Profile
Blog
Photos
Videos
robert op wereldreis
Als ik in het water tuur zie ik eerst helemaal niets. Blauw en spikkels ontnemen met het zicht op de walvishaai, die daar toch ergens moet zwemmen. Tot ik opeens doorkrijg dat alles wat ik zie, blauw en spikkels, onderdeel is van 1 heel grote vis. "Goeiehemel", denk ik nog en zwem zo snel als ik kan naar de zijkant om deze gigant te ontwijken. Met zijn maximale lengte van 18 meter is de walvishaai de grootste vis in de oceaan. Waar ze vandaan komen is nog altijd een raadsel en ook waar ze leven is niet bekend. Het zijn zwervers, die enorme afstanden overbruggen, zonder dat we weten welke routes ze precies volgen. Soms zwerven ze hier rond, dan worden ze weer ergens anders gezien. Maar hier in Exmouth komen ze elk jaar rond onze lente om voedsel te zoeken in het Ningaloo Marine Park. Met de bus heb ik de 1200 kilometer vanuit Perth overbrugd om ze te komen bekijken. Je kent alle verhalen en je weet dus dat een walvishaai niet gevaarlijk is, maar de eerste keer dat een 8 meter lange vis op je af komt zwemmen weet je zeker dat het allemaal gelogen is. Met zijn bek wijd open komt hij recht op me af. Een bek, waar een mens gemakkelijk in kan verdwijnen. Het is in eerste instantie het enige dat ik zie. Pas als ik me uit de voeten heb gemaakt en de walvishaai onverstoorbaar doorzwemt heb ik kans om hem, het is een mannetje, goed te bekijken. Ik moet wel flink doorzwemmen, want hoewel de vis amper beweegt vergt het veel van mijn conditie om hem bij te benen. Niet eerder zag ik zo'n grote vis. Toch ben ik na mijn eerste schrik totaal niet bang meer. Flink doortrappend zwem ik naast zijn kop en zie de kleine oogjes heen en weer schuiven om ons in te schatten. Gerustgesteld vervolgt hij zijn weg. Blijkbaar zijn we niet interessant genoeg om te reageren of, erger nog, weg te zwemmen. Zijn staart, anderhalve meter hoog, beweegt met sierlijke bewegingen, die amper inspanning lijkt te kosten. De walvishaai is een planktoneter. Zijn grote bek is in feite niet meer dan een enorme zeef, waar het water in en weer uit gaat. In de bek zitten 300 rijen met tanden, maar hij zou niet weten hoe hij ze moet gebruiken. Een overblijfsel uit de prehistorische tijden, denken de experts. Toch zorg ik er angstvallig voor niet te dicht in de buurt van die bek te komen. Het mag trouwens ook niet, want om het dier niet teveel te storen mogen we niet dichter bij komen dan 4 meter. Maar als een walvishaai op je afzwemt is dat al behoorlijk dicht bij. Er zijn vandaag vijf boten. Nadat een vliegtuigje de walvis heeft gespot zijn we allemaal in een lange rij gaan liggen. Als alles goed gaat komt de walvis op ons af zwemmen, springen we overboord en volgen het dier tot we de volgende groep bereiken. Daarna klimmen we weer aan boord en sluiten achter in de rij aan. Als de walvis wegzwemt of onderduikt hebben we pech en moeten we wachten tot het vliegtuig een nieuw dier heeft gevonden. Vandaag hebben we geluk, dubbel geluk. De walvishaai zwemt recht onder de kust, in zeer ondiep water. Zonder zich van iets of iemand iets aan te trekken volgt hij het rif en weigert om het diepe water op te zoeken waar hij weg kan duiken. Als gevolg daarvan hebben we bijzonder goed zicht, zien ondertussen ook nog een heleboel andere vissen en schildpadden en kunnen keer op keer in de rij aansluiten voor nog een bezoekje. De dag vliegt voorbij en voor ik het doorheb moeten we alweer terug naar de haven. (in drie dagen tijd heb ik 38 uur in de bus gezeten. Het was het waard.)
- comments