Profile
Blog
Photos
Videos
Dag 8
Deze dag is eigenlijk een opwarmertje voor de volgende rit richting de woestijn. We halen de huurauto op bij het vliegveld. Tom marchandeert met de verhuurdames voor lagere prijzen en een grotere auto dan waar hij voor betaalt, en verdomd, hij krijgt het. Tegen iedere medewerker vertelt hij dat het al de 250ste keer is dat hij er een auto huurt, ze lachen hem allemaal vriendelijk toe. Later in de auto zegt hij dat dat hem nou zo bevalt aan Californië: de vriendelijkheid van de mensen, de mogelijkheden om te krijgen wat je wilt.
We besluiten weer naar San Diego te gaan en stoppen onderweg bij een brillen repareerwinkel. We waren hier vorige week ook want Tom's bril moest gesoldeerd worden. Toen was het echter erg druk en de reparateur reageerde nogal bot door op Tom's vraag met zijn hoofd naar een bord te wijzen waar alle tarieven stonden. Nadat de man driemaal dezelfde lompe trek met zijn hoofd had gemaakt, was Tom het zat en vertrok. Ik huppelde achter hem aan.
Vandaag waagde hij een nieuwe poging. Er zat weer een aantal dames in de wachtkamer met gebroken brillenpootjes, pijnlijk rode neusbruggen en piepende monturen en zo af en toe kwam de reparateur binnen en deelde gerepareerde brillen uit. Tom legde zijn probleem uit, gaf de brillenkoker met het te repareren materiaal aan de man en keek toe hoe deze zonder naar Tom's uitgebreide verhaal te luisteren weg liep. Even later kwam hij terug met twee andere brillen en deelde deze aan de eigenaars uit. Een mevrouw was zo blij met het resultaat dat ze de reparateur uitbundig bedankt met de welbekende Amerikaanse superlatieven. De man staarde alleen maar wat onaangedaan voor zich uit en nam zijn geld aan. De andere persoon die haar gerepareerde bril ontving, wilde haar klein geld lozen en grabbelde haar dollarmuntjes een voor een uit haar portemonnee. De man hield zijn hand opzij en open en staarde uit het raam naar buiten. Iedere keer als hij weer een muntje ontving keek hij in zijn hand en vervolgens weer naar buiten. Veel oogcontact maakte hij niet, grapjes en praatjes evenmin. Dan komt er een mevrouw binnen met een bril waar het pootje los van zit en ontstaat er een wonderlijke conversatie. De mevrouw geeft hem haar bril en vraagt of hij het kan repareren. Iedere leek kon zien wat er aan de hand was en wat er aan te doen was, maar de man antwoordde: 'you have to tell me what is wrong with it', waarop zij zei 'well, you're the expert, can you repair it?'
'Well I can't repair it if you don't tell me what is wrong with it'
De vrouw demonstreerde dat het pootje eraf lag.
'So you need a new spring hinch?'
'Yes', antwoordde de vrouw verontwaardigd. 'What will that cost?'
Met dezelfde botte hoofdbeweging wees hij naar het bord met daarop een grote, met stift getekende bril met verschillende pijltjes die vanuit de afzonderlijke onderdelen naar een begrip en een prijs wezen.
'So you want me to put on a new spring hinch'
'YEeeeS', zei de vrouw langgerekt en vervolgens keek ze ons nee schuddend aan. De brug van Tom's bril was netjes aan elkaar gesoldeerd en dus konden we verder, de vrouw succes wensend met haar montuurtje.
In San Diego maken we een kort uitstapje naar een uitkijkpunt over de stad. Ver uit de kust ligt een oorlogsbodem, boven onze hoofden cirkelen gevechtshelikopters, midden in de stad is een marinebasis gelegen. De SEALS die Osama te pakken hebben gekregen, trainen net buiten de stad, vlak bij de grens met Mexico. Het doet een beetje futuristisch en onwennig aan om al dat militair vertoon om je heen te zien. Even later zitten we vast in het verkeer en komen veel te laat bij mijn tweede acupunctuur sessie omdat Tom weer eens in gesprek raakte met een Franse vrouw en haar heel graag wilde laten horen dat hij wat Frans spreekt. Het klinkt voor geen meter omdat elk frans woord gedrenkt wordt in een Amerikaanse saus waar een baguette in kan wegdrijven.
Kirk, de acupuncturist is een geduldig man en moppert niet, hij jenst de naalden erin, zet de stroom aangenaam zacht en laat mij zo een half uur liggen met een comfortabele infraroodlamp op mijn dij. De muziek is nu nog minimaler en bestaat uit lage zuchtende fluittonen. Af en toe klinkt een geluid alsof een geschoren slechtziende monnik met zijn schedel tegen een gong loopt. Mijn oren beginnen te suizen en ik probeer te slikken. Dit werkt altijd, maar nu niet. Het blijkt een nieuw rustgevend geluidje te zijn dat uit de speakers glipt.
Na een half uur gaan de naalden eruit en wordt de 'theragunz' erbij gehaald die ik vorige keer abusievelijk dermagun noemde. Kirk vertelt ondertussen dat hij in Nederland is geweest en op zijn verjaardag naar de keukenhof wilde om daar magic mushrooms te gebruiken. Hij hoorde prachtige geluiden uit de tulpen komen. Mogelijk klinken die uit de speakers.
Dag 9
Het begin van de tweede trip richting Las Vegas, Zion, Bryce, Canyonlands en Arches. Tom is tot laat bezig geweest om zijn belastingpapieren op orde te krijgen, iets wat hij precies een dag voor de sluitingstermijn doet. 's Ochtends vroeg staat hij alweer zijn planten te sproeien. We rijden San Clemente in, posten zijn papieren en rijden terug naar zijn ouders huis waar hij wat afval en eten brengt. Ik wacht in de auto tot hij terugkomt en zie dan dat hij niet alleen is. Zijn zus loopt in haar pyjama en sloffen achter hem aan. Ze is de zestig ruim gepasseerd, gepensioneerd wiskunde lerares en woont nog bij haar ouders die negentig zijn. Ze wil mij even ontmoeten, geeft mij een klamme hand en vraagt meteen op welke dag ik geboren ben. Direct begint ze mijn astrologische gegevens te spuien. Maagd, toch geen weegschaal?, cusps, ascendanten, stieren en draken, ze wist het precies. Dat ik als maagd niet veel uitgeef, dat ik pietepeuterig ben en erg kritisch. Een positieve eigenschap kwam er niet uit. We spreken af om elkaar nog gezamenlijk te zien en een hapje te eten. Ben benieuwd, want als het niet zorgvuldig gekookt is hoef ik het niet.
Na zo'n vier uur rijden komen we in Las Vegas aan, de stad die ontstaan is uit de casino's die gangster Bugsy Siegel daar liet bouwen. Ik had van te voren aangeven dat ik hier niks aan vind, maar Tom had dat eigenhandig weggewuifd en het op de agenda gezet. Goed, op eigen risico, want ik ben niet gezellig als ik het niet naar mijn zin heb. Omdat we laat aankomen rijden we meteen door naar een Casino waar je ook kunt lunchen. Het idee is om er voor drieën te zijn want dan kun je nog tegen lunch tarief eten. We lopen het Red Rock casino binnen en meteen zakt de moed me al in de schoenen. Een schaars verlichte zaal, vol met blinkende speelkasten waar bleke mensen met uitdrukkingsloze gezichten denken dat ze het logaritme van de kasten kunnen kraken.
Er klinkt het geluid van een schoolbel, rode letters lichten op, iemand wint een bezoekje aan een Spa resort. Blackjack, poker, baccarat, quick hit, megabucks met 6 cijfers achter de komma. alles is aanwezig. Alles glimt, behalve de spelers. Muntjes rinkelen, een gehandicapte vrouw wordt voor een gokkast gerold en niet meer weggehaald.
Ondertussen staan wij in de lange rij voor het buffet, en het is al bijna drie uur! Tom loopt naar voren en informeert hoe het ervoor staat. Even later heeft hij het gepresteerd de lunch voor twee personen op tijd te betalen en kunnen we in de volgende rij om een tafel toegewezen te krijgen. Als dat gelukt is moeten we voordat de klok drie slaat al ons eten op ons bord hebben want anders kunnen ze alsnog de prijs voor het diner aan ons doorbereken. Tom vliegt langs alle buffetten, schuifelt met de souplesse van een ober tussen de andere bezoekers door met in iedere hand een bord terwijl ik nog rondsnuffel wat ik wil eten. Even later eet ik mijn bescheiden bordje en als ik halverwege ben prikt Tom zijn vork in zijn tweede bord. Als mijn bord leeg is, staat Tom op en hoop ik dat we dit ellendige hol kunnen verlaten, maar nee. Tom wil nog een toetje, want ze hebben zo veel keus. Enigszins plichtmatig neem ik een bolletje ijs terwijl Tom behalve twee bollen ijs nog wat cakejes meeneemt (ditmaal op 1 bord). En natuurlijk is het dessert 'so good' en 'the best I ever tasted' en moet ik meeproeven. Je kunt maar beter toegeven en een hapje proberen, want anders blijft ie aan je hoofd zeuren en kom je nooit weg.
Gelukkig verlaten we het Casino en zelfs Las Vegas. Want net als het Red Rock casino is er een Red Rock natuurpark net buiten de stad met prachtige zandstenen formaties. Daarna vliegen we nog even snel naar de Hoover Dam.
Na het inchecken in Motel 6 moet ik er weer aan geloven, we gaan Las Vegas in. Ik stel mij erop in een sociologische foto serie te maken, maar ik zal geen enkel plaatje schieten. Als een hond die geen zin heeft om met nat weer naar buiten te gaan sjok ik achter Tom aan die meters voor mij loopt en af en toe ongeduldig omkijkt. Hele dikke mensen, wat sjofele figuren, gladde jongens en dames in strakke pakjes flaneren van links naar rechts. We bekijken de fonteinshow bij het Bellagio op muziek van Paganini en Elton John. Alleen bij Elton John hapert de speaker waar wij tegen aangeleund staan en bij iedere hapering, zucht Tom hardop. Vlagen parfum vliegen voorbij, een chinees laat een boer en een tienermoeder geeft een kind muntjes die hij in het water mag gooien.
Dan volgt het Caesar Casino. Helemaal volgeplempt met Romeinse artefacten en beelden. Er staat zelfs een exacte replica van Michelangelo's David. Buiten trommelt een gekleurde meneer op plastic emmers met de muziek mee, verderop trekken drie cellisten niet al te zuivere tonen uit hun instrumenten. Overal waar je kijkt knipperen billboards of springen enorme hotels uit de grond. Taxi's vliegen op en aan en limousines glijden kruiperig langs lopers van hotels. Iedereen doet nogal hysterisch en Tom niet minder. 'can you imagine this' en ' can you imagine that'...steentjes die uit Italie komen, grootste reuzenrad hier, grootste hotel daar. De grootste lichtstraal, die zelfs in Los Angeles nog te zien is. Er is een replica van de Eiffeltoren, die ze uit respect een stukje lager hebben gemaakt, er staat een felgekleurd sprookjeskasteel waar Ludwig II van Beieren postuum nat van zou dromen en er is het Colloseum waar allerlei uitgerangeerde artiesten als 'Boys 2 men', 'Brittney Spears' en 'Celine Dion' hun show doen. Vliegtuigen schieten aan de horizon omhoog, helikopters cirkelen boven de stad en gelukkig rijdt om half één onze huurauto terug naar het motel. Voordat we gaan slapen, sla ik een kakkerlak dood in de badkamer en spoel hem weg.
Dag 10
Vanuit Las Vegas gaan we verder noordwaarts richting Utah. Het uiteindelijke doel is het plaatsje Panquitsch, maar daar zullen we niet aankomen.
Net buiten Las Vegas ligt een klein stukje natuurschoon genaamd 'Valley of fire'. Hier rijden we een rondje en maken een klein wandeling door een kloof. De formaties zijn weer fraai, de gestolde zandstenen hebben de meest wonderlijke vormen, waarin je allerlei dieren kunt herkennen. Ik loop op m'n blote voeten door het aangenaam warme zand en zoek in de struiken naar slangen en hagedissen. Slangen zie ik niet, maar hagedissen schieten alle kanten uit waarbij ze een komisch spoor met hun staart en pootjes maken. Een jongedame legt ons uit waar we een slangenhol kunnen zien en inderdaad vinden we een heuvel met allerlei gaten erin. Of het werkelijk een slangenverblijf is zullen we nooit weten, want zoals we later horen blijken de ratelslangen een winterslaap te houden en pas te voorschijn te komen als het rond de dertig graden is.
Als we vanuit Nevada de grens met Arizona en later met Utah passeren gaat de klok een uur vooruit en verliezen we een uur van onze dag. We bezoeken een spookdorp dat ooit door een mormonen familie is gesticht. Er is een kleine begraafplaats, waar veel jonggestorven liggen. Sommige zijn overleden door difterie, twee kinderen als gevolg van een gebroken schommel en een aantal zijn gedood door indianen. We komen laat aan bij Zion National park, rijden omhoog, door een onverlichte tunnel en maken een kleine wandeling naar de bovenste rand van de vallei en zien een aantal 'big horn sheep'.
Het begint donker te worden en in de verte, in de richting die we op moeten, hangen donkere wolken. We zijn net Orderville gepasseerd als we in een sneeuwbui terechtkomen. De straten in de bergen en bossen zijn geheel onverlicht en het licht dat de koplampen uitstralen wordt direct door de vallende sneeuw gereflecteerd zodat het zicht slechts tien meter is. We rijden langzaam, met onze beide neuzen tegen de voorruit en proberen de weg te vervolgen. Als je in de toevliegende sneeuw staart ontstaat er een duizelingwekkend effect dat niet prettig is. Tom probeert de auto op de weg te houden door de oranje streep die de twee weghelften scheidt in de gaten te houden. Als we na een kwartier ploeteren een afslag zien, besluiten we te keren en terug te gaan om een ander motel te zoeken. Ook de temperatuur is nu rond de nul graden Celsius en de wegen bedekt met een sneeuw.
Tegen tien uur komen we ongeschonden aan in Orderville waar gelukkig een motel beschikbaar is.
Dag 11
Als we wakker worden schijnt de zon, terwijl de temperatuur onder nul is. Er ligt een dun laagje sneeuw op het schuine dak van het motel dat snel smelt. De groene grasvelden zijn met een laag rijp bedekt. Tom besluit om naar een dorp verderop te rijden voor ontbijt. We zijn nog maar net de weg op als ik het woord 'bäckerei' zie. Ik vertel Tom dat dat Duits is voor bakkerij en meteen zwiept hij zijn stuur om en staan we voor de ingang geparkeerd. 'Let's check it out'
Het is een geheel nieuw houten gebouw met een keur aan broodsoorten en gebak. We bestellen wat brood, krijgen er boter bij en ik een ik neem een koffie. Niet veel later stappen er een stel Duitsers binnen gevolgd door nog een jong stel dat ook Duits spreekt. Ze vergapen zich aan de waar en vragen of het knal Amerikaanse meisje Duits spreekt. Nee dus. Wij knabbelen rustig aan ons brood zonder beleg, terwijl het Duitse stel met iemand pal achter ons een gesprek begint. In het Duits. Ik neem aan dat het de eigenaar is, maar er is iets vreemd aan zijn accent. Hoewel hij soepel praat en veel worden kent klopt er iets niet. Hij maakt grammaticale fouten die ik ook maak, maar wel hoor. Dan wordt duidelijk waarom. Hij verklapt dat hij uit Nederland komt.
Als de Duitsers zijn uitgepraat en Tom een praatje met de (niet Duitstalige) verkoopster maakt komt hij er ook achter dat de man achter mij de eigenaar is en hobbelt meteen op hem af. De man blijkt uit Limburg te komen. Hij was de eigenaar van een bakkerij en heeft deze verkocht om een ranch in Utah te kopen. Zo'n drie maanden per jaar zit hij in Utah en de rest in Nederland. 'Hij had zin in weer eens uitdaging' en besloot deze 'bäckerei' op te zetten, al ging dat in het begin niet soepel. Er werd gejat uit de kas, hij had veel te veel personeel aangenomen en had er geen rekening mee gehouden dat de levertijd van zijn authentieke producten uit Europa er zeven weken over deden om zijn achterdeur te bereiken. Hij blijkt nog honderd procent Nederlander, maar zou uiteindelijk een 'greencard' willen hebben, want dan heb je een permanent verblijfsvergunning voor de USA. Tom wijst hem erop dat je met een greencard niet zomaar zeven maanden het land kan verlaten, zoals de eigenaar nu doet en dat hij beter het Amerikaanse burgerschap kan aanvragen. wil je echt een permanente verblijfsvergunning dat is er een andere mogelijkheid. Er bestaat een loterij die de overheid uitschrijft. Hierbij krijgen 50,000 immigranten de kans om een greencard te winnen, als ze maar uit landen komen waar de afgelopen jaren niet meer dan 50,000 immigranten zijn gekomen. Mexico en Canada staan laag op de lijst.
We bezoeken een tweetal parken die ik vorig jaar ook gezien heb. Eerste Red Canyon en dan Bryce. We willen een bergpad nemen voor een stevige wandeling, maar deze blijkt half besneeuwd en half modderig te zijn, wat veel te gevaarlijk is en te veel tijd gaat kosten.
Dan rijden we verder naar Kodachrome en rijden door een kloof met aan weerszijde gravelrode wanden waar smeltwater rijen gaten in heeft gesleten. Het wekt de indruk dat het met zwaar artillerievuur is beschoten. Aan het eind van de kloof kom je plotseling op een punt waar de asfaltweg verandert in kiezels en van waaruit je een enorm uitgestrekt zicht hebt op de vallei beneden.
Wanneer we richting onze overnachtingsplaats, Torrey, rijden betrekt de hemel, daalt de temperatuur weer richting 0 Celsius en valt er een lichte sneeuw. Het Dixie Forest staat vol naakte bomen die nog geen blad dragen, afgewisseld met dichte naaldbossen. Een groep jonge mannen in camouflagepakken en wapens loopt over de weg. Ze groeten ons. Even later begrijpen we wat ze hier zoeken. Het bos zit vol met herten en 'Elk'. En na een scherpe bocht moet Tom vol in de remmen omdat er een wilde kalkoen oversteekt.
Dag 12
Een rustig ontbijt zat er deze ochtend niet in. Het was niet Tom die met allerhande verhalen op de proppen kwam, maar de serveerster die de nodige aandacht vroeg. Bij elk tafeltje riep ze hardop uit dat ze teveel tequila had gedronken en niet alles goed kon onthouden. Ze wees met haar hoofd naar de Mexicanen in de keuken, alsof die de schuld waren van haar kater. Als ze bij onze tafel komt, verklaart Tom dat hij Amerikaan is maar dat ik uit Nederland komt wat mijn getreuzel over de juiste keuze van het ontbijt wellicht verklaart. De serveerster, kater of niet, begint ineens in het Nederlands tegen mij aan te praten en vraagt uit welke stad ik kom. Ze ratelt als een roestige AK 47. Dan vertelt ze dat ze in Groningen, Weert en Den Helder heeft gewoond. Haar man bleek een basketbalspeler die met de bekendere Rick Smits in de Nederlandse competitie speelde. Maar hij was een 'a******' net als de andere vier mannen met wie ze getrouwd was. Haar huidige man was toevallig nu ook op weg naar Amsterdam om 'al haar verdiende geld te spenderen'. Tom vraagt waarom ze hier in Torrey, Utah is beland. Er volgt een voor ons later niet te reconstrueren verhaal over een zoon die een 'pain in the ass' is en zich heeft laten dopen in de oceaan. Zelf is ze een slecht Mormoon; Ze drinkt en ze scheldt. Iedereen in het café kan mee luisteren en een man uit Athens, Georgia mengt zich in het gesprek. Hij vraagt of al haar vorige mannen introvert of extravert waren. Het antwoord was makkelijk te raden: introvert!
Aan een stel aan een ander tafeltje vraagt ze waar ze vandaan komen. 'O, montana? I knew a pedriatric docter over there, but that was ages ago. She's famous now but I'm just a waitress'
Na een uurtje rijden, een stop in het mormonen dorpje 'Fruita', een dozijn bochten en een korte wandelingen in een kloof, bereiken we Glen Canyon, waar geel en rood zand gestold is tot rotspartijen die plots uit de aardkost omhoog geduwd lijken. Uit het zand en de rotsen groeien lage matgroene struiken.
Het uiteindelijke doel van de rit is 'Natural Bridges', een natuurpark dat niet toeristisch is (zo'n 90.000 bezoeker per jaar) en waar een drietal 'bruggen' te zien zijn die uit rots bestaan. Deze bruggen moeten niet verward worden met de 'arches' van het gelijknamige park. De bruggen verbinden twee rotsen met elkaar, de bogen staan op zichzelf. Uiteindelijk maakt het niet uit wat voor naam je het geeft, want beide vormen zijn ontstaan door erosie. Het smelt- en regenwater (veelal na de ijstijd) hebben de zwakke plekken in de rotsen blootgelegd en deze weggespoeld zodat deze vormen overbleven. Naar één van de natuurlijke bruggen maken we een wandeling. Hij gaat steil omlaag via uit de rots gehouwen paden en geeft eenmaal beneden en fraai zicht op de enorme granieten constructie. Een extraatje bij deze wandeling zijn de petrogliefen of rotstekeningen die indianen hier hebben achtergelaten.
Tom laat me alleen achter en loopt vast terug. Ik mijmer wat bij deze stille plek. Halverwege de helling haal ik hem bij. Hij heeft zijn skistok in de hand, zijn strandhoed op zijn hoofd en hij loopt wat gebogen waardoor hij op een oude meester lijkt die zijn laatste klus heeft geklaard. Boven aangekomen is zijn stem weer wat schor en is hij blij dat hij in de auto zit. Ik wil nog een wandeling maken naar een andere brug, maar hij wijst mij op de tijd. We rijden verder richting Canyonlands, al zullen we dit pas morgen gaan bezoeken.
De vallei waar we doorheen rijden is weer oneindig en kleurrijk. Oranje en geel bespikkeld met groende dotjes, witte wolken maken zwarte vlekken op dit doek. De meester had het niet mooier kunnen schilderen.
De bomen veranderen naarmate we hoger de vallei uit klimmen. Onze weg slingert eenvoudig als in een kindertekening omhoog door een opening in een muur van graniet. We rijden iets ten noorden van de Grand Canyon. De bergen hebben weer die oranje roden kleur die spieren hebben in de anatomieboeken.
Tom is wat rustiger geworden. De eindeloze storm aan informatie en jaartallen is geluwd. Het kan ook zijn dat ik er aan gewend ben of het niet meer hoor. Soms kibbelen we wat als een pasgetrouwd stel, dan lachen we om iets flauws. Mijn wat zwarte humor is niet aan hem besteed, daarvoor moet ik bij zijn vriend zijn die Engelsman is en de serie 'little brittain' wél kent.
Een aantal kilometers verder is het landschap zonder dat je enige overgang hebt bemerkt weer geheel anders. We snijden nu door een vlakte met kleine meertjes met eenden, boerderijen en met sneeuw bedekte alpentoppen aan de horizon. In de verte hangen sluiers van regen aan de buik van de wolken.
In Monticello aangekomen checken we in in het hotel en besluiten naar Moab te gaan dat een uurtje rijden noordwaarts ligt. Moab is een veel gezelliger stad, zegt Tom. De jongeren komen uit de grotere steden daarheen voor activiteiten en vertier. Wij gaan wat eten in een bar met muziek, dat wil zeggen een jongen met gitaar en dame met viool die country liederen zingen. Als we klaar zijn en naar buiten lopen regent het behoorlijk. We wandelen nog wat door het stadje, waar Tom elke souvenir winkel binnenstapt en vraagt of ze iets met ratelslangen hebben. Zijn gast uit Holland wil immers slangen zien. De vierde winkel heeft wel wat, maar dat is enorm kitscherig. Ik leg de dame uit dat ik ze wil zíen, in het echt, maar dat ik weinig kans heb in april. Zij vertel dat er wel andere slangen zijn gezien bij de rivier en dat ze er vaak één tegenkomt als ze met haar broer wandelt. 'Elke keer als hij fluit staat de slang stil', zegt de verkoopster. Ik leg haar uit dat slangen niet kunnen horen, maar het loopt uit op welles nietes.
De rit terug naar Monticello is weer pittig. Het is pikkedonker en er is geen straatverlichting, alleen de reflectoren langs de weg en de oranje streep in het midden zijn zichtbaar. Vrachtwagens denderen ons tegemoet in een wolk van licht waaruit de regen tegen onze voorruit slaat en een seconde ons zicht ontneemt. Langs de weg knipperen lichten met een waarschuwing voor overstekende herten. Er zijn er al 71 doodgereden staat erbij.
Dan steekt er een konijn over, zijn oog licht zilverachtig op in het schijnsel van de koplampen. Besluiteloos blijft hij stil ineengekrompen zitten en verdwijnt precies tussen onze wielen in. Er klinkt een droge plof als zijn lijf tegen de onderkant van de auto wordt gezogen. Een tweede konijn verdwijnt ook tussen de wielen, maar zonder geluid.
Dag 13
Na acht uur rijden zijn we weer in Las Vegas beland. Tot nu toe sliepen we in de kamers van het goedkopere 'Motel 6' keten, maar vanavond slapen we in het luxe SLS hotel. Tom had een aanbod gekregen om ter introductie twee nachten in dit hotel annex casino te logeren en kreeg de keuze uit vijftig euro aan speelcoins of vijftig euro aan eten/drinken. Het werd het laatste.
De hotelkamer is chique met enorme spiegels die licht geven en een flatscreen die groter is dan mijn keukenraam. Als ik maar goed slaap dan vind ik het voldoende.
de dag begon met een autorit door canyonlands dat ten westen van de Grand Canyon ligt en een voorloper is van dit natuurschoon. Het is een beetje alsof men de Grand Canyon uit elkaar getrokken heeft om er een weg doorheen te leggen. Doordat de green river en de coloradorivier hier samenkomen is het gebied in drie stukken te verdelen. Wij bezoeken het zuidoostelijke deel, genaamd The Needles. Het landschap is voornamelijk het product van water, wind en zwaartekracht. Een driemanschap dat bizarre torens van steen, bogen en kloven heeft gesleten.
Op een kleine wandeling komen we een oude dame tegen die verdwaald lijkt. Tom vraagt waar ze vandaan komt en als hij Boston hoort, maakt hij een grap dat iemand uit een zo grote stad hier makkelijk de weg kwijt raakt. Om het pad te vervolgen is wat klauterwerk nodig en als de oude vrouw een houten w***ele trap beklimt valt haar bril. Ik raap hem op terwijl Tom als een Ratelband de vrouw vertrouwen in spreekt om verder over de gladde rotsdelen te klauteren. Wanneer we op een vlakker deel lopen maak ik een praatje met haar. Gek genoeg heeft ook zij een link met Nederland omdat haar broer in Terneuzen heeft gewoond. Ik vraag haar of ze helemaal alleen reist en dat beaamt ze. Haar woorden klinken als muziek in mijn oren: ' niemand om rekening mee te houden, geen vragen om antwoord op te geven'. Als Tom ons heeft ingehaald geeft hij de vrouw allerlei ongevraagde informatie en drukt hij haar op het hart dat ze naar het volgende uitkijkpunt moet gaan vanwege het spectaculaire uitzicht. Ze knikt afwezig en even later volgt haar auto ons op enige afstand. Als wij afslaan en Tom met zijn ongeduldige enthousiasme in zijn achteruitkijkspiegel tuurt of ze braaf volgt, rijdt de oude dame aan de afslag voorbij en vervolgt haar solitaire trip. Ik had het Tom voorspeld.
Arches is net zo fraai, maar weer helemaal anders. Door het ontbreken van rivieren zijn hier geen diepe kloven. Arches is vrij hoog gelegen zodat ook hier de begroeiing schaars is en de licht oranje gele kleuren van het zandsteen overheersen. Miljoenen jaren van ijs, smeltwater en extreme temperaturen zijn verantwoordelijk voor de boogvormige structuren die we hier zien. maar dat is niet het enige. Arches is gelegen op een enorme zoutvlakte, die ontstaan is doordat 300 miljoen jaar geleden een zee de regio in stroomde en vervolgens verdampte. Door overstromingen, harde winden en nieuwe zeeën kreeg het zoutbed meerdere lagen die Arches zijn huidige structuur gaven. Het onstabiele zout zakte in elkaar door de krachten die het te verduren kreeg en liet de lagen boven zich in elkaar schuiven.
Dag 14
De vijftig dollar aan voedsel en drank tegoed moet deze ochtend verzilverd worden. Er is echte espresso, versgeperste sinaasappelsap en een redelijk gezonde wafel met aardbeien. We komen uit op een totaal bedrag van 45 dollar. Tom wil nog iets van 5 dollar erbij nemen, maar bedenkt iets anders. De fooi kan mooi geïncludeerd worden zodat we de vijftig fraai afronden. Als Tom wil uitchecken wordt hem verteld dat hij de fooi niet met de bon mag verrekenen. Hij loopt dus terug, geeft de fooi in briefjes en wil iets anders voor zijn vijf dollar uitzoeken. Als hij iets gevonden heeft blijkt dat we uitgecheckt zijn en hij dus geen transacties meer kan doen met de tegoedbon. Tom hobbelt met die typische tred die ik van een kilometer afstand al herken terug naar de incheckbalie, laat zijn account weer openen en koopt een of andere muffin ter waarde van vijf dollar. Ondertussen sta ik al een kwartier lang de tassen te bewaken bij de uitgang.
We hebben een kleine rit per auto te gaan richting de Mojave Desert, waarna we Joshua Tree park gaan bezoeken. Voordat we de Mojave NAtional Preserve bereiken, komen we door een stuk woestijn dat generaal Patton gebruikte om zijn troepen voor te bereiden op hun acties in de Sahel van Afrika, waar Rommel en zijn Duitsers zich schuilhielden. Het gebied hier in Californië is geen officieel trainingsterrein meer, maar de overblijfselen zijn nog wel goed zichtbaar. Lange rijen lage vestingwallen die als omgevallen driehoeken tegen elkaar aan liggen.
In het bezoekerscentrum van Mojave National Preserve vragen we de Ranger of we slangen kunnen zien of wellicht de obscure Chuckwalla, een grote hagedis. De Ranger is een beetje een slome kerel die te lang in de zon heeft gelopen, een enorm contrast met de Rangers van andere parken, die snel en enthousiast hun park bepleitten. 'Kans om een chuckwalla te zien? Zero', ' Hoe vaak ik een ratelslang heb gezien? In al die jaren dat ik hier werk maar twee keer'
'Hij kijkt gewoon niet goed!' , is mijn inschatting.
Tom gaat door met zijn vragen die hij als muntjes uit zijn zakken opdiept. 'Wat moet je doen als een slang je bijt, en, is er weleens iemand gebeten hier?' Dan vertelt de Ranger dat een jongen van een jaar of twaalf gebeten werd terwijl hij een steen optilde. Hij werd met de helikopter overgebracht naar het ziekenhuis. Tom stelde van de adrenaline nog meer vragen. Ik wist genoeg, hier zitten slangen.
Even later rijden we richting de Kelso duinen, die er precies zo uitzien als onze duinen, maar dan zonder bemoeienis van een zee. De weg erheen is onverhard en reduceert onze comfortabele Chrysler tot een Fiat zonder vering. Tom heeft spijt, maar ik overtuig hem door te gaan, want ' it will be awesome!' Als hij ziet dat we vanaf de parkeerplaats nog een roteind moeten lopen naar de duinen zakt de moed hem in zijn wandelschoenen. Het kwik loopt richting de dertig graden Celsius en daar houdt hij niet van. Plagerig neem ik zijn toon over en overtuig hem. Hij vindt het geweldig. Slangen, waaronder de fraaie 'sidewinder' zien we niet, maar wel een gehoornde hagedis, die te snel is voor mijn camera.
Vanuit de Mojave rijden we richting '29 Palms' van waar we het Joshua tree Park kunnen bezoeken. Het is laat op de dag, erg warm en er zit niemand achter het loket. In het park is het grootste bos aan Joshua trees te vinden. De naam 'Joshua' kreeg de boom omdat hij door de Mormonen op afstand voor het biddende bijbelse personage Joshua werd aangezien. Het meest bekend is de boom denk ik door het album Joshua tree van U2.
We maken een wandeling, schieten wat foto's die vooral, als de zon heel laag staat en fraai effect geven waar Anton Corbijn zelfs een glimlach van op zijn gezicht krijgt.
Tom is ondertussen aan het bellen. Hij had om zeven uur gereserveerd in een restaurant, dat hij drie maanden geleden al had geboekt. Het was geen probleem als we later kwamen en dus schieten we nog wat plaatjes van de grillige bomen.
Het restaurant waar we gaan eten ligt in een dorpje genaamd Pioneerstown, iets buiten Yucca. Hier zijn nog de overblijfselen te vinden van een filmset die in de jaren vijftig werd gebouwd. Films als de Cisco Kid werden hier opgenomen. In 2006 brak er een enorme brand uit die grote delen van het woestijnlandschap verwoestte, maar een deel van de filmset werd gered. Een ander gebouw dat gered werd van de vlammen is 'Pappy & Harriet's Pioneerstown Palace'. Hier gaan we eten.
Toen Tom reserveerde informeerde hij wat voor muziek er deze avond zou spelen. Hij kreeg te horen dat er een Karaoke Night was. Als we binnenstappen plugt een groep muzikanten zijn instrumenten in, worden microfoons op de goede hoogte gezet en roffelt een ongeduldige drummer op zijn snaartrom. Niks Karaoke!
Buiten het restaurant staat een harige ruige kerel dikke spareribs te bakken op open vuur, binnen is het donker en komt al het licht van kaarsjes en van het podium. Een Koos Koets-achtige figuur met 'empire state building' shirt, krappe spijkerbroek en puntlaarzen, slaat de gitaarband om, maakt wat opmerkingen dat iedereen die wil kan komen spelen en slaat een diepe Emineur aan. De rest van de band valt in. Het is niet echt zuiver en niet echt vals maar het stoomt als een vrachttrein voort. Kinderen, mannen met baarden, en razendsnelle serveersters schieten voorbij. De band speelt luid, maar Tom kraakt zijn Tortilla's erboven uit. De drummer is strak, de bas is sloom en een bongo speler ramt als een medicijnman die om regen smeekt op zijn trommeltjes. Zijn inspanning is in de mix niet hoorbaar. Op een stoel voor een versterker zit een enorme en dikke mevrouw met kleine borsten, die best eens ooit een man kan zijn geweest. Op haar schoot ligt een gitaar met de snaren omhoog. Haar stevige blote benen steken onder een zwarte rok uit. Met een slide laat ze haar instrument zingen als een coyote.
Na een aantal nummers komt er een nieuwe artiest op het podium. Een solo performance. De man lijkt op AL Snijders maar dan met geknipte wenkbrauwen. Hij zing traditioneler werk van mannen als Willie Nelson.
De serveerster neemt onze bestelling op, ze heeft een glimlach die mij doet smelten als een ijsblokje in de zon. Af en toe loopt ze voorbij, kijkt me met haar warme ogen aan en vraagt ' doing allright over here?'. Ik knik verlegen.
AL Snijders heeft het podium verlaten en Koos Koets kondigt de volgende zanger aan. Het is het type singer-songwriter dat je bij het bijna gelijknamige programma van Giel Beelen op TV kunt zien. Zo'n kwijlebal met een baseballcap die zing over een meisje dat niet bij hem wil zijn. In gedachten zie ik Eric Corton en Miss Montreal uientranen plengen.
Gelukkig blijft het bij één lied en maakt hij plaats voor een echte band, waarbij de versterkers gespannen brommen. Het volume gaat omhoog, de serveerster geeft mij een nieuw flesje bier terwijl de andere nog niet op is. Ze wil het halfvolle flesje oppakken en verontschuldigt zich. Ik doe hetzelfde en neem snel een slok.
Een Duitse immigrant doet zijn verhaal. Hij heeft een permanente verblijfsvergunning,ondertekend met de naam Jerry Garcia. Het publiek vindt het leuk. Hij speelt Bob Dylan's ' don't think twice its allright' in een soort staccato zang met zwaar accent waardoor hij meer als een folksinger uit Ierland klinkt. Een jong meisje springt ineens het podium op en zingt prachtig mee. Als ze even de tekst niet weet kijkt ze verlegen naar haar voeten, staart alsof ze zo zou kunnen huilen en pikt de draad weer op.
Als wij ons eten naar binnen werken worden onze happen vergezeld door een indiaan die stevig rockt met wat bandleden die we al eerder die avond hebben gezien. Hij schreeuwt alsof de toekomst van zijn volk er van af hangt, maar het rockt wel. De dikke dame speelt mee en sleurt Neil Young achtige solo's uit haar gitaar, haar grote verschijning zet de rest van de band in een zwakke schaduw.
Als de band het toneel verlaat blijft zij alleen achter en zingt een nieuw liedje dat ze een paar dagen ervoor geschreven heeft. Het heet ' pretty face, heart of hate' en gaat over een mooie dame achter een loket die niet wilde geloven dat ze geld in een automaat had gegooid die vervolgens weigerde. Het klinkt niet al te best, maar als ze een rauwe cover van Madonna's ' Like a virgin' eruit schreeuwt, wordt het leuker. Midden in het nummer laat ze zich al solerend op haar rug vallen en trapt haar stevige benen in de lucht waarbij haar rok omlaag valt en haar enorme witte onderbroek oplicht.
Ondertussen is de vloer voor het podium gevuld met een aantal dansers waaronder een lange slungel die al aardig dronken lijkt en een slank gevormde dame die wellustig traag met haar heupen wiegt alsof ze een cowboy berijdt die zijn paard berijdt.
Koos Koets komt weer op het podium, trekt zijn broek op en vraagt om applaus voor de volgende muzikant. Onder zijn lip zit een klein struikje beharing zoals vrouwen dat tegenwoordig op hun venusheuvel dragen.
Achter de kleine Koos Koets torent een enorm lange man slanke man, geheel in het zwart gekleed en met lange zwarte haren. Als je hem ziet zou je hem voor een bandlid van Procol Harum uit de sixties houden. Hij lacht vriendelijk naar iemand die hem kent, dan zet hij een grimas op en klinken er harde zware beats uit de boxen. Over zijn microfoon gebogen begint de man lappen te tekst te declameren tegen een onzichtbare vijand voor het podium. En het klinkt verdomd en verdoemd goed. Zou je alleen de muziek horen zonder die lange slungel erbij, dan zou je het idee krijgen met een boze gangsta rapper uit de Bronx te maken te hebben.
Tom slaat met zijn grote knuisten het ritme mee op het tafeltje waaraan wij zitten en laat mijn flesje bier vervaarlijk w***elen. De blanke rapper doet een drietal nummers, die plots gestopt worden alsof iemand het pauze knopje van zijn installatie indrukt. 'Normaal heeft hij een DJ bij zich, maar die was in San Francisco', verontschuldigt hij zich. Zijn blik is weer vriendelijk en zachtaardig.
Het sluitstuk van de avond volgt nu. Bijna iedereen die die avond op het podium heeft gestaan pakt zijn instrument en zoekt zijn plaatsje op de verhoging. Koos Koets doet ook weer mee en introduceert zijn vriendin Mary Jane. Zij vertelt over een vriend die is overleden en met wie zij samen zou gaan opnemen in de studio. Dit lied is aan hem opgedragen. De muziek rammelt en is traag en zompig. Mary Jane zingt over 'twee kogels' terwijl de band aanzwelt.
De vrouw met de verleidelijke heupen kijkt naar de andere kant van de dansvloer en ziet haar dronken danspartner zittend wegdommelen. Dan staat ze op, tikt hem aan en lacht luid boven de muziek uit. Zijn lange lichaam staat op en samen dansen ze gevaarlijk dicht langs elkaar heen op de duistere muziek van de band. Zij beweegt in soepele rondjes, terwijl hij als een dronken Houten Klaas zijn evenwicht probeert te bewaren. Zij reikt haar hand uit naar hem en hij grijpt mis, dan omhelzen ze elkaar en slijpen verder.
De drummer gooit er een roffel tegen aan, een gitaar jankt, de bas hobbelt gehoorzaam verder en Mary Jane huilt in haar microfoon. De serveerster informeert of alles in orde is, en ja alles is in orde zolang ze het maar blijft vragen. Op de dansvloer wappert de jongen met zijn armen als een vogel, zij danst behoedzaam als over een koord op hoogte, ze houdt haar ogen verleidelijk gesloten, de zijne staan wijdopen alsof hij elk moment in een ravijn kan vallen. Dan klinken de laatste akkoorden van de avond. De dansers vallen elkaar in de armen, de band dankt voor het applaus en de serveersters beginnen met het afruimen van de tafels.
De woestijn is warm en sensueel en zindert van de seks. Het was een avond om verliefd te worden, maar ik keer terug naar mijn Motel 6 met Tom en val zo diep in slaap dat ik zijn gesnurk niet hoor.
Dag 15
Eerst een rustig ontbijt in 29 Palms na de zinderende avond gevolgd door een vaste slaap. Een eenvoudige restaurant met een oudere dame die mijn koffie bijschenkt als ik er twee slokken uit heb gedronken, een foto van een vermiste hond op het raam en een airco die mijn haar droog blaast.
Tom zit aan de telefoon en ik maak op dat het zijn vader is die meedeelt dat zijn moeder is gevallen en dat ze haar niet overeind krijgen. De laatste dagen waren er al berichten dat ze erg slaperig was. Tom zegt dat ze 911 moeten bellen en hangt op. Hij vertelt dat zijn moeder meer dan honderd kilo weegt en niet te tillen is. Maar ze is alert en heeft niet veel pijn en naar later blijkt niks gebroken.
Aan een tafeltje verderop klinken stemmen die steeds harder worden. Er zitten twee oudere mannen en een oudere vrouw, waarvan vooral de twee mannen in een politieke discussie lijken te zijn verwikkeld. De man die het hardst praat draagt een pet met daarop de tekst 'Korea-Vietnam veteran' en windt zich op. De andere man zie ik op zijn rug en zit wat ineen gedoken. De tandeloze vrouw lijkt zich weinig aan te trekken van de twee mannen en kauwt minutenlang op een stuk wafel.
Dan klinkt er een harde klap van een platte hand op tafel. De veteraan staat woest op en roept luidt uit: 'don't pull that s*** on me!' Met snelle stappen van zijn korte beentjes banjert hij naar buiten en gaat bij zijn driewielig motorvoertuig staan. De achtergebleven man zit nog steeds met zijn hangende schouders aan tafel terwijl de vrouw ritmisch met haar tong in haar wang prikt. Dan staat de man op en loopt met een manke tred naar buiten richting de veteraan. Ik heb het gevoel dat er een handgemeen gaat volgen en ga ervoor zitten. Door het raam zien we De veteraan wild met zijn armen zwaaien terwijl de manke meer een verwijtende pose aanneemt. Maar een vechtpartij wordt het niet. Dan komt de veteraan weer binnen en vloekt tegen de vrouw: ' if he don't like the military then get out of town' en ' i'm tired of that s***'. Hij verontschuldigt zich tegen de serveerster, maar legt wel de schuld bij de pacifist die nu buiten op het stoepje een sigaretje rookt. Even later keert hij terug en gaat zitten alsof er niets is gebeurd. De vrede lijkt getekend, al blijft de veteraan op zijn hoede en flitsen zijn ogen continu van links naar rechts alsof de vijand elk moment kan binnen stormen. Tom zegt 'once a marine, always a marine'
Vanuit 29 Palms rijden we naar Palm Springs, een luxe resort waar rijke mensen en filmsterren hun weekend optrekjes hebben. Het ligt midden in de woestijn, maar is groen als een oase met verschillende soorten palmen (die Tom als een generale repetitie nog eens opdreunt). Californië kampt met een enorme droogte, maar hier spuiten de sproeiers wellustig om het gras aan deze zijde van de heuvel groen te houden. Het oog wil ook wat en als je veel kinderen maakt kunnen zij de problemen later zelf wel oplossen.
De in 2003 overleden komiek en acteur Bob Hope had in Palm Springs een nog steeds zichtbare futuristische woning, die hoog tegen een bergwand gebouwd is een op een buitenaards toestel lijkt. Ook Gerald Ford, de enige president die nooit verkozen is omdat hij als vice-president de afgestreden Nixon moest vervangen, woonde in deze stad. Er staat een standbeeld van Sonny Bono, die er ooit burgemeester was.
De stad is een tegenpool van het ruige, zanderige en chaotische 29 Palms waar we vandaan kwamen en bevalt me niks. Het is nep, en heeft lelijke jaren vijftig gebouwen met dure winkels waar allerlei cactussen en planten in de tuin groeien. Tom noemt het ' landscape architecture' , ik noem het mislukt Utopia. Maar wat wel leuk is aan de stad: er is een 'living desert'!
Tom worstelt met de stadskaart alsof hij in tien Beaufort staat, maar zit in de auto. Dan weet hij het weer en lopen we even later de dierentuin binnen. Dierentuinen hebben vaak iets triests: dieren in te kleine hokjes, vogels die niet vliegen en leeuwen die niet meer grommen, een roofdier die uit verveling heen en weer loopt zoals Rilke het ooit mooi verdichtte in 'De Panter'. Maar niet hier. De beesten zitten in grote fraaie betraliede ruimtes bij heerlijke temperaturen en zijn actief. En, ze hebben verschillende soorten ratelslangen waarvan er een aantal sierlijk door hun terraria glijden. Ik maak videos, waarin de slang recht op de ruit af komt en in de lens tuurt. De Amerikanen om mij heen roepen ' o my god' en 'amazing' , maar de slang is gelukkig doof.
Tom is klaar met een update telefoontje over zijn moeder. Ze houden haar een nachtje ter hydratatie. 'Onzin' vindt hij, want het gaat ze alleen maar om het declareren van een overnachting.
Nu heeft hij haast want over tien minuten begint de 'reptielenshow'. Tom is een man van tijd, data en procenten. Bij elk verhaal dat hij vertelt krijg je het exacte jaar en de maand. Bij elke afstand de juiste mijlen en tijdsbestek. Een vrijwilliger die hij om de loopafstand naar de reptielen show vraagt antwoordt droogkomisch: ' 9 minuten'.
We gaan zitten op een laag bankje tussen ouders met kinderen in terwijl voor ons mysterieuze bakken met waarschijnlijk reptielen staan. Dan komt de vrouwelijke Ranger in Kaki broek en shirt en praat luid en rap door een microfoontje over het verschil tussen reptielen en amfibieën en tussen reptielen en mensen. Ze merkt op dat koudbloedig een lastige term is en dat het beter is om Ectotherm te zeggen, dat wil zeggen: de warmte van een buiten het lichaam gelegen bron.
Veel van wat ze vertelt over slangen weet ik al van Nat Geo Wild en Freek Vonk, maar het verschil tussen de Turtle en tortoise wist ik niet. Het zijn beide schildpadden, maar de de turtle leeft in het water en de tortoise op het land. Het verschil is te herkennen aan de poten en het harde schild, die uit Keratine is gemaakt net als onze nagels. De Ranger vertelt dat een landschildpad water kan opslaan in de blaas en hier een jaar op kan teren. Als hij aangevallen wordt door een roofdier, zal hij deze onder piesen, maar niet geheel als het even kan. En inderdaad toen ik een paar jaar geleden op Naxos een tortoise optilde kwam er een klein helder straaltje uit. Had ik geweten wat ik nu weet dan had ik hem niet tot de laatste druppel laten door plassen.
Verder krijgen we en skink te zien. Een hagedis met een blauwe tong, die roofdieren laat weten dat hij giftig is. Maar, hij is niet giftig terwijl andere hagedissen met een blauwe tong dat wel zijn. Een fijn gevalletje Mimicry.
De slang die als demonstratiemateriaal diende, een zandboa en dus niet giftig, mag aangeraakt worden en dat doen we dus ook en we maken een babbeltje met de Ranger. Ik wist dat slangen de boven- en onderkaak uit elkaar konden trekken om een grote prooi naar binnen te werken, maar niet dat ook de onderkaak uit twee delen bestond die met een rekbaar ligament verbonden waren. Tom stelt weer duizend vragen en het is een wonder waar hij ze vandaan haalt. Hij raakt langzaam deelgenoot van mijn slangen obsessie (die ik van vaders heb geërfd) en informeert naar de ratelslang. Ze zien ze soms, maar niet meer zoveel als vroeger. Door de droogte en warmte zijn ze naar hogere bergdelen verhuist.
We maken een wandeltocht langs de verschillende dieren. We zien een Addax, een antilope-achtig beest, dat vooral voorkomt in de Sahara. De in de Mojave getrainde soldaten die Noord-Afrika moesten bevrijden schreven hun geliefden over dit dier, waarop het thuisfront in dierentuinen ging informeren waar deze voorkwamen ten einde achter de lokatie van de soldaten te komen.
Bij de hyena's aangekomen, krijgt Tom een telefoontje van zijn zus over de toestand van zijn moeder. niks bijzonders, zo blijkt later, maar Tom praat zo hard dat een luierende hyena opschrikt en humeurig opkijkt. Het klokje tikt door in het minutieuze ritme van Tommie's lijf en dus snelt hij verder als een ongeduldige schooljongen. Hij wil het voeden van de Giraffen zien. Ik ben benieuwd hoe spectaculair de Amerikanen dit gaan maken. Daar aangekomen blijkt vooral dat je geld moet betalen of ' member' moet zijn om eigenhandig een worteltje aan die vieze purperen krultong te overhandigen. De vrijwilliger doet verwoede pogingen een show neer te zetten door het peentje over zijn schouder achter zijn rug aan de Giraffe te geven. Een stem klinkt uit de speaker: ' get your camera's out for a lifetime experience'. Als je betaald hebt, krijg je een sticker dat je hebt geholpen met voeren. Tom vindt het prachtig.
Als wij ons pad vervolgen zien wij op datzelfde pad een grote donkere hagedis. Ik schuifel behoedzaam steeds een centimeter in zijn richting om hem goed op de lens te krijgen, terwijl enkele meters verder een scootmobiel met een oud vrouwtje het pad oprijdt. De hagedis voelt het gevaar en spurt weg. De oude dame zegt dat de hagedis uit Puerto Rico komt en dat ze ze vaak in de slaapkamer had. Een probaat middel tegen insecten zo vertelt ze. Zij en haar begeleider hebben beiden een oranje sticker op met de tekst 'I fed the Giraffes'.
Om drie uur is er nog een Rangertalk. Ditmaal met een nog onbekend dier. Zelfs de oude vrijwilligster met haar perkamente huid weet het niet. Tom had nog nooit van de al eerder genoemde Chuckwalla gehoord en is nu gefascineerd. Hij vraagt de vrouw of ze voorkomen in de omgeving. 'Natuurlijk', zegt ze met haar krakerige trage stem. 'Ze zitten op rotsen in de zon, en als er een roofdier komt schieten ze in de krappe ruimtes tussen de stenen en blazen zich op zodat een roofdier ze er niet kan krijgen'. Het enige nadeel blijkt dat de staart van het beest er vaak niet meer bij past en er dus afgebeten kan worden. Het schijnt heel lang te duren voordat die weer aangroeit.
Tom heeft gehoord dat er een kleine 'Big horn sheep' is geboren, maar zag alleen maar volwassenen op de rots. De oude vrouw zegt weer heerlijk onderkoelt 'well if it looked like a grown-up, it probably was'. Een fijne verademing tussen alle hyperbolen en grootheidswaanzinnigen.
Dan begint het praatje over het onbekende dier uit de woestijn. Het is dezelfde Ranger als bij de reptielenshow en ze haalt een grote harige spin uit een doos: de tarantula. Net als bij de Zwarte weduwe eet het vrouwtje het mannetje op, is zij groter en leeft zij langer. De haren op de huid dienen als afweer een kunnen irriteren en blindheid veroorzaken als ze in je ogen komen. Haar gif is pijnlijk maar niet dodelijk. Wat mij het meest is bijgebleven is de specifieke vijand van deze spin: de spinnendoder, een grote wesp die de spin uitschakelt en verlamd met een steek zodat deze blijft leven. Dan sleept ze hem naar haar hol, legt er een eitje op en laat haar larven zodra deze uitkomt eten van het levende dier.
Natuurlijk heeft Tom vele vragen waarvan de helft al beantwoord was tijdens het praatje. Als ik mijn vraag ertussen wurm, weet de vrouw het antwoord niet.
Voordat het park sluit bezoeken we nog een 'animal rescue center', gebouwd dankzij de gulle giften van een weldoener. Er is een operatiekamer achter grote glazen ruiten die op die manier voor het publiek zichtbaar is, precies zoals de weldoener het wenste. Er hangen operatielampen, -bedden en echte beademingsapparatuur. Via een intercom kan het publiek vragen stellen aan de opererende dokters. Helaas is er nu geen operatie gaande, maar eerder de dag is er nog een stekelvarken geholpen die een spinnenbeet had opgelopen. Pas toen hij een tikkeltje sloom werd en stekels begon te verliezen kwam men achter zijn probleem.
In een soort uitslaapkamer achter grote ramen ligt een zieke Opossum, in de kamer ernaast zit een specht met een vernachelde snavel. Het ziet er hulpeloos uit, als een westerling die al stuntelend met stokjes probeert eten.
Sinds het ontbijt hebben we niets meer gegeten en als we om vijf uur het park verlaten zijn we hongerig. Tom weet wel wat en stuurt ons door de straten van Palm Springs. Ja hoor, weer een casino met buffet. Als 'member' van het casino krijg je vijf procent korting op het eten en dus drukt Tom mij op het hart om lid te worden. Zijn pas is kwijt dus moet hij zich opnieuw aanmelden. De dame tikt zijn gegevens in en zegt dat hij al lang niet meer is komen spelen. Hij zegt dat hij in januari nog is geweest, al denk ik dat hij liegt en hier alleen om te eten is geweest. Ze geeft hem een nieuwe pas met tien dollar speeltegoed wat hij prima vindt. Dan begint ze aan mijn registratie. Paspoort erbij en adres van Tom. De dame tikt driftig door als Tom vraagt waar het buffet ook al weer is. De dame zegt dat vandaag en morgen het buffet gesloten is. Dan is Tom niet meer geïnteresseerd in de registratie, kapt de boel af en biecht op dat het hem om het buffet ging. De dame reageert niet echt en geeft ons toch de pasjes met het tegoed.
We zullen op zoek moeten gaan naar een andere plek om te eten. Ik ben al lang blij dat we het casino kunnen verlaten, maar Tom wil nog even de tien dollar verspelen die we hebben gekregen. Hij leest de aanwijzingen half door, probeert zijn pasje maar het werkt niet. Waarschijnlijk moet je ter aanvulling van het tegoed nog extra geld inwerpen, want de sleuf voor het geld stond hitsig te knipperen. Met een lege maag en zonder winst vertrekken we uit dit speelhol.
Helaas had ik te vroeg gejuicht toen we het casino verlieten, want langs de snelweg doemt plotseling een groot gebouw op. Tom wijst en vraagt 'weet je wat dat is?'. Ik weet genoeg, weer een casino. Gokken is niet toegestaan in Californië en dus staan deze casino's op indianenland, wat hen rijk maakt en op kritiek komt te staan van tegenstanders van het gokwezen.
Ook hier gaan we door de inschrijf procedure wat niet soepel verloopt omdat Tom een nepadres opgeeft dat de computer niet herkent. Zoals hij later verklaart om vervelende post te voorkomen. Op een bepaald moment wordt hij zelfs boos als de dame niet toegeeft dat er een probleem is en haalt de chef erbij! En dat alles om vijf procent korting. Vijftien minuten en een hoop gedoe later kunnen we eindelijk eten, ik één bord, Tom twee.
Tegen de serveerster klaagt hij nog dat we een kwartier moesten wachten bij het inschrijven.
- comments
Petros heerlijk weer een paar dagen met je in the USA . .
ruud aret Waarom lees ik 29 psalms en big Horny sheep? Zal wel in de geest van jouw verhaal zijn. Maak nog wat van de komende week!