Profile
Blog
Photos
Videos
Zondag 18 november werk ik 's morgens eerst weer wat bij op mijn mooie terras. Daarna ga ik ontbijten op de prachtige plaats bij het riviertje. Om goed half negen ga ik de rugzak halen en neem afscheid bij de receptie. Even verderop laat ik nog even mijn telefoon opwaarderen, anders kan ik wellicht niet bellen als ik zonder internet in Bali zit. De avond tevoren heb ik vele winkels afgelopen op zoek naar een telefoonkaart van mijn aanbieder, maar die was hier nergens te krijgen. Vlakbij het hotel dus wel.
De echte tocht op de scooter daar Bali begint nu dus. Ik rijd wel weer eerst de verkeerde kant op, maar vind met behulp van vriendelijke Balinezen weer het juiste pad. De weg gaat ook vandaag via Bedulu, Penjeng en Tampaksiring naar het boorden, en de bergen in. Vaak zijn er rijstvelden, maar ook suikerriet, en vervolgens heel veel koffie.
Het gaat onverwacht snel; de vulkanen naderen en ineens ben ik in Penelokan. Vanaf een soort boulevard kijk je uit over zowel de hellingen van de vulkaan de Batur links, en het grote meer van Batur rechts. De enorme kraterhellingen zijn grotendeels kaal. Je ziet drie grote kraters boven elkaar duidelijk liggen, maar in feite zijn er meer. De laatste grote uitbarsting was in 1974. De donkere lava daarvan zie je duidelijk en over een grote breedte.
Met de scooter volg ik de weg naar beneden, waar een weg loopt, die de binnenste caldera volgt. Voor een flink deel rijd ik langs de oevers van het Baturmeer. Langs de oevers wordt groente verbouwd, waaronder grote kolen en boontjes. Er staan ook flinke velden met rode pepers, die door enkele mensen geoogst worden.
Tot het dorp Trunyan ga ik, waar de Bali Agha leven, die hun doden neerleggen boven op het graf. Je kunt dat bekijken, maar dat zijn niet de echte overledenen en graven. Een vorige keer zijn we wel gaan kijken, maar dat hoeft nu niet meer van mezelf.
Op de terugweg gaat het regenen en schuil ik een tijdje bij een huis, samen met andere mensen, en dan is er natuurlijk altijd weer een gesprek, met iemand die Engels spreekt.
Terug bij Penelokan ga ik over de bovenste caldera, althans over de weg die daarop is aangelegd. Je hebt steeds nog mooie uitzichten over het meer, en vooral ook de vulkaan.
Even verderop ligt de plaats Batur, met een grote tempel.De poorten zijn hoog en versier dmet bonkige beelden, groot en gestileerd. Op de tweede binnenplaats is een groep mensen, meestal in het wit gekleed, aan het bidden. Priesters delen olie of water uit; een andere priester bidt voor.
Achter en naast deze binnenplaats staan schrijnen met vele verdiepingen van daken. Hoe belangrijker een god is, hoe meer verdiepingen. Shiwa heeft elf daken boven zijn schrijn; de meeste.
Weer een tiental kilometer verder kom ik in Penulisan. De tempel staat hier boven op de heuvel, dus er moeten heel wat trappen beklommen worden. Boven is er een nieuwe tempel, maar in de eenvoudige gebouwtjes daarvan staan prachtige beelden uit de periode vanaf de 9e eeuw. Je ziet o..a. een prachtige Brahma met vier hoofden; een paar mooie Ganesha's; sierlijke nimfen en godinnen; hoofden met prachtig gedetailleerde sierlijke haren en hoofdbedekkingen.
Vanaf Penulisan gaat het voornamelijk in noordelijke richting door de bergen, steeds wat naar beneden. De weg is bochtig, en het is aan de koude kant. Eerst is er mist; daarna blijft het een tijd grijs en fris; wat op de scooter in je polo natuurlijk nog erger lijkt dan het is.
Aan de noordkust kom ik aan in Kumbutahan, en vandaar uit gaat het langs de kust over een drukke weg in westelijke richting, via Singaraja, en vele resorts en hotels rondom Lovina. Daar staop ik even om te kijken of er iemand gebeld heeft. Ja hoor: Jos en Jan, naar wie ik op weg ben, hebben gebeld of ik misschien de dag erna kan komen, omdat ze bij een diner zijn uitgenodigd. Ik bel meteen terug, en kan gelukkig toch door.
Zo beland ik na lang zoeken in het kleine plaatsje voor Serririt, Sangguisia, bij de prachtige strakke, stoere, enorme Villa Bula Galery aan zee, waar Jos en Jan me hartelijk ontvangen. Ze moeten natuurlijk wel lachen om mijn roze scooter en de idiote helm, die ik op heb.
Even later gaan ze naar het diner, maar als ik sta te douchen word ik ook uitgenodigd. Wonder boven wonder weet ik de plaats, het Zen Resort, meteen te vinden op mijn scootertje. Daar zitten Jan, Jos, gastheer Mahendra, Mieky (de vriendin van J & J bij wie ze op bezoek zijn) en een ander Nederlands stel. Het gezelschap zit op een platform, met onder zich een stuk land met veel groen en wat huizen, en verderop de zee; letterlijk verheven boven alles en iedereen…… Toch is het gezellig en het eten is heerlijk: Frisse salade vooraf; daarna spaghetti; heerlijke vis, en groene thee-ijs na. Boven alles vloeit de wijn rijkelijk (en dat is best bijzonder in Indonesië, waar de wijn ook nog erg duur is).
In mijn heerlijke grote bed boven in dat prachtige huis, waar de wind overal tussendoor waait slaap ik heerlijk.
Hoe dat huis er uit ziet: Kijk maar op: www.villa-bulagallery-bali.com
- comments