en naast deze tombes bezochten we nog een traditioneel huis en een prachtig pagode.
Het unieke aan de tempels en de pagodes in Vietnam is dat ze ofwel heel oud zijn, ofwel behoorlijk modern. Toen namelijk de communisten in de twintigste eeuw hier kwamen verboden ze de bevolking om hun eigen geloof te hebben en hierbij ook het bouwen van dergelijke monumenten. Jarenlang is er dus niks gebouwd en weinig onderhouden. Toen de communisten weg waren ging men weer geloven en langzaam werden er weer monumenten gebouwd en onderhouden. Dit zijn de dingen die deze dag te zien zijn in Vietnam en ze zijn mooi en vooral uniek.
Vanuit Hue vertrokken we met de bus naar Hoi An. De bus was uiteraard 1,5 uur te laat, maar daarnaast was de rit prima en snel. Hoi An is een klein stadje dat ooit een hele belangrijke handelsrol heeft gespeeld. Het ligt centraal aan de rivier en vroeger kwamen zelfs de Nederlanders hier voor (uiteraard) specerijen en rijst. Inmiddels is de handelsstad Saigon geworden, maar de charme en de oude franse vestiging is een hemel voor toeristen geworden. Het is een wonder dat Hoi An de bombardementen van de Amerikanen heeft overleefd en er wordt dan ook gezegd dat de plaats beschermde werd door politiek. Hoi An staat nog altijd op de werelderfgoed lijst.
Hoi An kenmerkt zich door vele oude (Franse) straatjes, tempeltjes, oude huizen, de rivier, bruggetjes, lokale markt, indrukwekkende (uiteraard unieke en oude) souvenir shopjes en vele leuke eettentjes en nog meer indrukwekkende tailor zaken. Er is niks dat je niet op maat kunt laten maken in Hoi An en dat alles voor een zeer aantrekkelijk prijs. Zo komt het dat wij er vier dagen bleven (Wat absoluut geen straf was) en elke dag terug moesten om al onze kleren te passen en perfect af te laten stellen. Inmiddels verschipt is een hele grote doos vol met kleding J Koen spande de kroon en liet zich door zijn assistente Anna overhalen om altijd net iets meer te kopen. Anna, een fotomodel met goed ideeen en een gezellige babbel, heeft ervoor gezorgd dat wij terugkomen geen probleem vonden.
Naast de bezoeken aan de kledingzaak huurden we een fiets om door Hoi An te fietsen, genoten we van de tempeltjes, de bruggetjes, de oude huisjes en het verrukkelijke eten.
Ook de omgeving van Hoi An is prachtig. De tweede dag huurden we een scooter om de stranden te bezoeken rondom Hoi An (Altijd leuk en erg mooie witte zandstranden met palmbomen en gezellige hangplekken/eettentjes). Hierna reden we een stukje door naar een heilige berg. Een gigantische berg vlakbij de kust waar we naar boven konden en waar we ons een behoorlijke tijd hebben vermaakt met prachtige pagodes, tempeltjes en niet te vergeten alle heilige grotten. Geweldig hoe men in natuurlijke grotten boeddha's heeft uit gehakt en altaartjes heeft geplaatst. De grotten waren prachtig om te zien en straalden een heerlijke rust en vrede uit. De dag ronden we af in een klein plaatsje vlakbij Hoi An met verscheidene ouderwetse pottenbakkerijen. Kleine, eenvoudige huisjes waar Vietnamese vrolijk lachten en ons de kunst van het potten maken lieten zien. We eindigden er met een prachtige zonsondergang boven de rivier.
De derde dag huurden we opnieuw een scooter om ditmaal een wat verdere tocht te maken met een duidelijk doel. My Son, een eeuwenoud tempelcomplex middenin de jungle. Behoorlijke gebombardeerd door de Amerikanen, maar ondanks de enorme schade bezit het nog absolute charme en is het een lust voor het oog. Eigenlijk zijn het geen tempels meer te noemen, maar ruïnes. Het zijn overblijfselen van wat ooit erg indrukwekkend moet zijn geweest. Maar door de setting in de jungle en de bergen eromheen waren wij diep onder de indruk van wat er nog overgebleven was. Een flink park, een drietal grote plaatsen met ruïnes en daaromheen wat kleine restanten.
Het had ons twee uur heen en twee uur terug gekost om er te komen, maar het was elke minuut waard, een plaatje!
Na de laatste dag nog even op de fiets te genieten van Hoi An en de kleding definitief af te ronden vertrokken wij 's avonds (Met jawel, de nachtbus) naar Nha Trang. Omdat de laatste bus wel meeviel dachten we het wel aan te kunnen om nog eenmaal de nachtbus te nemen (En we hadden immers al tickets tot aan Saigon). Het kon in onze ogen niet erger worden, maar we hadden het mis, dat werd het wel… Als een van de laatste in de bus moesten we achterin gaan liggen. In deze bus waren achterin vijf bedden naast elkaar, opnieuw hoogstens 50 cm. breed en tegen elkaar aan. Met een stoel ertussen lag er naast ons een ander stel van een iets breder formaat. Net voordat de bus vertrekt komen er meer mensen de bus in en moet er een andere jongen tussen de mannen in gaan liggen. Gezien er niet meer dan 30 cm. over was leek dit een onbegonnen zaak. Dit zag ook de jongen en weigerde er te gaan liggen. Na zich terug getrokken te hebben kwam de Vietnamese chauffeur terug en werd enorm agressief. Hij trok aan onze tas en sloeg Koen die op zijn beurt uiteraard ontzettend boos reageerde. Tot slot hadden we geen keus en kwam er uiteindelijk een heel lief, klein, oud Vietnamees vrouwtje van hoogstens 30 cm. breed tussen de mannen liggen. Het was een verschrikkelijke rit van 13 uur en plek hadden we niet. Maar we hadden er vrede mee, want dat kleine vrouwtje bleef maar zo lief naar ons lachen. Geen moment dat wij het konden ophouden om boos te blijven. Het hoort allemaal bij de ervaring…
Nha Trang, een gigantische badplaats. Een grote stad met aan een kant een lang strand. Gezien wij meer brommer als waterratten zijn, sprongen we op een brommer en reden langs de kust. We kwamen over een prachtige weg langs de kust met uitzichten waar je U tegen zegt. Aan de ene kant bergen, aan de andere kant zee, hoe mooi is de kust? Na een stukje rijden kwamen we langs verscheidene kleine vissersdorpjes en op een lokale, zeer verse vismarkt. De geur was niet te harden, maar de ervaring was erg leuk. In Nha Trang bezochten we nog een paar oude tempels en daarmee hadden we in onze ogen de hoogtepunten wel gezien.
De volgende ochtend besloten we maar de trein naar Saigon te pakken. Een lovende rit door het landschap. Rijst en velden vol Aloë Vera met op de achtergrond de bergen waren een goede afwisseling na de bus. In de vroege avond kwamen we in Saigon. Eerste (En die indruk is eigenlijk niet veranderd) een grote en vieze stad. Omdat Koen echter niet helemaal lekker was bleven we er toch twee dagen en gingen op ons gemak naar het paleis, de kerk, het oude postkantoor en het oorlogsmuseum. Dat laatste was vooral indrukwekkend. Wat propagandistisch opgezet (Alles tegen de Amerikanen, de Vietcong wordt niet genoemd) maar het maakte wel indruk. Verschillende beelden, foto's en feiten lieten de verschrikking van de Vietnam oorlog zien. Ook wat daar nog van over is als gevolg van de giftige gassen en ongeoorloofde wapens die de Amerikanen "probeerden".
De volgende ochtend vertrokken we naar de Mekong rivier. De Mekong rivier, een gigantische rivier die stroomt door Vietnam, Cambodja, Thailand en Laos. Een levende rivier waarvan miljoenen mensen en dieren leven, waar omheen het groen is, waar overal kleine dorpjes te vinden zijn en die een nog gigantischere delta vormt met vele zijweggetjes. De immensiteit van de rivier is enorm en wij bezochten er in vier dagen maar een heel klein stukje van.
De eerste dag bezochten we vier eilandjes vrij dicht bij het vasteland. Op deze eilanden bezochten we snoepmakerijen (Jaja, kokoscandy), honing makerijen en andere specerijen. We liepen over de eilanden en gingen in kleine bootjes om ons te laten roeien door de kleine zijweggetjes van de rivier met de groene oase eromheen. We kwamen terug aan land en werden met een bus naar Vinh Long gebracht, waar we opnieuw met een boot naar de overkant van de rivier werden gebracht om de nacht door te brengen bij een lokale familie. We sliepen met acht mensen in kamers achter hun huis. Een soort schuurtjes, het voelde wel een beetje als een homestay. We kregen een kookcursus, wat meer inhield samen koken, maar het was wel gezellig. We hadden een leuke avond en genoten de volgende ochtend van een ontbijt tussen de bomen in de lokale fruit bomen gaard.
Lang genoten we er niet van, want vroeg gingen we weer in de boot om de drijvende markt te bezoeken. Grote boten in een aftakking van de rivier die allerlei lokale producten verkochten. Denk hierbij aan aardappelen, ananas en watermeloenen. Een boot heeft maar een product en gaat pas weer naar huis wanneer boot leeg was. De boten komen uit de hele omgeving en totdat men alles heeft verkocht is de boot hun huis. Het is een soort veiling, kleine bootjes komen bij de grote boten om te onderhandelen en een verscheidenheid aan kilo's mee naar hun dorp te nemen. Het is een mooie geheel en een vermakend iets om doorheen te varen. Langs de Mekong rivier hebben we ook geen supermarkt gezien, enkel lokale markten waar heel vroeg in de ochtend al heel veel leven is.
We gingen aan wal en bezochten een rijstpapier makerij, een soja makerij en nog iets met lekkernijen. Leuk om door het dorp te lopen, maar al die makerijen zijn niet zo bijzonder.
We eindigden de middag op een scootertje, waarop we de kleine straatjes van het eiland verkenden en over kleine bruggetjes en verscholen weggetjes even goed de weg kwijt raakten. Maar gelukkig heb je alleen handen en voeten nodig om uiteindelijk toch de weg terug te vinden.
Terug met de boot naar de bus om door te rijden naar nog een plaats en nog een homestay. Ditmaal verbleven we in houten bungalows direct aan de rivier en leefden de mensen aan de overkant. Niet echt een homestay. We kookten weer samen en dronken rijstwijn (Helemaal niet lekker dus).
De volgende ochtend werden we al om 06.00 gewekt om naar de lokale markt te gaan. Dat was misschien wel de leukste ervaring van de hele tour! Met een jongen van de homestay (Die nauwelijks Engels sprak) liepen we door het kleine dorp totdat we bij de rivier kwamen waar een rijtje van lokale bevolking stond om naar de overkant te gaan. Een klein roeibootje met een meisje en een rieten punthoed (De bekende hoed) bracht iedereen voor 10 cent per persoon naar de overkant. Naast mensen gingen er fietsen, boodschappen en beesten in het bootje. Zo gingen ook wij en kwamen we aan de overkant bij een kleine lokale markt waarop ze groenten, fruit, vis, vlees, dieren en zelfs kleding verkochten. Men was duidelijk niet gewend aan toeristen en dat zorgden voor een leuk geheel. We aten er een broodje en genoten van de vriendelijk lachende mensen en de verbaasde gezichten. Al met al toch nog een geslaagde homestay.
We vervolgde ons weer bij de groep en gingen weer in een boot. Nogmaals naar een drijvende markt, maar ditmaal de grootste op de mekong delta. Een stukje groter dan de vorige en een van de boten aten we een heerlijke ananas. We gingen opnieuw aan wal en bezochten ditmaal een rijst makerij (Op zich best interessant hoe het rijst van het veld veranderd in rijst op je bord) en daarnaast nog wat, nu bekende, makerijen.
We eindigden de dag opnieuw in de boot, in de bus en uiteindelijk op Chau Doc. De plek om de boot naar Cambodja te pakken. Best een leuke plaats met een grote verscheidenheid aan cultuur. We bezochten na onze nacht in een drijvend hotel in de vroege ochtend een visserij en een cham cultuur dorp. De Cham is een oude volksstam in Vietnam. Het was een interessante ochtend waarna we met de snelboot Cambodja in gingen om uiteindelijk te eindigen in Phnom Penh.
Helaas was de boot niet zo snel (We kwamen pas laat in de middag aan) maar de grensovergang was een eitje. We gaven geld en ons paspoort aan de gids en deze gaf ze na tweemaal 20 minuten wachten terug en we hoefden zelf alleen maar een stempel te halen!
Phnom Penh viel ons reuze mee. We verwachten een gigantische, vieze en arme stad. Er was inderdaad veel stof en echt schoon konden we het niet noemen. Maar het centrum van de stad is eenvoudig te verkennen, niet te groot en er zijn een paar interessant bezienswaardigheden en er is wel iets van een goede sfeer met leuke eettentjes. Het bevat dingen die je gewoon gezien moet hebben. Die dingen bezochten we de volgende dag. Beginnend bij het paleis dat wel gevaarlijk veel weg heeft van het paleis in Bangkok. Groot, goud en verfijnd. Zoals misschien enkelen van jullie weten is de oude koning van Cambodja een maand geleden overleden (Cambodja is een koninkrijk). Hoewel hij niet meer regeerde en 90 jaar oud is geworden, moet hij heel veel goede dingen hebben gedaan, want mensen aanbidden hem. Honderden, misschien wel duizenden mensen waren in Phnom Penh om hun koning te eren. Op het plein voor het paleis stonden honderden mensen in rouwkleding met bloemen en gebeden. Ze legden bloemen neer bij het paleis en bidden, zongen en knielden voor hem neer. Het was indrukwekkend om te zien. Door het overlijden was helaas het paleis gesloten. Aan de buitenkant zagen we dat het vast mooi moet zijn.
We gingen door naar het oorlogsmuseum. Een grote gevangenis in het midden van de stad. Vroeger een school, voordat de rode Khmer kwam en het veranderde in een gevangenis, martelkamers, verhoorkamers en alle verschrikkelijke dingen die je jezelf kunt voorstellen. Buiten stond het speelrek waar vroeger naast spelende kinderen gevangenen hebben gehangen, ondersteboven vastgebonden, gemarteld met als conclusie een bekentenis te geven van iets dat ze niet hadden gedaan. De rode Khmer pakte iedereen op die maar iets geleerde was of geleerd leek. Mensen die gestudeerd hadden, die een goede baan hadden of die gewoon een bril droegen. In bijna 4 jaar is een kwart van de Cambodjaanse bevolking vermoord. Oudere mensen zie je niet veel meer in Cambodja.
Om de gruwelijke gewaarwordingen van de gevangenis af te maken vervolgde onze trip naar Killing fields. Een plek waar duizenden mensen zijn vermoord. Gebracht in vrachtwagens en afgemaakt met allerlei materialen (Kogels waren te duur). Inclusief vrouwen, kinderen en baby's. Door een audiotour kregen we alle informatie, de vraag achteraf is of we het allemaal hadden willen horen? Het heeft ons de rest van de dag gekost om weer bij te komen van wat we gezien en gehoord hadden.
De volgende dag vertrokken we uit Phnom Penh om met een bus naar een van onze hoogtepunten dit jaar te gaan, Ankor Wat. Het grootste tempelcomplex van de wereld, gebouwd tussen de 8e en de 14e eeuw in opdracht van verschillende koningen in nagedachtenis (In de vorm van tombes) en ter ere aan zowel het boeddhistische als het hindoeïstische geloof.
Dat het, het grootste tempelcomplex is valt al snel op. Het is gigantisch! Tientallen tempels verspreid over kilometers afstand. Het heeft ons drie dagen gekost om enkel de hoogtepunten te zien (We hadden het na drie dagen ook wel gehad met tempels). Voor drie dagen hadden we een tuktuk met chauffeur, want met 35 graden en volle bak zon was het voor ons zelfs te warm om te fietsen.
De grootste tempel is Ankor Wat en dat is ook de naam waarnaar men het hele complex heeft genoemd. Het betekent letterlijk hemel op aarde, en dat is het ook. De eerste dag bezochten we de tempels in de wijde omtrek en kwamen we nog niet in de buurt van Ankor Wat. Het eerste wat je opvalt is de rust, de natuur en de geluiden van de vogels en de sfeer van de tempels. Veel van de tempels zijn gespaard gebleven in de oorlog door overeenkomsten en men is altijd druk met renoveren en er is al veel werk gedaan. Toch zie je aan alle kanten wat de tijd met de tempels heeft gedaan en dat is ook wel waarom het zo speciaal is. In en rondom de tempels groeit gras, planten, mos en zelfs bomen tussen en door de stenen. Zijstukken van de tempels zijn bewaard gebleven, veel torentjes staan nog en graveringen zijn op sommige plaatsen nog goed te zien, op sommige plaatsen gerenoveerd en op sommige plaatsen helemaal of half vervaagd. Beelden missen hoofden, handen of bevatten soms enkel het onderstel. Verschillende stukken zijn ingezakt en overal liggen gigantische stenen. Alles ligt in een ongerepte natuur. Je moet naar je voeten blijven kijken, want stenen liggen alles behalve recht. Het is oud, het is klassiek, het is uniek, het is gigantisch en het is enorm indrukwekkend!
De tweede dag begonnen we bij Ankor Wat, een gigantisch en prachtig bewaarde tempel! Je bent onder de indruk wanneer deze tempel voor je uit rijst met zijn oude en bewaarde charme, zijn enorme muren, palen en de vijf prachtige torens rijkend naar de horizon. Helaas iets minder rust en sereniteit, omdat er honderden toeristen lopen, maar nog bevat het die rust van een tempel, die unieke vertoning. We klommen eerst helemaal omhoog de derde verdieping op om te genieten van de omgeving en keken omlaag de tempel in. Vanuit boven liepen we langzaam naar beneden, niks overslaand, maar genietend van de beelden, de sfeer, de muren, de oneindige graveringen in de stenen (Voornamelijk Shiva) en tot slot de enorme schilderijen van graveringen in de onderste gallerij. Hele verhalen afgebeeld in steen op de muren. We genoten hierna op de terugweg nog van het uitzicht op Ankor Wat en werden hierbij belaagd door tientallen moordlustig verkopende Cambodjaans vrouwtjes. Want ja, die blijf je overal vinden…
Helaas was het die ochtend al erg bewolkt en duurde het niet lang voordat de regen doorbrak en deze niet echt beter leek te worden. Toen het even droog werd bezochten we de voor ons meest indrukwekkend tempel. Wat Prom (Als ik de naam goed heb) een tempel die zo door de natuur aangetast is dat het indrukwekkend is. Bomen groeien door de hele tempel, langs de torens, door de stenen, vergezeld met verschillende kleuren van mos en een ineen zakking van stenen. De sfeer rondom de tempel was heerlijk en we genoten van wat we zagen voorbij iedere hoek. De tempel bezat nog altijd torentjes, binnenplaatsen en gangen, met een natuurlijk genot om er doorheen te lopen…
Na deze tempel begon het echter zo hard te hozen dat we geen keus hadden en terug gingen naar het hotel. Het is de hele dag niet meer droog geworden…
De volgende ochtend was het meer nacht en vertrokken we om 05.00 (Droog en wel) om de zonsopgang boven Ankor Wat te zien. En een plaatje dat, dat was (Zie achtergrond foto).
We waren wel erg moe, maar hadden nog genoeg energie om een berg op te klimmen (Dat duurde wel even) daar een tempel te bezoeken, te genieten van het uitzicht en het nuttigen van een ontbijtje. We vervolgde met de Ankor Tombe, de Bayon, het olifantenterras en nog een handvol tempels. Ik zal jullie de details besparen, het komt allemaal op hetzelfde neer, maar toch is de vormgeving, de architectuur, de graveringen en de stenen altijd net even anders. Dat maakt het tot op de laatste dag interessant. Ieder bouwwerk is gebouwd in opdracht van een andere koning (Daarom duurde het ook een aantal eeuwen om te bouwen) in een ander jaar, een ander tijdperk en met andere mensen en misschien zelfs met andere dieren? Wie zal het zeggen?
Naast de tempels was Saem Riep best een leuk plaatsje waar we lekker aten en in een prachtig hotel verbleven. We bleven er echter niet langer, want ja zelfs voor ons begint de tijd op te raken!
Vliegen was geen optie (Erg duur) dus we namen de bus naar Bangkok. Een uurtje of zes tot acht werd ons gezegd en de grensovergang valt wel mee, duurt ongeveer 30 minuten. Gelukkig hadden we al gehoord dat de grensovergang geen eitje was, dus vielen we niet helemaal achterover van hoe het er daar aan toe ging. Het stonk, was vies en er stonden honderden toeristen. Eerst in een ongestructureerde rij om ons uit te laten stempelen voor Cambodja. Na een 45 minuten in de hitte eindelijk aan de beurt, loop ik naar voren, zit de stempelaar vrolijk naar me te fluiten en me aan te grijnzen alsof hij me met zijn ogen uitkleed. Maar ja, we blijven toch maar naar hem lachen. Dan met de backpacks lopend over de grens. 35 graden en een kilometer door de zon. Kapot kwamen we bij de Thaise ambassade. En daar sta je dan in een rij met nog honderden anderen, de rij schiet niet op, niemand loopt door en er is niemand of niks wat je verteld wat je moet verwachten. Dus maar gewoon wachten… En zo gingen we bijna 2 uur voorbij voordat we eindelijk bij een hokje stonden met een man en een stempel en we konden in 10 seconden doorlopen. Appeltje eitje toch?
Het was al avond en minstens 12 uur later toen we in Bangkok kwamen. We besloten er maar een avondje te blijven en de volgende avond de nachttrein naar Surathani te pakken.
Thailand was ineens een stuk drukker, straten vol toeristen in Bangkok en prijzen die veel hoger waren dan de vorige keer. Omdat het weekend was dachten we de volgende dag naar de drijvende markt te gaan met honderden bootjes aan elkaar verbonden. Helaas dacht onze tuktuk chauffeur er anders over en zette ons compleet aan de verkeerde kant van de stad af. We namen dus maar weer een taxi, een metro en een boot en zagen op die manier opnieuw een stukje van Bangkok, maar geen drijvende markt…
We namen zoals gepland de trein (Een slaaptrein met 20 mensen in een cabine, maar met gordijntjes en tussenschotten was het een prima rit) en kwamen de volgende nacht om maar liefst 04.30 uur op het station. We moesten tot 08.00 uur wachten op de bus die ons bracht naar Krabi. Helemaal gebroken kwamen we daar aan, maar toch nog de moed om met een brommertje rond te rijden en naar het prachtige strand te rijden. Krabi is in Zuid Thailand aan de West kust. De vorige keer was het hier nog regenseizoen en niet fijn om te komen, nu scheen de zon en leek de omgeving ons een goede laatste bestemming. Deze kust kenmerkt zich door gigantische bergen, eilanden met stranden en een azuurblauwe zee. We verbleven een dagje in Krabi, namen een bus en boot naar Koh Lanta (Een schiereiland met prachtige stranden) en zitten nu op Koh PhiPhi in een prachtige bungalow uitkijkend over de zee en genietend van de rust en het geluid van golven, vogels en insecten. Totale ontspanning voordat we terug keren naar Nederland… Over dat onderwerp wil ik het nu niet hebben, er volgt nog wel een verhaal om dit prachtige jaar af te sluiten. Ik zeg nu gedag en zie jullie de 13e! Wij mogen nog heel even genieten van dit avontuur…!
- comments
Frans en Agnes Een mooi einde van jullie reis, de tempels van Ankor Wat! En nu heerlijk nog een paar dagen uitrusten en relaxen aan het strand voor jullie terugkeren in een herfstig Nederland met vele mooie herinneringen aan een geweldig jaar. Wij vonden het heel fijn om via dit blog met jullie mee te reizen en jullie ervaringen te delen. En natuurlijk zien we ernaar uit jullie heel snel in levende lijve te zien. Liefs en xxx
Anne Leuk om te lezen, herken er veel in! Geniet nog van de laatste dagen! Wij vertrekken volgende week naar Zuid-Amerika! Nieuw-Zeeland is mooi. Goede reis naar huis alvast. xxx