Profile
Blog
Photos
Videos
Goden en demonen
Op Bali speelt het dualisme een belangrijke rol: zwart en wit, goed en slecht, hoog en laag. Ze geloven in één god (monotheïsme), maar deze verschijnt in ontelbare gedaanten. Drie maal per dag wordt er geofferd, voor de goden in een van de vele tempeltjes (soms niet meer dan een betonnen zuil), voor de demonen op de grond. De Balinese Hindoes geloven dat de demonen in zee wonen en de goden op de bergen. Deze week ben ik bij beiden op 'bezoek' geweest.
Snorkelen
De laatste dag in Pemuteran, afgelopen dinsdag, zijn we met z'n allen gaan snorkelen. Om half tien stonden we in de diveshop bij het resort klaar om onze uitrusting te passen. Na een korte briefing gingen we aan boord van een traditioneel bootje. Het resort Gawana Novus ligt aan een baai, die we eerst uit moesten varen. Vervolgens zetten we koers naar Menjangan Island. Heerlijk om over de golven te stuiteren het opspattende zeewater in je gezicht te voelen!
Na ongeveer drie kwartier kwamen we aan bij de eerste snorkelplaats, aan de noordkant van het eiland. Eenmaal in onze wetsuits gehesen en voorzien van flippers en snorkel, konden we al vrij snel het water in. Onze gids maakte foto's met een onderwatercamera.
Het onderwaterleven was weer prachtig. In deze omgeving hoef je niet perse te kunnen duiken om van het zeeleven te genieten. Natuurlijk is duiken wel veel leuker, omdat je je dan makkelijker onder water kunt bewegen en op gelijk niveau met de vissen kunt zwemmen, maar ik vond het toch leuker om met de rest mee te gaan snorkelen. We moesten een stukje zwemmen naar het ondiepere koraal en vanaf daar konden we ons laten meevoeren door de stroming. We keken onze ogen uit! We hebben papegaaivissen gezien, wimpelvissen, naaldvissen en koraalduivels. En mooie blauwe zeesterren. Onze gids wees bijzondere of mooie vissen aan. Helaas zagen we geen dolfijnen of zeeschildpadden. Na ongeveer een uur waren we weer terug bij de boot, waar we een heerlijke Indonesische lunch kregen.
Met een goed gevulde maag voeren we naar een nieuwe snorkelplek. Hier was het nóg mooier! Er kruiste zelfs een barracuda onze route en onze gids zei een haai te hebben gezien. Hij was alleen vergeten om er een foto van te maken en toen hij ons riep, ging de haai ervan door.
Na een tweede uur snorkelen hesen we onszelf weer aan boord. De zee was inmiddels een stuk onstuimiger geworden, waardoor we allemaal kletsnat werden door het opspattende water van de golven die op de voorkant van de boot stuk sloegen.
Terug in de diveshop hebben we nog even nagepraat en in encyclopedieën gezocht naar de vissen die we hadden gezien. Moe maar voldaan konden we terugkijken op een heerlijke dag volop nieuwe ervaringen.
Transfer van Pemuteran naar Lovina
De volgende dag vertrokken we van Pemuteran naar Lovina. Ik mag niet meer zeuren over de veel te dure taxi, maar ik vond het niet erg om weer door te gaan naar onze volgende bestemming. Na nog geen anderhalf uur rijden kwamen we aan bij Aneka, een soort Balinees Center Parks met huisjes en appartementjes langs een straatje dat naar de zee voert. Voor het strand ligt het zwembad met poolbar. Voor het eerst hebben Wieteke, Sanneke en ik alle drie een eigen bed. Het is hier een stuk soberder dan in Pemuteran, maar meteen ook een stuk gezelliger. Maar voor mij kunnen beide locaties niet tippen aan de sfeer van Ubud.
Gunung Batur
Donderdagmorgen werden mijn vader en ik om 02:00 uur opgehaald. Om kwart voor twee werden we al gebeld waar we bleven. Alsof het nog niet vroeg genoeg was! Goed uitgerust met een ontbijtbox, vier uur slaap en onze wandelschoenen stapten we in de taxi. Die zou ons naar de Gunung Batur brengen. De Gunung Batur is een actieve vulkaan en een van de vele hoge bergen op het eiland. Aanvankelijk wilden we alleen de Gunung Agung beklimmen (de hoogste vulkaan van het eiland), maar we besloten te beginnen met de iets lagere Batur.
Het hotel had een prima taxi voor ons geregeld, de gids moesten we ter plekke zoeken. Gelukkig hielp de taxichauffeur ons daarmee. Er heerst een kartel dat de prijzen voor het beklimmen van de vulkaan in handen heeft, dus we konden slechts kiezen uit drie routes. We kozen voor de route naar de hoofdkrater, vervolgens naar het hoogste punt, rond de krater en aan de andere kant weer naar beneden.
Om vier uur begonnen we met z'n tweeën en onze gids aan de tocht. Voor en achter ons liepen nog veel andere groepen. Het was helemaal donker, ons pad werd alleen belicht door de halve maan en onze zaklantaarns. In het begin had ik het idee dat iedereen ons inhaalde, maar al snel bleek de kern van waarheid in het spreekwoord. We haalden af en toe weer groepen in, die verderop aan het rusten waren.
Toen we halverwege waren, konden we achter ons de lichtjes van de dorpjes rond het Baturmeer zien. En ook zagen we een spoor van lichtjes van beneden tot bovenaan de top. Zo wisten we precies wat ons nog te wachten stond. Het pad was afwisselend vlak en steil, goed te doen en toch best wel zwaar. Volgens de gids konden we het rustig aan doen, we zouden nog op tijd voor de zonsopkomst op de top zijn. Regelmatig was er tijd om even te rusten en wat te drinken.
Tijdens een van onze stops merkte de gids op dat mijn vader zulke mooie wandelschoenen had en hij vroeg naar de maat. Hij stelde voor dat mijn vader zijn schoenen beneden wel aan hem zou kunnen geven. De schoenen die hij droeg had hij eerder van een Amerikaanse vrouw gekregen.
Na twee uur (schat ik) zwoegen kwamen we bij de main crater. Daar stond een huisje en heel veel mensen te wachten op de zon. Na een korte stop gingen wij weer verder, naar het hoogste punt. Inmiddels begon de lucht al lichter te worden en zagen we rechts van ons een oranje gloed verschijnen. We moesten dus toch nog doorlopen om op tijd boven te zijn. Het laatste stuk was nog lastig, omdat het steile pad voornamelijk bestond uit lavazand en kleine losse stenen. Ondertussen vroegen we ons af of we uberhaupt wat van de zonsopkomst zouden zien, omdat het flink bewolkt was en we hele stukken in een dikke 'mist' liepen.
Ongeveer twintig minuten later hadden we dan eindelijk het hoogste punt bereikt. Er was nog maar een handjevol mensen tot dit punt gekomen. Onze gids maakte voor ons een ontbijtje en verse thee klaar, terwijl wij van het uitzicht konden genieten. Ondanks de bewolking was het uitzicht prachtig. En niet lang daarna zagen we het eerste stukje van de zon. We merkten meteen dat de lucht opklaarde en de wolken verdwenen. Het was werkelijk een adembenemend tafereel. Inmiddels stond ons ontbijt klaar en probeerde onze gids ons aan tafel te krijgen. Maar je wilt toch niet zo'n prachtige zonsopkomst aan je voorbij laten gaan voor een paar witte boterhammen met een gestoomde banaan? Die kon echt wel even wachten. Uiteindelijk hebben we toch nog heerlijk ontbeten, zodat we daarna weer met frisse moed verder konden.
Het pad rond de krater was smal, met aan weerszijden steile hellingen, waar je niet graag naar beneden zou willen vallen. We besloten unaniem dat het maar goed was dat de anderen niet mee waren gegaan. Een stukje verder gingen we een stukje de krater in. Daar waren nog allerlei natuurlijke geisers met hete stoom. In een van de gaten hebben we eieren gekookt. Na vijf minuten aten we heerlijk een hard gekookt eitje. Ongelofelijk die warme lucht, zo rechtstreeks uit het binnenste van de aarde. Het leek wel een sauna.
Toen we de krater driekwart rond waren, stelde te gids voor om een andere route te kiezen. De extra kosten konden we wel aan hem betalen, als we maar niets zouden zeggen. We zouden niet veel langer onderweg zijn en we zouden mooie bergkristallen kunnen zien. Natuurlijk rekende hij dan wel op een goede referentie aan het einde van de tocht. We besloten om niet op zijn voorstel in te gaan. We wilden niet actief bijdragen aan de corruptie. Bovendien wisten we niet welke aanvullende kosten dit allemaal met zich mee zou brengen. De gids was hevig teleurgesteld. Hij wilde alsnog een goede referentie en een fooi, maar uiteindelijk nam hij ons wel mee langs de geplande route. Zijn houding was niet meer dezelfde. Hij liep ver voor ons uit, zei niets meer en hielp ons ook niet met de afdaling. Af en toe wachtte hij ons op, want als hij ons uit het oog zou verliezen, zou hij natuurlijk geen fooi krijgen. We hadden geen zin om ons aan zijn tempo te houden, we wilden ook een beetje genieten van het uitzicht. Wij zijn in ons eigen tempo naar beneden geklommen. Dat was op punten zelfs nog zwaarder dan de klim naar boven. Ik merkte dat mijn benen moe werden en ik was blij dat we niet toch voor de langere tocht hadden gekozen. Op de weg naar beneden kwamen we tot de conclusie dat de Gunung Batur misschien wel mooi genoeg voor ons was. De Gunung Agung is nog twee keer zo hoog.
Om half tien waren we weer terug op de parkeerplaats. Daar moesten we nog een enquête invullen voor de aanbeveling van de gids. Om problemen met de gids en de kartel te voorkomen hebben we hem netjes een fooi gegeven. Van de terugweg kan ik me niet meer alles herinneren. Het was warm in de auto en ik was best vermoeid. Terug in het hotel zijn we meteen het zwembad ingedoken. Heerlijk. En ik had geen last meer van mijn benen. Aan de poolbar hebben we onze overwinning gevierd.
Om de dag mooi af te sluiten, hebben we aan het einde van de dag de zonsondergang afgewacht aan het strand. Boven op de berg, het huis van de goden, hebben we de zon zien opkomen. En 's avonds hebben we diezelfde zon in de zee, het huis van de demonen, zien verdwijnen.
Liefs, Nienke
- comments