Profile
Blog
Photos
Videos
Onze aankomst in de Filippijnen begon niet helemaal soepel. We hadden namelijk geen contant geld meer (op wat losse eenheden uit voorgaande bestemmingen na,die men bij de forex niet wou wisselen) en alle pinautomaten op het vliegveld accepteerden onze passen niet. Erg onhandig als je een busticket naar Manila wil kopen en je deze van tevoren moet afrekenen... Gelukkig was er een aardige man die voor ons regelde dat de bus voor ons stopte bij een pinautomaat zodat we niet een dure taxi naar Manila hoefden te nemen. Helaas deed deze bus er wel 3 uur over om in het centrum van Manila te komen (en trilden zo'n beetje alle onderdelen aan de bus), maar ach aan tijd hebben we geen gebrek. De volgende uitdaging was een hostel vinden, ook dit bleek lastiger te zijn dan we gewend waren aangezien veel hostels of vol waren of boven ons budget. Maar ook hier was hetgeluk aan onze zijde, net op het moment dat we het hostel dat vol zat weer uit wilden lopen, belde er iemand zijn reservering af, mooi, we konden blijven als we wel bereid waren de volgende nacht te verhuizen naar een andere kamer! De eerste kamer bleek wederom wat minder mooi, maar de mededeling van de receptionist dat er die avond een gratis wijn & kaas-avond was voor alle backpackers trok ons uiteraard over de streep , lowbudget & alcoholist als we inmiddels zijn (nog niet wetend dat we de volgende nacht voor hetzelfde geld moesten verhuizen naar een veel kleinere kamer zonder gordijnen bij het raam naar het openbare balkon!). De wijn & kaasavond bleek zowaar uit echte lekkere franse en spaanse wijn te bestaan (de eigenaar bleek een wijn-fan te zijn en had een flinke wijnkoelkast staan waaruit de ene na de andere fles werd opengetrokken, die gretig werden opgedronken door alle backpackers) en de kaas bleek ook echt kaas te zijn!
De volgende dag lekker uitgeslapen en Manila verkend. We liepen net de oude binnenstad van Manila in (Intramuros) toen we midden in één of andere straatdansvoorstelling door scholieren terecht kwamen. Was echt superleuk om naar te kijken. Toen we Intramuros weer uitliepen kwamen we bij toeval in een volgend festival terecht. Het bleek die dag Dinagyang te zijn, een feestdag ter ere van Santo Nino, wat inhoudt dat er een hele lange soort carnavalsoptocht is met kleurrijke dansgroepjes (bestaande uit voornamelijk hele vrouwelijke mannen) en praalwagens met bloemen en beeldjes van kindje jezus. Complete Filippijnse families zitten, eten, drinken en dansen terwijl ze naar de optocht kijken en of zelf een beeldje van Santo Nino vasthouden of een verzameling van beeldjes voor hun picknickkleed of klapstoeltjes hebben gecreeerd (zie foto's). Erg leuke kennnismaking met de Filippijnse cultuur, zeker omdat we zo'n beetje door iedereen werden gegroet en ook flink aangestaard werden door zowel de toeschouwers als de dansers (mensen maakten zelfs stiekem foto's van ons). Blijkbaar heeft het Westerse massatoerisme de Filippijnen nog niet bereikt, mensen zijn hier echt superaardig en behulpzaam en in de bus zijn we regelmatig weer eens de enige Westerlingen, toch wel een verademing na Vietnam!
Aangezien we maar 2 weken voor de Filippijnen hebben (veeeeeel te kort!) besloten we om snel Manila uit te gaan en naar Palawan te vliegen, eiland in het zuiden van de Filippijnen waarvan we gehoord hadden dat het daar echt prachtig zou zijn. Dit bleek helemaal waar te zijn en ik durf met zekerheid te zeggen dat dit de mooiste bestemming is waar we tot nu toe geweest zijn. Het eiland bestaat vooral uit palmbomen, bergen, jungle en nog meer palmbomen omringd door witte stranden en een azuurblauwe zee met daarin kleine eilandjes met nog meer witte stranden en palmbomen. De grote bezienswaardigheid daar is de langste ondergrondse rivier ter wereld (volgens de Filipino's dan, niet lang geleden is er in Mexico een veel langere ontdekt), dus daar zijn we na 1 dag in Puerto Princesa (de hoofdstad van Palawan waar eigenlijk niets te zien is) direct naar toe gereisd. Helaas is de infrastructuur nog niet zo heel ver ontwikkeld dus reizen kost vrij veel tijd, vaak is er maar 1 bus of jeepney per dag naar een bepaalde bestemming die 's ochtends vroeg vertrekt, maar meestal pas wanneer hij vol zit (en vol volgens de Filipijnen is niet hetzelfde als vol volgens Nederlandse begrippen, dus dat kan soms best lang duren).
Even wat uitleg: een jeepney is een typisch Filippijns vervoermiddel (zie foto) en een kruising tussen een jeep en een bus vol kleurige beschilderingen die een vaste route rijdt en die je overal op straat aan kunt houden. Als je eruit wilt dan roep je iets van ho of tik je met iets op het dak of de zijkant van de jeepney, erg handig maar nadeel is dat hij voor alles en iedereen stopt dus vaak doe je er wel wat lang over om op je plaats van bestemming te komen, maar het is een goedkoop en knus (je zit lekker dicht op elkaar) vervoermiddel. Ook de bussen zijn hier wat minder luxe dan we in vietnam & cambodja gewend waren, geen airco maar geen ramen dus genoeg frisse lucht en vaak wat ouder en langzamer, wat ik niet heel erg vond aangezien de buschauffeurs daardoor niet als idioten over de wegen konden scheuren (in Vietnam & Cambodja ging ik elke busreis wel een paar keer bijna dood door de suicidale inhaalmaneuvres van de chauf). Nadeel: je doet er ruim 4 uur over om 150 km verderop bij de ondergrondse rivier te komen. Maar dit was de reis meer dan waard, want het was echt prachtig! De ingang van de rivier ligt in een superblauwe baai en je gaat vanaf daar in een klein roeibootje met zaklamp de rivier in die 8 km lang is. Het is eigenlijk meer een hele diepe en hoge grot (hoogste punt was 65m!) met overal druipstenen in allerlei vormen waar vooral onze gids allerlei dingen & figuren in zag; komkommers, champignons, giraffen, kastelen, Jezus, Maria met kind en Sharon Stone (enorm goede grap vond hij zelf), met veel verbeelding zagen wij het uiteindelijk ook. Het water was echt superhelder en overal hingen vleermuizen die af en toe naar beneden poepten (daar hadden we een helm voor).
De volgende dag moesten we al vroeg op om om 7 uur de bangka (weer een typisch Filippijns vervoermiddel, deze keer een boot die op een zelf in elkaar gekluste catamaran lijkt) naar het kleine kustplaatsje Port Barton te halen. De tocht zelf was al supermooi over de blauwe & heldere zee langs kleine eilandjes en kustlijn met mooie kliffen, en veel vliegende vissen! Maar Port Barton was het paradijs! Bedenk het witste zand wat je kunt bedenken en combineer dit met allerblauwste blauw wat je ooit gezien hebt en wat palmbomen en hangmatten en je hebt Port Barton. Het plaatsje zelf stelde niet zoveel voor, je hebt er zo'n 5 hotelletjes en net zoveel restaurantjes, maar meer heb je ook niet nodig. We hebben dan ook 2 dagen helemaal niets gedaan behalve eten, drinken, lezen, scrabbelen en slapen, wat is reizen toch fijn!
- comments