Profile
Blog
Photos
Videos
Na wat informatie te hebben gewonnen bij andere reizigers is mij aangeraden om Battambang over te slaan en vooral naar de eilanden net voor de kust te gaan. Eigenwijs als ik ben, ga ik toch naar Battambang, want ik wil vleermuisjes kijken. Die vliegen daar tijdens zonsondergang met miljoenen tegelijk de grot uit.
Shannon, een Amerikaanse met Aziatische roots, of wortels (volgens m'n paps gebruik ik teveel Engels en wordt mijn ABN ook slechter. I apologize. Oh nee, ik bedoel, excuseer mij ) zit naast me in de bus. Ze heeft al iets geboekt en het schijnt daar wel aangenaam te zijn, dus ik ga mee. Als we de bus uitstappen worden we bedolven onder tuktukchauffeurs als nooit tevoren. We zijn omsingeld door tuktukdrivers. Minstens twee of drie rijen dik. "Hello lady, need tuktuk?", "Hello, where you go", "Hello, I have good price", "You book my hotel, you get free tuktuk". We proberen even 50 meter verderop te gaan staan, maar ze volgen ons als een stel hyena's die een prooi ruiken. Ik vraag ze of ze even stil willen zijn, want we willen graag even de mogelijkheid krijgen om na te denken. Dat doen ze. Twee a drie seconden. Zodra een van de mannetjes heeft gehoord dat we naar Here Be Dragons willen vuren ze hun prijzen op ons af. "2 Dollar, two people!" "4000Riel!" (1 dollar), "3000Riel!". Uiteindlijk verdelen we ons maar over twee tuktuks en rijden we voor 1000Riel p.p. naar het hostel.
Hier ontmoeten we ook Maddy en Andrew. Maar we socializen niet en gaan er meteen weer vandoor met een van onze tuktukdrivers, die net zo schattig is als een page-pluspuppy, naar de killing caves en de batcave. Onderweg begint het keihard te regenen (zie foto van weg met jongetje en vrachtwagen). Thu, de tuktukdriver, zette de tuktuk even stil langs de weg en ging vervolgens de tentluiken dichtmaken. We vroegen of hij geen poncho had. Nee. Die moest hij kopen, maar dat kon daar zei hij terwijl hij naar een stalletje wees en verwoed doorging met het dichtmaken van onze tent. Wij gebaarden dat hij vooral eerst maar eens een poncho aan moest trekken en dan pas iets anders mocht doen. "OK, thank you." Hij was de meest bescheiden en dankbare tuktukdriver die ik heb meegemaakt. Dus voor elk ritje dat we nodig hadden, hebben we Thu een belletje gegeven.
Na het aanschouwen van de killing cave. Waar, als je naar boven kijkt, je een skylight ziet waar het ligt doorheen valt. Vroeger werden door datzelfde skylight 'criminelen' (lees: vijanden van de Khmer Rouge) naar beneden gegooid. Ze zouden dan in een keer gestorven zijn door de klap, of zoveel botten breken dat ze wel aan hun verwondingen zouden overlijden. We vragen onze gids van 19 hoe de ontschuldige Cambodjanen naast de mensen kunnen leven die gevochten hebben voor de Rode Khmer en hun families hebben uitgemoord en gemarteld. De jongen vertelt ons dat de tijd van de Rode Khmer in het verleden ligt en dat het geen zin heeft om er wrok voor te koesteren. Voor de mensen die aan de kant van de RK hebben gestaan was het ook maar een manier om te overleven. Shannon en ik verbazen ons over de manier waarop de Cambodjanen met deze periode omgaan.
De volgende dag schijnt de zon volop en worden Maddy, Shannon en ik door Thu naar de Bambootrain gebracht. Binnekort zal de trein niet meer rijden omdat Cambodja haar spoorwegennetwerk weer in ere wil herstellen. Dus moesten we wel. De bamboetrein is een eenbaans spoorweg waar je op een bamboeplank met een motor een halfuurtje de ene kant op rijdt en een half uurtje de andere kant op. We zijn allemaal goed ingesmeerd en als we bij de eerste stop komen, zitten we onder de kleine zwarte vliegjes. Vooral Maddy is van kleur veranderd en wordt een beetje uitgelachen door wat vrouwtjes, waarvan er vervolgens een met een lap aankomt om haar gezicht even af te vegen. We worden rondgeleid door de baksteenfabriek door een groepje kinderen, die precies de juiste hoeveelheid Engels kunnen. Het hele proces, vanaf het winnen van de klei, tot aan transport, wordt nog met de hand uitgevoerd. We geven ons legertje van gidsjes een fooi en rijden terug met de trein waar een local ons verzoekt om ook de machinist een fooi te geven, want hij komt uit een erg arme familie.
Die avond neem ik voor de laatste keer plaats in een sleeperbus en voor de eerste keer zit ik niet in mijn eentje of naast een andere toerist, maar naast een Cambodjaanse.
- comments