De stoomtrein was wel aardig. Op de heenreis hadden we een enorm luidruchtige Franstalige familie in onze coupe, die constant uit het raam hing, schreeuwde en takken van de voorbijzoevende bomen rukte.

In het stadje aan het eind van de route heen, hadden we drie kwartier, voordat de reis weer terugging. Dat was maar goed ook, want dat stadje zag er niet uit. Sean vergeleek de huizen al met de Falfellas (de krottenwijk van Rio). Kun je nagaan....

Op de terugreis maar in een andere coupe gaan zitten. Dat was een stuk prettiger.

Daarna weer in anderhalf uur naar huis gereden. Morgen is de laatste dag dat we er op uitgaan. We gaan naar Luxemburg, waar we de burcht Vianden hopen te bezoeken. We gaan via Consdorf, een dorpje waar we samen met mijn ouders jaren geleden ook eens geweest zijn. Ff kijken of het hotel er nog staat.
Sean moet er nog even over nadenken of hij meegaat, want hij heeft geen zin in zo'n lange rit.