Profile
Blog
Photos
Videos
Kia Ora!
We zijn net terug van een weekje vakantie….! Rub had 2 weken vrij van school en in de eerste instantie wilden we erg graag naar een van de pacifische eilanden, fiji (3 uur vliegen van hier) bijvoorbeeld. Maar het kostenplaatje werd aanzienlijk hoog, dus hebben we op het allerallerlaatste moment toch maar besloten een goedkope deal te regelen en met een auto ten Noorden van Auckland de boel te gaan verkennen. Het reisbureau bij ons op de hoek raadde ons aan om een spaceship te huren; alle gemakken (?!) van een campervan in een stationwagen gepropt. Dan lijkt het tenminste nog een beetje ergens op…J (zie ook de foto's van ons fel-oranje vehikkel). Zo gezegd zo gedaan, wij gingen 8 daagjes op pad om het 'Northland' te verkennen. (de rest van de dagen moesten besteed worden aan de voorbereidingen voor Rubs toetsweek na de vakantie). Met reisgidsen, kaarten en allerlei informatiefolders stapten wij met knikkende knietjes in de automaat die wij aan de linkerweghelft probeerden te houden (beiden onervaren links-/automaat rijders) op weg naar de eerste stop, een duikwinkel. Rub moest nog snorkelgerij kopen, aangezien we opweg waren naar 2 van de top 10 duik/snorkelplaatsen ter wereld, namelijk Goat Island en the Poor Knights Islands. Uiteraard loop je altijd meer vertraging op dan je hoopt en kwamen we tegen het schemeren pas aan in het dorpje Wangateau, een uurtje rijden van Goat Island. Hier hebben we ons kampement opgezet (de auto geparkeerd), op een uitgestorven camping aan het strand. Ze zijn hier niet erg dol op wildkamperen en buiten dat was het echt te koud om geen warme douche in de buurt te hebben. Bij de camping receptie vroegen we of er ook maar iets te doen was in de omgeving, het enige wat de vrouw kon bedenken was het clubhuis van de rugby vereniging….leuk..?! We zijn langs de kust gaan wandelen totdat het echt pikkedonker was (lantarenpalen hebben ze hier buiten Auckland niet) en daarna hebben we met al onze kleren aan, de sushi die we van huis hadden meegenomen opgepeuzeld. Het was zo ijzigkoud dat we het buiten niet lang volhielden, maar dan heb je natuurlijk de dvd speler met minischerm in de auto die uitstekend van pas kwam! De volgende dag wilden we al vroeg vertrekken om een kijkje te gaan nemen bij het Goat Island, maar we werden gewaarschuwd voor een tropische storm en heel veel regen, hmmz.
Het leuke is dat de snelwegen hier, buiten Auckland om, niet echt snelwegen zijn, het zijn een-baans steile en kronkelende weggetjes door de prachtige natuur heen. Dan weer open grasvelden vol met jong-geboren lammetjes en kalfjes en dan rij je door de subtropische jungle met lianen en palmbomen, echt heel divers. Overal langs de weg staan bordjes met verse groente, fruit, honing noem maar op, maar ook aanwijzingen naar allerlei activiteiten. In wezen heb je helemaal geen reisgids nodig, gewoon goed opletten en snel keuzes maken. Zo belandden we de 2e dag dan ook bij een soort privé-eigendom reptielenhuis. Nadat we 15 min. bij de receptie gewacht en aangebeld hadden zonder resultaat, besloten we om maar gewoon naar binnen te lopen. Na 5 minuten hadden we alle hokken en terraria met reptielen al gezien (deze werden duidelijk goed verzorgd) en liepen we weer richting de uitgang tot we staande werden gehouden, dat is dan 30 dollar… teleurgesteld door het kleine reptielenhuis betaalden we. De man vroeg of we het kleine paadje al op waren geweest, daar bleek de rest van de dierentuin… het werd een wandeltocht van anderhalf uur, door de wildernis, langs rotswanden en stranduitzichten met de meest exotische reptielen en apen, het was werkelijk prachtig…
Eenmaal aangekomen bij Goat Island waren de golven 2 meter hoog met rukwinden niet te kort. Geen snorkeltochtje helaas, wel een provisorische picknick met versgeplukte avocado's en kaas..! De autorit hebben we vervolgens vervolgd richting de grootste stad van het Northland, Whangarei. We verbleven die nacht op een camping naast de watervallen met een jacuzzi onder een afdakje, wat wil je nog meer ( ja, dat de regen en storm ophouden natuurlijk). Het stadje zelf bleek grijzig en verschrikkelijk saai, maar is wel een soort van startplek om naar de Poor Knights Islands te gaan en er is een enorme discount, aldi achtige supermarkt!Rijen met metershoog opgestapeld voer! Gezien het weer vertrokken er natuurlijk geen snorkeltripjesboten dus zijn we in de stromende regen een kleine wandeling gaan maken bij de watervallen samen met Joyce en Luuk, die we op de camping ontmoetten. Om de regen verder wat te vermijden besloten we naar het kiwihuis/museum te gegaan, dit bleek grotendeels buiten, dus weer natte voetjes. De man achter de balie vertelde dat er momenteel maar 1 kiwi in het opvanghuis zat en dat de kans groot is dat je hem niet eens ziet, aangezien het nachtdieren zijn. MAAR, we hadden geluk, toen we het pikkedonkere verblijf in gingen en onze ogen een klein beetje gewend waren zagen we hem meteen! Zooooo schattig, we zouden er graag eentje mee naar huis willen nemen, maar ja ze zijn nou eenmaal beschermd… dus heeft Raan maar kiwi sokken gekochtJ. Daarna nog wat Maori geschiedenis opgepikt en een soort wilde meerkoet/kipachtige vogels in de rondte zien rennen.
Op weg naar de volgende bestemming Paihia in de Bay of Islands. Vlakbij het Waitangi-district, waar de eerste blanken aan wal kwamen en een verdrag tekenden met de Maoris. De camping werd gerund door een Nederlander en was volledig uitgestorven, maar wel mooi met uitzicht op een nog grotere waterval. Helaas wel ietsje minder mooi dan die in Whangerei. Natuurlijk kon het nog wel harder regenen, dus dat geschiedde, al ploegend door de modder. 5 dagen non-stop regen en storm, wat een pech we hadden nog wel zo gehoopt op een boottochtje met dolfijnen… Aan het eind van de dag vingen we wat van een weerbericht op, het bleek de volgende dag droog te zijn! Na het horen van dat nieuws zijn we als de wiedeweerga de auto ingesprongen en door het pikkedonker over kronkelende bergweggetjes in 3 uur tijd terug gereden naar het vorige stadje, al bellend met het snorkelbureau reserveren voor de volgende ochtend. Zouden we dan toch nog dolfijnen gaan zien??…jeeej!!! Vroeg uit de veren, richting de haven, alwaar wij onze 7mm wetsuits, sokken, jassen moesten passen. Wat is dat moeilijk aan te krijgen zeg….we zijn alleen de 3mm pakken gewend. Er waren maar drie andere duikers die de kou gingen trotseren, stuk voor stuk ingepakt als mummies vanwege de toch nog wel aanwezige wind en temperatuur van +/- 10 graden… Na een uurtje waren er dolfijnen gesignaleerd, Raan duwde iedereen zowat van de boot om als eerste bij de boeg te zijn. Het werden er steeds meer, ze kwamen echt wel een meter boven het water uit springen, buiten dat is het water zo helder dat je ze in de diepte ook nog ziet. GEWELDIG. Raan ging er zo in op dat ze niet in de gaten had dat misselijkheid op kwam zetten, de dolfijnen waren weg en daar was de zeekziekte… de rest van de dag zijn we bezig geweest met tussen het kotsen door het de wetsuits aan te trekken, we zijn toch allebei nog eventjes het water in geweest. Naar de rotsen toe gesnorkeld en op 3 meter afstand lag de hele familie zeehond te luieren, echt ZO gaaf.
Omdat we weer een stuk zuidelijker zaten moesten we de dag er op ongeveer een dubbele afstand rijden om toch weer wat nieuws te bezoeken. Na een tussenstop gemaakt te hebben in het dorpje Kerikeri met het oudste stenen- en houten huis van NZ, kwamen we in de avond aan op het Karikari schiereiland. In deze regio heb een van de mooiste stranden van NZ, maar voor de rest is het uitgestorven en niets te doen (met deze kou).
Op naar de een-na-laaste dag. We vertrokken van onze ietwat krakkemikkige camping, renden een rondje over het mooie strand en reden weer een stuk terug om nog even de "Million Dollar Road" mee te pakken, zogenaamd de mooiste route in NZ. Een heel avontuur langs alle afgronden en idyllische uitzichten, via onverharde wegen dwars door de koetjes en schaapjes, we zijn gestopt bij verborgen baaitjes. Bij een laatste stop hebben we zelfs nog even gesnorkeld!! Zoals gewoonlijk ontdekte Raan tijdens het rijden weer een of andere geweldig iets, waardoor we het stuur omgooiden en richting een camping met nachtelijke kiwi (die vogel) toers scheurden. Het begon al te schemeren, maar we wilden nog heel graag de Tane Mahuta (de hoogste Kauri boom) zien, wel op de route gelukkig. We reden een uur lang door het reservaat met bomen van duizenden jaren oud, het was echt spooky, een soort race tegen de klok om op tijd te komen voor de toer. Toen we in de buurt van de speciale boom waren wilde Rub doorrijden want het was echt al donker. Maar we zijn er toch uitgesprongen, over het donkere bospaadje gerend, een foto genomen, oh en ah gezegd en terug gerend. Daarna nog minstens een uur over bochtige, onverharde wegen, vol met wilde dieren(opossums, konijnen, ratten) gereden om zonder avondeten met de toer mee te gaan. We stonden te popelen om eindelijk een kiwi in het wild te spotten, hadden helaas pech. Wel zijn we een stuk wijzer geworden over de lokale natuur en hebben de vleugelloze vogels horen roepen. Ook grappig was een soort paling die al 10 jaar in hetzelfde riviertje vertoefde omdat hij kaas gevoerd kreeg van de toergids. Het beest was enorm. Veel gloeiwormen gezien ook, erg spookachtig maar mooi. Een mooie een na laatste dag van de vakantie.
Bij vertrek om 7 uur 's ochtends besloten we nog even de camping te bekijken aangezien het vol zat met allemaal leuke dingen. Een kabelbaan, waterval naast onze standplek en 3!trampolines. Vooral de trampolines hebben we goed erg bekeken en uitgetest wat resulteerde in een prachtige acrobatische val van Rub waaraan hij een heerlijke voetblessure heeft overgehouden. Mazzeltje dat Rub op de een of andere manier altijd wel een goede fysiotherapeut rond zich heeft hangen, waardoor de voet al een paar keer is behandeld. Aanmerking hierover is dat de behandelingen nog pijnlijker zijn dan de daadwerkelijke blessure(vervelend dat ze zo goed is en door die voet kan ik niet wegvluchten!). Toch maar vertrokken en als allerlaatste uitje met de auto naar het Kauri museum geweest wat op de route onderweg naar huis was. Dit museum heeft alles op het gebied van kauri bomen en was erg leuk met nagebouwde houthakkers dorpjes, een barnsteen tentoonstelling en stukken kauri boom, die echt idioot breed zijn. Auto ingeleverd, hinkelend naar de trein en dat was het dan, de volgende dag gewoon weer saai ijsscheppen en Rub de boeken in. Binnenkort meer over piratenfeestjes, tsunamis en brandweerwagens….
Liefs van Rub en Raan!!!
- comments