Profile
Blog
Photos
Videos
Aangekomen in Puno, een Peruaans stadje aan het Titicacameer. Dit meer dat op de grens van Peru en Bolivia op zon 3800 meter hoogte ligt, is het hoogst bevaarbare meer ter wereld.
Na weer een uitputtende nachtbus waar we uiteraard weer veeeel te weinig beenruimte hadden zijn we rond 5u sochtends in Puno aangekomen, in het hotel ingechecked en eerst eens die busreis bijgeslapen tot een uurtje of 12. Daarna de stad doorgelopen en 2daagse excursie naar Titicacameer geboekt. ´savonds bij de locale bar nog een potje getafelvoetbald totdat we de opstelling 90 graden verschoven hadden en we konden starten aan de pooltafel. Dat laatste was nog best lastig met de gaatjes die kleiner waren dan normaal, maar Koen had dit al snel onder de knie wat hem tot winnaar van de avond maakte.
Over knieen gesproken, zo gauw we in de kou in Puno aankwamen, werd Joris´ zwakke plek weer duidelijk. De linkerknie deed steeds meer pijn en terug naar het hotel Joris zijn knie kon niet eens meer buigen. Dat beloofde nog wat de komende dagen...
Nou ja, de volgende ochtend dan maar vroeg op excursie naar het Titicacameer. Eerst een half uurtje lekker chillen op bootje dat niet sneller dan 10km per uur kon vanwege de ijle lucht (hierdoor komt er minder zuurstof in de motor).
De eerste stop was bij de Uros eilanden. Dit zijn bewoonde eilanden die drijven op het meer. De bewoners waren namelijk vroeger het meer opgevlucht vanwege de aggresieve buurvolken. Hier zon beetje uitleg gekregen hoe het dreef op een soort riet, dat dit van onderen wegrot en dat het van boven weer aangevuld moet worden met nieuw riet. Ook maken ze boten van dat soort riet, gevuld met lege plastic flessen voor extra drijfvermogen. Tegenwoordig gebruiken ze zonne energie om elektriciteit op te wekken om de voetbalwedstrijden via de radio te volgen en we vonden zelfs een verdwaalde volleybal, maar het eiland was helaas niet groot genoeg voor een volleybalveld..
Op naar het volgende eiland. Na een uurtje of 4 op het langzame bootje kwamen we aan op eiland Amantani. Op dit eiland werden we ontvangen door een gemeenschap, want iedereen zou ook op dit eiland overnachten. Wij dus mee met een van die locals naar zijn huis. Joris nog flink wat moeite met zijn knie, want het waren al weer zeker 50 treden, maar toch goed aangekomen.
savonds werd er een traditioneel feest voor de toeristen georganiseerd, waarin iedereen in lokale klederdracht zou komen (lees: poncho aan en muts met flapjes tot over je oren op). Het was optioneel, maar ondanks dat we nog veeel te gaar waren en er eigenlijk niet zo veel zin in hadden, wilden we geen partypoopers zijn. We zijn echter nog geen 5m van ons huis vertrokken en het begint me toch een partij te onweren. Bliksems hebben we ter nauwernood ontweken, maar we kwamen wel zeiknat aan in het dorpshuis waar een bandje ons stond op te wachten. De hele avond hebben ze hetzelfde liedje gespeeld en hebben we een beetje in rondjes gedanst met de andere toeristen en de lokale grannies. Apart was dat de gids zelf niet aanwezig was...
Dit hebben we hem de volgende ochtend maar meteen gevraagd waar dat hij was. Hij vond blijkbaar dat het feest ook ´optioneel´ voor hem was en dat hij anders nat zou worden door de regen. Natuurlijk vonden wij dit een ontzettend slechte smoes voor een gids en hebben we hem hier in de groep wel een klein beetje mee voor paal gezet. Anyway, vandag het laatste eiland bezocht, Taquile. Wel weer leuk, hier nog bij een restaurantje gegeten, nog een uur gewacht op 2 argentijnen die verdwaald waren en uiteindelijk weer aangekomen in Puno.
´s avonds wilden we nog gaan stappen, maar er was in heel de stad niets te beleven. Zelfs ons poolcafe was gesloten! Tijd voor een andere stad dachten wij, dus de volgende dag met de bus richting La Paz, Bolivia vertrokken.
- comments